Dry needling

Sinds de grote vakantie en dan vooral de drukke augustusmaand – Tallinn, Vlaardingen, Sofia – was mijn linkerknie lastig beginnen doen. Ik dacht: een beetje overbelast, het is een peesje aan de linkerkant en dat komt wel goed nu het wat rustiger wordt.

Hmm.

Niet dus.

De knie bleef lichtjes pijn doen, en ik had de kine al eens gevraagd om er even naar te kijken. De diagnose was dezelfde: gewoon voorzichtig zijn wegens wat overbelast.

Tot deze week. Om een of andere reden begon het plots veel erger te worden, en begon ook de kuit en vooral het scheenbeen voortdurend in kramp te schieten. Ik was aan het manken, ik kon geen goede houding meer vinden die pijnloos was en ik kon vooral niet echt meer slapen wegens continue pijn. Vreemd, zeer vreemd, want ik had echt niks extra belast, voor zover ik weet.

De kine voelde, probeerde plaats te creëren, ging even door op drukpunten en keek me toen aan: of ze dry needling mocht proberen, want dat dat die kramp zou kunnen counteren.

Nu, ik heb dat eerder al eens gehad in mijn schouder, en toen was ik misselijk geworden van de pijn. Ik stond er dus wel wat huiverachtig tegenover, maar een kuit is geen schouder, en ik zat echt wel in de problemen, dus…

De naaldjes gingen vlot, ik voelde ook wanneer ze op de drukpunten kwam, en het gaf eigenlijk quasi meteen resultaat: de ergste kramp was weg. Tegen ’s avonds was het echt wel wat beter, tegen de volgende dag was het weg. Maar dus ook weg. Als in: niet eens meer gevoelig.

Vreemd, zeer vreemd, maar wel bijzonder efficiënt. Ben ik fan van dry needling? Ja dus. Maar voorlopig nog steeds even niet in mijn schouders, nee bedankt.

Lectuur: “Wretched Wicked” (Preternatural Affairs #9.5)” van S.M. Reine

Nu ik de serie rond César Hawke en zijn Preternatural Affairs min of meer had afgerond, wilde ik ook nog dit kortverhaal erbij lezen, omdat het nog een aantal losse eindjes aan elkaar knoopt en vooral de dynamiek tussen César en zijn baas/vriend/partner/kopis Fritz Friederling.

Het is wel eens fijn en het verduidelijkt wel wat, maar ik vond het eerder een beetje cheesy, alsof de auteur probeerde uit te melken wat ze kon.

Mja.

Soit, het is gelezen.

Van den vos die amoc maecte

Vrijdagavond gaf ik met een hele resem leerlingen en collega’s present in Zwijnaarde voor de voorstelling “Van den vos die amoc maecte” in regie van Dimitri Leue. Ik had last minute ook Merel, een zesdejaar en een oud-leerlinge meegekregen, want we hadden – helaas betaalde – tickets over. Merel zei achteraf dat ze bijzonder content was dat ze meegegaan was: het was dan ook een echt goed stuk.

We kennen allemaal we de basis van het verhaal: Reynaert is een sluwe vos die iedereen, maar dan ook iedereen bedriegt en in de luren legt en daar telkens weer, keer op keer, mee weg komt, al dan niet met achterlating van een stukje vacht. Het is vooral een kritiek op domme mensen, in casu de adel, en alle dieren zijn stereotiep.

Leue doet hier keihard zijn eigen ding mee met amper vier acteurs: Han Solo als de wolf, Frank Focketeyn als Koning Leeuw, Jonas Leemans en Ini Massez als de andere dieren. Hij doorbreekt ook vlotjes de vierde muur: de personages spreken het publiek toe, geven zelf commentaar op de acties en de dialogen en op elkaar.

Reinaert de vos zoals u hem nog nooit zag of hoorde.
Een schelmenstuk, een sluw slopen van het zeggenschap.
Met veel respect voor het origineel bewerkte Dimitri Leue deze klassieker tot iets origineels.

Han Coucke kruipt in de pels van Vlaanderens meest aimabele slechterik.
Frank Focketyn geeft gestalte en volume aan de goedgelovige leeuw Nobel.
Ini Massez neemt het in deze rechtszaak avant-la-lettre op voor haar neef Vos als Grimbert de das.
Jonas Leemans wil als wolf Isengrijn maar één ding: wraak op die rotte vos.

Als Lode Zielens aan zijn moeder vroeg: ‘Waarom leven wij?’
had zij moeten antwoorden met: ‘Voor de geneugtes, jongen.’
Gevoelens voelt ge. Gedachtes denkt ge. Geneugtes die… neugt ge. Dus we moeten neugen! Neugen! En nog eens neugen! – VOS

Ik heb nog een leeuw liggen die speciaal voor mij zijn manen heeft geföhnd. Het is een model. Het model van onze vlag dan nog wel. En hij is van mij.Zijn manen draaien rond mijn hemellichaam. – LEEUW

Choose your weapon: geweld of gesprek.
Zijn wij wilde beesten die elkaar zo maar wat afmaken of zijn wij
intelligente dieren die met respect omgaan met elkaar?
U bepaalt waar wij staan in de evolutie, chief! – DAS

Het resultaat? Een gigantisch stomend stuk, waarbij je afwisselend in de lach schiet, zit te grinniken, af en toe verontwaardigd blaast, maar vooral geniet. De staande ovatie achteraf was dan ook terecht, want man, dit blaast je van je sokken, en doet je tegelijkertijd nadenken over de inhoud.

Als je nog ergens kan gaan kijken: DOEN! Er zijn hier en daar nog enkele tickets te krijgen: https://leue.be/voorstelling/van-den-vos-die-amoc-maecte/

Uitwaaien

Deze voormiddag moest ik in Veurne zijn voor de begrafenis van de vader van een fijne collega. Als ik dan toch zo ver reed op een zaterdag, vond ik dat ik er dan maar meteen een dagje van kon maken, want ze hadden goed weer voorspeld.

Viel dat even tegen… toch in de voormiddag.

De dienst was aangrijpend en het deed dan ook deugd om te kunnen uitwaaien. Mijn hoofd zat sowieso vol, het is druk op school en ik heb last van muizenissen. Tsja.

Toen we de aula uitkwamen, was het zachtjes aan het regenen. Ik reed wat verderop naar de abdij van Sint-Idesbald en logde daar een paar caches onder een dreigende maar net niet natte hemel. Ik genoot er vooral ook van de beelden van George Grard, die – zo bleek later – overal in dit stukje Vlaanderen te vinden zijn. Ik hou van veel soorten kunst, maar ik blijf vooral fan van beelden. Echt.

Ik reed wat verder naar Sint-Idesbald zelf om ook daar nog een paar labcaches te doen, maar intussen was het echt aan het regenen. Met van die dikke druppels en al. Ik heb dan maar op een parking daar in de auto mijn sandwiches opgegeten en heb nog een crèmecroissant opgepikt in een bakkerij naast een cache.

En toen zag ik zowaar een wegwijzer naar het Paul Delvauxmuseum staan: nog nooit van gehoord! Maar het leek me ideaal: het was nog steeds pijpenstelen aan het regenen en het zou over een uurtje of twee opklaren, als ik de app mocht geloven. Ik kan Delvaux wel pruimen, om het nog zacht uit te drukken, en ik had mijn Museumpas op zak, dus: allons-y!

Wat! Een! Museum! Groter dan gedacht, zeker als je de villa aan de buitenkant ziet, en wat een mooie opstelling ook! Ik heb er intens van genoten, en ik raad het iedereen aan die ergens tussen Veurne en De Panne verzeilt!

Als ik ooit nog eens in de buurt moet zijn, kom ik zeker terug, al was het maar voor de architectuur. Echt, echt genoten.

Waar ik ongeveer even hard van genoot, was het feit dat, toen ik buiten kwam, het gestopt was met regenen en een aarzelende zon nog aan het overwegen was of ze ging komen spelen. Het werd zowaar zelfs warmer… Ik reed tot in De Panne zelf en liep er door de stad, langs het strand, opnieuw door de stad en pikte links en rechts zowel labcaches als echte caches op. En de zon? Die kwam er wel degelijk door, zodat ik er op slag geen spijt meer van had dat ik een T-shirt zonder mouwen aangetrokken had. Ik at zowaar zelfs een ijsje met duindoornbes en cuberdon, vreemde combinatie weliswaar.  Ik vond er aan het standbeeld van Leopold zelfs een winkel in lederwaren waar ze een zalig lederen handtasje in knalpaars verkochten: zalig!

Ik reed wat verder met de auto, zocht tevergeefs lange tijd naar twee verdwenen caches en parkeerde me in de buurt van het Westerpunt. Het was er nog redelijk druk zo rond zes uur ’s avonds, maar het avondlicht was glorieus, zeker toen twee paarden en een pony voorbij galoppeerden.

En het haar? Dat was natgeregend en weigerde mokkend alle verdere medewerking. Tsja.