Herstelrondje voor de caches en twee nieuwe exemplaren

Om de zoveel tijd moet ik inderdaad mijn caches eens gaan nakijken, herstellen of vervangen, en dat doe ik dan uiteraard liefst bij goed weer. Vandaag viel daar niks op aan te merken, het was woensdag, ik had wel even tijd, de rug had de beweging nodig, en dus ging ik de fiets op, het hele Gaardenierspad af, over het Blauw Brugje, richting Malem, over het Rood Brugje, en dan nog verder. Daar heb ik intussen nog twee nieuwe caches weggestoken, kwestie van verder te breien aan het bestaande rondje.

Ik fietste, ik genoot van het prachtige weer, ik genoot van de herfstkleuren en ik genoot van het bizarre, artistieke samenraapsel dat wellicht uit het water komt. Ik kwam ook aan een brugje dat ik nog nooit had gezien en waarvan ik zelfs het bestaan niet kende. En waar ik prompt een cache stak, zo hoort dat.

Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis

Jawel, dat is de officiële titel van het Militair Museum in het Jubelpark. Hoe wij daar terecht kwamen? Wel, op uitnodiging van De Groote De Man, een advocatenkantoor waar Bart al eerder voor gewerkt heeft en waar hij nu in de adviesraad zit. Twee jaar geleden zaten we op die manier hier in Gent in de lichtshow Lights on Van Eyck.

Deze locatie was nog een pak origineler, vond ik, ik was er ook nog nooit geweest, moet ik bekennen. Stom eigenlijk: in het buitenland gaan we naar vanalles-en-nog-wat gaan kijken, hier in ons eigen land negeren we dat gewoon. We parkeerden op de VIP parking en liepen toen te voet onder de triomfboog door naar het eigenlijke museum. En toen viel mijn mond open: wat er in die hal aan (ooit) vliegend materiaal staat, dat is ronduit fantastisch! Er was een receptie, maar die heb ik genegeerd om op eigen houtje te gaan rondlopen: Sikorsky, Sea King, Apache… De max!

Na een korte speech kregen we een rondleiding van een oudere, maar bijzonder bevlogen gids. De man was 74 maar was altijd in actieve dienst geweest en begeleidde nu ook nog vaak buitenlandse gasten. En voor gidswerk mochten ze hem dus ook altijd optrommelen. Zalige man! Oh, en dat museum, dat is gewoon bizar! Zoals hij zelf zegt, is het echt gewoon een opeenstapeling zoals dat vroeger gedaan werd, niets is echt gecurateerd. En er was dus bv. een schilderij van Napoleon met daaronder de medailles die hij aanhad op de schilderij. En de fiets van koning Leopold I, en dat soort rariteiten.

En een tsarenschat, en een vlammenwerper, en een valse boom om van daaruit te kunnen schieten, en… En vooral dus een schitterende gids. Onze rondleiding duurde blijkbaar te lang, ze kwamen ons al halen, maar als het aan onze groep had gelegen, had die nog langer geduurd, jawel.

Aansluitend was er nog een uitgebreid buffet, zowel warm als koud. We schoven aan bij een tafel en hadden meteen een fijn gesprek met de tafelgenoten. En net toen we gingen vertrekken, hoorde ik een bekende stem: Femke! En haar Dries, dat ook natuurlijk. We waren dus opnieuw vertrokken voor een rondje dessertenbuffet en een zeer fijne babbel. Er zijn zo van die oud-leerlingen die ge uw leven lang niet vergeet, en dit is er zo eentje van, onze architecte.

Al bij al een bijzonder, bijzonder fijne avond gehad, en ik had de rugpijn ervoor over!

Een middagje Melle op den bots

“Goh, mama”, kwam Kobe gisteren af, “jij hebt toevallig geen zin om morgennamiddag te gaan cachen in Melle?”

Euh?

Blijkt dat hij voor een werkcollege van plantkunde in de proeftuin in Melle moest zijn, en van bij ons is dat een behoorlijk eindje fietsen. Hij had geluk: ik moet de maandagnamiddag niet lesgeven, en ik kon wel een paar uurtjes missen, die ging ik dan ’s avonds wel inhalen.

Voor mij was het ook nog ideaal: ik kon in de buurt drie mooie, reeds uit elkaar gehaalde boekenkastjes ophalen die perfect zijn voor het appartement, maar uiteraard kan ik die zelf niet dragen. Wij dus wat vroeger vertrokken, die dingen in de auto gepropt – het kon er nét in – en wijle weg.

Om vier uur werd Kobe aan de proeftuin gedropt en ik ging cachen. Heel veel succes had ik niet, het weer was ook niet bepaald om over naar huis te schrijven, maar ik vond wel enkele caches en ik ontspande ook weer helemaal.

En Kobe, die was helemaal in zijn nopjes omdat hij niet dat eind had moeten fietsen.

Win-win, toch?

Al zeven jaar krak.

Op negen oktober zeven jaar geleden zei mijn rug krak. En is mijn leven geen moment nog hetzelfde geweest. Bij momenten heb ik het er nog steeds moeilijk mee, zeer moeilijk: bij alles wat ik doe, word ik tegengewerkt door mijn lijf. Bij alles wat ik doe, moet ik rekening houden met de rug en hoe ver ik kan gaan. Bij alles wat ik doe, moet ik plannen: als ik x doe, dan kan ik y niet meer doen. Maar als ik x/2 doe, kan ik misschien nog een stukje van y meepikken.

Maar ik ben vooral ongelofelijk blij met wat ik wél nog kan. Ik zit vooralsnog niet in een rolstoel, ik kan zelfs fulltime lesgeven – met de nodige ondersteuning van de collega’s – en ben er deze zomer bijvoorbeeld in geslaagd om twee weken in Canada rond te lopen. Ik ga nog larpen, ik ga nog geocachen. Ik lig veel plat in de zetel, dat is waar, en er zijn veel dingen die niet meer voor mij weggelegd zijn. Ik zal nooit kunnen babysitten op mijn eigen kleinkinderen, bijvoorbeeld, want ik mag niet meer dan 5 kilogram tillen. Ik kan geen lange wandelingen maken, ik kan leerlingen niet begeleiden op een dagtrip met veel stappen. Klopt. Er gaat nauwelijks een dag voorbij dat ik geen pijn heb.
Maar man, ik heb nog steeds een mooi leven, ja, en ik kus elke dag mijn pollekes.
Maar vooral, nog meer dan vroeger: carpe diem. De kleine dingen des levens die me gelukkig maken: een mooie zonsondergang, een bloeiend plantje op mijn salontafel, mijn lief die voor me kookt, mijn kinderen die zingend door het huis lopen, een kat die komt felen, mijn nagellak die afgestemd is op mijn kleren, een stukje chocolade, een fijn telefoongesprek met een vriend die ik al even niet meer gehoord heb…
Dus, lieverds, als het even tegen zit: laat je hoofd niet hangen, maar carpe diem.
Carpe that fucking diem.

 

Multatuli

Waar Gwen altijd haar adresjes haalt, het is me een raadsel. Deze keer hadden we afgesproken in de Multatuli, aan de Huidevetterskaai. Ik had echt geen zin om de fiets te nemen – het is inderdaad beginnen regenen die avond – maar ik ken de buurt wel wat en raakte dus vrij vlot mijn auto kwijt.

Bart had gedacht dat het een vegetarisch restaurant was, maar nee, ook vlees en vis waren ruim vertegenwoordigd. Allebei gingen we voor de zeewierkroket met vegan wasabimayonaise, en daarna ging ik voor een echte, goeie, ouderwetse steak tartaar. Tot zover het vegetarische dus. Gwen ging wel voor gegrilde aubergine met granen en granaatappeldressing. Alle desserts bevatten lactose behalve de sorbet, maar daar is ze niet zot van dus, als dessert ging Gwen voor een theetje, terwijl ik alsnog in een heel erg luchtige tiramisu met speculoos dook. Dik in orde!

En verder? Business as usual: we hadden het over het werk, de kinderen, onze ouders, kortom, wat ons bezighoudt. Het heel erg fijne is dat we elkaar al 35 jaar kennen en dus geen uitleg nodig hebben, geen excuses, gewoon onszelf zijn. Heerlijk. Maar echt heerlijk.