Moederdag 2025

Wolf was, zoals quasi elk weekend, bij Arwen gaan slapen, maar was speciaal tegen negen uur teruggekeerd, mét cadeautjes. Jawel, hij had zich gisteren de moeite gegeven om nog een mandje samen te stellen, speciaal voor mij.

Ik was vroeg wakker en zag het echt niet zitten om in mijn bed te blijven liggen tot negen uur, maar ik mocht van Merel toch al in de zetel gaan liggen terwijl zij een en ander klaarzetten.

En dus was er om negen uur het traditionele moederdagontbijtje, met cadeautjes dus.

Koffiekoeken, vers fruit, een Danio – dat hoort zo – een iced coffee, een eitje, en dus die mand. Wat zat daar nu in?

Een legoset van een kleine orchidee, een set lampjes op batterijen voor buiten, een paarse nagellak, lipgloss en oogschaduw, theelichtjes met lavendelgeur, een los kaarsje, en snoep, redelijk wat snoep. Heerlijk toch?

En van Bart kreeg ik een prachtig rood boeket bloemen.

Maar vooral: ze waren alledrie thuis, en daar geniet ik gigantisch van. Dat Kobe al vrij snel weer richting scouts trok om te studeren en dat ook de andere twee richting hun kamer gingen voor hetzelfde doel, dat vond ik niet zo erg. Ik heb mijn kuikens zo graag thuis, weet je…

Maar als ik die drie bekijk, zo vandaag op moederdag, dan kan ik alleen maar trots zijn. Drie heerlijke, beleefde, leuke, slimme en zelfs mooie kinderen die goed met elkaar overeen komen, die doen wat ze moeten doen, die niet klagen wanneer ik hen iets vraag en die mijn leven zo veel mooier, zo veel voller maken.

Yup. Een fijne moederdag.

 

Ik ben getrouwd met een goeroe

Ik ben niet alleen heel vaak trots op mijn kinderen, ik ben dat ook op mijn man, al zeg ik dat misschien niet zo vaak.

Maar hij heeft toch maar vanaf nul een bedrijf uit de grond gestampt dat op een bepaald moment meer dan 100 man personeel telde, heeft dat bedrijf dan verkocht, heeft een gigantisch kantoorgebouw gekocht en verhuurt dat, en heeft nu een nieuw bedrijf I Know A Guy (m/v/x), ofte IKAG, en is daarmee blijkbaar de koppelaar tussen agencies en bedrijven. Maar ook nog steeds de steun en toevlucht van veel eigenaars van agencies die met vragen en problemen zitten. Dat hij de agencywereld een beetje kent, is dan ook een understatement.

Maar ik moest toch ook lachen toen ik de volgende aankondiging zag voor een VIP-tafel bij een boksgala. Altijd fijn als uw wederhelft zo wordt aangekondigd, toch?

Nog steeds in het ziekenhuis, maar wel al op zondag bij ons

Ik zat vorige week zo te denken: als ons pa eigenlijk ontslagen zou mogen worden uit het ziekenhuis en eigenlijk gewoon wacht op een plekje in een WZC, dan kan hij toch gewoon ook op zondag opnieuw bij ons komen?

Ik klampte de dokter aan en kreeg – ze was haastig wegens al te laat voor een vergadering – meteen bevestigend antwoord: uiteraard mocht hij op zondag met me mee, geen enkel probleem.

Vandaag ben ik hem dus om half twaalf gaan ophalen en verliet hij voor het eerst in meer dan 2.5 maand het ziekenhuis. De frisse lucht en de zon op zijn snoet deden deugd, zei hij. En vooral ook het gewone gezinsleven bij ons, de verandering van omgeving, de normaliteit, het gezellige gedoe.

Hij sorteerde een immense berg kousen – ik was er zelf niet echt aan toegekomen, we visten sokken uit de mand – en zat voor de rest gewoon buiten in de zon, ook al zat er niemand anders buiten. Tsja, Wolf zat op de Belgian Auto Show voor UGent Racing en Kobe was op scoutsweekend, veel volk was er sowieso niet.

Maar hij genoot: voor een keertje lekker eten dat eens geen ziekenhuiskost was. Bart had een gegratineerd oestertje als voorgerecht, dan een risotto met scampi en venkel en verschillende soorten taartjes bij de koffie. Yup, hij kan koken, die vent van me.

Tegen vijf uur bracht ik hem terug, want om kwart over vijf brengen ze daar het avondeten, en hij wilde op tijd terug zijn.

Yup, het heeft deugd gedaan, ook voor mij, om eerlijk te zijn.

Barts tatoeage

Wolf stuurde me onlangs een berichtje met de vraag of ik een foto had van Barts tatoeage. Blijkbaar was dat aan bod gekomen in een gesprek. Ik dacht dat er iets van hier op het blog stond, maar blijkbaar dus niet, Wolf had er ook al gezocht.

Nochtans is het een impressionant gegeven, en dan heb ik het niet over de kleine wolvenkop die hij laten zetten heeft op zijn rechter bicep na Wolfs geboorte in 2012. Nee, ik heb het over zijn half sleeve die hij enkele jaren geleden, in 2019, laten zetten heeft door een Russisch kunstenaar. Ik ben er wel fan van, ja, en in het midden staat het logo van zijn bedrijf. Het maakt niet uit dat dat nu verkocht is, het was en is zijn levenswerk en het blijft een mooi logo. En de hele tattoo is ook echt knap, jammer dat die meestal onder zijn kleren verborgen zit.

 

Update over ons pa

Ons pa zit ondertussen toch alweer bijna twee maand in het ziekenhuis, dus nog even een update.

Ja, hij is stukken beter, maar dat kan ook niet anders, nu hij regelmaat heeft, deftig eten op gezette tijdstippen krijgt en vooral ook stipt zijn medicatie neemt. Maar het hele team is het er intussen over eens: dit is geen man meer om nog alleen te leven, zeker niet in een huis met trappen. Anders is het hetzelfde liedje als de vorige twee keer: in het ziekenhuis krijgen ze hem weer helemaal goed, dan gaat hij naar huis, gaat het de eerste twee weken wel oké, begint hij weer zijn medicatie te vergeten, en zit hij twee à drie maanden later toch weer het ziekenhuis binnen.

Intussen heeft hij daar wel een episode gehad van opnieuw slijmen overgeven en heeft hij weer een slokdarmdilatatie gehad. Dat is intussen verholpen, ook al omdat hij zijn maagmedicatie een half uur voor de maaltijd krijgt.

Hij is wel al eens gevallen, gewoon, stomweg zijn evenwicht verloren in zijn eigen kamer. Gelukkig had hij niks behalve een schram op zijn hand, maar het had veel erger kunnen zijn.

Maar het verdict is duidelijk: hij doet zich veel beter voor dan hij eigenlijk is, en als je hem wat kent, weet je dat hij eigenlijk toch wel behoorlijk beperkt is in zijn zelfstandig functioneren.

Op zich mag hij intussen het ziekenhuis verlaten, maar er is voorlopig geen plaats in een WZC. Het liefst van al wil hij naar Zomergem, naar Ons Zomerheem, maar daar is geen plaats momenteel. Ik heb ook Lovenbos en nog een ander in Lovendegem opgegeven, net zoals Residentie Vroonstalle hier op de Evergemsesteenweg, maar ook dat is voorlopig volzet. Het is dus nu gewoon wachten tot hij ergens terecht kan, en dan hopelijk binnen afzienbare tijd een transfer naar Ons Zomerheem.

En intussen leest hij zijn krant, kijkt hij wat tv, mijmert hij vooral ook veel, en slaapt. In het ziekenhuis. Tsja.

 

21

Lieve Wolf

nu kan ik er echt niet meer omheen: ook in de vroegere, ouderwetse termen ben je nu volwassen. Je prefrontale cortex zou intussen stilaan volgroeid moeten zijn: je bent eindelijk de vlinder – of dikke mot? – die uit dat rupsje is voortgekomen. Een rupsje dat ik heb mogen koesteren, dat ik zich heb zien inspinnen in een cocon, en de vlinder die ik nu echt moet loslaten, want vlinders en gevangenschap gaan niet goed samen.

Niet dat ik je gevangen wil houden, liefje, dat zou je ook niet toestaan, maar soms vind ik het lastig je los te moeten laten. Je hebt een eigen leven, dat heb je al even, maar je huis – ons huis – is al lang niet meer je voornaamste verblijfplaats, behalve dan misschien tijdens de blok en de examens. Je hebt nu eindelijk je definitieve kot voor de komende jaren, ons nieuwe appartement, en dat ben je dan ook met rustige zekerheid aan het inrichten. En daarnaast denk ik dat je meer wakende uren in Lovendegem bij Arwen doorbrengt dan hier bij ons in Wondelgem. Ik begrijp dat volkomen, liefje: zij is een huismus en het is makkelijker voor jou om naar daar te gaan dan voor haar om hier te komen. En daar heb je meer gaming gerief, meer plaats, de dieren, dat soort dingen, terwijl je hier toch maar op je kamer zit.

Maar ik hou van je rustige, kalme aanwezigheid. Daarin trek je zo hard op je papa. Ach, je trekt in zo heel veel dingen op je papa, en dat zorgt er alleen maar voor dat ik je nog liever zie. Je hebt zijn doorzettingsvermogen, zijn vastbijten in de dingen, zijn droge humor, zijn ernst… Maar tegelijkertijd heb je ook mijn koppigheid – al wil ik hiermee niet gezegd hebben dat je papa niet koppig is – en dat zorgt ervoor dat je ook zo vlot door je studies gaat. Je inzet, je werkpaardattitude is immens. En nu is daar, nog meer dan vorige jaren, UGent Racing bij. Je zit in het bestuur, je bent hoofd van de afdeling Autonomous, je werpt ideeën op, raakt gefrustreerd als daar dan niks mee gedaan wordt, werkt dan zelf maar dingen uit, en steekt er uuuuuren in. Met volle goesting en het occasionele gegrommel. Want ja, net als je ouders ben je het principe van Roger toegedaan: “Wat je zelf doet, doe je – meestal – beter”. Dat je tijdsmanagement daardoor niet altijd optimaal is, zal je worst wezen: slapen doe je wel als je dood bent, je bent maar één keer jong, toch?

Ach liefje, ik hou enorm van de man die je geworden bent. Geen idee of we, als we dezelfde leeftijd hadden gehad, ooit vrienden hadden kunnen zijn, dat weet ik nog zo niet. Maar het feit is dat je me gigantisch trots maakt, dat mijn hart telkens weer opspringt als je door de garagedeur binnenkomt, als je hier naast me in de zetel ploft, als je met een grote grijns een snoepje uit een van de glazen potten pikt of als je je zusje kan plagen.

En dan kan je me gemakkelijk manipuleren om toch maar weer een extra pull voor jou te betalen, of je mijn auto te lenen, of iets extra voor je te doen. Jij weet dat je me manipuleert, ik weet dat je me manipuleert, jij weet dat ik dat weet, en stiekem genieten we er allebei van.

Want zolang je zo hulpvaardig blijft, zo lief, zo zorgzaam, zo medelevend, zo onzelfzuchtig en tegelijk toch zo zelfbewust, zolang jij Wolf blijft, zal ik je graag zien. Ook de volgende veelvouden van eenentwintig jaar.

Trotse mama

Vandaag kwamen de punten van de jongens online: om vier uur die van Wolf, om vijf uur die van Kobe. Bij Wolf was ik er redelijk gerust in, bij Kobe was het nog met een bang hartje afwachten, want het was zijn eerste examenperiode en dan kan je echt aan geen kanten inschatten hoe een examen is geweest. Allez ja, hij was er vrij zeker van dat Analyse ging gebuisd zijn en dat hij voor wetenschappelijk programmeren een 18 of zo ging hebben, maar verder? Geen idee. En doordat hij vrijwel altijd op de scouts ging studeren, hebben wij er eigenlijk ook geen zicht op.

Maar bon, iets over vier kwam dus Wolfs uitslag:

Twee keer 15, twee keer 14, maar helaas dus ook die 8 voor AI, en die is niet delibereerbaar, dus toch tweede zit. Hopelijk blijft het bij dit eentje, maar het is wel doodjammer. Tsja… Maar de rest is dus echt wel goed.

En dan, tegen vijf uur, kwam Kobe:

Eerlijk? Doodcontent! We wisten het echt niet, en gezien zijn studiehouding in het middelbaar hielden we ons hart vast. Analyse wist hij dus, en chemie was zijn laatste en dat ging inderdaad ook niet goed, dat had hij gezegd. Het zijn ook redelijk stevige buizen… Maar de rest? Het is niet alsof hij telkens met de hakken over de sloot is: twee keer 12, een 15 en effectief een 18. Knap gedaan!

Het is intussen ook wel duidelijk dat hij, net zoals Wolf, een studierichting heeft gekozen die hem echt volledig ligt. Uiteraard zijn er nog steeds, zoals hij dat zelf noemt, “poepvakken” zoals die wiskunde, maar over het algemeen doet hij het echt graag.

Ze hebben beiden hun nieuwe luxekot dus meer dan verdiend. En ja, ze zullen allebei nog moeten studeren in de grote vakantie, maar voor een groot deel zijn ze er al vanaf. Dik in orde.