Metalen vloer

Sinds april 2014 ligt er hier in de keuken, de inkomhal en Barts bureau een stalen vloer. Ik ben daar eigenlijk nog altijd wreed content van, al kan het in de volle zomer, als we de blinden vergeten sluiten zijn, wel heet zijn aan de voetjes. Maar bon, da’s maar aan ene kant en geen onoverkomelijk probleem.

Wat een groter probleem was, was het gebrek aan zwarte boenwas. Want ja, ook zo’n vloer heeft onderhoud nodig, zijnde een laagje was. Dan geeft het niet als je er water op morst. Nu, ik vond nergens nog zwarte boenwas en de vloer stond dus kaal. Water dat bleef staan, gaf meteen roestplekken, en dat is niet direct de bedoeling.

Enfin, met de nodige hulp vond ik eindelijk in Nederland een bedrijf dat zwarte boenwas had én wilde verzenden naar België. Ik heb meteen 6 potten besteld ^^
Deze week is Kobe eraan begonnen: de vloer eerst grondig vegen en dan met een boenmachientje een verse laag was aanbrengen. Idealiter moet dat dan 10 dagen uitharden, maar dat is voor een vloer niet haalbaar.

Na een kleine 20 uur komt er al niks van kleur meer mee, en kon Kobe beginnen opblinken, het echte boenen dus. En de vloer, die kan er weer eventjes tegen.

Nu nog eens uitvogelen hoe we de grote roestplek aan de ingang kunnen aanpakken. Daar stond een plant die uitgelopen is, wat we niet gezien hadden, en dus is daar nu een grote roestplek. Als iemand suggesties heeft, laat maar komen!

Schilderwerken

Maandag kwam Wolf af met de uitspraak dat hij zijn kamer wilde veranderen: hij is uitgekeken op het blauw en wil schilderen. Zijn meubels had hij zondag al verzet zodat het er al behoorlijk anders uitzag. Nu, je kamer veranderen en herschilderen, dat is vrij normaal voor een puber. Zelf heb ik mijn kamer nooit herschilderd of herbehangen – ik denk dat ik daar te lui voor was – maar regelmatig kreeg alles een andere plaats.

Ik hield mijn hart al vast voor een nieuwe kleur, maar mijn zoon is blijkbaar vrij conservatief: hij wilde het donkere grijs vanuit onze woonkamer en gang. Oh? Prima keuze, misschien ietwat donker, maar bon. Alleen mochten Bart en ik niet mee, want we zijn in quarantaine, en Wolf zelf niet meer. Geen probleem, vond hij: hij sprong fluks op de fiets met een rugzak, een bankkaart en de kleurcode van de verf en kwam wat later thuis met een pot van 72 euro. Hij was zelf eigenlijk ook wel verschoten van de prijs, maar bon.

Ik heb hier ten huize ingesteld dat er tussen twee en vijf geen schermen gebruikt worden, want vooral Kobe zou anders niet van achter zijn computer komen, en dus gingen ze dinsdag aan de slag: afplakken en eerst het blauw een witte laag geven. Die verf had ik gelukkig wel nog staan.

Vervolgens werden ook de twee grote muren aangepakt in het donkergrijs. Merel en Kobe hielpen hun grote broer van ganser harte, ze hadden toch niet veel beters te doen :-p

Nu is het een kwestie van alle plafondranden nog af te plakken en netjes te schilderen en alles in te richten. Hij wil graag ook een nieuwe zwarte sprei voor zijn tweede bed en een hoop kussens in dezelfde kleuren: zwart, grijs en eventueel van dat hele donkere paars. En misschien wel gordijnen. En vinylplaten om aan zijn muur te hangen. En nog een paar andere coole dingen.

Maar dat zal toch moeten wachten tot na de lockdown, vrees ik.

Boiler

Toen Patrick dinsdag de vloer kwam leggen in de garage, vroeg ik hem om ook eens te kijken wat er zo drupte. Dat plekje had altijd wel al een paar druppeltjes, maar nu was het erger geworden.

Patrick klom op een laddertje en kwam er met een zeer bezorgd gezicht weer af. Blijkbaar was het onze boiler die aan het lekken was, al een tijdje, en nu was het erger geworden doordat we eindelijk een deftige waterdruk hebben. Bij nadere inspectie bleek zelfs de hele achternaad doorgeroest te zijn en op bepaalde plekken zelfs een centimeter open te staan. ’t Is niet alsof hij nog deze week de geest ging geven, maar het was een kwestie van tijd voordat hij effectief opensprong en de hele garage onder water zette.

Hmm. Patrick, de Patrick zijnde, bestelde meteen een nieuwe en verklaarde dat hij die zaterdag al kon komen plaatsen met Willy. Deze voormiddag kreeg ik een telefoontje: of ze deze namiddag al mochten komen. Euh ja zeker?

En dus waren die twee man hier al ijverig bezig, haalden ze de oude boiler eraf, en verklaarden dat het ding ongelofelijk zwaar woog, veel zwaarder dan normaal, en dat hij dus vol kalk zou moeten zitten. En die naad? Die was effectief de moeite.

Een paar uur later hing de nieuwe al op zijn plaats. Er zou nu dus meer warm water moeten zijn – die kalk nam nogal wat plaats in – en onze elektriciteitsrekening zou stevig naar beneden moeten gaan met de nieuwe boiler.

Extra kosten allemaal, maar ’t is ook wel de moeite. Nu nog een nieuwe waterontkalker, en we zijn er.

Ne Patrick

Ik wens iedereen uit de grond van mijn hart ne Patrick toe. Patrick is namelijk een crème van een klusjesman uit Aalst. We hadden hier in huis al een tijdje een hoop klusjes die ik zelf niet meer kan – lang leve de kapotte rug – en die dus maar niet opgelost geraakten.

Nu heeft Bart dus een klusjesman gevonden, na een heuse zoektocht, en het is een verademing. Patrick is vooral een bijzonder praktisch iemand die voor alles een oplossing zoekt en die echt ook wel van alle markten – mérten – thuis is.

Hij was hier al eerder geweest met ons waterprobleem, had al een put uitgegraven en het probleem van de watertoevoer opgelost, en verder zowat alle klusjes uitgevoerd.

Voor het eerst sinds we hier wonen – en dat is 23 jaar – hebben we nu toiletdeuren die sluiten. Als in: met klinken die werken en een slot dat dichtvalt. Echt. En sleept de deur naar de berging niet meer, hangt de afgebroken kastdeur weer op zijn plaats, hangen de klinken vast, zijn de kapotte ventilatortjes in de WC’s weggehaald, is er een afdichtlatje tussen vloer en laminaat in mijn naaikamer, zit het buitenstopcontact weer vast, en vooral: is de schuifdeur naar de berging gerepareerd, zodat ze weer open kan en vooral ook dicht blijft. Vooral dat laatste is iets waar we ongelofelijk veel deugd van hebben.

Ook de put in de garage is intussen dicht en alweer helemaal betegeld – ik had nog overschot van de originele tegels op zolder, geërfd van de vorige eigenaars – en ook het ontbrekende tegeltje rond het afloopputje, dat de aannemer bij de verbouwingen nooit had afgewerkt, is nu perfect effen.

Volgende week komt hij terug om al de rest op te lossen.

Echt. Ik wens iedereen een Patrick toe. Van ganser harte.

Water!

Begin juli schreef ik nog dat we een beetje een probleem hadden met het water, meer bepaald met de hoofdkraan en dat soort onzin. Farys was bijzonder meegaand en professioneel en begrijpend in de planning, chapeau voor die mensen.

Een en ander leidde ertoe dat deze morgen om acht uur er al twee jonge gasten van Farys de dienstkraan waren komen toezetten, en iets over acht stonden Patrick (de klusjesman) en Willy (de bijhorende loodgieter) hier om de bewuste put uit te graven en al wat ze konden, zoals de toegeroeste drukmeter en zo, af te breken.

Tegen de middag had ik al een heuse deftige put, en kwart voor twee stonden die twee jonge gasten van Farys hier terug en knikten goedkeurend. Voilà, daar konden ze tenminste mee werken. Drie kwartier later was de hoofdkraan mét terugslagklep, nieuwe flexibels en nieuwe drukmeter netjes boven de grond geplaatst: dat werkt nét iets makkelijker.

Om half drie had ik alweer water, en hoe! Een van de problemen hier is dat we heel weinig waterdruk hadden, maar onze buren hadden dat probleem dus niet. Bon, het zat bij ons dus duidelijk in die put: alle roeste stukken zijn er vantussen en nu stroomt dat water dat het een lieve lust is.

Ik ben benieuwd naar de douche morgen…

In de put

’t Is een bezigheid als een ander, zo blijkt.

Begin juni was iemand van Farys de watermeter komen opmeten, en die had eraan toegevoegd dat we blijkbaar geen terugslagklep hebben en dat dat verplicht is, en dat we dat binnen de twee maanden in orde moesten laten zetten. Allez ja bon.

We hadden nu net een klusjesman in gang gezet, de Patrick, en die ging dat eens bekijken met een echte loodgieter. Eergisteren stond die hier, keek naar onze put van een meter diep – I kid you not – waarin de watermeter en de hoofdkraan op de bodem zaten, ging plat op zijn buik liggen, prutste wat, en verklaarde toen dat de hoofdkraan volledig toegeroest was, dat hij er al aan proberen draaien had met een tang, maar dat hij schrik had dat de boel ging breken en dan zaten we met de gebakken peren. Enfin, met overstroming, eigenlijk. Eerst moest Farys de kraan komen vervangen, want dit ging gewoon niet.

Euh. Ja dan zeker?

Meteen Farys gebeld, en die gingen vandaag al meteen iemand langs sturen om de hoofdkraan te vervangen, en meteen ook de aftandse, geroeste watermeter uit 1985. Bon, ene Koen kwam, ging plat op zijn buik liggen, stelde vast dat hij nét, maar nét aan de hoofdkraan kon, maar dat de flexibel volledig verstorven was, de kraan te verroest, en dat de put belange niet groot genoeg was om eigenlijk deftig te kunnen werken. Want als hij het zou proberen en het lukte niet of die flexibel brak, dan zaten we met de gebakken peren. Enfin, zonder water. Want hij kon natuurlijk wel de dienstkraan, aka. de aansluiting in het voetpad dichtzetten. Die mens was echt wel van goeie wil, maar ik zag ook dat het nu niet bepaald vlot ging werken.

Slotsom: de put moet verbreed worden tot een werkbare breedte, en dan gingen ze wel zien. Dus eerst weer Farys die op afspraak de dienstkraan komt dichtzetten, dan de klusjesman en loodgieter die de put komen uitgraven en nieuwe flexibels steken en de verroeste stukken aan onze kant komen weghalen, daarna de mannen van Farys die een nieuwe kraan komen steken en een nieuwe meter – met wat geluk bovengronds – en dan de klusjesman die opnieuw de boel komt afwerken.

’t Zal een kwestie van plannen worden, vrees ik.

De Waeles – ijskast: 1-0

Yep, we hebben een gevecht met de ijskast achter de rug, maar het heeft niet veel gescholen of we waren gewoon verhuisd. Echt.

Het begon zo’n 10 dagen geleden: in de buurt van onze ijskast begon een vreemde geur te hangen, en niet bepaald een aangename. Aangezien onze grote berging daar vlak naast is en er een PMD-vuilbak staat, dacht ik er eerst niet verder over na, leegde de vuilbak, en dat was dat.

Ho maar.

De stank begon erger te worden en in onze halve woonkamer te hangen. En echt zo’n rottende stank, niet iets dat je zomaar even opzij schuift. Ik was ervan overtuigd dat er een muis dood lag achter de ijskast of zo, maar Bart dacht dat het aan de ijskast zelf lag. We hebben dan met man en macht – lees: alle vijf samen – de volledige ijskast grondig schoongemaakt – dat mocht ook wel eens – en wat denk je? De stank bleef. Alleen was het me opgevallen dat de stank minder was toen de ijskast uit stond, en opnieuw erger werd toen de motor weer aan lag. Hmm. Misschien had ik gelijk?

Bart dacht dat het aan de berging lag en dus begonnen we met man en macht – lees: alle vijf samen – de berging op te ruimen. Iets wat zeer hard nodig was. Alleen… de stank was niet verdwenen, integendeel, het werd alleen maar erger.

Ik besloot de oven even los te maken om er achter te kunnen kijken, maar het ding is echt tegen de muur geschoven. Alleen werd nu echt duidelijk dat de geur van achter de ijskast kwam. Ugh. Bart en Wolf hebben gisteren laat nog de hele inhoud van de ijskast verhuisd naar de drankenijskast. Ik heb dan vandaag de jongens ingeschakeld: Bart, Wolf en Kobe hebben samen de deur van de ijskast eraf gevezen en uiteindelijk met wat moeite het ding zelf losgekregen.

Bart was intussen alweer aan het conf callen. Wolf en Kobe schoven het ding voorzichtig naar voren, en toen gingen we alle drie gewoon lopen. Man, wat was dat zeg???

Het bleek geen dood beest achter de ijskast te zijn, het bleek het condenswaterbakje achteraan te zijn dat gevuld was met een groene slijmerige smurrie met de geur van een zombie die toch al een maand of twee aan het composteren is. Ugh. Het condenswater uit de ijskast loopt daar standaard in, en dan verdampt het weer omdat de leidingen erdoor lopen. En een tijd geleden was er inderdaad een kommetje eiwit – waarmee ik meringue of zo ging maken – omgevallen in de ijskast en in dat bakje gelopen, waar het netjes kon blijven staan rotten. En het bakje was natuurlijk niet los te krijgen, zodat ik handschoenen aantrok en begon te soppen met keukenpapier. Ik geef het toe, ik ben een paar keer naar buiten moeten lopen om te kokhalzen. En ik ben, na drie kinderen met geregelde buikgriep, toch wel een en ander gewoon.

Toen werd ook duidelijk dat ik het niet ging schoonkrijgen, en dan heb ik het maar losgesnokt – allez ja, voorzichtig de leidingen losgemaakt en de rest eruit getrokken – en uitgespoeld. Man, echt niet te doen… Het bakje zelf is dan ook nog niet proper te krijgen, ik heb een tandenborstel en zelfs een wattenstaafje moeten gebruiken. Maar bon, de geur is langzaam weggetrokken.

De ijskast terug op zijn plaats krijgen was nog een opgave op zich, maar bon, de ijskast is proper, het bakje is proper, de berging is proper en de geur is weg.

En we hebben vooral een teamgevoel gecreëerd. Wij, Waeles, tegen de ijskast, we hebben gewonnen!

Wit

Een van de dingen die al zeker van voor kerstmis op mijn zenuwen werken, zijn de witte muren hier in ons huis. Nu ja, wit… dat is nu net het probleem: vooral achter de zetel zaten ze vol met zwarte vegen, vuile vingers, strepen en alles wat zo’n witte muur zo vreselijk maakt. En niet alleen daar: rond alle lichtknoppen, in de keuken, in de gangen, de inkomhal, Barts bureau, de kamers van de jongens…

Ik had al eerder eens in het tuinhuis staan kijken maar had toen de verf niet gevonden. Wolf verklaarde me een paar weken geleden ziende blind: hij haalde prompt de juiste pot verf te voorschijn, en stelde toen vast dat die verf hard was geworden. Meh. En met alle gesloten winkels was er ook geen nieuwe verf te krijgen.

Maar intussen is de Brico weer open en zijn Kobe en ik gisteren verf gaan kopen. Ik ben me blauw verschoten van de prijs: 134 euro voor vijf liter, maar bon. Wolf en later ook Merel togen aan het werk: met een klein rolletje namen ze alle vuile plekken onder handen, soms twee of zelfs drie lagen, maar het resultaat was… verbluffend.

Ik wist niet dat ik zó goed gezind kon worden van stralend witte muren, maar echt hé!

Enfin, weer een taakje van de quarantaine afgestreept!

 

Extra aankleding

Het voordeel aan deze quarantaine, is dat ik eindelijk allerlei klusjes gedaan krijg waarvan ik soms niet eens wist dat ik ze nog moest doen.

Ik had al op onze gigantische kamer met de kinderen een game room ingericht, en meteen ook alle boekenkasten daar en de stripkast opgeruimd. Wolf heeft zijn eigen kleerkast eens volledig uitgemest, en vond toen op het bovenste schap mijn metalen stripplaten waarvan ik compleet vergeten was dat ik ze had! Vroeger hingen ze inderdaad in de ruimte waar nu zijn kamer is, maar toen we die inrichtten, waren de platen verdwenen.

Ik heb ze nu boven ons bed gehangen, en misschien ga ik er weer beginnen verzamelen. ik heb ze een tijdlang gezocht op Ebay, ik vind het ook echt wel een mooie vorm van decoratie.

En recht hangen is overrated. Neh.