Minotaurus

De mensen die mijn achtergrond kennen, denken uiteraard dat ik hier een post ga schrijven over het bekende monster in het labyrinth van Kreta, een knappe Griekse mythe.

Niet dus. Het heeft er uiteraard wel mee te maken, maar het is veel wijzer 🙂 Een ganse tijd geleden was Bart uitgenodigd op de officiële voorstelling van een aantal gezelschapsspellen van Lego. Op het eerste zicht een contradictio in terminis, maar nee hoor! Lego weet het gegeven gezelschapsspel feilloos te combineren met zijn grote sterkte, namelijk het bouwen, variëren en improviseren met steentjes.

lego-minotaurus

Je krijgt een grote doos, en daarin zit een hoop bouwblokjes en een handleiding. Niks nieuws dus. Op die manier bouw je zelf je speelbord op. In ons geval – Bart had uiteraard niet toevallig voor de Minotaurus gekozen – kwam je een labyrinth uit, met in elke hoek van het vierkante speelbord vier miniventjes (ze kunnen op één tsjoepke) en in het midden een woeste minotaurus die je dreigde op te eten. Met een speciale dobbelsteen (die trouwens ook te veranderen en aan te passen is naar goeddunken) probeer je dus als eerste het midden te bereiken.

Ik denk dat we amper twee spelletjes gespeeld hebben, voor Wolf de spelregels al begon te veranderen. Hij veranderde eerst de dobbelsteen, begon daarna muren te verzetten, en liet zijn fantasie de vrije loop. Kobe trouwens ook: die had de dag daarna de doos uitgehaald, en met de muurtjes een hoge toren gebouwd, en een gevangenis voor de minotaurus. “Dan kan die ons niet meer bijten, he mama!”

Enfin, wel een aanrader dus: het spelletje zelf is leuk voor kinderen, en je kan het naar believen aanpassen als je het moeilijker en/of ingewikkelder wil maken.

Ik zou de andere spellen eigenlijk ook wel eens willen uitproberen.

Italiaans koffiekannetje

Doe ik iemand een plezier met een splinternieuw koffiekannetje voor twee personen, zoals op onderstaande foto? Er staat wel het merk Jacqmotte op :-p

Moka

De eerste die in de comments antwoordt, en het kan afhalen hier in Wondelgem of bij Bart op kantoor in Gent centrum, krijgt het.

Neptunus

Voor de Gentenaars onder u die het Gentse openluchtzwembad Neptunus nog niet kennen: shame on you!

Voor ons is het bijzonder praktisch, het ligt op amper een kilometer van hier. Omdat ze ons zowat de warmste dag van het jaar voorspelden, leek het me wel wat. Oorspronkelijk ging ik met ons ma en de kinderen naar de Blaarmeersen gaan, maar zij zit met een wondje aan haar scheenbeen dat maar niet wil genezen en ontstoken is, en ze gaat dus liever niet in het water. Volkomen begrijpelijk, overigens. De Blaarmeersen zag ik niet zitten met de kinderen op mijn eentje, maar het zwembad hier wel, omdat er ook kleedhokjes en zo zijn, en ik vooral op een paar minuten weer thuis sta. Ik belde even naar mijn ma, en zij had eigenlijk wel zin om mee te gaan, en mijn pa ook, maar dan ietsje later, als de ergste hitte voorbij was.

Zo kwamen we netjes tegen tien over vijf aan aan het zwembad, en ik had de indruk dat het maar goed ook was, dat we zo laat waren: er gingen ganse drommen mensen naar huis, en nóg was het er behoorlijk druk.

We zochten een plekje niet ver van het kinderzwembad, en ik begon te smeren. Zodra de kinderen klaar waren, zei ik dat ze al naar het water mochten, verwachtende dat ze naar de ondiepe kant zouden gaan, en oma en opa dat in de gaten zouden houden. Zelf begon ik mijn armen en schouders ook wat in te smeren. Een paar seconden later hoorde ik Wolf roepen, en ik rukte me om: de kinderen waren meteen van de glijbaan gegaan, waar Kobe net niet meer kon staan, en die was dus kopje onder. Ik heb alles laten vallen (letterlijk, merkte ik later) en ben naar het water gespurt, waar Wolf zijn broer al boven water had gevist. Kobe was verschoten en nogal aan het sputteren, maar er was geen enkel probleem, en een paar tellen later zat hij met oma in het ondiepe te spelen. Mijn hart!

Al bij al is het een hele fijne namiddag geworden, met enthousiaste kinderen, een opa die vrolijk heeft meegezwommen en gespeeld, en een oma die het toch niet kon laten om geregeld het water in te gaan. En ik, ik heb genoten van het gezelschap en de verkoeling van het water.

Zwembadpret

Deze voormiddag om half twaalf was ik EINDELIJK klaar met verbeteren, en dat heb ik gevierd door snelsnel naar de Brico te rijden en een elektrisch luchtpompje te kopen. Op zich een luxeartikel, vind ik, maar ik zag het écht niet zitten om een uur lang te staan pompen als een zot om het zwembadje op te blazen.

Want geef toe, het is toch prachtig zwembadjesweer? En aangezien ik een tijdje terug een nieuw zwembadje had gekocht en het woensdag was, leek het me ideaal.

Ik ben de kinderen gaan ophalen, heb en passant nog een vriendje uitgenodigd om te komen spelen, en heb daarna in amper een dikke vijf minuten het zwembad opgezet. De kinderen straalden 🙂 Man, dat pompje is zijn 25 euro waard!

Ze hebben er quasi de hele namiddag in rondgeplonst, Kobe had geen zin om te slapen, en dat het water nog ijskoud was, kon hen duidelijk niet deren.

Ik vind het trouwens nog best een mooi ding ook. Handig ook, je ziet ze ook nog als ze neerzitten.

zwembad1.

zwembad2

En ik? Ik heb in de hangmat gelegen, koffie gedronken met de mama van het vriendje, en eigenlijk niet veel poot uitgestoken. Ik vond dat ik dat eens verdiend had.

Kantoor

De kogel is door de kerk, mijn wederhelft heeft samen met zijn broer een bvba opgericht, en daarmee (en met een serieuze lening van de bank) een nieuw kantoor gekocht. Bedoeling is in het najaar daar zowel Netlash als Talking Heads onder te brengen, en een paar flexplekken.

Vandaag zijn mijn schoonouders, nonkel, schoonbroer en diens vriendin komen kijken wat er nu eigenlijk gekocht is. Momenteel is het nog een grote open ruimte waar ze de vloer in aan het leggen zijn, maar het geeft al een prachtig idee van wat het kan worden. Bart en Dirk zien het alvast helemaal zitten.

En ik? Ik heb taart geserveerd aan de hele bende, en champagneglazen meegesmokkeld naar het gebouw. En ik hoop vooral dat het wat gemoedsrust zal geven aan mijn drukbezette ventje.

netlash_nieuw_kantoor2

Garage

Een teer punt in dit huis, waar ik verder doodgraag woon, is wat gebrek aan opbergruimte. En dan bedoel ik niet kastruimte, maar wel voor grote spullen zoals fietsen en zo. Onze garage is niet echt groot: één auto, de wasmachine en droogkast, en nog een rek aan elke kant voor zwembadjes, klusspullen, oud papier, hondeneten en dergelijke. Eén fiets kan er ook nog net in. De tuinstoelen, barbecue en grasmachine staan in het tuinhuis, maar echt royaal is dat ook niet.

De andere fietsen staan voorlopig in het houthok, maar echt comfortabel is dat niet. Daarom zijn wij sinds vandaag de trotse huurders van een garagebox bij de buren. 50 euro per maand, dat wel, maar in de winter kan Barts auto er in, de moto kan binnen staan, en de fietsen en dergelijke ook. Eindelijk wat meer ruimte.

Alleen nu onszelf nog zover krijgen dat we er effectief dingen in gaan zetten.  De intentie is er al.

Fietsregistratie Wondelgem

Wie geregeld met de fiets in Gent rondrijdt, weet het al langer: een ongelofelijk stevig fietsslot is een must, want wie zijn fiets even onbeheerd en niet op slot achterlaat, is hem gegarandeerd kwijt. Is het niet voor langdurig gebruik, dan is het iemand die snel ergens wil zijn, en daarna je geliefkoosde stalen ros gewoon ergens achterlaat.

Voor dat laatste zijn er natuurlijk de fietsregistraties: de politie van Stad Gent graveert, in samenwerking met de Dienst Mobiliteit, gratis en voor niks je rijksregisternummer in het frame van je fiets, zodat die ten allen tijde kan terugbezorgd worden, en er eigenlijk nooit discussie is over de feitelijke eigenaar.

Morgen (woensdag 17 maart) kan je daarvoor terecht op de parking van de Delhaize in de Botestraat in Wondelgem, tussen 13.00 en 15.00 uur. Het enige wat je moet meebrengen, is je fiets (duh) en je identiteitskaart.

Meer informatie over de fietsregistratie is te vinden op de website www.politiegent.be (in de rubriek ‘vraag & antwoord’) of door te telefoneren naar het Commissariaat Wondelgem op 09 266 64 08.

Men belooft mooi weer voor morgen, dus je hebt geen excuus, ook al woon je in het centrum van Gent, om even tot in Wondelgem te fietsen.

Doen!

Dineetje in Weight Watchersstijl

(Voor WW-adepten: lees het verslag mét punten op dieet-volgen.be :-p )

Gisteren zijn Dirk en Ilse (Barts Netlashpartner en diens vrouw) komen nieuwjaren. Dirk is Kobes peter, vandaar.

Aangezien ik met Weight Watchers begonnen ben, moest ook dat dineetje in dezelfde stijl zijn, vond ik: als ik iets doe, ga ik er ook meteen voluit voor.

Het heeft me wat tijd gekost, maar ik heb een heerlijk menu kunnen samenstellen. Bart had voor de hapjes bij de aperitief gezorgd. Aangezien ik geen alcohol drink, lag daar al geen probleem, en kon ik het op een Ice Tea Light houden. Er waren kaasjes met druifjes of mandarijntjes, en daar ben ik netjes afgebleven. Van de stukjes mozzarella met een kerstomaatje heb ik er twee geproefd, niet meer dan dat.

Als voorgerecht was er een salade van avocado met parmaham en mandarijntjes (uit blik),  gemarineerd in een dressing van een scheut cognac, wat citroensap, mandarijnsap, een klein beetje olijfolie en wat zout. Dit alles werd gepresenteerd in de uitgeholde avocado, op een bordje sla.

Het hoofdgerecht was een kalkoenlapje ‘en papilotte’: een gebraden kalkoenlapje werd samen met tomatenblokjes, parmaham, lichte gruyère, een scheutje porto en een geutje room in een papillotte van zilverpapier gedraaid en in de oven gebakken. Daarbij kwam een sausje van sjalotjes, tomatenblokjes, witte wijn en room.
Ik heb het geserveerd met pomme dauphinois, en het werd bijzonder lekker bevonden.

Het dessert was ongelofelijk lekker in al zijn eenvoud, een typische vondst van Jamie Oliver: een schijf rijpe zoete ananas, besprenkeld met muntsuiker (gewone kristalsuiker waar je een paar blaadjes munt doorvijzelt totdat de suiker groen is en de blaadjes verdwenen zijn).

Daarna heb ik me wel bezondigd aan een stukje chocoladetaart, maar dat mocht ook wel eens, na al die light recepten.

Ik kan je verzekeren: als ik er niet had bijgezegd dat het recepten van de WW waren, ze hadden het niet eens gemerkt.

En gij nu :-p

Linguïstisch principe

Gisteren in de Gentse les verkondigde Freek Neirynck een, naar mijn bescheiden mening althans, zeer valabele stelling. Linguïstisch onderzoek heeft blijkbaar uitgewezen dat een niet-moedertaal spreker, als het op dialecten aankomt, mits grondige en langdurige blootstelling, het dialect vaak beter beheerst dan een zogenaamde native speaker.

Hoezo?

Neirynck zei dit omdat hij zelf eigenlijk niet van Gent afkomstig is, maar wel van Ruiselede, en dat hij met zijn familie daar wel degelijk Ruiseleeds spreekt. Hoe kan zo iemand dan Gents aanleren? Wel, iemand die opgroeit in een bepaald dialect, heeft een vaste aangeleerde woordenschat, waarvan hij zelden afwijkt. Hij heeft nu eenmaal een bepaald woord in zijn vocabularium waarvoor hij geen alternatieven nodig heeft, en ze dus ook niet beheerst.

Een non-native speaker staat veel meer open voor alle kenmerken van dat dialect, luistert veel meer en beter, en gaat dus wél vaak meerdere synoniemen beheersen en gaan gebruiken. De voorwaarde is uiteraard dat de persoon in kwestie een echt taalbad ondergaat, en dat dialect dan ook volledig leert beheersen.

Ik kan me daar wel in vinden, in die linguïstische stelling. Yup.