Grieks

Je zal maar leraar Oud-Grieks zijn tegenwoordig. Maar, los van alle pro’s en contra’s wordt hier gewoon een gevaarlijk precedent gesteld, waarbij studierichtingen zonder veel omhaal gewoon worden geschrapt.

Dus, uit liefde voor het Grieks wil ik jullie vragen: lees dit even, en teken. Als het even kan.

http://www.kamariakerke.be/2016/06/12/behoud-het-grieks/

Trots!

Dat Cato, een van mijn zesdes, vijf dagen naar Arpino (Italië) gegaan is voor de Latijnolympiade, dat had u hier vroeger al kunnen lezen.

Vandaag had ik eigenlijk klassenraden, maar ik was verontschuldigd omdat ook vandaag de officiële proclamatie van de Certamina lag, de verschillende olympiades voor Latijn en Grieks.

Ik pikte Cato op, en samen gingen we eerst een hele tijd in de file staan voor de Waaslandtunnel, om nog net op tijd te arriveren aan de Universiteit Antwerpen voor de plechtige uitreiking van diploma’s en prijzen. Het was heerlijk om een gans auditorium vol Latijn- en Grieksminnende mensen te zien. Als ontspannend gedeelte kregen we een stukje Iuvenalis te zien, in een tekst van collega van de Voskenslaan Pieter-Jan, en subliem gespeeld door diens vader.

Ik heb een massa foto’s genomen, en mijn hart zwol van trots toen Cato aan de beurt was, ook al heb ik daar feitelijk niet zoveel verdienste aan, maar bon. My young padawan…

Het geheel duurde een pak langer dan verwacht, maar het was voorwaar een fijne middag.

Lesgeven?

Mijn collega’s kijken deze week wel eens verbaasd als ze me door de gangen zien lopen: “Hoe, geef jij nu les? Serieus? Jouw mama is toch net gestorven? Je kan toch gewoon thuis blijven?”

Alleen degenen die me echt kennen, kijken daar niet van op. Ik ben inderdaad maar één namiddag afwezig geweest, en dat was de dag zelf dat ons ma gestorven is. ’s Morgens was ik bij haar in het ziekenhuis, maar tussen tien en twaalf ben ik wel gaan lesgeven. Ik was net onderweg naar het ziekenhuis toen het bericht van haar dood binnenkwam. Die namiddag heb ik me inderdaad afwezig gemeld, om het nieuws persoonlijk aan mijn beide oma’s te gaan brengen, samen met mijn vader en mijn twee broers.

Voor de rest heb ik nog geen les gemist: ik put troost uit mijn leerlingen, en ik heb behoefte aan orde en regelmaat. Daarnaast steek ik zowel mezelf als de collega’s in de problemen als ik afwezig ben: ik moet mijn leerstof nog afwerken, zo vlak voor de examens, en voor elk uur dat ik afwezig ben, moet een collega inspringen.

Mijn verbeterwerk, dat geef ik toe, dat is helaas wel in het honderd gelopen. Thuis ben ik vooral bezig geweest met het opstellen van de rouwbrief, het regelen van de plechtigheid en gigantisch veel overleggen met mijn broers. Daarnaast heb ik ongeveer de focus van een stonede amoebe met verlammingsverschijnselen, het ging echt niet. Gelukkig heb ik een begrijpende directie.

En geef ik dus les deze week. En de vorige. En dat doet deugd, echt waar.

Openschooldag

Deze morgen zat ik dus nog in Limburg, in het fijne land der vikingen, en ik moet het toegeven: het was niet echt met mijn goesting dat ik richting Gent vertrok. Maar bon, wat moest, dat moest. Ik nam een douche, kreeg heerlijk eten van mijn ventje, grabbelde nog een gigantische hoeveelheid rommel samen, en vertrok naar school. En daar was er dus de OpenSchoolDag, waarvan ik eigenlijk op den bots het concept van bedacht heb, en uitgewerkt voor de infoavond. En waardoor ik ook nu dus wel min of meer in de organisatie zat.

Samen met mijn collega’s van Klassieke Talen hebben we van lokaal 2 een fantastisch fijn lokaal gemaakt: Lucie had zowat alle inrichting gedaan, Ellen stond met een hoop leerlingen hapjes te maken zoals gebakken Romeinse gehaktballetjes, gevulde dadels en verschillende soorten pesto, en ik hield de bar open met gekruide wijn, gekruid druivensap en verschillende soorten mede. Er waren massa’s leerlingen om te helpen, en ze zagen er fantastisch uit in de Romeinse kleren.

Bon, het was na zes uur tegen dat ik er weer buiten was, zonder mede, en met gigantisch zere voeten. Maar wel een zeer geslaagde OpenSchoolDag, zo blijkt, met heel veel oudleerlingen en een bijzonder warme sfeer, zo werd me verteld. En tegen half negen zat ik weer in Anir, in het Woud van Arduyn.

Het “officiële” verslag heb ik geschreven voor de schoolwebsite, met stapels foto’s. Hier zo.