Miniwandeltocht met geocache

Normaal gezien gaan we op Oudejaarsavond met zijn allen wandelen, zeker als het sneeuwt. Dat zijn al zeer fijne wandelingen geweest. Vorig jaar was het op nieuwjaarsdag, Wolf wilde wel wat tijd vrijmaken. Het jaar daarvoor was ik nog maar net geopereerd en was een wandeling dus geen goed idee.

Dit jaar waren de jongens allebei stevig aan het studeren en zat ook met mijn rug een lange wandeling er niet in. Maar ik had wel nog een geocache nodig, want gisteren stond mijn teller op 365 voor 2024 en zei het ding me ‘1 cache per dag’, vandaag was blijkbaar het systeem zijn euro gevallen dat er toch 366 dagen waren in 2024 en was dat teruggevallen naar 0.997 enz. En daar kan mijn OCD nu echt eens niet tegen. Dan maar een dagje gezeurd en vandaag eentje gelogd op gisteren, toch?

Bij Bart op kantoor moesten er nog enkele zware zetels naar boven gesjouwd worden en dus koppelden we het nuttige aan het aangename: we reden naar de Foreestelaan, de jongens zetten de zetels op hun nieuwe plaats en we deden een kort ommetje rond de blok. En het was verdikke koud! Maar er ligt daar dus sinds kort een cache op de oude graafmachine die er als monument staat, en daar zijn de jongens dus maar opgeklommen om de cache te pakken.

Het ommetje zelf was amper een goeie vijf minuten, maar in combinatie met het zetelgezeul en de cache was dat voldoende als gezinsactiviteit, want  er moest dringend verder gestudeerd worden.

Maar dat jaar? Dat was wel goed ingezet, ja.

Eeklo: grijs, kil maar fijne caches

Gisteren had ik Wolf met de auto afgezet bij Arwen: ik wilde hem liever niet zelf de auto laten nemen omdat ik die dan zelf kwijt was, en in dit weer is fietsen niet zo aangenaam. Nu, we hadden afgesproken dat ik hem vandaag in de loop van de late namiddag zou komen oppikken. Ik ging dan eerst naar Eeklo gaan om daar nog de laatste tien caches te zoeken en te vinden, zodat ik mooi op een rond getal van 365 caches zou eindigen.

De dag was koud, kil, grijs en vochtig, de rug liet zich lichtjes voelen en ik lag warm en gezellig in mijn zetel. En die caches, ach… Maar ik moest toch Wolf nog gaan halen, dus schopte ik mezelf in gang en reed rond half drie naar Eeklo om daar labcaches te doen en eens te kijken voor een nieuwe winterjas voor ons pa.

Ik ben aan het rondlopen in dat kille weer – en ja, de labcaches waren fijn, daar niet van, fijne kleine straatjes en parkjes ontdekt in Eeklo waarvan ik het bestaan niet kende – wanneer Wolf me laat weten dat Jarno hem morgenvroeg wel naar huis ging brengen. Zucht.

Soit, ik heb de caches nog afgewerkt, ben nog de C&A binnengelopen en heb er een warme zwarte jas gekocht in de solden, heb uiteindelijk zelfs nog een nieuwe kerstkrans voor aan onze voordeur opgepikt en dat was dat.

Spijt van? Nee, ik heb mijn mooie ronde cachegetal en daar geniet ik mateloos van. Maar was ik anders in mijn zetel gebleven? Zeker weten.

Kinders…

Pull nr. 2

Merel droeg dus haar nieuwe trui op kerstavond en kerstdag, en was er precies wel blij mee. Ik heb haar wel een beetje voor schut gezet – cringe? – door erop te wijzen dat ik die had gemaakt, en ik ga nu dus dezelfde maken voor Marie-Julie, maar dan iets minder lang en in het grijs. Ik ben intussen al stevig op weg.

De wol was ik vrijdag nog gaan halen, toen ik meteen ook een paar caches weer in orde ging zetten: in dit kutweer mag je nog een goed afgesloten potje hebben en een plastiek zakje, maar blijkbaar worden die logblaadjes toch telkens weer nat. En eentje lag echt op een verkeerde plaats: te druk en blijkbaar ook te veel afval. Hem dan maar een eind verder op een logisch plekje gestoken. Soit, rondgereden van punt A naar B, nog een cache gezocht want ik had nog een leeg plekje in de cachekalender, korte wandelingetjes gemaakt en al bij al viel dat dus nog wel mee. Caches in orde, wol gevonden, nog een nieuwe legging zonder gaten, dat soort dingen dus.

En dus ook een nieuw project voor bij het lezen en tv kijken. Dik in orde. En hopelijk binnenkort ook een tevreden metekindje.

Dagje geocachen rond Melle

Jawel, een stralende zon vandaag – eindelijk! – en een rug die vandaag eens geen pijn doet, en dat leek me de ideale combinatie om eens te testen hoe ver die rug het al doet, en eindelijk eens wat frisse lucht happen en de benen eens deftig strekken. En wat rusteloosheid uit mijn lijf te krijgen, dat ook.

Ik trok richting Melle maar bleef hangen waar ik het eigenlijk niet eens bedoeld had maar wel heel fijn vond: Gontrode, begot. Ik was wel degelijk met de auto, want ik vertrouwde mijn rug nog absoluut niet: de fiets was geen optie want die wilde ik nu echt niet op en af de fietsendrager moeten tillen – bestaat daar geen deftige oplossing voor, eigenlijk? – en te voet riskeerde ik me ook niet, want wat als ik dan halverwege een wandeling plat zou vallen? Dan moest ik hoe dan ook toch nog terug naar de auto.

Maar ik verzeilde in Gontrode, genoot met volle teugen, stelde tot mijn zeer grote verbazing vast dat er ooit tijdens de oorlog een vliegveld was in Gontrode waar ze een zeppelin van maar liefst 180 meter bouwden – het ding staat, als je goed kijkt, aangeduid op het uitlegbord – en liep zelfs gewoon rond in een dikke gilet en een sjaal, want de zon scheen. En ik had koekjes en hete thee mee.

Ik haalde maar liefst 20 caches – eentje vond ik niet – en dacht toen: “Eigenlijk zou ik 2024 willen eindigen met 365 caches, eentje voor elke dag. Ik moet er nu nog 25…” En dus reed ik nog tot in Bottelare, waar er drie series labcaches liggen, goed voor 15 caches dus. Het werd wel donker, maar voor labcaches – waar je geen potje moet zoeken maar een vraag beantwoorden – kan dat best wel. Alleen werd het verschil met overdag plots heel erg duidelijk: het werd pokkekoud! Dus vest, handschoenen en pinnenmuts, en jawel, 15 caches.

En de rug? Die was moe, maar deed eigenlijk niet echt pijn, gewoon de standaard zeurderigheid die er altijd is als ik moe ben.

Maar man, wat heb ik ervan genoten vandaag! Kunnen rondlopen, kunnen genieten, zon, stilte, caches, groen, vrijheid…

Dit, dit is echt vakantie voor mij.

En die laatste tien caches? Die haal ik in de komende dagen nog wel ergens.

Kort kort wandelingetje

De jongens zijn aan het blokken, Bart en Merel zijn naar het verjaardagsfeestje van Liv, maar dat zag ik niet zitten: drie kwartier in de auto zou me wellicht niet lukken, en daar een paar uur op een stoel zitten is wellicht ook nog te hoog gegrepen. Het betert, echt wel, maar nog niet voldoende.

Ik bracht dus het grootste deel van de dag al liggend door, maar in de namiddag kriebelde het: er was nog een leeg vakje in mijn geocachekalender – blijkbaar nog nooit een cache gevonden op een 22ste december – en ik wilde wat licht en lucht. Nu is er onlangs een reeks caches uitgekomen hier net over de ringvaart in Evergem, een paar minuten met de auto. Ik ben dus tot ginder gereden, heb een wandeling van in het totaal 700 meter gedaan langs de Nieuwe Kale, heb een cache gevonden, en voelde dat dat meer dan voldoende was. Maar het had deugd gedaan: babystapjes, weet je wel?

Ik ben in totaal ongeveer twintig minuten weg geweest, maar het gaf me een gevoel van overwinning. Want ja, dit is me gelukt.

En nu ga ik liggen. Plat.

Interview with a teacher

Philip, een goede vriend van me, is begonnen aan zijn lerarenopleiding als zij-instromer. Hij gaat dat goed doen, zolang hij niet op de muur van onwrikbaarheid botst. Als in: hij gaat dingen willen veranderen op meso- en macroniveau, en dat kan je niet in het onderwijs, alle frustraties ten spijt.

Voor een opdracht moest hij iemand interviewen die al lang in het vak staat, bij voorkeur zijn twee vakgebieden, namelijk Nederlands en techniek. Maar als hij een bevlogen iemand vond met veel ervaring, kon dat ook. Dinsdag reed ik dus richting Deurne om zijn kersverse dochter te aanschouwen en hem dus van interview te dienen. Mijn rug doet het nog steeds niet zoals het hoort, maar gelukkig zit ik bijzonder comfortabel in de auto.

Philip had heerlijk gekookt – ik ben niet anders gewoon van hem – en na een standaard uitgebreide babbel en een dikke knuffel met zijn dochtertje heb ik hem anderhalf uur de oren van het hoofd gekletst. En vooral heel veel tips gegeven en realistische verwachtingen geschapen, want dat is het grootste probleem bij zij-instromers: ze hebben een totaal ander beeld van onderwijs dan wat het effectief is, deels door de niet helemaal realistische stages. Ha ja, want tijdens een stage zit er vrijwel altijd een leerkracht in de klas die de klas rustig houdt, en heb je ook niet alle administratieve zaken zoals leerlingenvolgsystemen in te vullen, rapporten te schrijven, klassenraden bijwonen, opvolggesprekken houden, oudercontacten, verbeteringen…

Maar bon, het was een goed gesprek, denk ik dan, en Philip was ook tevreden.

Ik ben redelijk snel vertrokken om de monsterfiles op de Antwerpse ring voor te zijn, en ben dan even gaan uitwaaien – ik had mega koppijn én de rug kon wat rustige beweging gebruiken – in Sint-Gillis-Waas, naast de E34 en voorbij de files, om daar wat caches en vooral labcaches te zoeken: voor die labcaches hoef je je niet te bukken en niet te zoeken, dat is gewoon wandelen.

Lang heeft dat niet geduurd: het werd donker en de rug was niet bijzonder coöperatief, maar het deed me wel deugd.

Op geocachetocht in Terneuzen met maatje Véro

We doen het niet vaak genoeg, samen gaan cachen: er zit altijd wel iets in de weg. Maandag deed de rug het niet echt vreselijk goed, maar bon, cachen in een stad moest wel lukken, dacht ik. Ik pikte dus tegen half twaalf Véronique op aan het station, we laadden de fietsen op de auto en reden naar Terneuzen. Daar kan je net buiten de stad, aan het water, gratis parkeren, ideaal om dan met de fiets de stad in te rijden. Wat we dus ook deden, op zoek naar een lunchplekje. Nu, veel is er blijkbaar niet open op maandag, het was er redelijk doods, vonden we.

Toch verzeilden we in een toch wel speciaal café met nogal wat aparte spulletjes, waar we kibbeling aten, de Nederlandse versie van fish and chips. Lekker, geloof me!

Het was eigenlijk allemaal behoorlijk grijs, redelijk guur en somber, met af en toe zelfs een druppeltje, maar dat lieten we niet aan ons hart komen. Ik had op voorhand een hele route uitgestippeld van labcache naar labcache, waarvan we een stuk te voet konden doen en daarna een stuk met de fiets. En ja, we zagen stukjes Terneuzen – alleen het topje hoor, niet de echte commerciële binnenstad – die we anders nooit hadden gevonden.

Toen vond mijn rug het wat welletjes en gingen we de fiets op voor eerst nog een toertje in de stad en dan een prachtig tochtje langs het water en diverse caches. Maar man, mooi dat het daar is om op die Westerschelde de schepen te zien passeren… Het klaarde intussen ook helemaal op, we genoten van de zon.

We fietsen verder en kwamen langs een prachtig, maar echt prachtig beeld naar de Vesaliusman, en voorbij het brutalistische gemeentehuis.

Toen begon het stilaan donker te worden, waren we nogal moe, zag mijn rug het niet zo heel veel meer zitten, en gingen we op zoek naar een koffie.

In het passeren zag ik een bizarre gevel, waarop we onze remmen toesloegen, onze kar keerden en binnen gingen bij Bee. Maat, dat heb ik nog nooit gezien. Het hele cafeetje was versierd met koperen pannen, potten, lustertjes, brocante, kerstboomlichtjes en twee grote gezellige zetels. En de barvrouw? Die was, denk ik, in de tachtig, met een bos witte krullen, een luipaardonesie en een dikke saf in haar mond. Roken kon er blijkbaar wel :-p

Ik vroeg een latte, en ze schoot in de lach: enkel een bakkie koffie. Vero wou thee, maar daar deed ze niet aan: ze vond dat ze geen geld kon vragen voor een klets heet water met een zakje in. En toen ik vroeg of ik met kaart of payconiq kon betalen, schoot een van de andere klanten in de lach. Niet dus.

Maar het was een heerlijke, heerlijke afsluiter van een prachtige, zij het vermoeiende dag. Dit is er eentje waarvan mijn mentale batterijen helemaal opladen. Op naar de rest van de vakantie!

Fietstochtje…

De rug was vandaag een klein beetje beter, en ik weet dat het soms helpt om hem voorzichtig in beweging te houden, zonder druk. Fietsen is dan ideaal, en dus fietste ik in dit heerlijke weer eerst even tot bij een kennis om daar iets op te halen, en dan even langs het Conducteurspark tot aan het Blauw Brugje om daar een cache te vervangen.

Al bij al een zes kilometer in totaal, schat ik, op een elektrische fiets, met wat tussenstops, maar helaas, het mocht niet baten: het is echt wel oververmoeidheid, denk ik. Dat neemt niet weg dat ik toch genoten heb van het prachtige weer en het zalige fietspad.

Herstelrondje voor de caches en twee nieuwe exemplaren

Om de zoveel tijd moet ik inderdaad mijn caches eens gaan nakijken, herstellen of vervangen, en dat doe ik dan uiteraard liefst bij goed weer. Vandaag viel daar niks op aan te merken, het was woensdag, ik had wel even tijd, de rug had de beweging nodig, en dus ging ik de fiets op, het hele Gaardenierspad af, over het Blauw Brugje, richting Malem, over het Rood Brugje, en dan nog verder. Daar heb ik intussen nog twee nieuwe caches weggestoken, kwestie van verder te breien aan het bestaande rondje.

Ik fietste, ik genoot van het prachtige weer, ik genoot van de herfstkleuren en ik genoot van het bizarre, artistieke samenraapsel dat wellicht uit het water komt. Ik kwam ook aan een brugje dat ik nog nooit had gezien en waarvan ik zelfs het bestaan niet kende. En waar ik prompt een cache stak, zo hoort dat.