Onegin

In de redactie van Gentblogt zitten, heeft zo zijn voordelen. Zo kregen we een aanbod van de Gentse Opera om 10 duotickets weg te geven voor de matineevoorstelling van het ballet Onegin. Ik zag dat wel zitten, antwoordde, en zei er meteen bij dat ik bij deze ook wilde meedoen aan de wedstrijd voor de tickets. De man in kwestie moest daarmee lachen, en zette meteen een extra paar kaarten voor mij opzij. Fantastisch!

Deze namiddag zat ik dus met Nathalie in de prachtige zalen van de opera, en ik genoot. Maar echt. Genieten.

Ik maakte me de bedenking dat ik dit vaker wil doen. Gewoon, de zondagnamiddag, in goed gezelschap.

In elk geval kan u hier mijn bespreking lezen. Op Gentblogt, natuurlijk, of wat had u gedacht? Maar ik geef ze u alvast ook hier nog even mee.

 

Vorige week zondag stapte ik in de namiddag fluks met een vriendin de Kouter over: we gingen kijken naar het ballet “Onegin” door OperaBallet Vlaanderen, en ik had er gigantisch veel zin in. Een dikke twee uur later kwam ik buiten, overdonderd en met tranen in de ogen. En aan de zakdoeken links en rechts te zien, was ik lang niet de enige.

Onegin is klassiek ballet van het zuiverste water: baljurken en pliés, pirouettes en zweefsprongen, en de obligate elegant gekrulde armen. De knappe muziek vanuit de orkestbak, waar het orkest van de opera het beste van zichzelf stond te geven, versterkt die indruk alleen maar. En dan trekt het woordeloze verhaal zich op gang, en word je meedogenloos meegezogen. Anna Karenina meets Gone with the Wind, met een stevige scheut Pride and Prejudice en Wuthering Heights. Prachtige kostuums, een indrukwekkend en inventief decor, en vooral de ademloze dansen.

Bij de creatie in 1965 door het Stuttgarter Ballett gold Onegin al meteen als ‘een nieuwe klassieker’. Eigentijds en universeel, met getormenteerde personages van vlees en bloed.

onegin

Het werd een verhaal over de naïeve Tatjana en de blasé dandy Jevgeni Onegin, twee mensen die zich van nature tot mekaar aangetrokken voelen, maar in haast parallelle werelden leven. De timing van hun toenaderingen is nefast. Wanneer Tatjana hem in een plattelandssetting haar liefde bekent, wuift Onegin haar gevoelens weg met zijn mondaine arrogantie. Nadat Onegin zijn vriend Lenski doodt in een duel, vertrekt hij noodgedwongen – zij het met een gekweld geweten. Bij zijn terugkeer, drie jaar later, zijn de rollen omgekeerd. Tatjana is intussen een dame van stand geworden, de eega van een prins uit de hoge adel. Onegin vreet zich op van spijt omdat zij haar eed van trouw niet wil verbreken. De ingrediënten bij uitstek voor een episch liefdesverhaal, en dat krijg je in drie actes.

Toen de tweede keer het doek viel, keken de vriendin en ik vol ongeloof naar elkaar: wat we net gezien hadden, kon toch niet waar zijn?!?? We vonden het jammer dat er een pauze was, en wilden weten hoe het afliep. Wie denkt dat ballet per se oubollig moet zijn, is er aan voor de moeite: dit was drama van de hoogste plank, met een stevige dosis suspens.

Daarnaast wordt het ook nog eens magistraal gedanst. Hoofdrolspelers Wim Vanlessen en Aki Saito dansen niet voor niets al twintig jaar samen, en dat perfect op elkaar ingespeeld zijn, dat merk je bij elke pas. Net dàt maakt het verhaal zo geloofwaardig.

John Cranko’s ballet Onegin, gebaseerd op de gelijknamige novelle van Poesjkin, werd een instant succes dankzij zijn intrigerende en uitdagende pas de deuxs. Voor het eerst wordt dit ballet uitgevoerd met muzikale begeleiding van het Symfonisch Orkest Opera Vlaanderen onder leiding van de jonge Britse dirigent Dominic Grier die hiermee zijn Belgisch debuut maakt.

Helaas wordt de voorstelling niet meer gespeeld in Gent, maar u kan wel nog terecht in Antwerpen. Alle info vindt u op de site van OperaBallet.

Feestmenu

Gisteren kwamen Nathalie en Kim, mijn aloude vriendinnen uit het middelbaar, nog eens eten. Kim is nog altijd niet helemaal te been, en daarom zagen we het beter zitten hier bij mij thuis dan op restaurant.

Voor mij betekende dat wel dat ik ging koken, en waar het hoofdgerecht een beproefd recept was, wilde ik voor het voorgerecht en het dessert wel eens wat anders. Ik had een tijdje geleden via Freecycle een Frans kookboek gekregen met “Verrines”, glaasjes dus.

Het voorgerecht ging eigenlijk bijzonder vlot: tartaar van Sint-Jacobsnootjes met verse mango, limoen en roze peper. Lekker, jong!

IMG_2161

Aan het nagerecht heb ik meer dan een uur gewerkt, en gans mijn keuken was een slagveld. En dan was het deel dat zoveel werk vroeg, nog niet eens zo speciaal, vond ik: een chocolademousse met aardbeien, met een pistachecrème. Wél lekker, en geen vier porties, zoals aangegeven, maar negen. Dessert voor vandaag ook, dus ^^

IMG_2168

Al bij al een zeer aangename avond, en de tijd in de keuken meer dan waard.

Blaarmeersen

Het was lang geleden, maar Merel en ik zijn nog eens tijdens de rugbytraining gaan picknicken aan de Blaarmeersen zelf. Het licht was ronduit magisch.

IMG_2123

IMG_2124

IMG_2126

IMG_2127

IMG_2128

IMG_2132

IMG_2134

We liepen langs het strandje, genoten van de zon, en gingen zitten op de steiger. En schrokken ons halfdood, toen er plotseling stemmen vanuit het water leken te komen. Jawel, vier duikers. Oef.

IMG_2136

En toen kwamen daar twee mannen, die een eind verderop aan het vissen waren, visvoer in het water gooien om de vissen te lokken.

Een ongelofelijk zicht: de meeuwen lusten die brokjes voer ook wel, en kwamen er en masse op af. De brokjes die toch de bodem raakten, werden vakkundig opgevist door waterhoentjes, die op hun beurt brutaal werden overvallen door de meeuwen, die soms met vijf tegelijk op het arme waterhoentje aanvielen, en gewoon het voer uit de bek stalen.

IMG_2148

IMG_2139

IMG_2140

IMG_2143

IMG_2147

IMG_2150

IMG_2152

IMG_2153

IMG_2158

En intussen ging de zon onder, en was ik helemaal zen.

Die Merel-mama-momenten, die zijn gewoon zalig.

20 jaar.

Twintig jaar. Een dubbele decade.

Exact twintig jaar geleden, op 10 oktober 1994, ben ik beginnen lesgeven. Mijn eerste lesdag, op nota bene dezelfde school als waar ik nu vastbenoemd ben. Niet dat ik geen andere scholen heb gedaan, verre van: Oudenaarde, Brugge, Waregem, Vilvoorde, … Ik heb zowat het hele land gezien in die eerste jaren. Maar uiteindelijk ben ik toch geland op minder dan vijf kilometer van mijn deur, in mijn eerste school.

Twintig jaar dus.

Ik zou liegen als ik zei dat ik er nog geen moment spijt van heb gehad. Er waren namelijk momenten, vooral in die eerste periode van interim na interim, dat ik er genoeg van had. Dat ik iets anders wilde doen. Dat het welletjes was. Dat ik het écht niet meer zag zitten.

Maar dat is gelukkig al een serieus aantal jaren geleden. Ik doe mijn job nog steeds met hart en ziel, en ook al kan ik probleemloos de moeder van mijn leerlingen zijn intussen, ik heb het gevoel dat er nog steeds een goeie band is met hen.

Ik weet nu al dat ik er nog minstens vijfentwintig bij zal moeten doen. Dat ik nog niet eens halfweg ben.

Ik heb in die twintig jaar het onderwijs grondig zien veranderen, en ik heb er geen idee van waar ik zal eindigen. Zal er over twintig jaar überhaupt nog Latijn gegeven worden? Zal ik het nog zien zitten, of zullen we intussen helemaal geplet zijn onder de administratieve werklast? Of gewoon vervangen door de iPad? Ga ik nog diezelfde passie hebben als waarmee ik nu kan opgaan in een retorische tirade van Cicero? Of wegdromen bij de emoties in een prachtig gedicht van Catullus? Of vol bewondering de schoonheid vatten van de brevitas van Tacitus? Of met handen en voeten de tegenstellingen in de fameuze stellingen van Parmenides staan uitleggen? Of tekenen op bord hoe de arme Achates van zijn schip wordt geslingerd in de storm bij Vergilius?

Ik weet het niet.

Ik weet alleen dat de Latijnse lessen me diepgelukkig maken momenteel, en dat ik daar dankbaar voor ben. Al twintig jaar lang.

Stapslangetje

Kijk, er zijn zo van die kleine dingen waar ik zonder meer vrolijk van word. Zomaar.

Vandaag had ik mijn vrije dag, en dus ging ik van het ene adres naar het andere: inkt voor de printer, een nieuwe lens voor mijn fototoestel, en gordijnlint. Ik moest dus in de Sleepstraat zijn, en terwijl ik me naar de winkel haastte, kwam er net een hoopje kleuters buiten uit de plaatselijke school. Allemaal netjes met een fluohesje aan, uiteraard, maar ook: aan een stapslangetje!

Ik had dat nog nooit gezien, en ik keek mijn ogen uit: zo zalig! Wat is dat nu, zo’n stapslangetje? Wel, dat is de naam die de kleuterleidsters gaven aan een langgerekt, fluogeel breed lint, waaraan allemaal grote lussen zijn bevestigd, twee per twee. De kleuters nemen allemaal zo’n lusje vast, en je bent er zeker van dat ze niet blijven staan, niet afdwalen, en dat er geen ruzie is wie met wie wil lopen.

Ik werd spontaan helemaal goed gezind, zeg. Een stapslangetje. Zo wijs!

(Ik heb, na lang zoeken, een foto gevonden onder de naam wandellint. Gewoon van internet geplukt, dus zonder auteursvermelding omdat ik die niet weet.)

staplint