Zon

Ik kan ’s morgens ongelofelijk genieten van de zon die in onze keuken binnenschijnt.

Op zich niks bijzonders, hoor ik u denken. Dat is waar, ware het niet dat onze keuken aan de westkant van het huis ligt, en dat we dus vooral ’s avonds het rolluik naar beneden moeten doen om de zon niet in onze ogen te laten schijnen.

Hoe zit het dan met die zon ’s morgens? Wel, onze overbuur heeft een heel mooi groot raam op de tweede verdieping, en de hoek met de zon is altijd net zo, dat dat venster een perfecte weerspiegeling geeft, en wij dus de zon in de keuken hebben.

En daar, daar geniet ik dan van, zo ’s morgens 🙂

Onderzoekscompetenties

Ik heb net een DVDtje in mijn handen gestopt gekregen, en ik ben daar ongelofelijk blij en trots door.

Wat erop staat, is nl. 7 minuutjes film. Het resultaat van een half jaar intens plannen, en veel werk. Het blijft natuurlijk amateuristisch, maar ik ben er bijzonder blij mee.

Het is namelijk een stukje Tacitus, verfilmd door mijn zesdes. Ze hebben het Latijnse verhaal in een script gegoten, dat opnieuw naar het Latijn vertaald, kleren gemaakt, settings gezocht, draaiboek gemaakt, acteurs aangesproken, het boeltje uit het hoofd geleerd, en uiteindelijk een dag lang opnames gemaakt. Daarna is het geheel gemonteerd, voorzien van extra geluid, generiek en ondertitels.

Het amateurisme zit vooral in het feit dat we géén budget hadden, en amper één camera die blijkbaar zelfs verkeerd ingesteld stond. Het meeste werk is ook door de leerlingen na hun uren gedaan, tussen de taken en eindwerken door.

Maar het resultaat brengt een grote glimlach op mijn gezicht. Ik ga dit nog jaren kunnen gebruiken in de les, en ik niet alleen.

Ik kan het filmpje hier nog niet laten zien, omdat ik eerst van alle betrokkenen nog toelating moet krijgen om het online te zetten. Ik heb daar redelijk wat vertrouwen in, om eerlijk te zijn. En dan laat ik het hier wel zien. Met de nodige trots.

Loodgieter

Vorig jaar, in augustus, hadden we ook zo’n gigantische stortbui. Het resultaat daarvan was, dat het kleine gootje van mijn veranda het niet kon trekken, en dat het overloopgaatje ervoor had gezorgd dat er een mooi straaltje terecht gekomen was in de tuin van de buren. Die hadden geklaagd dat dat niet kon.

Hm. Eén keertje in vijf jaar, en nog niet eens binnen, maar gewoon in hun tuin. Enfin, ik had sowieso al gemerkt dat onze goten niet meer in de beste staat waren, en dat het daardoor ook was dat er teveel water ineens op het verandadak terechtkwam. Via mijn aannemer kwam ik bij een loodgieter uit.

Die mens kwam al een paar dagen later poolshoogte nemen, vond dat alle goten aan vervanging toe waren (en bewees dat ook), en zag dat ook het platte dak van onze garage zijn beste tijd had gehad. Een dikke week later zat er een offerte in de mailbox. Prompt mailde ik terug dat dat ok was, en dat hij eraan mocht beginnen.

Stilte.

Na een goeie maand mailde ik nog eens.

Stilte. Of nee, een zeer bizar antwoordmailtje met de vraag of hij (= de afzender) iets besteld had misschien.

Rond kerstmis belde ik uiteindelijk nog eens: wat nu eigenlijk de bedoeling was. De man verontschuldigde zich en zei dat hij mailproblemen had. Wat het rare mailtje zou verklaren, maar evengoed een smoes kan zijn.

Enfin, ik bevestigde nog even per mail, en kreeg als antwoord dat het niet bepaald het beste seizoen was voor gotenrepareerwerk, maar dat hij zeker iets ging laten weten.

In februari belde ik nog even. Nee, hij was me niet vergeten, maar het was druk.

Sindsdien heb ik zowat om de twee weken gebeld, met steeds hetzelfde antwoord. Soit. De laatste tijd kwam er wel wat variatie in: hij beloofde van de volgende week te komen (telkens opnieuw), maar ik hoorde niks meer, omdat er teveel werk was of het teveel regende.

Tot twee weken geleden de hemel zowat naar beneden kwam, in de vorm van gigantisch veel water tegelijk. En ik moest vaststellen dat de garage op ongeveer zes plaatsen serieus lekte. Allemaal goed en wel, maar over een week of twee beginnen er hier verbouwingen in de woonkamer, en moeten alle meubels in diezelfde garage opgeslagen staan. Probleem dus.

Ik dus nog eens gebeld en het probleem uitgelegd. Dat was vorige woensdag. Vrijdag zat er plots twee man op dat dak, om al het mos eraf te halen en het volledig in te smeren met een coating. Zaterdag zat één van hen er alweer: voorbereidend werk allerhande. En deze morgen stonden ze hier opnieuw alletwee, vol goeie moed en volle gasflessen. De ganse dag is er gezeuld, geteerd, gebrand met de “salomon”, gehamerd, nieuwe pijpen gestoken, en afgewerkt. Rond een uur of vier kwamen ze met een grote grijns verklaren dat het dak klaar was, en dat het gegarandeerd droog ging blijven in de garage vanaf nu. De goten gingen voor later zijn, het was een beetje te druk nu.

Momenteel is het buiten aan het gieten, bliksemen, stormen en waaien. Een mooie zomerstorm, quoi. Ik ben daarnet even gaan kijken in de garage: geen druppel te bespeuren.

Ik ben happy. Mag ook wel zeker, na al die tijd?

Nu nog de goten…

Familiefeest

Veel te veel gegeten vandaag.

Suikernonkel gaf namelijk een gigantisch feest omdat hij 65 werd en dus ook met pensioen gaat. Meer dan 100 man was er aanwezig, voor receptie, uitgebreid koud visbuffet, warme beenhesp met groentjes en aardappelen, en een bijzonder uitgebreid en machtig lekker dessertbuffet. Nog nooit zo uitgebreid gezien, en ja, ik heb al wel een paar dessertenbuffetten van dichtbij bekeken.

Het was in een trouwzaal, en het voelde ook als een trouwfeest aan, met naamafroeping, netjes geschikte tafels, en muziek wanneer nonkel binnenkwam.

De kinderen waren mee en hebben zich flink geamuseerd met hun achterneefjes en -nichtjes. Buiten was het pokkewarm, binnen zag je niet eens of het buiten klaar of donker was. Gelukkig had de zaal ook een grote tuin waar de receptie werd gehouden, en waar de kinderen speelden. Ik geef toe, ik heb er tussen de gangen door ook vaak gezeten, op een bankje in de schaduw.

Ik weet niet wat er nu met de boerderij van nonkel zal gebeuren. Hij is al een tijdje aan het afbouwen, en heeft al een paar straten verder een huis gekocht. Maar toch… Het zal een monument zijn dat uit de familie verdwijnt: de boerderij van Barts grootvader, en wellicht ook al een paar generaties daarvoor. Zelfs ik heb er nog hooi helpen binnenhalen, de koeien op de wei water gebracht, en de poorten en hekwerk herschilderd. Voor Barts familie is het een essentieel onderdeel van hun leven dat verdwijnt.

Maar het is nonkel van harte gegund dat hij met pensioen gaat natuurlijk.
Geniet ervan, nonkel Staf!

Ziek

Vorige week was ik ziek, nu is het de beurt aan Wolf. Ik heb er alleen geen idee van wat hem mankeert.

Hij was woensdag lusteloos toen ik hem van school afhaalde, en normaal gezien zou ik hem bij me gehouden hebben. Alleen moest ik die middag examen afnemen op school (een vooruitgeschoven versio) en kon dat voor een keertje niet. Ik heb hem bij een vriendinnetje afgezet, en samen zijn ze dan naar de turnles gegaan. Zonder problemen, eigenlijk.
Toen ik hem rond vier uur ging afhalen, had hij geen zin om nog langer te blijven spelen (wat me verwonderde) maar wilde hij mee naar huis. En ja hoor, hij had koorts.

Donderdag zijn we bij mijn ouders gaan eten en daarna even bij mijn oma langsgeweest, en ook daar lag hij gewoon lusteloos in de zetel. ’s Avonds had hij weer meer dan 39°.

Gisteren was niet veel beter, al merkte je wel duidelijk wanneer de Nurofensiroop begon te werken: dan was hij vrolijk en enthousiast buiten aan het spelen met zijn broertje, alsof er niks aan de hand was.

Deze morgen had hij weer koorts en mocht hij niet gaan zwemmen. Het feit dat hij daar niet eens tegen protesteerde, is al veelzeggend op zich. Intussen heeft hij een Perdolan suppo gekregen en voelt hij zich weer prima.

Ik weet dus niet wat ik moet doen: moet ik er nu de dokter bij halen of niet? Het is niet dat hij ergens pijn heeft: niet zijn keel, niet zijn oren… Alleen maar koorts dus.

Kinderen…

Star Trek

Gisteren ben ik op date geweest. Jawel, een onvervalste date met een niet onknap jongmens. Ik heb hem thuis opgehaald met de motor, en daarna zijn we samen naar de film gegaan en dan nog iets gaan drinken in ’t stad, waarna ik hem netjes weer aan zijn huisje heb afgezet.

Ik moet zelf lachen, nu ik het zo omschrijf.

Maar eigenlijk is het wel waar. Op dinsdag 5 mei was ik namelijk samen met Bart uitgenodigd om de première van de nieuwe Star Trek te gaan bekijken. Helaas, diezelfde dag was er ook het Brussels Girl Geek Dinner. Ik heb getwijfeld, ik geef het toe, maar heb uiteindelijk toch voor het BBGD geopteerd. De film ging nog wel een tijdje spelen, en dat BBGD was een uniek evenement. De Trekkie in mij had het er wel lastig mee, en ik vermeldde dat dan ook even in het groepje waarmee ik op dat moment stond te kletsen. Waarop een van de jongemannen in het gezelschap prompt opmerkte: “Dan gaan wij toch lekker samen met ons twee volgende week!” Euh. Ik schoot in de lach, en stemde toe. It was a date :-p Ik kende de gast eigenlijk nauwelijks, enkel van zien, van online reputatie en van internetnaam. Ik heb hem gisteren zelfs zijn naam moeten vragen.

Enfin, ik heb genoten van de film, van het gezelschap, en van de grote bak popcorn die hij gekocht had. Hij bleek nog een grotere Star Trek-fan dan ik, al is hij 12 jaar jonger, en dat maakt het extra leuk. Bart vond de film maar middelmatig, Ort en ik vonden het echt wel goed. Veel verwijzingen naar de vroegere reeksen, maar toch origineel en goed gespeeld. De plot was geen hoogvlieger, maar je zit ook niet direct te wachten op een psychologisch uitgediepte auteursfilm.

Al bij al een bijzonder aangename avond. Met dank aan Ort.

Verhuis

Vandaag elf jaar geleden waren Bart en ik met nog 14 andere mensen aan het verhuizen. We hadden drie dagen voordien de sleutels gekregen van dit huis, waren als gekken (met dank aan de oppergek, mijn ma) beginnen schilderen in de living en onze slaapkamer, en waren dus op Hemelvaart aan het verhuizen.

Massa’s meubels en dozen van op ons appartement, bij Bart thuis, bij mij thuis (onder andere een loodzware piano), met een team dat ginder uiteenvees en de camionette laadde, een team dat reed, een ander team dat hier de stukken naar de juiste kamer bracht en weer in elkaar zette, en een gans leger vrouwen dat hier alle meubels compleet afwaste, de dozen leegmaakte, en alles weer op zijn plaats zette.

’s Avonds tegen zeven uur waren we klaar: de meubels stonden er, bedden waren opgemaakt, de keuken volledig gevuld met netjes afgewassen borden, glazen, en voedsel allerhande. De lusters hingen op, de planten hadden zelfs water gekregen. Het huis was in orde, quoi, en wij waren doodop.

Vandaag ben ik weer dozen aan het vullen. Opnieuw met servies, boeken, prutsen allerhande. We gaan binnenkort de living/bureau verbouwen, en dus moet dat leeg. Puh.

Ik benijd die mensen niet die om de paar jaar (moeten) verhuizen. Echt niet. Ze doen maar. Mij niet gezien.

Dewulf.

Ik ben blijkbaar lang niet de enige Morgenlezer die zijn kluts kwijt is.

Ik mis Dewulf.

Ik vind het verschrikkelijk om Camps zijn naam daar alleen te zien staan, zo op de voorpagina van de Morgen. Met alle respect voor mijnheer Camps, maar ik lees zijn stukjes niet graag. Soms lees ik ze niet eens tot het einde, omdat ze me niet boeien. De stukjes van Bernard Dewulf daarentegen…

Zoals bij vele mensen was dat het eerste van de krant dat ik las. Nog voor ik eigenlijk de koppen op het stuk erboven had gelezen. Nog voor ik ze zelfs eigenlijk maar opengevouwen had. Dewulf is de reden dat ik vaak bijna een dikke kruisspin heb ingeslikt. Gewoon, omdat ik op het tuinpad van de brievenbus naar de deur al aan het lezen was en dus niet keek waar ik liep.

In alle ernst, ik overweeg om mijn abonnement, al meer dan tien jaar, niet te vernieuwen. Zonder Dewulf, zonder de foto’s van Filip Claus, zonder wel meer dingen, hoeft het voor mij niet.

Ik kan De Morgen en zijn financiële problemen best begrijpen, en dat er ontslagen moeten vallen, is helaas harde realiteit.

Maar, lieve De Morgen, dan moet u mij ook maar begrijpen.

Tweiclub

knitting-gift1

Met pijn in het hart moet ik de tweiclub, die morgen gepland stond, afzeggen. Ik heb net een serieuze keelontsteking achter de rug (eigenlijk nog niet eens achter de rug, maar dat wil ik niet geweten hebben, zo op de laatste lesdagen van het jaar) en ik sta ’s avonds nog te wankelen op mijn benen.

En hoe graag ik ook brei en klets en de twee combineer met een glas en een knabbel erbij: ik zie het gewoon niet zitten.

Dus bij deze: geen tweiclub morgen. Jammer.