UGent Racing

Sinds een jaar of drie doet de UGent mee aan een internationale wedstrijd tussen universiteiten, zijnde het volledig zelf ontwerpen en bouwen van een soort Formule 1-wagen. Nee, dat is niet het Solar Team, dat is nog iets anders, dit is echt een racewagen.

Wolf had hun oproep gezien om deel te nemen, schreef zich in, mocht testen komen doen, op gesprek gaan, en is een van de 15 uit de 120 die gekozen is voor volgend schooljaar, samen met Arthur, een van zijn maten.

UGent Racing had vorige maandag zijn car reveal: een gala avond in de Vooruit voor alle partners en sponsors en alles erop en eraan, en uiteraard werd toen de auto ook voorgesteld. Vorige jaren hebben ze niet echt kunnen racen, vertelde Wolf, omdat de auto niet volledig voldeed aan alle superstrenge voorwaarden. Begrijpelijk, maar jammer natuurlijk.

Hij is ingedeeld bij Mechanical Composites, en ik vermoed dat er wel een paar redenen zijn waarom hij gekozen is, samen met Arthur: ze zijn allebei heel gemotiveerde eerstejaars die dus nog lang kunnen meedraaien, het zijn allebei ingenieursstudenten, én ze presenteren allebei heel deftig: knappe jongens, vlotte babbel, geen nerdy uitstraling…

Ik was eigenlijk wel behoorlijk trots toen ik hoorde dat hij erbij was. En ik ben nu ook wel echt benieuwd!

Jumbo Visma

Voor wie geen wielerfan is, zegt bovenstaande titel wellicht niks. Maar hier in wielergek Vlaanderen kan je er bijna niet naast kijken: de wielerploeg van onder andere Wout Van Aert, die zowat alle voorjaarskoersen heeft gedomineerd.

Toen Bart enkele weken geleden onze trip naar Lissabon aan het plannen was, gingen we oorspronkelijk van maandag tot zaterdag gaan. Waarop ik dus had gevraagd om de vrijdag al terug te keren om naar die Omen mini te gaan (die ik dus door dat rotvliegtuig heb gemist). Geen probleem, zei Bart, en boekte van de zondag tot de vrijdag. Dik in orde.

En toen stond hij hier plots als een opgewonden kind in de woonkamer te springen: hij had een uitnodiging gekregen om als VIP twee dagen mee te draaien op Parijs-Roubaix! Als in: de zaterdagavond eten in Deurne en dan met busjes naar Valenciennes om daar te overnachten. En dan ’s morgens om kwart over zes al op, ontbijt, busje in, kennismaking met het wielerteam, om dan de koers te volgen vanuit het busje. Drie keer zijn ze langs het parcours gaan staan, bij strook 22, 11 en 2. Bart mocht ook een drinkbus ophouden voor een passerende renner – hij heeft niet gezien wie het was, het was niet Van Aert – en ze hadden ook extra wielen bij, blijkbaar. Het was wel zot, vertelde hij: de renners rijden aan een gemiddelde van boven de 50, dus dat busje moest gewoon racen om op tijd aan de volgende strook te staan.

Hij was ook vol bewondering voor de professionaliteit van zo’n team, want dat gaat over de kleinste detailtjes.

En uiteraard heeft hij fijne foto’s gescoord, die ik graag meegeef.

 

En onze reis? Goh, dat werd dan van maandag tot vrijdagavond laat, voor zoiets unieks kort je dat met plezier in, toch?

Garenperikelen

Merel wil graag dat ik een gilet voor haar brei, of zoals ze het zelf zegt als rasechte Swiftie: een cardigan. Een patroon hadden we samen online gevonden, en ze was zot van het garen dat ik gevonden had in de Zeeman en waarmee ik al een mutsje had gebreid. Alleen… dat was een wintergaren met beperkte beschikbaarheid. Hmm.
Ik reed naar de Zeeman in Sleidinge waar ik de originele bol garen – ik mag het geen wol noemen want het is synthetisch – gevonden had, maar helaas. Nog een paar Gentse Zeemans – Zeemannen? – afgebeld, even binnengesprongen in die in de Wondelgemstraat, en jawel, nog drie bollen! Maar dat is minstens eentje te kort, helaas.
Ik deed een oproep op Facebook:
“Vriendjes, mijn dochter vraagt uw hulp. Ze wil graag dat ik een gilet voor haar brei en heeft fantastisch garen gevonden – vindt ze – maar we hebben één bol te kort en niks meer te vinden in het Gentse. Wie passeert eens langs een Zeeman om te kijken of er nog ergens een bol Cynthia ligt? Mijn – en vooral Merels – dank zal groot zijn!
Of pak maar meteen twee bollen!”
Meteen werden alle mogelijke Zeemans ten lande afgeschuimd: Gent, Lochristi, Roeselare, Antwerpen centrum (2), Wetteren, Zottegem, Vilvoorde, Mechelen, Tienen, Evergem, Zelzate, Ronse, Oudenaarde, Tielt-Winge, Leuven, Strombeek, Rotterdam, Ekeren…  Ik heb geschifte maar o zo wijze vrienden.

Helaas, helaas. Ik had al overlegd met Merel en desnoods gingen we de mouwen dan wel in een effen kleur breien, want dit ging niet meer lukken.
En toen kreeg ik plots een maffe foto uit Lommel:
Er was er nog eentje bemachtigd, jawel!
Intussen zit ik al zo ver, en Merel is laaiend enthousiast. Gelukkig maar.
Nog eens dankjewel, Jytte!

Mijn lief maakt mijn brooddoos

Vandaag had ik totaal geen tijd om naar huis te komen om te komen eten, of om naar Villa Ooievaar te gaan. Ik had na mijn les tot 11.00 uur namelijk nog een vergadering met directie als vakgroepvoorzitter, die toch anderhalf uur duurde, en ik moest om 13.15 uur alweer op toezicht staan.

Deze ochtend heeft Bart mijn brooddoos gemaakt en dat was dan ook een aangename verrassing toen ik die open deed. Het was weliswaar een beetje veel, maar wel ongelofelijk lief. Kijk zelf maar.

Bird Buddy

Ik denk dat het nog voor de corona was dat Bart een ongelofelijk wijs project had gezien op Kickstarter: Bird Buddy. Dat is een vogelvoederhuisje – op zich niks speciaals – maar dan wel eentje met een camera en een wifi-verbinding. Zodra een vogeltje komt eten, wordt er een foto genomen en doorgestuurd naar je app, met eventueel zelfs een filmpje. De vogeltjes worden herkend en je kan ze ‘verzamelen’ als ware het een pokédex of zo.

We hebben er lang op gewacht, bijzonder lang: door de corona konden ze eerst niet geproduceerd worden, dan niet verscheept enzovoort en zoverder. Maar eindelijk was het er dus: een knalgeel plastieken lelijk ding, maar wel ongelofelijk amusant.

Intussen hebben we wel vastgesteld dat de vinkjes en dergelijke blijkbaar niet of moeilijk op het platte platformpje van het huisje kunnen landen, enkel de roodborstjes en na een tijdje ook de meesjes. Bart heeft er nu een soortement grilletje bij besteld dat we erop kunnen monteren zodat ze dat ook kunnen. Maar het is de max om de vogeltjes te zien.

Intussen kennen we ook het verschil tussen een koolmeesje en een pimpelmeesje: het koolmeesje heeft een volledig zwart kopje tot onder de oogjes, terwijl het pimpelmeesje een zwart streepje heeft op de ogen, maar daarboven wit en dan een blauw streepje bovenop.

Wat ne mens al niet leert zeg!

Kokumte

Mijn auto – of mijn telefoon, wellicht – heeft echt wel fijne spraaktechnologie. In de auto bedenk ik dan ook regelmatig, terwijl ik aan het rijden ben, dat ik nog berichtjes moet rondsturen. Ik moet dan enkel maar één knop op mijn stuur in te drukken, en ik kan berichten versturen via spraaktechnologie. Antwoorden worden ook gewoon voorgelezen.

Af en toe levert dat hilarische toestanden op omdat hij toch niet alle woorden correct heeft herkend.

Maar om een of andere reden – en in het begin was dat dus niet zo – heeft het ding moeite met Kobes naam. Ik vraag dus een bericht te sturen naar Kobe De Waele, zijn naam komt ook zo op mijn scherm, maar bizar genoeg wordt het uitgesproken als Kokumte De Waele. Wij hebben daar dus al strijk mee gelegen. Geen idee vanwaar dat komt, want zoals gezegd: zijn naam staat correct op het scherm. In het Engels bestaat de naam ook, en in het Japans wordt de naam van de stad ook redelijk fonetisch uitgesproken.

Maar mocht iemand dus weten waarom Kobe verbasterd wordt tot Kokumte, hij of zij mag het me met plezier laten weten. Ik ben benieuwd!

De eerste tekenen…

Ze zijn nog pril en ze zijn eigenlijk ook veel te vroeg, maar in dit rotweer doet het deugd om tussen de regenbuien door toch snel even naar buiten te kunnen lopen – allez ja, hupsen met de krukken – en te kijken hoe de lentebloeiers al wakker aan het worden zijn. Tulpen, narcissen, muscari en zelfs al botten in de azalea japonica praecox én de magnolia!