Thuis.

Ik zit thuis. De hele week. En ik kan u niet eens vragen om koffie te komen drinken, want ik moet zwijgen. Allez, toch zoveel mogelijk, niet zo strikt als destijds na mijn stemoperatie.

Ik sukkel nu al meer dan een maand met mijn keel en bovenste luchtwegen. In december had ik een knoert van een sinusontsteking, in die mate zelfs dat mijn tanden er serieus pijn van deden. De dokter schreef me amoxicilline voor, een stevig antibioticum.

Begin januari was het opnieuw zover: sinusitis en keelontsteking, en deze keer was ik zelfs compleet geveld, in die mate zelfs dat Bart een dag is thuisgebleven om voor de kinderen te zorgen. De dokter schreef me een zwaarder antibioticum voor, iets dat – dixit de bijsluiter –  enkel mag gegeven worden als gewone antibiotica niet meer helpt. Hmpf.

Vrijdagavond had ik het weer zitten: mijn beide amandelen begonnen serieus dik te staan, mijn ganse keel stond in brand, en de sinussen, tsja, daar zwijgen we over. Ik heb Orofar genomen, mijn neus gespoeld, en het voorlopig daarbij gelaten. Zaterdagavond had ik verplichtingen, zodat ik mezelf heb opgepept, en ook zondag kon/wilde ik er niet onderuit. Maar na de wedstrijd ben ik braafjes onmiddellijk naar huis gegaan, en niet meer mee uitgeweest. Het mocht niet baten.

Vanmorgen was de keel nog steeds dik, zij het ietsje minder. Ik ben naar de huisarts gegaan, en die stelde nog maar eens hetzelfde probleem vast. Antibiotica had geen zin, zei ze, aangezien het wellicht viraal was en ik toch niet bleek te reageren, en ze verwees me prompt door naar de ORL. Groot gelijk. Want ik was toch al van plan te gaan: mijn stem lijdt ook onder het voortdurende geproest en geschraap. Ik wilde het nog even aanzien omdat de eerste week na de kerstvakantie altijd wel zwaar voor de stem is, maar intussen wordt het alleen maar erger. Mijn stem is mijn werkinstrument, per slot van rekening.

En dus zette de huisarts me meteen ook gewoon een week thuis. Oei. Dat had ik eigenlijk niet verwacht. Een combinatie van rusten, zwijgen en weerstand opbouwen. Om zowel de stem, de keel als de sinussen en de algemene weerstand een kans te geven zich te herstellen.

Mja. Ik klaag niet. Ha ja, want ik mag niet spreken. Of toch niet veel.

Ongerust

Het zit ons niet mee, de laatste tijd: er is altijd wel iemand ziek. In de vakantie heb ik drie dagen plat gelegen met een heel gemene sinus- en keelinfectie. Vorige week dinsdag en woensdag zat Wolf thuis met een serieuze buikgriep. En nu heeft Merel ons eigenlijk wel doen schrikken.

Donderdagavond had ze plots koorts: 38° en oneffen. Niks om je zorgen om te maken: kleine kinderen hebben snel koorts. Vrijdagmorgen leek alles in orde, en ik bracht haar naar de kinderopvang.

Tot die me vrijdagnamiddag belden: Merel was al de hele dag hangerig en zeurderig, had niks gegeten ’s middags,  nauwelijks geslapen, en had nu ook koorts. Of ik haar niet kon komen halen. Ja dus. Tegen vier uur was ik thuis met een huilerig Mereltje, dat ik een koekje voederde en in bed stopte.

Helaas hield het daar niet op. Het ganse weekend wilde ze enkel melk, at af en toe een stukje appel of koek met lange tanden, en was eigenlijk vervelend en lastig. Slapen wilde ze niet, of toch maar moeilijk, en ze huilde veel. De koorts hield ook aan, maar er was verder niks te zien aan haar. Ze is vijf kiezen tegelijk aan het krijgen, en ik stak het daarop. Zaterdagnacht was ze huilend wakker geworden, en het duurde toch wel een dik half uur (en een halve fles melk) voor ik haar weer rustig kreeg, en terug in bed kon leggen.

Helaas was dat gisterennacht niet het geval. Ze was ook alweer de hele avond onrustig en huilde veel. Rond een uur of tien had ze plotseling hoge koorts: 39,7° Een Perdolan suppo haalde die koorts wel naar beneden, maar wat er ook pijn deed, daartegen was het niet opgewassen: ze bleef maar huilen zodra we haar in bed legden. Tegen middernacht had ik haar eindelijk rustig gekregen: ze was in slaap gevallen bovenop mijn borst, en sliep gelukkig snel in toen ik haar in bed legde. Tot kwart over een. Plots schoot ze brullend wakker: het klonk echt alsof er iets serieus pijn deed. Ik haalde haar uit bed en bood haar een fles aan, maar dat deed haar enkel nog harder huilen. Ze wilde ook niet getroost worden: ze duwde me weg als ik haar wilde pakken. Ik heb haar dus maar naast me in de zetel gezet, en heb een beetje proberen lezen, terwijl ze naast me zat te brullen. Om kwart voor twee heb ik er Bart bij gehaald, en nog een kwartier later, na dus drie kwartier onafgebroken brullen, heb ik me aangekleed en ben met haar naar de dokter van wacht gereden.

Toen viel Merel stil: ze begreep niet wat er gaande was, en keek met grote ogen naar de ijskoude en verlaten wereld buiten de auto. De dokter vond echter niks. Oren, neus, keel, luchtwegen, darmen: alles deed normaal. Ze raadde me aan Merel nog een pijnstiller te geven, en de volgende ochtend naar de huisarts te gaan voor een urinecontrole, want het zou wel eens een blaasontsteking kunnen zijn. Tegen drie uur lagen we dus allebei in bed, en ze sliep. Oef.

Deze morgen glipten Bart en de jongens in stilte weg, en ik werd om kwart over negen wakker van een duif tegen mijn dakvenster. Ik moest gelukkig maar werken om elf uur, en had al met mijn ma afgesproken dat ik haar naar ginder mocht brengen. Ik belde dus eerst even de huisdokter op om te vragen of zij plaszakjes liggen had (waarmee de urine bij baby’s opgevangen wordt) maar helaas. Een afspraak werd dus uitgesteld tot half zes deze avond, tegen dan gingen die wel binnen zijn.

Pas om tien uur werd Merel wakker: vrolijk, fris, en met een temperatuur van 36,4°. Oef. Ik bracht haar naar mijn moeder, en ging werken. Om vier uur kon ik haar weer ophalen: ze was zeer rustig, maar wel vrolijk, had gegeten, goed geslapen, en had nog steeds geen koorts. In de auto naar huis werd ze zelfs steeds maar actiever, in die mate zelfs dat ik de doktersafspraak heb afgebeld. Hier thuis heeft ze twee boterhammen en een fles binnengespeeld, heeft vrolijk gespeeld met haar broers, alles omver gebabbeld, en nu ligt ze rustig in bed.

Ik denk dat we erdoor zijn. Ik hoop het maar.

Ziek

We zijn amper vijf dagen ver in het nieuwe jaar, en ik heb het alweer zitten. Sinusitis en tonsillitis.

Ik heb eind december nog maar tien dagen antibiotica genomen voor een serieuze sinusitis, maar blijkbaar heeft die niet afdoende gewerkt. Twee dagen nadat ik gestopt was, is het herbegonnen. Gisteren dus. Ik ben opgestaan met bonkende koppijn en een serieus zere amandel aan de rechterkant, compleet met klier in mijn nek. En mijn ganse lijf deed zeer.

De dokter die ik erbij haalde, was formeel: zwaardere antibiotica, en rusten. Tsja.

Ik voelde me ellendig: woensdag ben ik om zeven uur ’s avonds in bed gekropen, en heb geslapen tot half negen ’s morgens. Ik was ’s avonds trouwens versteven van de kou: het was hier 21°, ik had een hemdje aan, een Tshirt en een dikke wollen vest, maar ik was aan het rillen en klappertanden, mijn vingers zagen blauw, en wat ik nog nooit gehad had: mijn nagels deden pijn, en mijn vel was gerimpeld alsof ik net een uur in bad had gezeten of een lange afwas had gedaan. Niet goed, niet goed.

Vandaag heeft Bart al zijn afspraken afgezegd, en is thuisgebleven bij de kinderen. Maar goed ook, want om half tien lag ik alweer in bed. Rond de middag ben ik nog een uurtje wakker geweest, en dan in de vooravond ook nog ergens.

Man man man… Hopelijk sta ik zondag weer op mijn benen, want er is het nieuwjaren bij mijn schoonouders, en daarna een lange repetitie voor de koortoernooien over twee weken, en die wil/kan ik niet missen.

Maar momenteel heb ik geen stem. Zelfs dat niet.

Sinusitis from hell

De titel zegt het eigenlijk al: mijn sinussen staan zwaar onder vuur van virussen en ander microgeboefte.

Niet ideaal: ik ben nog volop aan het verbeteren. Doordat Merel zo ziek was, is ze tien dagen thuisgeweest, en helaas, dan krijg je eigenlijk bijna niks gedaan. Sinds donderdag is ze terug naar de crèche, helemaal genezen, gelukkig maar.

Maar intussen heb ik het concentratievermogen van een fruitvlieg, en gaat het dus niet vooruit. Mijn kop weegt een paar kilo extra, op mijn eentje los ik de (mogelijke) crisis van de zakdoekjesindustrie op, en de kloppende hoofdpijn moet ik er maar bijnemen. Af en toe neem ik een sinutab om toch nog iéts waard te zijn, maar eigenlijk mag ik dat niet van de dokter wegens glaucoom.

Hmpf. Ik zal blij zijn als de verbeteringen achter de rug zijn, en ik kan toegeven aan dat ziek zijn. Af en toe doe ik een klein tukje, maar eigenlijk kan ik me dat qua tijd niet meer permitteren.

Ugh.

Mereltje: update

bekers

Daarnet is de dokter opnieuw langsgeweest voor Merel (die vandaag trouwens dertien maanden is): ze wou geen risico nemen, en kwam dus op controle. Maar goed ook.

Want woensdag had ze crepitaties, ofte gekraak gehoord op de longen, en had ze dus antibiotica voorgeschreven. Die had er, samen met het veelvuldige gespoel van haar neusje, voor gezorgd dat onze kleine muis zich al een pak beter voelde, en dat ze eindelijk afgelopen nacht doorgeslapen heeft, voor het eerst in een week. Bart heeft me gisteren trouwens laten slapen ’s morgens: hij is er stilletjes met de jongens vanonder gemuisd, de schat!

Maar vandaag was het verdict minder positief: het gekraak was wel grotendeels verdwenen, maar er was gepiep in de plaats gekomen:  RSV. Ze schreef onmiddellijk aërosol voor, en gaat woensdag opnieuw langskomen ter controle. Mereltje mag voorlopig niet buiten tot dan, en mag dus zeker ook niet naar de opvang.

Ik ben dadelijk beginnen rondbellen: een opvang voor maandag en dinsdag geregeld via Partena, en met enige moeite – het halve land zit aan de aërosol – een aërosoltoestel gevonden.

Hopelijk betert het snel.

Jammer trouwens dat ze dus niet mee kan naar het feest voor oma’s honderdste verjaardag, en dat Bart ook moet thuisblijven dus. Al weet ik niet of die dat wel zo jammer vindt :-p

Zieke Merel is ziek.

ziek

De foto is van zondagavond rond half negen: Merel was doodop, en eigenlijk al heel de dag behoorlijk rustig, wat niet van haar gewoonte is.

En jawel, maandag rond negen uur werd er gebeld van de crèche: dat ze koorts had, en een enorm lopende neus, en of ik haar niet kon komen halen. Euhm. Ik moest maar beginnen werken om elf uur, maar kon die lessen, zo vlak voor de examens, niet missen.

Gelukkig kwam andermaal mijn moeder redding brengen: ik mocht haar naar ginder brengen. Oef. Ze heeft er prima geslapen, was koortsvrij, tot ik haar rond half vijf kwam halen: toen begon ze een beetje warm aan te voelen. En tegen dat ik thuis was met haar en de jongens, had ze 39°. Een suppo en vooral herhaaldelijke neusspoelingen brachten soelaas.

Dinsdag leek ze weer helemaal ok, en heb ik haar de hele dag naar de opvang gedaan. Daar had ze een klein beetje koorts, maar was ze zeer levendig en al, dus dachten ze dat ze kiezen aan het krijgen was. Zou kunnen.

Tot ze ’s avonds weer behoorlijk wat koorts kreeg, en ik ook merkte dat ze wat kortademig werd. Ze kreeg ook enorm veel last van die lopende neus, ondanks al het gespoel: om de vier uur werd ze wakker van het hoesten, omdat het slijm in haar keeltje liep. En dan waren het echt wel erge hoestbuien.

Deze morgen is Bart thuisgebleven bij haar, omdat ik examens moest afnemen. De dokter kwam, schreef onmiddellijk antibiotica voor omdat zowel haar longen als oortjes geïnfecteerd begonnen te geraken, en was er precies niet helemaal gerust in.

En Merel, die gaat op en af. Bepaalde momenten voelt ze zich prima, en speelt ze en lacht ze dat het een lieve lust is. Andere momenten is ze ellendig. Ze drinkt vooral veel, en slaapt gigantisch veel.

Hopelijk wordt ze snel beter. Gelukkig ben ik de twee komende dagen thuis. Er zal wel van verbeteren niet veel in huis komen, maar alla. Als mijn kleintje maar beter wordt.

Ziekteperikelen

Merel is een paar keer wakker geweest vannacht, maar heeft gelukkig niet meer overgegeven. Vast eten wilde ze niet, deze morgen, maar wel melk. Ze is gelukkig wel speels, zodat ik haar naar de opvang heb gebracht. Gisteren belden ze namelijk dat ze ginder ook wat had overgegeven, maar dat ze verder wel in orde was, dat ze speelde en lachte en zo. Ik ben haar dan maar gaan halen om vier uur, na school, want de week voor de examens nog lessen verliezen, da’s niet alles.

Maar vandaag, net toen ik terug thuis was van een uurtje lesgeven, rond half elf, belde de lagere school dat Wolf serieuze diarree had, dat hij al zes keer naar het toilet was gelopen. Ik vroeg me af of het soms kon zijn van het speciale gezonde schoolontbijt deze morgen, en de secretaresse ging nog even horen in de klas. Tien minuten later belde ze terug: het was wel degelijk meer dan wat teveel gegeten, want hij had net heel zijn bank ondergekotst. Ik ben hem dan maar gaan halen, en heb in allerijl mijn ma opgetrommeld, want ik moest om twaalf uur opnieuw lesgeven, en had eigenlijk wel nog wat werk gepland tussenin. Zij is hem komen halen, en ik kon verder lesgeven.

Om vijf uur ben ik dan maar eerst Wolf op gaan halen, tegen zes uur Kobe, en tegen half zeven Merel die nog niet veel gegeten had, maar niet overgegeven had ook.

Hopelijk morgen iedereen weer beter. Ik moet in elk geval niet lesgeven, maar heb wel nog stapels werk. Laatste week voor de examens, weetuwel.

Verbetering

Vandaag is er gelukkig wél verbetering!

Deze voormiddag lesgegeven, dan even thuis neergelegen, en dan naar de osteopaat. Die mijn bekken gekraakt heeft, waardoor ik plots weer recht kon staan. En de pijn weg was! Yay voor osteopaten!

Van pure blijdschap ben ik aansluitend richting kapper gereden (mijn haar is kort, en ik vind het niet echt mooi deze keer. Bof, het groeit wel terug.) die gelukkig net tijd had, nog even bij een vriendin binnengesprongen die ik in tijden niet had gezien, en dan even langs Barts kantoor om de vooruitgang in de verbouwingen te zien. Dan de kinderen gehaald. Nog even naar de Brico om een nieuwe bureaulamp en bestelde vuurtjes, naar de bakker, Merel opgehaald, iedereen van eten voorzien, en dan achter mijn PC, om hier te bloggen.

Yup, blij om terug een rug te hebben die naam waardig!

Op de tanden bijten

Maar niet echt letterlijk, vandaag.

Ik ben deze voormiddag voor het eerst in een week gaan lesgeven, en ik heb verdomd hard op mijn tanden moeten bijten bij momenten: de rug deed gemeen zeer. Maar bon, mijn lessen waren toch goed :-p

Ik heb nog snel gegeten op school, ben dan even gaan liggen thuis, en stond om 14.00u bij de tandarts. Alweer. Twee weken geleden was er namelijk een vulling uit een tand gedonderd, een oude vulling uit de tand waar ze aan gewerkt had. Ik had vorige week donderdag al een afspraak, maar toen was ik veel te mottig en slecht om uit mijn kot te komen. En nu had ik geluk dat er net iemand had afgebeld.

Bon, ze heeft de tand vakkundig opgevuld, en meteen ook de kies ernaast, die blijkbaar ook een gat had dat ze nog niet had kunnen zien. Ze stekte er nochtans compleet door, toen ze aan de zijkant van die tand kwam. Ze heeft drie spuiten gegeven, waardoor zelfs mijn neus en mijn oogkas verdoofd waren. Fijn hoor!
Thuis heb ik een dikke twee uur geslapen, wellicht vermoeidheid van de pijn van mijn rug.

Morgen mag ik terug naar de osteopaat. Het zal nodig zijn.

Nog eentje thuis

Wolf was vandaag nog thuis, Merel was naar de crèche. Tot die daarstraks belde dat ze alle kleintjes met diarree naar huis stuurden, omdat ze ook daar elkaar volop aan het besmetten waren. En dat Merel er weer erg van had. Ik ben dus Merel gaan halen, en heb meteen toch maar de dokter gebeld.

Ik ging die gisteren eigenlijk al laten komen omdat de opvang zei dat ze zo diarree had, maar ze was zodanig moe dat ik haar in bed heb gestoken, en de dokter heb afgebeld. Die ging dan deze voormiddag langskomen. Maar deze morgen, na haar ontbijt, had Merel een mooi vast kakje gedaan in haar pamper. Probleem voorbij, dacht ik zo, en dus dokter nog maar eens afgebeld.

Daarstraks is ze dan toch langsgeweest, maar ze kon niks vinden: Merel was vrolijk, alert, en er was niks abnormaals te horen aan haar buikje. Bizar. In elk geval heb ik een briefje dat ze morgen wél weer naar de crèche kan. Want Wolf, daar kan ik wel voor zorgen, maar met die kapotte rug van me (nee, de osteopaat heeft blijkbaar niet geholpen) kan ik Merel amper tillen.

Zucht.

Ne mens wordt daar zo moedeloos van…