Een woensdag…

Sommige woensdagen, zeker na een gevuld weekend, zijn er om dingen aan te pakken. Het hangt er ook een beetje vanaf hoe tam ik ben, dat geef ik toe. Maar vandaag viel dus goed mee:

  • schoolwerk, met name onderzoekscompetenties
  • verse lasagne gemaakt. Veel werk, maar oh zo lekker!
  • klinken eindelijk gerepareerd. Ik weet niet wat het is in dit huis met de klinken, maar die rotdingen gaan dus om de vijf voeten kapot.
  • mysterie van het vermiste bibliotheekboek opgelost. We waren één van Merels boekjes kwijt. Iets wat op zich al vreemd is, want die boekjes worden uit de zak gehaald, voorgelezen bij het slapengaan, en gaan daarna opnieuw de zak in. Tsja. Maar er ontbrak dus eentje. De dame van de bib had het boekje al op een andere kaart gezet, zodat we nog eens extra konden zoeken, en dat deden we. Tot en met het vertrekken van Merels bed, want wie weet was het er achter gevallen. Niet dus.
    Ik ging vandaag naar de bibliotheek, en ik ging het dan maar vergoeden, zeker? Er zat intussen 2 euro boete op. Die betaalde ik netjes, en de dame (een andere dan de gewoonlijke) zette het boekje nog even op Kobes kaart om nog eens extra te kunnen zoeken. Maar ik was er intussen wel behoorlijk zeker van dat dat boek niet bij ons thuis lag. Ik ben dan samen met de dame in het rek gaan kijken, en jawel, daar zat het bewuste boek! Blijkbaar gewoon in de hele stapel niet gescand geraakt, maar wel terug in de bib gezet. Zullen wij wel zoeken, zeg! Enfin, probleem opgelost.
  • nieuwe broodrooster gekocht. Het oude beestje van destijds op Barts kot heeft eindelijk definitief de geest gegeven, met een spectaculaire groene vonk en het springen van de plombs. En gelukkig waren er net nu met vier sleuven van Brabantia met een actie in de Delhaize: 48 euro ipv. 109. We hebben nu dus een gróte broodrooster.
  • kinesist, voor Wolf en mezelf
  • een lezing over corruptie en omkoping in de Oudheid bijgewoond. Het was eigenlijk maar magertjes: gewoon de vaststelling dat er op basis van de teksten wel degelijk corruptie was, en dan het lezen van die teksten uit Egypte. Ik had gehoopt op een boeiende verteller, maar helaas was het iemand die per zin ongeveer vijf keer het woord ‘eigenlijk’ zei, wat zodanig opvallend was dat ik een beetje mijn focus verloor. Maar ik heb er nog steeds geen idee van op welke schaal die corruptie er was, en hoe het in Rome zat, want ze had het vooral over Egypte. Tsja.

IMG_2479

 

Kinesist

Wolf heeft een dikke maand geleden zijn rug bezeerd. Niks ernstigs, gewoon een verkeerde beweging bij de rugby, bij een nieuwe techniek. Ze leren namelijk de line-out, en daarbij moeten twee spelers een derde zo hoog mogelijk in de lucht steken, zodat die een ingeworpen bal kan pakken. Maar die middelste speler had er precies niet zoveel zin in, en hield zich slap, in plaats van zijn spieren op te spannen. Resultaat: je steekt precies een zware zak patatten in de lucht.

Enfin, Wolf had na de training gezegd dat zijn rug pijn deed, en ik zei dat het wel zou overgaan. Niet dus. Want na een week of drie klaagde hij er echt over, en begon het precies meer en meer pijn te doen. We zijn dan naar de dokter geweest, en die stelde vast wat ik vermoedde: niks aan het beendergestel of zijn ruggengraat, wel spier of pees. En dat zou ook gerust wel kunnen, gezien het feit dat hij nog steeds explosief aan het groeien is. Voorlopig even geen rugby of L.O.

Kinesist dus. Blijkbaar zit er effectief vanalles vast in die rug van hem, en zetten ze het los.

Simultaan ga ik ook naar de kinesist – ze werken er met vijf, dat kan dus – want bij mij is gans mijn rechterschouder vast. De trapezius zit verkrampt, waardoor gans mijn arm pijn doet, mijn nek, enfin, alles. De eerste keer heeft de kinesist enkel gewerkt op mijn nek, de volgende keer was het gans mijn schouder en rug. De derde keer heeft ze dan de pees en het aanhechtingspunt aan mijn schouder onder handen genomen: auw.

Maar we leven in de hoop dat het werkt.

Compliment, of toch niet?

Merel kwam daarstraks tegen mij aangekropen.

– ‘Mmm, mama, jij bent zo lekker zacht!’

– ‘Ja hé. Ik vind dat alle mama’s zo lekker zacht zouden moeten zijn. Dan ligt dat zo lekker voor alle kindjes!’

– ‘Dat niet alleen, he mama, ze moeten ook dik zijn, zoals jij!’

– ‘Euh?’

– ‘Ja, want jij bent ook zo’n leuke trampoline! Daar kunnen mijn popjes dan zo lekker op springen!’

Wolf rolde uit de zetel van het lachen, die kwam niet meer bij.

Zucht…

Voetperikelen: een waas van mysterie

Twee weken geleden berichtte ik dat ik langs geweest was bij de orthopedist, dat die verklaard had dat hij het echt niet meer wist, en dat hij me doorstuurde naar een absolute voetspecialist. Of zoals mijn huisarts het noemde: “Burssens? Ha, de god der voeten!” Wachttijd is standaard een maand of vier, maar bon, ze hadden mij er tussen gepakt, en ik mocht dus vandaag gaan.

Een stagiaire deed de anamnese, luisterde aandachtig, zocht de scanresultaten op, vulde het dossier in, en bevoelde de voet. De dokter zelf luisterde al even aandachtig, liet me een aantal keer heen en weer lopen, en begon toen serieus te trekken en te duwen aan de voet. Ik begon zowaar te zweten van de pijn. Daarop verklaarde hij doodleuk dat ook hij het niet wist. Mijn scans en pijnbeeld waren totaal onlogisch. Hij zei dat er drie opties waren: ofwel het bot, ofwel een geknelde zenuw, ofwel een peesprobleem. Waarop ik opmerkte dat dat zowat alle mogelijkheden waren wegens enkel ook nog spieren aanwezig in de voet. Waarop hij droog: “Correcte analyse, mevrouw”.

Juist.

Er werd prompt een MRI besteld – standaard wachttijd 3 maanden, ik mag dag op dag volgende maand al gaan – waarbij hij zowel botoedeem wilde laten nakijken, als peesbedding en zenuw, maar met telkens meer vraagtekens erbij. Hij was benieuwd, verklaarde hij nog. Een week na de scans moet ik terug bij hem staan.

Ik ben in elk geval wel blij dat hij ronduit durft toegeven dat hij het niet weet, in plaats van me alle mogelijke behandelingen aan te smeren.

Bon, wordt vervolgd over een dikke maand dus.

Week drie zonder geur of smaak

Dat die verdomde verkoudheid zwaar op mijn systeem werkt…

Het ergste is eigenlijk niet eens het voortdurende snuiten, de zware kop of de kloppingen in mijn oren, het ergste is dat ik al drie weken niks ruik of proef.

Probeer maar eens te koken dan! De soep is puur op ervaring gemaakt, maar de kinderen moesten proeven. Toen ik gisteren vanillewafeltjes bakte, rook ik ze niet eens. En bij het maken van het deeg brak ik een ei, dat er redelijk funky uitzag. Ik riep Kobe, en die bevestigde mijn vermoeden: het stonk! Bon, boeltje weggekieperd dus, maar ik heb zelf niks geroken. En ’s morgens heb ik er geen idee van of ik nu al parfum heb opgedaan of niet. Ook niet alles: voor je het weet, loop je te ‘sturmen’, uren in de wind. En oordeel dan maar eens of Merel haar Tshirt nog fris ruikt.

Maar het ergste vind ik dat ik niet met mijn neus door Merels haren kan woelen, of genieten van de verse lakens, of gewoon Barts warme geur naast mij in bed, als ik tegen hem aankruip.

Niks.

Gewoon niks.

Rotverkoudheid!

Neusdouche

Een neusdouche. Als u er al ooit van gehoord hebt, is het omdat u lastige sinussen hebt, zoals ik. Of een mega verkoudheid. Ik heb het sinds vandaag, en ik ben intussen fan.

Intussen, want aanvankelijk koesterde ik behoorlijk andere ideeën over het ding. Waterboarding, zeg ik u! Vrijwillig, en bij uzelf. Ik verzoop bijna, bij het eerste gebruik.

Wat is het? Wel, het is een werktuig om zout water via uw ene neusgat, doorheen uw sinussen, langs het andere neusgat te laten lopen. Onderweg ontzwelt het zoute water uw gepijnigde slijmvliezen, en neemt het alle slijm netjes mee naar buiten. Klinkt mooi, nee?

maxresdefault

Wel, ik verzeker het u: bij een eerste, onoordeelkundig gebruik, komt het zoute water langs alle mogelijke openingen terug naar buiten, behalve het gewenste neusgat. Ik verslikte me, proestte het uit, snotterde en snoof zo mogelijk nog meer, en noemde het ding ‘des duivels’.

Maar even later dacht ik: ik ga me nu toch niet laten doen door zo’n stom stuk plastiek zeker? Ik vulde het duivelswerktuig opnieuw met het zilte sop, las deze keer de handleiding, en waagde het er opnieuw op. En lo and behold, ik voelde de warmte zich verspreiden in mijn voorhoofd, en een parmantig straaltje liep de wasbak in, langs het veronderstelde neusgat.

Helpt het? Geen idee. Het zal wel, zeker? Mijn moeder zwoer er vroeger al bij, toen ze nog klant aan huis was bij de reform winkel, en spoelde regelmatig haar neus met behulp van een keramieken neti kan, iets wat wij kinderen ronduit hilarisch vonden.

Het geeft in elk geval wel voldoening, dat ding: de warmte is weldadig, en gewoon het feit dat ge water kunt laten lopen doorheen uw kop, van uw ene neusgat naar uw andere, tovert bij mij een grijns op mijn gezicht.

Da’s ook al iets.

 

 

 

Snot sniffer snuif

Ik heb het stilaan gehad met die rotverkoudheid. Al meer dan een week zit mijn kop dicht, smaak ik niks meer, ruik ik niks meer, hoor ik maar half, weegt mijn kop een extra twee kilo, en nu slaat mijn oor ook voortdurend dicht. Intussen is zelfs mijn oorlelletje al geïrriteerd omdat ik de hele tijd probeer mijn oor te doen ’tsjoepen’.

Serieus zeg. Moet dat nu?

Enfin, ik twitterde daar iets over, en meteen kreeg ik telefoon van mijn schoonma: dat het wel eens het begin van een middenoorontsteking zou kunnen zijn. Ze is ervaringsdeskundige, want Barts broer had daar als kind gigantisch veel last van. Ze is ook nog eens verpleegster van opleiding.

Hmm.

Ze zou wel eens gelijk kunnen hebben. Hoe dan ook, ik moet toch naar de huisarts achter een voorschrift voor de Nasonex, aangezien mijn oogarts me dat niet wilde voorschrijven, ook al heb ik specifiek deze spray nodig omwille van mijn oogproblemen. Tsja.

Ik hoop maar dat er snel een oplossing voor is, want hier word ik zot van. Nog meer dan anders.

Oogartsperikelen

Twee jaar geleden was het, dat ik nog naar de oogarts geweest was. Voor mij is dat eigenlijk geen goed idee, want door mijn glaucoom moet ik eigenlijk elk half jaar gaan.

Voor de mensen die dat niet weten: er mag een bepaalde druk op je oog staan (liefst wel of het blijft niet bol), maar die mag echt niet te hoog worden, of je oogzenuw raakt beschadigd. Dat heeft dan weer als gevolg dat je tunnelzicht krijgt, en op de lange duur blind wordt.

Het fenomeen waarbij je oogdruk continu te hoog is, heet glaucoom, en is een erfelijke ziekte. Ik zal het geweten hebben: mijn overgrootmoeder was blind, mijn grootmoeder is het intussen ook, en mijn ma druppelde meer dan de helft van haar leven, net zoals al haar broers. En ik, ik werd voor de zekerheid ook maar eens getest op mijn 25ste (waar ze normaal gezien pas testen vanaf 40) en yup, ook ik had het zitten. Nu, gelukkig kan je het perfect onder controle houden door ‘s morgens en ‘s avonds een druppeltje in je oog te doen, maar je mag dat ook liefst niet vergeten. En voor alle zekerheid toch maar om het half jaar op controle.

Maar nu was mijn oude vertrouwde oogarts, een studievriendin van mijn ma, met pensioen, en haar vervangster had me zodanig arrogant behandeld, dat het voor mij daar niet meer hoefde. En dan blijf je – enfin, ik toch – de zoektocht naar een nieuwe oogarts uitstellen. Uiteindelijk heb ik een afspraak gemaakt in het Jan Palfijn, want ik zit daar toch al voor alle andere rommel. Bon, een gewoon nazicht, een OCT (mét uitleg en verantwoording deze keer, want die test kost 40 euro, niet terugbetaald, en dat had de vorige arts niet nodig gevonden te vermelden, zelfs niet te verantwoorden) en een gezichtsveldmeting later bleek alles nog prima in orde te zijn. Mijn linkeroog is qua zicht lichtjes achteruit, maar nog niet in die mate dat mijn bril moet aangepast worden.

Alleen wou ze me geen Nasonex voorschrijven, principieel. Nu, ik snap wel dat ze nu niet direct de pil gaat voorschrijven, maar die neusspray? Ik worstel met een heftige verkoudheid, en een gewone, voorschriftvrije neusspray zoals Sofrasolone of Nesivine of zo mag ik niet gebruiken, omdat zo’n vasoconstrictor  een nefaste invloed heeft op de oogdruk, en zelfs, bij glaucoompatiënten, acute beschadiging kan veroorzaken. Het is dus duidelijk omwille van een oogprobleem dat ik enkel die mometasone mag nemen, maar nee, geen voorschrift, ik moet er speciaal weer voor bij de huisarts langs, als ik een neusspray wil.

Zucht.

Maar bon, ik ben weer goed voor een half jaar, en eigenlijk beviel voor de rest de aanpak van die artse me wel: direct, geen blabla, én met heldere uitleg. Ik denk dat ik nog wel eventjes daar bij dr. De Valck blijf.