Efkes paniek!

Zo soms, dan doet ne mens al eens stomme dingen. Zoals bijvoorbeeld, als uw PC lastig doet en Windows langs zijn neus weg vraagt of ik de computer wil ‘vernieuwen’, met behoud van al mijn data en apps, daar ‘ja’ op klikken.

Dat blijkt niet zomaar iets te zijn, dat blijkt een heuse re-install te zijn. En programma’s, dat zijn duidelijk geen apps, volgens dat ding. Ik zie zelf zo het verschil niet goed, om eerlijk te zijn. Maar het zorgde er wel voor dat niks nog werkte. Geen mail, geen netwerk, geen Office, niks, want dat was allemaal gewist.

Ik geef het toe, ik sloeg in paniek. Want het is razend druk deze en volgende week, ik moet nog een aantal dingen in orde zetten voor de projectweek volgende week, en ik kon nergens nog aan. Ik had al een browser up and running gekregen, maar daar bleef het bij. Dankzij het ongelofelijke geduld van Frank van Openminds, onze hosting company, was na twintig minuten ook de mail weer bruikbaar, en kon ik tenminste al weer aan een aantal inloggegevens en dergelijke.

Na nog een gigantische hoop gepruts kreeg ik ook voor een 15 euro weer toegang tot mijn Office-account (via school) en kon ik ook daar de programma’s weer downloaden. Was OpenOffice dan geen optie, hoor ik u vragen? Ik vrees van niet, want die twee zijn nog altijd niet 100% inwisselbaar, en vooral de layout durft dan al eens naar de knoppen te zijn.

Bon, op een bepaald moment moest ik dan nog herstarten, wat ik argeloos ook deed. Bleek Windows 261 upgrades te moeten uitvoeren, waarvoor hij iets meer dan drie uur nodig had. En dan hebben wij hier nog een snelle internetverbinding. Jezus man!

Enfin, toen ik terugkwam van de rugby, was de computer toch min of meer weer bruikbaar. Hier en daar zal er nog wel een lijkje uit de kast vallen, maar het ding loopt tenminste niet meer vast. ’t Zal mij leren…

Nog maar eens zieke Merel

Merel heeft het lastig, tegenwoordig. Gisteren was ze al wat hangerig, vandaag bleek ze gewoon ziek. Als in: rode kaken, hangerig gedrag, geen honger, en vooral ook koorts. Niet veel, maar genoeg om haar ziek te verklaren.

Ik moet niet lesgeven op maandagvoormiddag, en Bart kon na een vergadering gelukkig alweer naar huis komen, zodat mijn les in de namiddag geen enkel probleem vormde.

Maar het is en blijft toch zielig, zo’n klein muisje dat eigenlijk zelfs niet eens tv wil kijken, dat zich slecht voelt en dan het liefst in mijn armen in slaap valt.

Hopelijk is het snel over, kleintje!

Bonk.

Slaapkousen – ge weet wel, van die extra dikke in een soortement fleece met van die plastieken nopkes aan de onderkant – zijn toch nog gemeen glad, ondanks de nopkes. Het kan ook gelegen hebben aan het feit dat ik echt nog niet goed wakker was, deze morgen. Dat kan ook.

Feit is dat ik deze morgen op twee trappen van het einde gewoon uitgegleden ben en dus van de trap ben gedonderd. Gelukkig niet hals over kop, maar wel gewoon enthousiast achterover. En blijkbaar heb ik nog altijd de reflex uit de nin jitsu om een val af te kloppen. Alleen zijn houten traptreden nu niet de ideale ondergrond om op af te kloppen.

Resultaat?

Ik ben een volle vijf minuten gaan liggen zuchten op Wolfs bed, uit schrik dat ik ging flauwvallen. Mijn staartebeen is in excellente conditie, maar vooral op mijn linker onderarm tekenen zich nu twee diepblauwe strepen af, en ook mijn rechterpols vindt blauw wel een mooie kleur. Laat dat net nu de plekjes zijn waarmee je op je bureau steunt als je aan het typen bent. En computerverslaafde als ik ben, met net nog een pak extra schoolwerk…

Yup.

Enthousiast van een trap vallen, het is een kunst. Maar nu weet ik tenminste dat ik nog steeds de reflex heb om af te kloppen. Elk nadeel heb ze voordeel, of hoe was het ook weer?

Paalknuffel

Ik was net aan het koken met Xavier – ik moet geen les geven op vrijdagmiddag – toen de telefoon ging: de lagere school. Dat ze even wilden melden dat Kobe daarnet keihard tegen een paal was geknald, dat zijn gezichtje dik stond, en dat ze papieren voor de dokter gingen meegeven, indien nodig. Of ik hem moest komen halen? Ik hoorde Kobe in de achtergrond zeggen dat dat niet nodig was, dat het wel ging lukken.

Bon, dat was dat, dacht ik.

Tot hij tegen kwart voor vier thuiskwam, en ik toch wel wat verschoot. ’t Is dat een foto niet 3D is, want het was toch wel erger dan het op foto lijkt.

IMG_1698

Zijn lip stond helemaal dik, maar dat is het minste: een lip heeft niet veel nodig om op te zwellen.
Zijn linkerkaak stond ook helemaal dik, maar dat zie je nauwelijks op de foto, tenzij je echt begint te vergelijken met de andere kant, net zoals zijn oogkas.

Zijn neus had uiteraard stevig gebloed, maar wat me toch iet of wat zorgen baarde, was de bovenkant van zijn neus, daar waar een bril zou staan. Die stond namelijk ook helemaal dik, en dat zou eventueel kunnen wijzen op een interne bloeding. Dus toch maar richting dokter. En het eerste wat die zei, was: “Hmm, ik ga toch even in zijn neus kijken, want ik zou niet willen dat er daar een bloeding en vooral een zwelling ontstaat”. Gelukkig was er niks aan de hand, maar mijn zorg was dus niet onterecht.

Zij zei wel dat we hem, in het kader van een hersenschudding, elke twee uur moesten wakker maken, maar dat heb ik het kind niet aangedaan. Ik kreeg hem al met moeite wakker rond elf uur, en toen was hij behoorlijk grumpy omdat ik hem uit zijn slaap haalde.

Er zijn zo van die dagen…

Er zijn zo van die dagen dat ge mij eigenlijk gewoon beter met rust laat. Op zich ben ik niet slecht gezind, maar ik heb niet veel nodig om te bijten. En hoe merkt ge dat? Awel, er zijn zo wel een paar indicatoren.

  • om half negen ’s morgens een drilboor in mijn tuin, dat is het niet. Ook al is het om eindelijk mijn plantenbak te installeren.
  • een pipo die om negen uur ’s morgens zonder waarschuwing mijn internet platlegt. Ab-so-luut niet goed voor mijn humeur. Maar bon, die mens kon er ook niet aan doen, het ging niet lang duren – duurde effectief niet lang – en ik heb hem dan maar een kop koffie gegeven toen hij me kwam zeggen dat het weer in orde was. Alsof ik dat nog al lang niet had gemerkt :-p
  • Smartschool dat apetraag is. Serieus mensen, als half Vlaanderen op uw servers moet zijn en daar zwaar voor betaalt, dan kunt ge tenminste voor deftig gerief zorgen! Ge moogt altijd eens uw licht gaan opsteken bij openminds.be, die kennen hun vak. Want op een dag als vandaag moogt ge content zijn, daar bij Smartschool, dat ik u niet door mijn scherm kan trekken om u eens goed in uw persoonlijke servers te schoppen.
  • als ik mijn ‘goed gezind’-lijst op Spotify aanzet, kan dat twee redenen hebben. Ofwel ben ik écht goed gezind en loop ik dansend door het huis, ofwel heb ik het nodig. Hard nodig.
  • als ik een deurklink wil vastzetten en net die éne 2.5-inbussleutel verdwenen is…
  • als ik een hoodie aanheb om naar school te gaan. Ene waar ik zo bijna gans kan inkruipen. Géén goed teken.
  • als het buiten compleet schijtweer is en blijft.

Weete? Laat mij met rust vandaag, en ik laat u met rust. Beloofd.

Alle plekken tegelijk

Het is eigenlijk dringend tijd dat ze de teleportatiemachine uitvinden. Op reis gaan, bijvoorbeeld, vind ik op zich fantastisch, maar de verplaatsing is er me altijd te veel aan. Extreem bewegingsziek zijn helpt daar niet bij, natuurlijk: ik ben altijd zo misselijk als een hond in de bus, trein of vliegtuig. Fijn hoor.

Maar vooral: verplaatsen is meestal gewoon tijdverlies. Vraag maar aan iedereen die niet het geluk heeft om, zoals ik, op tien minuten van zijn werk te wonen.

Soms is de verplaatsing ook gewoon… inconveniënt, komt het aan geen kanten uit. Neem nu vandaag.

Kobe had om drie uur notenleer in Evergem, zoals elke week.  Maar voor één keer had Wolf gitaarexamen in de Poel, Gent centrum dus, en dik twintig minuten rijden. Hij moest er zijn om kwart voor vier, en ik had gedacht om dan terug naar Evergem te rijden, Kobe op te halen, terug naar de Poel, Wolf ophalen, en dan naar huis en naar de rugby. Gekkenwerk, eigenlijk.

Ik parkeerde in de Ramen, en ging met Merel luisteren naar Wolfs examen. Hij kwam niet onmiddellijk aan de beurt, en het was dus al half vijf toen we de muziekschool verlieten. Tsja, het was gelukkig mooi weer, en Kobe wist dat hij wellicht even ging moeten wachten. Dat “even” werd twintig minuten, maar hij vond het gelukkig niet erg.

Maar zo’n teleportatiemachine: handig, jong! Beam me up, Scotty!

Autoperikelen

Bart, hoewel nog steeds ziek zijnde, had het in zijn kop gestoken dat hij vandaag toch moest gaan werken, en meer bepaald naar Antwerpen moest. Bon ja.

Hij stond dus iets voor achten nogal lusteloos zijn ruit af te krabben, en wilde toen starten. Niks. Hmmrruuuu? Nog eens: niks. Dooie batterij, na een week niet gebruikt te zijn in de vrieskou. Bij een auto van nog geen twee jaar zou dat niet mogen, maar bon.

Als een koe naar een trein stond hij naar zijn auto te kijken, en straalde, grieperig, een en al “help” uit.

“Liefje”, zei ik, “ik zal de kinderen eerst naar school brengen, neem jij al de startkabels”. Startkabels? Diezelfde blik van koe naar trein. Ik schoot in de lach, zei hem op te zoeken hoe het precies bij zijn auto moest aangesloten worden en hoe hij de capeau moest openkrijgen.

Vijf minuten later parkeerde ik de neus van mijn auto tegen die van de zijne, en sloot de startkabels aan. Niks. Hmpf? Nochtans deed ik niks verkeerd? Bizar. Maar het waren oude startkabels, nog van mijn schoonvader, misschien lag het daar wel aan.

Intussen was er in Barts grieperige ogen echte paniek verschenen. Het was inmiddels half negen, en hij moest om tien uur in Antwerpen zijn. “Rustig”, zei ik, “ga naar binnen en kijk of er een auto van de Wijsvloot beschikbaar is”. Zo ver had hij, ziek zijnde, blijkbaar nog niet gedacht, en jawel, er was er eentje beschikbaar. Ik voerde hem naar zijn kantoor – chance dat ik maar moet beginnen lesgeven op dinsdag om 10.10uur – en zei dat ik zijn auto wel ging oplossen. Thuis nam ik een verlengkabel, de batterijlader, en sloot zijn batterij aan, die inderdaad sjiekeplat bleek te zijn. En reed naar mijn werk. In het slechtste geval zou mijn oplader gepikt worden, maar dat leek me straf, in onze buurt.

Tegen half een was ik even terug, en jawel, de auto startte probleemloos. Ik liet hem nog een tweede lesgeefsessie ook opladen, maar bon, gelukkig reed het ding toch al.

Oef.

’t Is toch een gemak, zo’n handige man in huis :-p

Rust

Ik ben duidelijk toe aan vakantie: ik krijg mezelf er niet toe om meer poot uit te steken momenteel dan eten te maken – Bart heeft de griep, normaal gezien kookt hij in het weekend – de was te doen, en wat Diablo te spelen. Die toetsen zullen moeten wachten, en het opruimen van het huis ook.

En het weer nodigt ook al niet uit om veel actief te zijn, vind ik. Daarnet kwam Wolf nog huilend thuis van de scouts: ze hadden een verrassingsactiviteit waarvoor ze hun fiets nodig hadden. Bleek het om een speurtocht te voet te gaan, en het ging echt niet ver zijn. Blijkbaar is vijf kilometer – wat op zich inderdaad niet overdreven is – toch te veel voor Wolfs voet. En toen hadden ze nog emmerbal gespeeld ook, iets waarvan ze altijd weer compleet onder de modder zitten. Op zich vind ik dat niet erg, maar deze keer was het wel serieus koud, Wolf was doorweekt, en moest dan nog met de fiets – die ze dus niet nodig hadden gehad – naar huis. Neem daarbij dat hij geen scoutswintervest meer heeft – hij droeg een dikke pull met een regenjas over – en hij voelde zich ellendig.

Ik heb hem hier thuis zijn modderkleren afgestroopt, crocs gegeven om toch de gang proper te houden – de modder zat tot in zijn onderbroek, gene zever –  en een kwartier onder een hete douche gezet. Daarna kreeg hij warme chocomelk met kleine marshmallows in, droeg zijn dikke kamerjas over zijn pyjama, en kreeg van Kobe nog een kersenpitje.

Het leed was snel geleden dus, maar ook hij is aan rust toe. Zoals wij allemaal, heb ik zo het gevoel.

CRPS

Vandaag eindelijk met Wolf naar de orthopedist, nogmaals, na de MRscan van vorige week. Bij een vorig bezoek had hij een vermoeden, maar dat wilde hij bevestigd zien door medische beelden.

En jawel, er is eindelijk een diagnose, maar of ik daar nu zo gelukkig mee ben?

Wolf heeft namelijk een Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS), beter gekend als een Sudeck. Met andere woorden, zoals ik het aan hem heb uitgelegd: toen hij zijn voet omsloeg, is een van zijn pijnsensoren geactiveerd. Normaal gezien moet die, bij het genezen, langzaam uitgeschakeld worden, maar dat is dus niet gebeurd. Het letsel is intussen volledig weg, maar zijn hersenen willen dat blijkbaar niet geloven, en blijven pijnsignalen doorgeven. Mechanisch kan hij dus perfect sporten, maar die pijnsensor merkt belasting, en gaat dus nog meer pijn beginnen doen als tegenreactie.

Wat is daar de behandeling van? Wel… geen. We gaan proberen met gerichte kinesie, en ook eens langsgaan bij een fysisch geneesheer, maar verder moet dat er gewoon langzaam uitgaan. Blijkbaar is het zeldzaam bij kinderen, zo’n CRPS.

Zucht.

Wellicht geen rugby meer dit jaar, en een zwaar gefrustreerd kind. En ik snap hem.