Da’s tenminste hoe Wolf het zelf noemt :-p
Gisteren moest mijn auto binnen in de garage, in Ledeberg. Omdat ik geen zin had om te zitten wachten met een vijfjarige, namen we de tram naar de Zuid. Wolf zag dat helemaal zitten: gaan winkelen met zijn mama! En jawel hoor, de buit was vrij snel binnen voor hem: twee nieuwe T-shirts (“Moh papa, die zijn wel mega cool hoor! Zo eentje van Star Wars met een lichtzwaard op, en dan nog enen van Spiderman! Wijs he!”), een lichtere zomerbroek die deze keer hopelijk niét afzakt, en een “vetcoole” zonnebril van Batman. Die laatste had hij al lang nodig: hij is blijkbaar ook behoorlijk lichtgevoelig, net zoals ik.
De liften en roltrappen waren op zich trouwens ook een attractie. Ik wilde in de Veritas voor de Tweiclub nog snel een paar haaknaalden halen, en toen overhaalde hij me om een bolletje feloranje wol te kopen, voor een paar vingerloze handschoentjes voor hem. “Die gaan zoooo mooi en zoooo warm zijn he mama, en dan kan ik mijn vingers zo nog helemaal gebruiken.” Hij kan het vooral niet uitleggen :-p
Een ‘Australisch’ ijsje later zaten we weer op de tram, en bleek er veel meer werk te zijn aan mijn auto dan gedacht. Gelukkig kregen we een vervangwagen, wat hij alweer een hele belevenis vond.
In de namiddag waren er dan hier een paar leerlingen van me, zodat hij zich de hele tijd bijzonder onzichtbaar en charmant heeft opgesteld, een echte gentleman.
Vandaag zijn we dan, ook al een vakantietraditie, MacDonalds gaan eten hier om de hoek, waar er een PlayPalace is. Hij eet dan altijd bijzonder snel, zodat hij kan gaan spelen. Het cadeautje van de Happy Meal vindt hij ook altijd fijn, hoe banaal het soms ook is. En dat we aansluitend een paar (broodnodige) zomerschoenen zijn gaan halen, en dat hij daar dan nog twee Spidermans heeft gekregen om op zijn Crocs te steken, vond hij al helemaal schitterend. Om over het feit dat hij er gratis draden voor een scoubidou heeft gekregen, nog maar te zwijgen: hij loopt al de hele middag te pronken met de armband die ik ermee gemaakt heb.
“Mama, ik ben toch een gelukzak hé. Ik denk dat ik de gelukkigste jongen ben van de hele wereld! En daarom krijg jij een mega grote knuffel!”
Je zou het er toch gewoon om doen, nee?