Gewoon regen, of wa?

Hier thuis viel het nog mee, maar toen Merel en ik aanzetten naar Ronse om bij de schoonmoeder de jongens op te halen, en samen iets te eten in Ronse, begon het te druppelen. Nelly had – optimistisch – een tafeltje buiten gereserveerd, maar gelukkig hadden de mensen van het restaurant zelf wel al door dat het binnen toch wel veiliger was. Geen nood, we zaten achteraan, niet ver van de achterdeur, zodat we de kinderen perfect buiten op het springkasteel konden zien spelen. Want regen of geen regen, er werd gesprongen. Wat me andermaal opviel, was dat Merel deze keer wél meeging op het springkasteel. Zodra er andere kinderen zitten, durft ze niet, maar als het enkel haar broers zijn, springt ze vrolijk mee.

En Nelly en ik, wij kletsten er vrolijk op los.

Na het eten – intussen was er een gestage druilregen aan het vallen, bij een temperatuur van 22° – ben ik nog even met de kinderen langs de plaatselijke Hema (knutselgerief, zoals plakletters en stempeltjes) en de Action (nog nooit binnen geweest, wat een rommel zeg!) geweest, en daarna ben ik maar naar huis gereden. De plannen om eventueel naar Aubéchies en de Gallisch-Keltisch-Romeinse site daar te gaan, vielen letterlijk in het water.

Geen nood, Aubéchies loopt niet weg. En wij hadden een gezellig luie middag.

Dochterdagen

De jongens zitten bij Nelly, Bart is gaan werken, en dus is het hier enkel Merel en ik. Dochterdagen, als het ware. Ik geef het toe, ik keek daar bij het begin van de vakantie toch wel tegenop: twee maanden met continu kinderen om me heen, en dus geen moment rust. De jongens gaan af en toe op kamp, maar Merel is nog geen drie en valt daar dus buiten. Twee maanden Merel dus. En ik die zo gesteld ben op rust en stilte, en momenten voor mij alleen, solitair als ik ben. (En ja, ik weet het, er zijn mensen die daar echt geld voor zouden geven, om twee maanden thuis te zijn met hun kinderen, maar vergeet niet, ik ben vaak thuis met de kinderen, en moet in die uren ook nog werk zien gedaan te krijgen. Dus dat is hier nu niet de kwestie.)

Maar mijn dochter, da’s een schatje. We knuffelen, we giechelen, ze kruipt op mijn schoot als ik aan de PC zit en steelt slokjes koffie, en we doen meisjesdingen. En vooral: ze wijkt niet van mijn zijde, geen seconde. Tenzij ik rustig aan de computer zit, dan speelt ze alleen. Maar zodra ik rondloop, loopt ze mee. Ik heb haar intussen al zover gekregen dat ze niet meer met me binnen in het toilet gaat. Maar de laatste keer had ze een stoeltje genomen en zat ze voor de deur te wachten. Go figure.

Of zoals hier: toen waren de jongens op sportkamp, en was ze bovenop de keukentafel gekropen om te lezen terwijl ik stond te koken. Deze morgen hield ik mijn hart vast: ze was netjes aan het spelen, en ik ging douchen. Zij wilde beneden blijven, want ze was aan het spelen met de maxicosi. Ik had haar nog gezegd dat ze naar boven mocht komen als ze dat wilde, maar dat die maxicosi dan wel beneden moest blijven, want dat die veel te zwaar was. Maar nee hoor: tien minuten later stond ze plots bij me in de badkamer, mét de maxicosi. Die ze zelf de trap had opgezeuld dus. Zucht.

Die maxicosi, dat is momenteel haar favoriete speelgoed. Er blijkt een barst in te zitten onderaan, en hij is dus niet meer bruikbaar, maar Merel vindt hem zalig, en speelt ‘Baby Nona’. Ze heeft deze morgen er zelfs tv in liggen kijken, of ze kijkt toe hoe ik de was ophang.

maxicosi

En deze namiddag zijn we nog samen de stad ingetrokken, voor de laatste maandag van de Feesten. Veel valt er niet meer te beleven, maar bon. Tijdens een gigantische plensbui zijn we naar de tango gaan kijken in de Spiegeltent, en daar wilde ze eigenlijk nog wel een beetje blijven, “kijken naar het dansen, mama”.

Verder liepen we rond, even naar Bata Bata (het opgeklopte sfeertje daar zei me niks), dan terug door Baudelo, via de Belfortstraat naar de Australian Ice Cream, en dan via de Korenmarkt terug naar de Vrijdagmarkt. Niks speciaals, maar eigenlijk wel best leuk, wij met ons tweetjes.

En zo gaan de dagen open en toe, zoals i. het al zo mooi uitdrukte, en was het vakantie.

Hippe oma

Deze middag kwam Nelly – mijn schoonmoeder – eten bij ons. Bart had een zalige rosbief gemaakt, er werd over erfeniskwesties gepraat en dingen geregeld, en er werd buiten op het terras koffie gedronken en taart verorberd. (Toch een zalig woord, nee, verorberen? Dat geeft mij zo’n meticuleus gevoel, alsof je dan met je vingertopje het laatste kruimeltje van je bord plukt. Maar dit terzijde.) Ze kreeg meteen ook een crash course iPadgebruik. Tot hiertoe was het altijd Jeroom geweest die ons gevolgd had op twitter, en die haar mijn blog toonde en de foto’s bekeek op Dropbox. Nu moest ze het echter zelf leren, en dit was een ideaal moment: uitleg van ons, en dan de twee jongens voor twee daagjes met haar mee, die het haar ook kunnen uitleggen.

Ik ben vooral blij dat ze het wíl leren, want mijn schoonma en elektronica, dat is niet altijd de ideale combinatie. Maar goed, ze heeft vandaag al getwitterd, ze heeft haar kersverse Gmail al bekeken, en nu moet ze maar eens bewijzen dat ze ook deze blog kan lezen en er commentaar op geven.

*zwaaizwaai, Nelly*

Zandbak

Onze kleine zandbak komt terecht in de oorlogszone van de verbouwingen, en moest dus verdwijnen. Hij was intussen ook nogal klein uitgevallen, zo voor drie. Want ja, de jongens vinden de zandbak ook nog altijd leuk. Die kleine zandbak is intussen omgetoverd tot een kruidentuintje, en ik heb nu vooraan, waar de vroegere ingang was, een nieuwe grote zandbak gezet. Topservice van Wickey, trouwens, een Duits bedrijf. Zondag online besteld, dinsdag betaald, en vrijdag al geleverd. Netjes! Alleen waren het natuurlijk wel twee bouwpakketten, eentje voor de bak, eentje voor het deksel. Ik heb de vijzen geteld: 104! Nog een chance dat ik die schroefboormachine van de buren kon lenen, want als ik die manueel had moeten indraaien, dan was ik langer bezig geweest dan een dag, denk ik.

Enfin, gisteren ben ik eraan begonnen, vandaag was hij af, compleet met worteldoek er netjes in geniet, en deksel erop. Bart heeft al het oude zand erin gekiept, maar we moeten nog een paar extra zakken zand halen, want dit ding is echt wel groot.

zandbak1

zandbak2

Vier voorstellingen op één dag

Dat moet kunnen, tijdens de Gentse Feesten.

Merel, Kobe en ik wapenden ons tegen de regen, en reden fluks naar het Arcatheater voor de voorstelling ‘Hut’ van 4Hoog. We waren op het nippertje vertrokken, en ginder stelde ik vast dat ik niet eens mijn portefeuille bij had 🙁 Maar toen ik zei dat ik van Gentblogt was en dus een recensie ging schrijven, herkende ze mijn naam, kon zelfs nog zeggen welke voorstelling ik eerder al had besproken, en we mochten gratis binnen. Yay!

De recensie in kwestie kan u dus hier lezen, compleet met foto’s en al.

Intussen was het buiten gestopt met regenen, en begon het eigenlijk al warm te worden. Gewapend tegen een eventuele nieuwe stortbui trok ik met Kobe en Wolf naar het EFTC, alwaar we nog eens drie poppenvoorstellingen zagen.

De eerste was grotendeels woordenloos, en Wolf was vrijwilliger van dienst. Ik heb dan ook een pak foto’s van hem genomen, hieronder krijg je er een paar. Het verslag staat, zoals altijd, op Gentblogt, maar heb ik deze keer ook zelf geschreven. Gelukkig was Max er om foto’s te nemen.

puppet01

puppet02

puppet03

puppet04

puppet05

Bij de tweede heb ik ongelofelijk smakelijk gelachen, maar de jongens vonden er niet veel aan. Wie dus nog gelooft dat poppentheater voor kinderen is, wel, die mag naar deze voorstelling komen kijken.

En voorstelling drie, wel, dat was pure Punch & Judy, het Engelse equivalent van onze Jan Klaassen en Katrijn, ofte ons Gentse Pierke. Grappen en grollen, meppen, slapstick, maar het was knap gebracht, en de jongens vonden het heerlijk!

Na het obligate ijsje reden we terug naar huis, met een stevige brok cultuur achter de kiezen. Het smaakte naar meer, maar het zal voor volgend jaar zijn, vrees ik.