Rug

En toen ging ik maar weer eens door mijn rug.

Deze keer heb ik er geen idee van wat de concrete aanleiding was: ik heb niks speciaals gedaan of opgepakt, tenzij natuurlijk een peuter van 16 kilo, jawel.

Zaterdag had ik een lichte zeurende pijn, en ook zondag was dat het geval. Ik heb nochtans alle gewone dingen kunnen doen, en ben zelfs zonder noemenswaardige problemen drie uur in het koor op een stoel kunnen gaan zitten. Wat ik dus blijkbaar beter niet had gedaan.

Want maandag morgen was het om zeep: ik ben opgestaan met echt wel veel pijn. Desondanks ben ik gaan lesgeven (je kan daar afwisselen tussen zitten, staan, leunen, en rondlopen), maar na twee uur, toen ik twee uur tussen had, ben ik toch maar weer even naar huis gekomen om plat te liggen. Dat doet deugd, maar echt beteren doet het voorlopig niet.

Ook een goeie nachtrust heeft niet geholpen. Deze morgen was het nog steeds niet in orde, en heb ik bijzonder hard op mijn tanden gebeten om te werken. Intussen heb ik boodschappen gedaan en lig ik nu weer in de zetel. Plat. Met de bijzonder toegewijde hulp van mijn oudste, die zijn volle vijf jaar bijzonder hulpvaardig in de schaal gooit, en de hond eten geeft, licht aansteekt, post haalt, telefoon brengt…

Lief he 🙂

Bart

Getrokken met een simpel toestelletje met flits en dus overbelicht, maar verder wel een mooie foto, vind ik.

Bart

Verjaardag

Jawel, vanaf vandaag kan ik vier dagen lang zeggen dat ik getrouwd ben met een oudere man. En maakt hij me uit voor jong ding en zo.

Gelukkige verjaardag, liefje!

Beste maat

Vroeger waren we quasi onafscheidelijk, mijn beste maat en ik. Uren kon ik bij hem zitten ’s avonds, als Bart toch naar een vergadering was, en zelfs wanneer die thuis was. De hele grote vakantie bracht ik bij hem door, we gingen samen uit, namen onze moeders mee naar Parijs, trokken een dagje naar Londen, zochten een lief voor hem, en kletsten uren aan een stuk met grote koppen dampende koffie voor ons.

Toen kwam Wolf, en werd mijn tijd een stuk gelimiteerder. Maar ongeveer een keer per week lukte het wel nog om af te spreken, samen iets te eten over de middag, of om een uurtje bij te praten bij alweer een kop koffie.

Toen kreeg hij ander werk met veel regelmatiger uren, en was hij nooit meer thuis over de middag. En verhuisde hij naar de andere kant van Gent waar ik nooit moest passeren. Bij mij was Kobe er intussen en dus nog minder tijd.

En we verloren elkaar eigenlijk min of meer uit het oog. En elke keer dat ik hem terugzie, op de zeldzame keren dat we erin slagen tijd te maken voor elkaar, geniet ik daar enorm van. Dan lijkt het opnieuw alsof ik hem gisteren pas gezien heb, is die oude vertrouwdheid er weer, en weet ik dat ik hem mis.

En toch slagen we er niet in vaker af te spreken, met alle mogelijke smoezen en excuses.

Stom.

Verschanst

Af en toe bouwen die van mij een fort, of zoals Wolf het ooit beginnen noemen is, een frittakaas. En dan kruipen ze daar samen in/onder, en zitten ze onnoemelijk te giechelen. En ik vind het héérlijk 🙂

verschanst

Gezegende leeftijd

Vandaag zijn mijn grootmoeders op de koffie gekomen. Mijn ouders waren in de buurt met hen gaan eten, en aangezien het vreselijk lang geleden was dat ze hier nog waren geweest, kwamen ze hier dan maar koffie drinken, nogal op ’t onverwacht. Ik heb de vier éclairtjes die Bart voor onszelf had gekocht, in twee gesneden en een confituurtaart in de oven geschoven, en dat was dat.

Rond vier uur zaten we dus gezellig met zijn achten aan tafel: Bart, ik en de kinderen, mijn ouders, en de twee bejaarde dames. Bejaard is hier wel op zijn plaats, want de ene oma (omoe voor de kinderen) is 87, de andere 97.
Ik keek rond, en ik prees me gelukkig. Dat ik hen allebei nog heb, en in relatief goeie gezondheid en verstand. En ik vond het bijna niet te vatten dat er 95 jaar tussen de ene oma en mijn jongste zoontje zit. Bijna een eeuw. Poeh.

Moge dit nog vele jaren duren, oma’s!

omoes

hap

omavanz

Mis

Bart zit zes dagen in de Verenigde Staten. Ik slaap dus vijf nachten alleen in ons grote bed.

Gisteren betrapte ik mezelf erop dat ik uitvluchten zocht om toch maar niet te gaan slapen. Mijn vriendinnen waren weg rond elf uur, maar ik keek mijn sites nog na. Las mijn feeds tot de teller op nul stond. Overliep alle statussen in Facebook die ik gemist had. Stak een was in, vouwde er nog eentje op. Ruimde de woonkamer op, gaf de planten water.

Rond half één lag ik uiteindelijk in bed. Alleen.

Ik denk, nee, ik weet wel zeker dat ik hem mis.