Hele fijne cache in Geel

Toen ik gisteren wegreed van het spelterrein, zag ik dat er vlakbij nog een mooie cache lag, eentje van Rondje Vlaanderen dan nog. Ik reed de boerenslag in, parkeerde en ging op zoek. Al is zoeken niet meteen het juiste woord: de cache was echt een groot bouwsel, netjes afgedekt onder een groot dekzeil. Ik maakte het zeil los, en zag dat het een heel amusant, ingenieus bouwsel was dat enige behendigheid met een houten lepel vereiste.

Ik heb wel even staan prutsen, ja, tot ik het balletje en dus ook het sleuteltje in handen kreeg. Knap gedaan, wellicht heel veel tijd in gekropen, maar wel ideaal om mijn dag goed te maken, voor zover die dat nog nodig had.

Ik reed door heerlijk herfstige bossen naar de snelweg en zo naar huis, naar mijn warme liefdevolle gezin.

Het leven kan best mooi zijn, ja.

Lectuur: “Stone and Sky” (Rivers of London #10) van Ben Aaronovitch

In 2020 had ik zowat de hele reeks van de Rivers of London erdoor gejaagd, kwestie van fijne, snelle, hedendaagse magiërslectuur te hebben. Het is duidelijk anders dan pakweg de Cèsar Hawke of Harry Dresden, gewoon omdat het Brits is, en bij momenten zelfs oerbrits, en daar ben ik dus echt wel door gecharmeerd.

Dit tiende ‘echte’ boek – er zijn tal van novelles, graphic novels en zelfs een luisterboek – in de reeks borduurt verder op het fijne hoofdverhaal, maar Peter Grant is niet langer de enige verteller van dienst, intussen krijgt ook Abigail, zijn nichtje en magiër-in-opleiding, haar eigen hoofdstukken. Ze zijn met zijn allen – Peter, Abigail, maar ook Peters vrouw Beverly en hun tweeling, Peters ouders en de bandleden van zijn vaders muziekgroep, zijn leermeester Nightingale en Abdul, een vriend – met vakantie in Schotland, meer bepaald de streek rond Aberdeen. Waarom die streek? Omdat er een zeer grote zwarte katachtige is gesignaleerd, iets dat daar eigenlijk niet kan thuishoren.

Een en ander leidt tot een heus onderzoek met alles erop en eraan: arrestaties, moorden, rondvliegende kogels, een wyvern (twee poten, een draak heeft er vier) en vooral ook zeemeerminnen en selkies. Oh, en gevaarlijke experimenten op een boorplatform, dat ook. Veel vakantie levert het dus niet op voor Peter of Abigail, maar het resulteert wel in amusante lectuur.

Wat hier wel leuk is, is dat je dus wisselt van POV, waardoor je de actie op twee fronten tegelijk krijgt terwijl je dus nog steeds in de ik-persoon leest. Aaronovitch geeft Peter een duidelijk Britse, volwassen toon, terwijl Abigail jongerentaal gebruikt, en dat is bij momenten zowel verwarrend als grappig.

Wereldliteratuur? Zeer zeker niet, maar wel opnieuw amusante fantasy. Meer moet dat niet zijn in de vakantie.

Google Photo

Bart en ik hebben onze Google Photos gedeeld met elkaar, waardoor we altijd elkaars foto’s kunnen zien en ik die ook hier probleemloos kan gebruiken. Ik hoef dan ook niet altijd een foto van iets te nemen wanneer hij dat al gedaan heeft.

Ik vermoed dat hij af en toe zijn wenkbrauwen optrekt bij wat hij ziet passeren. Ik doe dat in elk geval wel, want we weten vaak niet van elkaar waar we professioneel zitten, en dan zie ik prachtige zonsondergangen passeren, rare webbureaus, gigantische files en algemeen rare dingen.

Zoals ook onderstaande, en ik moest daarmee lachen. Toch wijs wat ge tegenwoordig met AI kunt doen, toch?

Van den vos die amoc maecte

Vrijdagavond gaf ik met een hele resem leerlingen en collega’s present in Zwijnaarde voor de voorstelling “Van den vos die amoc maecte” in regie van Dimitri Leue. Ik had last minute ook Merel, een zesdejaar en een oud-leerlinge meegekregen, want we hadden – helaas betaalde – tickets over. Merel zei achteraf dat ze bijzonder content was dat ze meegegaan was: het was dan ook een echt goed stuk.

We kennen allemaal we de basis van het verhaal: Reynaert is een sluwe vos die iedereen, maar dan ook iedereen bedriegt en in de luren legt en daar telkens weer, keer op keer, mee weg komt, al dan niet met achterlating van een stukje vacht. Het is vooral een kritiek op domme mensen, in casu de adel, en alle dieren zijn stereotiep.

Leue doet hier keihard zijn eigen ding mee met amper vier acteurs: Han Solo als de wolf, Frank Focketeyn als Koning Leeuw, Jonas Leemans en Ini Massez als de andere dieren. Hij doorbreekt ook vlotjes de vierde muur: de personages spreken het publiek toe, geven zelf commentaar op de acties en de dialogen en op elkaar.

Reinaert de vos zoals u hem nog nooit zag of hoorde.
Een schelmenstuk, een sluw slopen van het zeggenschap.
Met veel respect voor het origineel bewerkte Dimitri Leue deze klassieker tot iets origineels.

Han Coucke kruipt in de pels van Vlaanderens meest aimabele slechterik.
Frank Focketyn geeft gestalte en volume aan de goedgelovige leeuw Nobel.
Ini Massez neemt het in deze rechtszaak avant-la-lettre op voor haar neef Vos als Grimbert de das.
Jonas Leemans wil als wolf Isengrijn maar één ding: wraak op die rotte vos.

Als Lode Zielens aan zijn moeder vroeg: ‘Waarom leven wij?’
had zij moeten antwoorden met: ‘Voor de geneugtes, jongen.’
Gevoelens voelt ge. Gedachtes denkt ge. Geneugtes die… neugt ge. Dus we moeten neugen! Neugen! En nog eens neugen! – VOS

Ik heb nog een leeuw liggen die speciaal voor mij zijn manen heeft geföhnd. Het is een model. Het model van onze vlag dan nog wel. En hij is van mij.Zijn manen draaien rond mijn hemellichaam. – LEEUW

Choose your weapon: geweld of gesprek.
Zijn wij wilde beesten die elkaar zo maar wat afmaken of zijn wij
intelligente dieren die met respect omgaan met elkaar?
U bepaalt waar wij staan in de evolutie, chief! – DAS

Het resultaat? Een gigantisch stomend stuk, waarbij je afwisselend in de lach schiet, zit te grinniken, af en toe verontwaardigd blaast, maar vooral geniet. De staande ovatie achteraf was dan ook terecht, want man, dit blaast je van je sokken, en doet je tegelijkertijd nadenken over de inhoud.

Als je nog ergens kan gaan kijken: DOEN! Er zijn hier en daar nog enkele tickets te krijgen: https://leue.be/voorstelling/van-den-vos-die-amoc-maecte/

Uitwaaien

Deze voormiddag moest ik in Veurne zijn voor de begrafenis van de vader van een fijne collega. Als ik dan toch zo ver reed op een zaterdag, vond ik dat ik er dan maar meteen een dagje van kon maken, want ze hadden goed weer voorspeld.

Viel dat even tegen… toch in de voormiddag.

De dienst was aangrijpend en het deed dan ook deugd om te kunnen uitwaaien. Mijn hoofd zat sowieso vol, het is druk op school en ik heb last van muizenissen. Tsja.

Toen we de aula uitkwamen, was het zachtjes aan het regenen. Ik reed wat verderop naar de abdij van Sint-Idesbald en logde daar een paar caches onder een dreigende maar net niet natte hemel. Ik genoot er vooral ook van de beelden van George Grard, die – zo bleek later – overal in dit stukje Vlaanderen te vinden zijn. Ik hou van veel soorten kunst, maar ik blijf vooral fan van beelden. Echt.

Ik reed wat verder naar Sint-Idesbald zelf om ook daar nog een paar labcaches te doen, maar intussen was het echt aan het regenen. Met van die dikke druppels en al. Ik heb dan maar op een parking daar in de auto mijn sandwiches opgegeten en heb nog een crèmecroissant opgepikt in een bakkerij naast een cache.

En toen zag ik zowaar een wegwijzer naar het Paul Delvauxmuseum staan: nog nooit van gehoord! Maar het leek me ideaal: het was nog steeds pijpenstelen aan het regenen en het zou over een uurtje of twee opklaren, als ik de app mocht geloven. Ik kan Delvaux wel pruimen, om het nog zacht uit te drukken, en ik had mijn Museumpas op zak, dus: allons-y!

Wat! Een! Museum! Groter dan gedacht, zeker als je de villa aan de buitenkant ziet, en wat een mooie opstelling ook! Ik heb er intens van genoten, en ik raad het iedereen aan die ergens tussen Veurne en De Panne verzeilt!

Als ik ooit nog eens in de buurt moet zijn, kom ik zeker terug, al was het maar voor de architectuur. Echt, echt genoten.

Waar ik ongeveer even hard van genoot, was het feit dat, toen ik buiten kwam, het gestopt was met regenen en een aarzelende zon nog aan het overwegen was of ze ging komen spelen. Het werd zowaar zelfs warmer… Ik reed tot in De Panne zelf en liep er door de stad, langs het strand, opnieuw door de stad en pikte links en rechts zowel labcaches als echte caches op. En de zon? Die kwam er wel degelijk door, zodat ik er op slag geen spijt meer van had dat ik een T-shirt zonder mouwen aangetrokken had. Ik at zowaar zelfs een ijsje met duindoornbes en cuberdon, vreemde combinatie weliswaar.  Ik vond er aan het standbeeld van Leopold zelfs een winkel in lederwaren waar ze een zalig lederen handtasje in knalpaars verkochten: zalig!

Ik reed wat verder met de auto, zocht tevergeefs lange tijd naar twee verdwenen caches en parkeerde me in de buurt van het Westerpunt. Het was er nog redelijk druk zo rond zes uur ’s avonds, maar het avondlicht was glorieus, zeker toen twee paarden en een pony voorbij galoppeerden.

En het haar? Dat was natgeregend en weigerde mokkend alle verdere medewerking. Tsja.

Kom op tegen Kanker, fundraiser

Barts vroegere managing director bij Duke and Grace, David, is nu hoofd van Kom op tegen Kanker. En wanneer David dan vraagt of we afkomen naar een chique diner voor Kom op tegen Kanker, dan zeggen we geen nee. Integendeel, Bart vroeg nog een bevriend koppel mee, en dus zaten we met zijn vieren in een fijne vierkantshoeve in Oudenaarde, samen met nog een ganse resem andere genodigden. Er was een aperitief in de binnentuin en er waren verschillende lezingen, allemaal kankergerelateerd en bijzonder interessant.

Het werd wel een lange avond: het hoofdgerecht was er pas tegen elven, zodat een deel van de gasten al vertrok voordat het dessert er was, en zelf waren we ook pas tegen één uur thuis. Maar het was een aangename avond, jawel.

Lectuur: “The Road to Helltown” (Preternatural Affairs #9)” van S.M. Reine

César Hawke is duidelijk nog niet uitgeavonturierd, zoveel is zeker. In deel 9 van deze pulpy reeks wordt het intussen pure fantasy. Waar het allemaal begon in Los Angeles in een vrij normale wereld met een voor de gewone mens onmerkbare magische laag, is die façade intussen helemaal weggevallen. In een van de eerdere boeken was een deel van LA in vlammen opgegaan en was daar nog een ‘werkbare’ uitleg aan gegeven, nu wordt LA – en bij uitbreiding de rest van de USA – verdeeld door een gigantische kloof die tot in de hel reikt. Als in: de echte hel, met duivels, demonen en ander gespuis. Er is een soort van apocalyps geweest, een reset, en Hawke is zijn eerdere leven vergeten. Hij probeert nu vluchtelingen weg te krijgen uit LA en herinnert zich zijn vroegere vrienden totaal niet.

Wanneer zij hem dan oppikken en hem het verhaal van ‘een vriend’ vertellen, krijg je op die manier het einde van de wereld te horen, en hoe er toch op zekere manier een nieuw begin is.

Voor mij was het een beetje te veel bij het haar getrokken: ik heb mijn urban fantasy graag iets realistischer, maar het is wel oké.

Tallinn: NOA Chef’s Hall

Ik moest het eigenlijk nog hebben over het tweede sterrenrestaurant dat we bezochten in Tallinn: helemaal anders dan 180°, vonden we. Dit ging om de showelementen, om de ‘speciallekes’, de rookeffecten, de speciale glazen en dergelijke. Ook leuk, maar we waren minder onder de indruk van de gerechten zelf. Pas op, top, daar niet van, maar geen wow-effecten zoals we bij het andere eigenlijk wel een paar keer hebben gehad. Het lag aan de kust, maar van waar wij zaten, zag je noch de zee, noch de ondergaande zon. Beetje jammer, vonden we, maar aan de andere kant zaten we wel lekker warm, terwijl een deel van de gasten op een halfgesloten terras zat, wat niet bijzonder warm kan geweest zijn.

Het aperitief en de hapjes werden geserveerd, net zoals bij 108°, in een aparte salonruimte.

Daarna werden we getransfereerd naar het eigenlijke restaurant, met uitgebreid menu en een tea pairing. Nog niet vaak gehad, zo’n theeassortiment, maar het was er wel boenk op. Hele, hele knappe dingen gedronken.

En toen liep het even mis met de Uber: ja, we zaten op een zaterdagavond op een goeie twintig minuten buiten de stad, maar de taxi die toegezegd had, begon blijkbaar eerst nog enkele andere ritten af te werken. We maakten nog een wandeling in het donker langs een kustpaadje, maar een half uur begon wel lang te duren, ja. Zeker toen het drie kwartier werden. Soit, tegen half één waren we terug ’thuis’, met alweer een fijne ervaring erbij.

 

 

Lectuur: “Bitter Thirst” (Preternatural Affairs #8)” van S.M. Reine

Deel acht van de levensgebeurtenissen van Cèsar Hawke, en jammer genoeg meer van hetzelfde seksisme. Al is er nu nog meer een donkere ondertoon in aan het sluipen.

Na de desastreuze gebeurtenissen in Reno wordt de PRAY opgesteld, een wet die in de USA de rechten van Preternaturals sterk aan banden legt: een verplichte registratie, maar ook een verbod op voortplanting enz. enz.  Het hoofd van de OPA heeft dit opgesteld, maar ook witches gaan er het slachtoffer van worden. Hawke moet de PRAY zien tegen te houden, al twijfelt hij daar zelf over, want veel misdaden en moorden komen wel degelijk op het conto van de Preternaturals. De OPA is niet langer een geheime organisatie, wat ook voor hem één en ander verandert. Er komt heel veel protest tegen de PRAY, en wanneer Hawkes familie in het kamp van het protest zit, wordt het moeilijk voor hem. En dan zijn er nog de geheimen binnen de geheimen. Wie chanteert enkele protesteerders zodat ze de boel verstoren? Vanwaar komen de wapens? Wie creëert de enorme magische cirkels? Hoe zit het met The Apple, de cultus die de kop opsteekt? Wie is de grote manipulator?

Hawke wordt er niet gelukkig van, en nog minder wanneer ook een resem persoonlijke problemen hem het leven moeilijk maken.

Hmm. Ik weet niet goed wat ik ervan moet denken. De plot zit knap in elkaar, maar de personages blijven nogal vlak en het seksisme blijft me dwars zitten. Het begint ook Amerikaanser en Amerikaanser te worden, en ook dat stemt me niet gelukkig. Maar het blijft wel hersenloos amusement, dat wel.

Zomertruitje nummer 8

Jawel, nog eentje, en ik ben nog niet uitgehaakt.

Peggy wilde er nog eentje in het grijs in de lichte katoen, en daarna nog eentje in hetzelfde grijs in de zwaardere katoen.

Hierbij dus de foto’s, om even te tonen hoe hetzelfde model compleet anders valt bij een andere lichaamsbouw, maar bij allebei eigenlijk even mooi is.

Met dank aan de bereidwillige modellen ^^