Girls’ Day, de krokuseditie

Merel heeft ervoor gekozen om, net zoals Kobe, haar communie niet te doen, maar voor een lentefeest te gaan. Ik vind dat een moedige beslissing, als je weet dat al haar vriendinnen wel hun communie doen. Maar we hebben het besproken en zij moet doen waar zij zich goed bij voelt. Het is niet alsof Bart en ik nog gelovig zijn…

Maar ook voor een lentefeest moet je kleren hebben, natuurlijk. Merel en ik trokken dus met de fiets de stad in. Merel sputterde wel wat tegen voor dat fietsen: het is niet dat ze niet genoeg kan fietsen, ze is bang van het soms drukke verkeer en de tramsporen. Gelukkig is een groot deel van onze route verkeersvrij of op zijn minst verkeersarm.

Enfin, we parkeerden de fietsen op de Korenmarkt, waaiden de C&A binnen en vonden daar twee fijne T-shirts, en een broek die ze eigenlijk wel wijs vond, maar de bijhorende T-shirt vond ze heel wat minder. Geen nood, de middag was nog lang. We hopten ernaast binnen bij de Hema en installeerden ons in de stralende lentezon op het terras daarboven met ons middageten. Ze genoot, en ik ook.

En toen ging het van winkel in, winkel uit. Het was overal pokkedruk en eigenlijk doen we dat geen van beide graag. Hmm. Tegen goed drie uur waren we het eigenlijk allebei kotsebeu, deden onze voeten, respectievelijk de rug zeer en was het meer dan welletjes. Maar helaas, geen kleren. We keerden nog eens op onze stappen terug, de C&A binnen, en besloten alsnog dat setje met die wijze broek te kopen: vindt ze iets beter, prima, en dan heeft ze in elk geval een mooie broek. Nu moeten we er enkel nog het gepaste shirt bij vinden. Soit, we zijn al zo ver…

Afsluiten deden we natuurlijk met een ijsje, of wat dacht u!

Om vier uur lag ik in mijn zetel en was Merel combinaties aan het uitproberen.

Geef toe… Het mag er zijn! Nu nog de T-shirt, schoenen, zaal, foto’s, uitnodigingen… Enfin, alles eigenlijk nog. Tsja…

 

Gedichtendag 2022

Oi! Ik was de gedichtendag van vorige week zowaar vergeten! Schande over mij!

Ik had al op voorhand zitten nadenken over welk gedicht ik zou posten, maar zowat al mijn favorieten zijn de vorige jaren al aan bod gekomen.

En toen zag ik het Gent Magazine, en daarin een gedicht over mijn stad van Rhea Cecile. En ik dacht: waarom ook niet? Want poëzie, dat moet je toevallig tegenkomen.

Gent

Zie de stad
als niets dat nadert.

De straten tot de nok
gevuld met drommen hoekstenen en dokken

die elkaar verdragen. Ik wieg me
langs vaarten en vertier naar

rimpels van de binnenstad.
Ze wachten weemoedig op mijn teken en buigen

zalvend de nacht om tot ochtendlicht hees
over wuivende huizen valt.

In een drieluik van nissen blijkt huiswaarts
waar hoeders op torens me sturen.

Binnen wordt buiten
                   – contouren van gulle steegjes

en weids als de blik van passanten
inhaleer ik

de stad
als alles dat voor me ligt.

 

De gedichten van vorige jaren:

2021: William Shakespeare met Sonnet 18
2020: Hugo Claus met Achter deze gevel
2019: Hans Lodeizen met Kus me.

2016: onze trouwhaiku
2015: Rainer Maria Rilke Herbsttag
2014: Horatius met zijn Leuconoë, het gedicht waarin carpe diem ook echt geschreven staat
2013: Jan Engelman met Vera Janacopoulos
2012:  Horatius over de Soracte, mijn sneeuwgedicht
2011: een anoniem Oud-Grieks gedicht,
2010: Cees Buddingh met zijn Blauwbilgorgel
2009: Paul van Ostaijens Melopee
2008: Hans Andreus met Voor een dag van morgen
2007: Catullus met Odi et Amo
2006: Catullus met mijn allerfavorietste gedicht, en ook zijn carmen 5 Vivamus