Geocachen op de fiets langs het water

Het ging niet regenen vandaag, had Bart gezegd, en aangezien die mens altijd gelijk heeft – naar eigen zeggen toch – had ik hem op zijn woord geloofd en had de fiets op de fietsendrager gezet om te gaan geocachen langs de vaart tot in Eeklo.
Omdat de zon precies toch gelijk weg was tegen dat ik mijn fiets aflaadde aan Veldekens, stak ik voor alle zekerheid toch mijn regenjasje in de fietstassen. Nog een chance…

Het begon allemaal nochtans zeer mooi, daar op het jaagpad langs de Vaart in Adegem: mooie caches en een mooi onverhard pad dat toch vlot kon befietst worden.

Maar tegen dat ik aan het einde van het vaartstuk zat, begon het te regenen. Geen nood, het regenjasje deed zijn werk, maar het was wel verdomd warm in dat ding. Zodra het dus even stopte, trok ik het weer even uit. Ik had meteen kunnen terugfietsen naar de auto, maar wilde eigenlijk ook nog een paar caches langs het haventje van Eeklo zoeken. Daar had ik iets minder geluk: sommige vond ik niet, voor andere had ik dan weer mijn hengel niet in de fietstassen gestoken.

Geen nood, ik kom hier nog wel terug om de rest op te pikken, hopelijk zonder regen de volgende keer. Alleszins een fijne, ontspannende namiddag gehad.

Lectuur: “Knife of Dreams” (The Wheel of Time #11) van Robert Jordan

(Ja, het zijn veel boekbesprekingen na elkaar, maar die hebben zich dan ook opgestapeld.)

Goh, dit is al het elfde boek in de reeks, en veel valt er eigenlijk niet meer te zeggen. Opnieuw kabbelen de plots van de verschillende personages verder: Perrin is nog steeds zijn vrouw kwijt en blijft bijzonder irritant, Mat blijft bijzonder entertainend in zijn omgang met zijn toekomstige vrouw Tuon – al werkt het wel op het systeem dat Jordan BLIJFT herhalen hoe weinig Mat van vrouwen weet, hoe hij nog steeds niet doorheeft dat het zijn gedrag is dat Olver imiteert, hoe hij zichzelf blijft afkeren van alles wat gezag is terwijl hij zelf een militaire leider is tegen wil en dank – en Elayne blijft een zaag over haar zwangerschap en al de rest. En nee, Rand komt eigenlijk nauwelijks in dit boek voor.

Dus ja, er blijven ergernissen, maar het verhaal blijft me wel boeien, ja, dus ik lees nog steeds verder.

Dagje Big Rivers in Dordrecht

Big Rivers in Dordrecht met Hanneke en Sabrina, dat is intussen een traditie, mag je wel stellen. Alleen heeft Sabrina intussen geen eigen huis meer, ze woont in een speciaal omgebouwde camionette, haar huis op wieltjes. Uiteraard kan ze hier in Dordrecht wel nog logeren bij haar zoon Milan, of vlakbij in Sliedrecht bij dochter Roos.

Vorige jaren bleven Mireille en ik logeren bij Hanneke in haar heerlijke huisje op vijf kilometer van het centrum, maar Hanneke is zwaar ziek door uitgezaaide kanker en heeft daar de energie niet voor, en dat wilden we haar uiteraard ook niet aandoen. Na wat heen-en-weer gedoe kwamen we tot een oplossing: Mireille zou op vrijdagavond al met Arend richting Dordt komen om te blijven logeren bij Milan terwijl Arend zelf verder ging naar Vlaardingen bij vrienden. Ik ging dan in de voormiddag vertrekken om tegen twaalf uur bij Hanneke te zijn, en Sabrina zou alles voorzien voor een uitgebreide lunch. Daarna trokken we de stad in, om dan redelijk laat alsnog naar huis te vertrekken. Het is anderhalf uur rijden voor mij, dat valt dus wel mee en ik vind het niet erg om ’s avonds nog te rijden. Arend zou Mireille dan wel oppikken.

Awel, het is altijd fijn als een plan verloopt zoals je het had verwacht. De lunch die Sabrina had voorzien, was heerlijk, compleet met verse eitjes en spek en diverse soorten brood en al… Na het eten gingen we met zijn allen even rusten – Mireille heeft long covid en had vorig weekend zelfs een hartinfarct met ziekenhuisopname, zodat ze ook vrijwel geen inspanningen mag doen en mee ging in een rolstoel – en puzzelden daarna de beide rolstoelen in mijn koffer. Al een chance dat dat een van de voorwaarden was bij aanschaf van die auto: een grote koffer!

Bas, Hannekes ex-man en organisator van het festival, had ervoor gezorgd dat we op de artiestenparking mochten staan en dan met een busje naar de pleinen werden gebracht, wat ongelofelijk makkelijk was. Alleen… Sabrina kon wel Hannekes rolstoel duwen, maar mijn rug vond die rolstoel van Mireille niet zo fijn. Maar voor alles is een oplossing, en Karma is zalig: niet alleen kwam Roos ook af met haar zoontje, we liepen ook meteen Robert, een van Sabrina’s broers en diens vrouw tegen het lijf, en die wilde gerust een rolstoel duwen.

We gingen even kijken aan het hoofdpodium, Mireille en ik kochten een megawijs hoedje aan de merchandise, we liepen/rolden wat rond, namen de trapjesfoto, kwamen nog enkele van Sabrina’s broers tegen, liepen ook Kevin en Po tegen het lijf, Hannekes zoon en diens vrouw, gingen iets eten -zoals ook traditie is- bij Metz, vroegen een busje aan bij Bas (met enig gedoe maar het raakte allemaal opgelost) en waren tegen elf uur terug bij Hanneke, doodop, maar wel met een fijn gevoel. Mireille was in de rolstoel een beetje onderkoeld geraakt maar knapte gelukkig snel op, en tegen half twee was ik thuis. Ook wel een beetje moe, ja, maar Hannekes stralende gezicht maakte alles goed.

Big Rivers 2025 staat alweer met stip genoteerd in mijn agenda.

Lectuur: “Dirty Laundry: Why Adults with ADHD Are So Ashamed and What We Can Do to Help” van Richard Pink, Roxanne Emery

Dit boekje kreeg ik van Bart voor Moederdag, en ik heb het intussen dus ook gelezen. Met horten en stoten, één hoofdstuk per keer, want het was vooral confronterend. Sommige dingen doe ik echt niet – zoals last om me te douchen en mijn haar te wassen en mijn kleren proper te houden – maar andere dingen waren dan weer bijzonder herkenbaar. Pijnlijk herkenbaar. Zoals mijn tijdblindheid, bijvoorbeeld: toen Bart me zei dat 5 minuten eigenlijk gewoon 300 seconden zijn, kon ik mijn oren niet geloven.

Op vijf minuten tijd kan ik nog vanalles doen, zoals een was insteken of een blogpostje schrijven of de planten water geven… 300 seconden daarentegen zijn net voldoende om mijn haar nog eens door te kammen, mijn jas te nemen, schoenen aan te doen en iets van oorringen te zoeken. En hoe hard ik ook mijn best doe, ik ben steevast op het laatste nippertje of net te laat.

In dit boek hebben ze het er ook telkens over, zowel vanuit haar – de ADHDer – standpunt als dat van hem – de partner die alles in goede banen probeert te leiden. Soms is het betuttelend, soms in mijn geval flagrant onnodig, maar soms komt het ook gewoon keihard binnen, en vrijwel altijd is het hilarisch. Sommige dingen besefte ik nog niet, maar ben ik me nu meer dan bewust van.

Ik ben me er intussen ook pijnlijk hard bewust van hoe moeilijk ik het Bart en de kinderen soms maak, hoe lastig ik ben om mee te leven, en dat is geen fijne gedachte. Maar het boekje heeft me ook wel houvasten gegeven, handvaten om aan mezelf te werken. Al is ook dat net een ADHD-probleem.

Mja.

Ik vind het een aanrader voor iedereen die zelf ADHD heeft of die een partner of gezinslid heeft met de aandoening. Ik heb het alvast ook in Kobes handen gestoken met een dwingende vraag het ook te lezen. Voorlopig heeft hij dat nog niet gedaan, maar dat komt nog wel eens. Ooit.