Ook dat nog…

Nu ben ik ook nog serieus door mijn rug gegaan, acute hernia.

Gisterenavond was Merel namelijk heel even vergeten dat ze nog niet zonder steun kon stappen, en is ze voorover gedonderd, met haar tandjes door haar lip. Alles zat onder het bloed, en zij maar krijsen. Mijn ma, die er gelukkig bij was, kon haar niet stil krijgen, en ik voelde me eventjes haalbaar, dus ging ik ze wel even in haar bedje leggen. En op het moment dat ik me dus voorover buig om haar neer te leggen, voel ik het kraken in mijn rug. Opnieuw mijn hernia dus die opspeelt, wellicht omdat mijn spieren al lastig deden omwille van die buikgriep. Dat had ik nog net nodig. En het stomste is dat mijn ma dus gewoon naast mij stond, en ik dat dus helemaal niet had hoeven doen.

Het is wel serieus deze keer: ik heb totaal geen kracht meer in mijn benen, en geraak zelfs met mijn krukken nog nauwelijks vooruit. Hmpf. En naar een osteopaat gaan zit er voorlopig nog even niet in, want met die buikgriep sta ik sowieso nog te zwieren op mijn benen, en durf ik het huis niet uit omwille van de buikkrampen.

Joy oh joy…

Nog steeds ziek

Ik heb zelfs van ellende mijn ma opgetrommeld om voor de kinderen te zorgen, zo slecht gaat het momenteel. Ma had zich sowieso voorzien op een avondje babysitten, omdat ik eigenlijk naar een speciale avond van Prima Donna moest, en ik keek daar enorm naar uit. En eigenlijk had ik generale repetitie vandaag voor de cultuuravond morgen, maar helaas.

Ik heb zelfs de dokter laten komen, omdat mijn onderrug zo pijn doet, en ik bang was dat het mijn nieren zouden zijn, maar blijkbaar is de virusinfectie zodanig zwaar, dat al mijn spieren pijn doen, vandaar. De dokter heeft mij meteen ook morgen nog thuisgezet, omdat ik momenteel besmettelijk ben.

Meh. Niet alleen moet ik mijn collega’s van de cultuurcel in de kou laten staan wat de geluidstechniek betreft, ik kan zelfs niet eens zelf naar de voorstelling gaan, en ik wilde Uberdope en Senne Guns, allebei oudleerlingen, eigenlijk toch echt wel eens zien.

Gelukkig voelt Wolf zich intussen wel wat beter: hij is vandaag toch naar school gegaan. Toch nog iets.

Buikgriep

Het zal hier wellicht wat stil zijn de komende dagen: ik heb buikgriep. En serieus ook. Meh.

Bijzonder slechte timing: die cultuuravond vrijdag, de punten die zondag moeten binnen zijn, dat soort dingen.

Daarstraks is de chauffagehersteller langsgekomen, en die mens trok nogal ogen, toen ik plots richting een emmer spurtte, en uitgebreid overgaf. En hij begreep meteen waarom ik nogal wankel op mijn benen sta.

Hopelijk is het snel voorbij. Blah.

Tandarts

Ik ben daar dus geen held in, he. Tandarts, nee bedankt. Is het nu omdat mijn eigen ma tandarts is, en zij vond dat ik maar niet kleinzerig moest zijn? Dat zij altijd uitvoerige gesprekken begon op het moment dat ik daar dan hulpeloos met mijn mond vol watten lag en enkel nog onbestemde keelklanken kon uitbrengen? Ik weet het niet.

Ik weet alleen dat ik altijd met een klein hartje naar de tandarts ga. Deze keer was ik er trouwens zeker van dat ik een gaatje ging hebben, want een bepaalde tand was vrij gevoelig, en ik voelde een oneffenheid met mijn tong. En jawel, een enthousiast gat.

Hmm. Gelukkig is mijn nieuwe tandartse hier op Wondelgem – mijn ma is met pensioen en heeft niet meer alle materiaal – het soort dat ik graag heb: to the point, zakelijk, en zonder blabla. Snel en efficiënt.

En zo stond ik een half uur later opnieuw buiten, met een netjes opgevulde tand en een slapende kaak, zonder een greintje pijn. En was mijn gigantisch slechte humeur meteen ook opgeklaard.

Herpes labialis

Ik ben eraan voor de moeite. Bijna veertig jaar heb ik het volgehouden om dat virus uit mijn lijf te houden, maar helaas: ik heb een koortsblaas, voor het eerst.

En zeer dat dat doet! Dat wist ik niet! En ambetant dat dat is! Ik moet enorm opletten dat ik Merel niet besmet, want naar ’t schijnt is dat bij kinderen nog veel erger en pijnlijker.

Mijn hele lip staat dik, klopt, piekt, en ik heb voortdurend de neiging erop te willen bijten. Ik smeer kilo’s zalf, en af en toe leg ik er zo’n patch op, maar dat helpt toch allemaal niet schitterend.

Meh.

Stom virus!

Ziekenbezoek (nou ja)

Het is een bezigheid als een ander, zo bij uw vrouwelijke familie op ziekenbezoek gaan.

Op donderdag ben ik klaar met lesgeven om 12.55u: ideaal om nog op school te eten, en dan een paar andere dingen te doen.

Zoals mijn ma gaan opzoeken, die gisteren aan haar knie is geopereerd. Niet dat ze dat bezoek eigenlijk van doen had: ze had totaal geen pijn, en stapte vrolijk rond. Ze had al gekookt, was al voor vanalles-en-nog-wat aan het rondcrossen, en was zich van geen rust bewust. Stilzitten na een knieoperatie? Da’s voor mietjes! Zeker als het maar om het weghalen van kapot kraakbeen en lastige stukken meniscus gaat, wat denk je wel.

Ik heb dus rustig wat zitten kletsen met haar, en ben dan naar Eeklo gereden, alwaar mijn grootmoeder (mijn moeders moeder, uit hetzelfde hout gesneden) in de kliniek ligt. Ze is ei zo na 90, zo goed als blind, en heeft maar één been meer, maar dat belette haar niet om nog alleen thuis te wonen. Met Familiehulp en verpleegsters aan huis en zo, dat wel, maar dan nog. Maar vorige week is ze gevallen, met een barstje in haar schouder tot gevolg. Gelukkig had ze haar alarmknop om de hals, zodat er zeer snel iemand was om haar op te rapen. Ze mag alleen zes weken niet steunen op haar arm, zodat ze niet met haar looprek rond kan lopen, en dus ook niet thuis kan zijn (er is een niveauverschil tussen living/slaapkamer en keuken/toilet). Ik heb er een uur gezeten: ook haar beste vriendin Odette en kuisvrouw Monique waren er, en we hebben oeverloos gezellig zitten kletsen, want zelfs ik ken die mensen al jaren.

Soit, op die manier was mijn namiddag snel gepasseerd. Maar ik ben toch blij dat ik nu maar 4/5 werk, of dit had niet tot de mogelijkheden behoord.

Aanvulling op de vorige post – lopen

Nog even erbij zeggen: het is enkel lopen waar ik een enorm probleem mee heb.

Ik ben vorige week een paar keer gaan fietsen, op een doodgewone damesfiets in doodgewone kleren, en volgens Runkeeper hield ik er een mooi tempo op na, gemiddeld 22 km. Ik zweette niet eens.

Toen ik destijds bij de dokter een cardiovasculaire proef moest afleggen, was dat op een fiets, en mijn hartslag deed heel normaal, net zoals mijn ademhaling en dergelijke, en mijn conditie bleek nog mee te vallen. Moesten ze me diezelfde test afgenomen hebben op een loopband, ze hadden me ter plekke richting ziekenhuis gestuurd, vermoed ik.

Pompen, iets wat een pure krachtinspanning is, is ook geen probleem: ik kan zonder veel moeite (voor zover mijn polsen het uithouden, dat wel) 30 keer pompen. En dan echt pompen, niet met de knietjes op de grond uiteraard.

Maar niet lopen. Of springen. Of iets anders waar mijn ademhaling volledig mee in de knoop slaat.

Eind deze week ga ik kijken naar een manège, om eventueel weer te beginnen paardrijden. Want dat lukt dan wel weer probleemloos, ondanks de stijve spieren.

Lopen – of toch niet

Nu ik al behoorlijk wat gewicht kwijt ben, is het tijd om ook te sporten. Ik ben al een paar keer gaan fietsen, en ik heb al een hele tijd de Start to Run op mijn iPhone staan. Ilse heeft vorige week mijn geleende sportschoenen teruggebracht, en dus had ik niet veel excuses meer.

Bart is vorige week een keer of drie gaan lopen. Telkens amper tien minuten, maar je moet ergens beginnen, nietwaar? Toen we het er gisterenavond over hadden, besloot ik mee te gaan. Deze morgen heeft hij me dus om half zeven wakker gemaakt, en stond ik tien minuten later buiten in Tshirt, legging en loopschoenen. Maar nog zonder Start to Run, eerst eens kijken wat het gaf.

We zijn samen gestart, maar ik liep vééls te traag voor hem. En zelfs dan nog. Ik ben een meter of 200 ver geraakt, en toen moest ik al stappen. Zucht. Zweten deed ik niet, ik had alleen geen adem meer. Het voelde alsof mijn longen amper halverwege mijn ribben kwamen, en mijn luchtpijp en longen brandden. Fijn.
Ik ben verder gewandeld, en heb nog een keer of drie geprobeerd om opnieuw te lopen. Langer dan een halve minuut (kan ook korter geweest zijn) hield ik het nooit uit.

Bon, ik heb dus toch een ochtendwandeling gemaakt.

En ik voelde me weer zestien en een complete mislukkeling. Toen moesten we ook lopen: twaalf minuten lang, en zien hoe ver je geraakte, de fameuze Coopertest. Ik weet dat ik in het laatste jaar drie weken lang elke morgen om zeven uur ben opgestaan om rondjes te lopen rond de binnentuin (ik zat op internaat). Zonder resultaat. Nu ja, na drie weken raakte ik op twaalf minuten ongeveer honderd meter verder dan in het begin. Mijn lerares wist dat ik elke morgen ging lopen, en gaf me vol medelijden toch nog een vijf, waar ik eigenlijk een drie verdiende.

Vanmorgen heb ik dus mijn tranen verbeten, en was ik blij dat ik nog niks gegeten had, want ik had het vast en zeker uitgekotst.

Lopen, het is niks voor mij. Helaas.

Toe

Vandaag is het hier toe. Want ik voel me echt niet goed: mottig, misselijk, ijskoud (ik zit met een wollen vest, een sjaal, dikke kousen, onder een dekentje, en het is hier 21,5 graden en ik heb het nog ijskoud) en wellicht ook met een borstontsteking, want ik kan me niet verroeren van de pijn.

En daarom ga ik nu weer liggen, nu Merel even slaapt. Ugh.

Kinesist

Ik ga nu al een paar weken naar de kinesist. Eigenlijk voor postnatale kine, oefenen van de bekkenbodemspieren en zo, kwestie van niet in mijn broek te plassen als ik nies of keihard moet lachen.

Maar het is nu al een paar keer een stevige massage van mijn rug en nek geworden. Dat gezeul met die kinderen, dat is dus niet te onderschatten he! En het laatste wat ik nu kan gebruiken, is dat ik door mijn rug ga en Merel al helemaal niet meer kan oppakken. En dus laat mijn nichtje de kinesiste de oefeningen voor wat ze zijn, en pakt ze keihard mijn rug aan. Die daar helemaal van ontspant, en de volgende dag blauw aanvoelt :-p

Maar het doet dus echt wel deugd he. En het houdt de rugproblemen blijkbaar nog een beetje op afstand.