Gaïsha in concert

Toen de Cultuurcel dit concert van Gaïsha aankondigde, schreef ik me meteen in, zonder achtergrondkennis. Ik vertrouw mijn collega’s daarin: als ze iets kiezen, zal dat wel oké zijn. Ik wist dan ook absoluut niet wat ik moest verwachten, daar in de Centrale. Toen we daar toekwamen tegen acht uur, was er amper vijf man en een paardenkop, maar bleken er ook geen stoelen te zijn. Ach ja… Er waren een soortement lage podia aan de zijkant, zo’n meter breed, waar je op kon gaan zitten. Alleen waren die al volzet, maar iemand van de zaal kwam vragen of ze nog wat plaats voor mij konden maken, omdat een fijne collega een stoel voor me was gaan vragen. Ik verzeilde naast een zeer sympathiek koppel waarmee ik alras een gesprek begon, zij fervente concertgangers bleken met een zoon in het vierde jaar Latijn van het GO! atheneum Gentbrugge, en we elkaar uiteindelijk gewoon ook trakteerden op een drankje.

En het concert? Euh, verbluffend goed, mag ik stellen. Zangeres Aïsha Haskal omringt zich met een schare rasmuzikanten om zo’n een staalkaart aan genres te brengen, telkens met haar typisch oosterse zangstijl, al kan en wil ze haar rapverleden niet verbergen, zoals ze zelf zei. Wat een stem, wat een energie, wat een positiviteit! Het concert ging van typisch Marokkaanse muziek over een Grieks treurlied naar een Frans-Arabische funky song in de stijl van Serge Gainsbourg, tot zelfs reggae en pure rock’n’roll. De meeste nummers waren in het Marokkaans, maar ook veel Frans, Nieuwgrieks, Italiaans, enfin, alle mogelijke talen en culturen kwamen aan bod, maar vrijwel altijd met een funky sausje.

Ik heb het grootste deel van de avond gezeten – de rug wil niet echt mee de laatste tijd –  maar op een bepaald moment ben ik toch gaan dansen: de muziek was té aanstekelijk en de beweging deed mijn rug echt wel goed.

Samengevat: een zeer fijne avond met rasartiesten en een klassezangeres. Mochten ze ergens bij u in de buurt optreden: een aanrader.

Izy

Bart heeft enkele jaren geleden geïnvesteerd in Izy, een koffiehuis dat intussen is uitgegroeid tot een reeks koffiehuizen. De naam komt van Izegem, want de oprichter begon met een rijdende koffiebar ginder onder een brug. Intussen zijn het bijzonder hippe adresjes in de meeste Vlaamse steden – 13 vestigingen intussen – met twee adressen in Gent: eentje op de hoek van de Plateaustraat, waar vroeger de Illy koffie zat, en eentje op de hoek van de Groentemarkt en de Lange Munt. En hip als in: geen koemelk, alleen plantaardig; alle rare soorten koffie, zoals onder andere Pumpkin Spice Latte; en verdomd duur. Zo’n PSL kost maar liefst 7 euro, een gewone latte macchiato 5 euro. Maar je hebt er wel een zeer fijne locatie voor, en het is er goed zitten, heb ik vandaag ontdekt.

Ik blijf standaard in de Labath zitten, mijn vaste stekje als ik op Merel moet wachten. Maar vorig jaar was dat enkel op donderdag, tussen vijf en zes, want op woensdag had ze les van half vier tot zes, en dan is het wel al eens de moeite om terug naar huis te rijden. Ze had toneel op school tot drie uur: ik pikte haar daar op, zette haar af aan de Poel, reed naar huis, en ging haar weer ophalen om zes uur.

Dit jaar heeft ze ook op woensdag les van vijf tot zes, en op dat uur is het complete onzin om naar huis te rijden en terug, want dan ben ik amper een kwartiertje of zo thuis. Op woensdag ga ik nu dus in de Labath zitten, op donderdag heeft Bart als investeerder een Izy-kaart, waardoor je enkel op donderdag één koffie gratis krijgt. Ahaa! Perfect dus voor de blokfluitles. Ik spring ervoor even binnen in de Hema of de C&A of wat ik ook nodig heb, en ga dan een koffie drinken.

En dan raak je blijkbaar ook in gesprek met oudere, cello-spelende Amerikanen die in Gent in een herenhuis wonen maar de term niet kennen, en ook het woord gentry niet, wanneer je hen dat probeert uit te leggen.

Soit, die Izy, daar gaan ze me nog zien, denk ik dan.

Ontbijt – of noem het gerust brunch – in Cocotine

Merel en ik hebben afgesproken dat we elke vakantie gaan ontbijten. Ze vindt dat zalig om te doen, en het is ook wel een fijn momentje voor ons twee.

Ik vroeg even rond op Facebook voor fijne adresjes, kreeg tal van suggesties, en ging voor iets dat hier in de buurt lag – een vreemde locatie, maar bon – en dat er bijzonder rozig uitzag. Rozig uit te spreken op zijn Frans, welteverstaan.

En jawel, Cocotine stelde niet teleur: een heel licht en gezellig interieur, met veel blank hout – Ikea was duidelijk aanwezig – en oudroze, muntgroen en pastelblauw. Waar ik me wel blauw – en niet de pastelvorm – aan ergerde, was dat de menu enkel online te vinden was (wat me op zich niet zo erg stoorde) maar uitsluitend in het Engels. Merel kan nu wel goed Engels, maar wat moet een mens zich in hemelsnaam voorstellen bij een “beauty bowl”? Een schoonheidskommetje? Alsof overigens de meeste mensen het verschil kennen in het Engels tussen een strawberry, een raspberry, een blueberry of een elderberry. Ik hoorde dan ook een tante tegen haar nichtje vertalen en zeggen dat ze het ook niet wist. En dit voor een fijn plekje in de Gentse Meulestee, waar het uiteraard stikt van de Engelstalige mensen en de toeristen…

Maar bon, de ergernis was snel vergeten toen het ontbijt ook effectief op tafel verscheen. Ik was gegaan voor een ‘beauty bowl’, ’t is te zeggen een grote kom met yoghurt, granola en stapels vers fruit van alle mogelijke soorten. Bijzonder lekker, bijzonder instagramwaardig en daarom ook voorzien van een kartonnen kaartje voor ’the gram’. Merel had datzelfde genomen, maar ook nog pancakes besteld. Ik had daar toen al mijn twijfels bij, maar bon.

Oh, en de koffie? Voorzien van goudfoliesnippers op het melkschuim, en een bloemetje: zowaar de mooiste koffie die ik al ooit gehad heb.

En toen hadden we eigenlijk feitelijk allebei al meer dan genoeg, en kwamen de sojapancakes – een gewone versie is er blijkbaar niet – nog op tafel: twee grote exemplaren die we met moeite opkregen en die op zich al voldoende zijn als ontbijt.

Niet meteen de Amerikaanse fluffy pancakes maar iets brodiger en ook echt wel lekker. En eigenlijk dus ook veel te veel.

Ik heb ’s middags niet meer gegeten, Merel heeft de overschot van haar beauty bowl meegekregen in een potje en heeft dat opgegeten als middagmaal. Dat zegt genoeg over de porties.

Voor de goedkoop moet ge het niet doen, maar als ge er een middagmaal mee uitspaart, is het zeker zijn prijs waard. En ja, het is superverzorgd, in een heel mooi kader, met aandacht voor het visuele.

Nu nog een deftige Nederlandse vertaling van hun menu, en ik ben helemaal tevreden. En ja, we komen nog wel terug.

 

Shoppingdagje met Merel

Merel is alweer zodanig gegroeid, dat ze dringend nieuwe kleren nodig had. Ik denk dat er misschien nog twee lange broeken zijn die ze deftig kan dragen, en één shortje of zo. We shoppen allebei niet graag omdat we meestal niet vinden wat we zoeken, maar bon, als het moet, dan moet het.

Wij dus op de fiets richting centrum, en tegen half twaalf de C&A binnen. Vreemd genoeg vinden we daar meestal wel wat we zoeken. En jawel: twee jeansbroeken, een paar slippers, een broeksriem en warempel een jurkje. Vooral dat laatste wilde ze, omdat haar lievelingskleedjes van vorig jaar echt wel te kort zijn geworden. Ze was enthousiast, ja.

Van ronde één waren we meteen zo uitgeput dat we gingen eten in de Godot, voorzien van een stevige mocktail en een tataki van tonijn.

Ronde twee leverde enkel nog een fijn jeansshortje op. We hadden wel nog een bijzonder mooi kleedje gezien, enkellang, maar dat was in de solden nog steeds 150 euro, dus dat vonden we er gelijk wat over. Een passage in de Hema later kropen we rond half vier op de fiets, omdat het tegen vier uur zou beginnen regenen.

Alleen… begon het net dan al te druppelen. Nog een chance dat we meteen besloten om onze regenjassen aan te trekken, want even later begon het te gieten. Schuilen had niet veel zin  omdat onze benen toch al kletsnat waren, en dus fietsten we door. De bui was blijkbaar bijzonder plaatselijk, want in het nog steeds kurkdroge Wondelgem kregen we rare blikken: twee verzopen waterkiekens, druipend en kletsnat qua benen, schoenen en bril, dat hadden ze daar niet verwacht.

Maar bon, missie geslaagd dus. En nu nog een oudercontact van drie uur, we zijn  er bijna vanaf voor dit schooljaar.

Fourchette

Bart had een verrassing in mijn agenda gezet, maar hij weet dat ik niet van complete verrassingen houdt, en dus wist ik dat we gingen eten in de Loods 21, de nog compleet open loods naast zijn vroegere kantoorgebouw.

Het concept was me snel duidelijk, net als het beoogde publiek: de typische Gentse bohemien chic. Op voorhand moest je je keuze maken voor een bepaalde menu waarbij elk gerecht werd gemaakt door een topchef. Bart koos het menu waarvan we nog de minste restaurants kenden, en daarvoor kregen we een soortement boekje als een kleurenwaaier, met afscheurbare strookjes waarvoor je telkens een gerecht kon halen. Je kon de volgorde en de timing dus perfect zelf bepalen.

De locatie was al bij al vrij koud en ik was blij dat ik een vestje aanhad, maar dat kon niemand de organisatie kwalijk nemen: de oorspronkelijke locatie was in Sint-Amandsberg, maar die was twee weken geleden afgekeurd door de brandweer. Chapeau dat ze nog zo snel een alternatief hebben gevonden!

En het eten? Goh… Zeker niet slecht, maar ook niet indrukwekkend. Dat kan eigenlijk ook niet, aangezien ze voor enkele honderden mensen moesten koken.

Het was wel weer een ervaring, maar als we dit herhalen, zal het met vrienden zijn, want daarvoor is het perfect geschikt.