Kookplaatperikelen

Sinds de verbouwing in 2015 hebben we in ons kookeiland zo’n volledig vlakke grote inductiekookplaat: wreed goed gerief en wreed gemakkelijk dat dat zo vlak is, want je kan het gewoon als extra keukenoppervlak gebruiken.

En toen zei het plots, ergens eind juni, knal. Letterlijk: Bart en ik verschoten ons dood! Helaas was ‘dood’ ook het gepaste woord voor die kookplaat daarna. Of nee, palliatief: ze gaf nog contact en de lichtjes gingen nog aan, maar ze gaf volledig error als boodschap. Juist ja. Blijkbaar is de levensduur van zoiets trouwens maar een acht tot tien jaar. Hmm.

Bon, Bart is vrijwel onmiddellijk voor een nieuwe plaat gaan kijken, maar veel keuze had hij niet omdat het exact die afmetingen moesten zijn, en uiteraard opnieuw volledig vlak, zonder opstaand randje. Dat was natuurlijk wel even wachten, maar gelukkig had ik hier nog zo’n klein elektrisch kookplaatje staan met twee bekkens. Gecombineerd met de oven en de microgolf lukte het vlotjes om te koken, al was het wel wennen aan de extra lange kooktijd.

Soit, halverwege juli kwam er een installateur van de winkel met die kookplaat. Hij kwam, zag en zuchtte vooral diep: het ging niet eenvoudig worden, vond hij. Bon, oude plaat losgemaakt, eruit gehaald, nieuwe plaat erin gelegd, en die bleek wel de exact juiste afmetingen te hebben, maar wat dikker te zijn, zodat hij – met nog meer gezucht – enkele balkjes moest doorzagen. Dat mijn schuiven met borden en bestek daaronder zaten, dat bleek niet belangrijk te zijn: ik moest blijkbaar achteraf maar kuisen. Jammer genoeg voor hem kon hij de kabels niet zomaar aansluiten zodat hij alsnog de intussen met bestek, borden en zaagsel gevulde schuiven er alsnog moest uithalen. Juist ja.

Soit, hij sloot het ding aan en prompt viel de elektriciteit uit. Hmm? Meer gezucht volgde. Hij ging kijken in de elektriciteitskast, legde alles weer aan, sloot het ding nog eens aan en jawel, vreemd genoeg sloeg de elektriciteit weer uit. Bon, er volgde wat gepruts en gemorrel, nog meer uitslaande zekeringen, zelfs het verwisselen van de kabel, gezucht dat intussen zijn oorsprong ergens in de Tartaros vond, en uiteindelijk de verklaring dat hij het ook niet wist, dat hij gebeld had naar de zaak en dat ze ook niet konden helpen, en dat ze iemand van Siemens zelf gingen sturen.

Een paar dagen later: een man van Siemens. Met iets minder gezucht, zou je kunnen zeggen. Die keek naar de plaat, keek hoe die aangesloten was, en vroeg om even de zekeringenkast te mogen bekijken. En ja, blijkbaar is deze plaat toch wel wat zwaarder dan de vorige en doet deze moeilijk op een ‘plomb’ die niet zwaar genoeg is. Op zich is die voldoende om te koken, maar bij het aanschakelen trekt de nieuwe plaat heel even een piek van stroom, waardoor de zekeringen uitslaan. Hij heeft even gekeken of hij het kon versteken, maar dat was niet zomaar het geval. Het is blijkbaar een gekend probleem, hij is er zeker van dat de plaat zelf correct is aangesloten. Terug naar de elektricien, dus. Die moet een zwaardere zekering installeren.

Ik was intussen ook al diep aan het zuchten, want ik zag ons nog een maand op die twee armzalige trage plaatjes koken, tot ik even een lumineuze ingeving had. “Wacht eens efkes”, zei ik tegen de Siemensman, en ik ging, zoals eerder al het geval was, een paar dingen uitleggen, waaronder kast 2. En jawel, de kookplaat sloeg aan en werkte perfect. Zijn theorie was meteen bewezen, die mens ook gelukkig.

We zijn dus opnieuw naar af wat de elektriek betreft: we kunnen koken, maar dan moeten we weer een reeks andere zekeringen afleggen, zoals we al een half jaar gedaan hebben. Maar bon, we hebben een werkende, supersnelle en goeie kookplaat. Nu de rest nog.

Lectuur: “Midnight’s Children” van Salman Rushdie

Los van het feit dat Rushdie een gecontesteerd schrijver is, is hij vooral ook een uitmuntend schrijver: dit boek van hem heeft niet voor niets de titel “Booker of Bookers” gekregen, na het winnen van de Booker Prize in 1981. Maar ik moet het toegeven: ik heb er drie weken over gedaan, want het leest ontzettend traag. Echt irritant traag, om eerlijk te zijn. En toch is het geen boek, zoals A Suitable Boy, waar je andere boeken tussendoor leest: je wil echt wel verder lezen. Oh, en ik wist ook niet dat Rushdie magisch realisme schreef, en dat is een vakje waarin je dit boek echt wel kan stoppen.

Het begint allemaal met Saleem Sinai. Of toch ongeveer, want de ik-persoon van het boek is deze Saleem die, wanneer hij in de dertig is maar er oud en versleten uit ziet, zijn eigen verhaal vertelt, en daar voor alle volledigheid – en ook noodzakelijkheid – mee start bij zijn grootouders. Hijzelf is geboren op klokslag middernacht op 15 augustus 1947, het moment waarop India onafhankelijk werd. Daardoor heeft hij magische gaven gekregen, net zoals nog 1000 andere Indiase kinderen die in dat magische eerste uur van de onafhankelijkheid zijn geboren. Helaas heeft hij ook een joekel van een neus meegekregen, een licht misvormde schedel, o-benen en moedervlekken in het gezicht. Nee, Saleem is niet van de mooiste, en ook dat zal een rol spelen. Hij is gelukkig wel geboren in een rijk gezin… Of misschien ook niet?

In elk geval laat Rushdie de levensloop van Saleem samenvallen met die van India, waarin het lijkt alsof Saleem het lot van zijn geboortestaat kan beïnvloeden. De arme jongen maakt ook extreem veel mee, verhuist naar Pakistan, komt terecht in de grootste armoede, raakt zijn magie kwijt, raakt zelfs zijn geheugen op een bepaald moment kwijt…

Rushdie beschrijft het allemaal in een prachtig, bloemrijk proza, datzelfde proza dat het net zo moeilijk maakt om vlot te lezen. Een citaat om een voorbeeld te geven van een van zijn filosofische bespiegelingen:

“Memory’s truth, because memory has its own special kind. It selects, eliminates, alters, exaggerates, minimizes, glorifies, and vilifies also; but in the end it creates its own reality, its heterogeneous but usually coherent version of events; and no sane human being ever trusts someone else’s version more than his own.”

Tegelijk is het ondanks alles bij momenten een zeer grappig boek, ik ben verschillende keren echt in de lach geschoten.  De geschiedenis van India krijg je erbij, maar meer als achtergrond, als situering van het verhaal, niet zo prominent aanwezig als in A suitable boy.

Wat me dan wel weer stoorde, is dat Rushdie te pas en te onpas terugkeert naar zijn kaderverhaal, namelijk de stervende Saleem die zijn levensverhaal opschrijft: die geeft hints naar toekomstige gebeurtenissen, maar besluit dan telkens opnieuw toch voor de chronologie te gaan. De eerste paar keer kan dat nog, na verloop van tijd wordt het storend, het breekt ook telkens de flow van het verhaal. Jammer, maar heel duidelijk een bewuste keuze om op die manier verschillende fases in het leven van Saleem af te bakenen.

Een stevige klepper dus, maar wel meer dan de moeite waard om je erdoor te worstelen, en terecht een klassieker.

Beugel voor Merel

Jawel, Merels beugel is een feit!

Eigenlijk ging dat bijzonder snel bij de orthodontist: de blokjes werden gelijmd en aangegeven door een assistente, hij plaatste ze, hing de draad erin, deed de lavendelkleurige – Swifties weten waarom – rekkertjes errond, en op minder dan een half uur stonden we weer buiten.

Op het moment zelf viel het nog mee, zei Merel, het spande wat, maar niet veel meer dan dat. Helaas, zoals voorspeld werd het inderdaad erger, en eten ’s avonds was geen sinecure: alles deed gewoon pijn. Het werden boterhammen zonder korst en yoghurt. Maar bon, over een dag of twee mag eten geen pijn meer doen, over een kleine week zou het eigenlijk al helemaal geen pijn meer mogen doen, alleen nog lastig omdat er eten tussen kruipt.

We kennen het al van Wolf een goeie drie jaar geleden, en Merel weet ook dat die nu een fantastisch mooie lach heeft en dat het dus echt de moeite waard is, maar daar is ze nu niet mee geholpen natuurlijk.

Ach, vanitas vanitatum, omnia vanitas zeker?

Nog een dagje cachen, in Landegem deze keer

Nog een laatste mooie dagje voordat het weer gaat omslaan, en ik had eigenlijk wel zin om nog eens flink uit te waaien.

De fiets op de drager, en richting Landegem dus: daar ligt nog een aantal caches van de Zonnestelsel-reeks, en dat is een mooi fietstochtje langs de vaart tot in Nevele. En daar ligt dan weer een klein rondje van de Gezinsbond: ideaal.

Langs het kanaal heb ik een paar keer stevig moeten zoeken, één keertje heb ik de cache ook aan mij voorbij laten gaan wegens de immense netelzee waar ik door had moeten waden, en in Nevele moest ik met de zware elektrische fiets op een Finse piste, en dat bleek ook geen cadeau. En ja, soms vindt ne mens al eens rare dingen langs zijn baan. Maar verder? Nog eens heerlijk uitgewaaid, doorgefietst en fysiek moe. En vooral helder in het koppetje.

Nog een dagje hondjescaches

Mooi weer, en vanaf donderdag of zo gaat het beginnen regenen: ik ben dus nog eens gaan cachen daar in Gavere, de reeks Scott & Whisky. Het is fijner als Veronique mee is, maar alleen doet het eigenlijk ook wel eens deugd: rust en stilte om me heen. En prachtige landschappen en prachtige caches, dat ook. Ik ben wel nogal laat vertrokken, het was na vier uur, maar bon, het was dan ook net iets minder warm op die manier.

Ik heb genoten, maar ik heb beloofd aan Véro te wachten voor het laatste stuk tot ook zij nog eens mee kan.