World Jamboree 2023: het vertrek

Man, dat moet een immense organisatie zijn! Vanuit België alleen al vertrekken er 1250 scouts plus hun leiding naar Seoel! Krijg dat maar eens allemaal op een vliegtuig rond dezelfde periode!

Het resultaat is dat het Belgische contingent vertrekt vanuit alle mogelijke luchthavens, verspreid over drie dagen. Sommigen vertrokken vanuit Zaventem richting Warschau om daar over te stappen, anderen vertrokken uit Parijs of Amsterdam, of zoals Kobe, uit Frankfurt. Per unit zaten ze op een bus, en die van Kobe vertrok deze morgen om half negen. Correctie: we werden er verwacht om half negen, de bus vertrok blijkbaar pas om half elf. Twee uur staan koekeloeren in de motregen, dus. Tsja. Tegen dan waren er ook al andere units aangekomen, iedereen sprak af in de buurt van het Atomium, een mooie plek van vertrek, eigenlijk.  Het viel me overigens opnieuw op hoe goed Kobe eigenlijk in zo’n groep ligt: meteen na aankomst kwam er een aantal man op hem af om te tetteren, onnozel te doen, zich te amuseren.

Soit, kwart na tien kon ik eindelijk een groepsfoto trekken:

En aan de nationaliteit van de chauffeurs te zien, gingen ze met de bus tot in Azië…

Eerst ging Bart rijden, maar ik heb toch vakantie, en ik ging dan wel geocachen rond het Atomium, het stikt daar van de labcaches. Alleen… het miezerde en het bleef miezeren, zodat ik na verloop van tijd toch wel behoorlijk nat en koud begon te worden. Tegen goed elf uur en zestig labcaches heb ik het opgegeven: de rest zal voor een andere keer zijn. Hmpf.

En nu is het aftellen tot Kobe terug komt van Zuid-Korea: dinsdagochtend 15 augustus om 1.40 uur mogen we hem opnieuw ophalen.

Ik mis hem nu al een beetje…

Peppi en Kokki in Oostende

Gwens ouders hebben sinds oktober een pracht van een appartement op de zeedijk in Oostende. Ruim, grote open keuken, drie slaapkamers, twee badkamers, twee aparte toiletten en een klein balkonnetje. En vooral een prachtig uitzicht.

10.45 uur:

12.25 uur:

Merel en ik hadden blijkbaar de ideale dag uitgekozen om te gaan, want het was de eerste keer, zei Gwen, dat ze ongestoord op het strand konden zitten zonder dat het echt te koud was. Merel en ik hadden ons grondig voorbereid: twee campingstoelen, een parasol, badlakens, zelfs het windzeil – dat we niet opgezet hebben.  In de voormiddag – allez ja, what’s in a name, we waren om kwart voor elf – hebben Gwen en ik gekletst, zoals gewoonlijk, en Merel en Lena-Mare een spel gespeeld. Die twee zien elkaar niet vaak en dat is soms wat awkward in het begin, maar dat betert wel altijd.
We gingen wat verderop garnaalkroketten eten en installeerden ons daarna op het strand. Dat ontlokte Gwen en mij trouwens een gigantische slappe lach, want we zagen onszelf daar al zitten, onder ons parasolletje, in onze campingstoelen, net twee ouwe meten van in de zeventig. Tranen gelachen! En ondertussen gingen onze meisjes – er was nog een vriendinnetje bijgekomen – zwemmen.

De zee werd zilver, de bries werd wat strakker en we pakten tegen zes uur in, nadat we eerst nog hadden zitten schrijven in het natte zand. Geocachegewijs, snapt u.

En toen hebben Gwen en ik nog pannenkoeken gebakken – ze hebben zo’n wreed wijze aparte bakplaat op het appartement – en waren we tegen negenen thuis.

Oh, btw: 19.54 uur.

 

Dagje Ronse

Bart en ik moesten om 11.00 uur in Ronse zijn voor de akte van ons nieuwe appartement. Daarna moest Bart nog naar Zaventem, zodat we met twee auto’s gereden zijn en ik daarna rustig in Ronse kon blijven. Ha ja, want een vijftal huizen voorbij de notaris woont Véronique, en er waren nog niet-gevonden caches hier in Ronse.

Bart en ik gingen eerst nog iets eten, niks speciaals maar altijd goed.

En toen trotseerden we de warmte en vonden we – eindelijk, bij een vierde poging – de cache aan de MUST (het textielmuseum) en enkele in de buurt van het station.

Intussen was er een telefoontje gekomen van het ziekenhuis dat ons pa nog te duizelig en te onvast op zijn benen was om vandaag al naar huis te gaan, waardoor mijn namiddag plots open kwam. En meteen gingen we samen op stap langs het Mijnwerkerspad, gewapend met een grote zak en een snoeischaar, om vlierbloesem te gaan plukken. Daar komt geen gemotoriseerd vervoer, dat zit dus wel snor.

We hadden een stevige zak bloesem en een fijne wandeling. En ook wel dorst, dat ook.

Tegen zes uur stond ik bij ons pa in het ziekenhuis en ik zag dat het goed was dat hij nog even kon blijven: hij stelt het goed, ziet er goed uit, maar was opgelucht dat hij nog niet naar huis moest: hij valt bij momenten gewoon omver, hadden de twee ergotherapeuten in de voormiddag vastgesteld.

Wordt vervolgd.

Oogarts

De afspraak van ons pa en mij bij de oogarts vandaag stond al anderhalve maand of zo vast. Wist ik toen veel dat hij nu in het ziekenhuis ging liggen…

Gisteren had ik naar haar gebeld om mee te delen dat het enkel ikzelf zou zijn, dat ons pa in het ziekenhuis lag waar zij ook werkt, en of het mogelijk was om hem daar eventueel eens op consultatie te nemen. Euh, blijkbaar is De Valck van de rappe soort, want een half uur na mijn telefoontje was hij al onderzocht. Ze had namelijk net twee afzeggingen, en dus riep ze haar assistente toe dat die onmiddellijk naar geriatrie moest bellen om mijn pa op transport te zetten. Ons pa werd ook op zijn nest gepakt: “Gij moet nu naar de oogarts!” “Euh maar… ” “Zwijgen en meekomen gij!” Gelukkig werd dat laatste met een grote glimlach geponeerd.

Enfin, ik was dus alleen in Beke, stelde vast dat het toch echt wel warm is, dat oogartsen duur zijn, dat mijn glaucoom stabiel is, en dat ik duidelijk een nieuwe bril nodig heb want dat deze iets te zwak en vooral volledig gekrast is.

En toen was het nog steeds heet, maar zag ik dat er twee caches in de buurt lagen, elk aan een mooie wegel. Dus wandelde of reed ik even tot ginder en stelde vast dat Lovendegem algelijk toch mooi is. En heet.

Oh, en zei ik al dat het heet is?

 

Fietstochtje door Gent

Een heerlijke zonnige zondag, ons pa die ziek is en dus niet komt, en een reeks geocaches die onderhoud nodig hebben = een fietstochtje in Gent.

Eerst keek ik enkele caches na die niet gevonden waren, maar die wel nog netjes op hun plaats zaten. En toen kwam ik in Gent centrum waar ik enkele labcaches van de Kabouterreeks wilde doen. Man, wat was dat zeg!

Ik geef toe, het is een lang weekend en dus morgen ook nog een vrije dag, en het is schoon weer, maar het was in het centrum echt over de koppen lopen! Ik denk dat ik mijn fietsbel een keer of honderd heb gebruikt, want volgens toeristen is de omgeving van het Gravensteen, de Kraanlei en de volledige Vrijdagmarkt ook allemaal verkeersvrij gebied. Hier en daar ben ik ook gewoon afgestapt en ben ik te voet gegaan, want dat was een pak veiliger. Serieus, het was gewoon niet meer leuk.

De caches daarentegen werden vlotjes gevonden, al dan niet met een filmpje erbij, en de volle logrolletjes van mijn eigen caches werden fluks vervangen.

Gent is daarbij ook echt wel een fietsstad geworden – behalve dan het overvolle centrum – want overal waar ik kwam, vooral dan langs het Westerspoorringpad, reed het vol met vrolijke fietsers. Aan het Blauw Brugje stond ik zowaar als fietser drie – 3! – keer voor het licht omdat er zo veel fietsers aan het aanschuiven waren. Heerlijk…

Geocachen in Lochristi (deel 11)

Het weer was wat minder dan verwacht, maar meer dan goed genoeg om te gaan geocachen. Ons pa had er alvast zin in: hij was blij dat ik hem iets vroeger was komen halen, zodat hij eerst nog zijn kousen kon doen voordat we op pad gingen.

Bart had weer een kookexperimentje dat volgens mij bijzonder geslaagd is: een gebakje met schijfjes perzik, geitenkaas en mozzarella. Dik in orde, alleen een beetje zwaar misschien.

En toen trokken ons pa en ik opnieuw op pad richting Lochristi, want daar ligt echt nog wel een pak caches.
Tot mijn onvoorstelbare blijdschap is ons pa gigantisch verminderd met roken, en dat heeft een enorme weerslag op zijn conditie: waar hij de vorige keer last had om twee keer 100 meter te stappen en we dus een bepaalde cache aan een wegel links lieten liggen wegens te ver, gingen we die vandaag probleemloos halen. En de volgende ook, zodat hij 300 meter heen en 300 meter terug stapte zonder veel problemen. Happy camper hier, dat belooft!

Acht cachen en behoorlijk wat gewandel later zaten we thuis aan de koffie en de taart, en we zagen dat het goed was.

Ik weet eigenlijk niet wie er het meeste deugd heeft van die zondagen: ons pa of ik…