Lente (met drol)

En dat het lente was vandaag! We hebben er allemaal van genoten, zelfs Bart die normaal met geen stokken buiten te krijgen is.

Een rustige voormiddag, een lekkere maaltijd (worst met spruiten, jawel, tot wanhoop van Wolf), en daarna een tukje van Barts kant. Tegen half drie hebben we hem wakker geschud, want toen waren de jongens al lang buiten aan het spelen, en was ik al in de tuin aan het prutsen. Bart heeft zowaar het gras afgereden, en ik heb aan planten allerhande geprutst, en de tafels en stoelen afgewassen.

Vooral dat laatste. Hmpf.

Ik was daarvoor de hondendrollen aan het opruimen (dat heb je, met een hond, in de winter blijven die liggen) maar Kobe moest natuurlijk net gaan rondstruinen waar ik nog niet gepasseerd was. Zonder te kijken waar hij stapte. Uiteraard.

Ik gebood hem stevig door het gras te gaan slepen om de getroffen sloef af te kuisen, maar da’s blijkbaar kweetniehoe lastig. Wat duidelijk minder lastig was, was een tuinstoel omver te gooien, en dan met de vuile sloefen op de textilene rugleuning te gaan stappen. Wat op zich uiteraard al niet mag, zo’n leuning is niet voorzien op achttien kilo kleuter. Laat staan dat textilene verzot is op hondendrol. En dat het bruine goedje zich tussen de gevlochten vezels nestelde met een hardnekkigheid die bij voornoemde kleuter niet misstaat.

Ik dacht dat ik hem kon villen. De kleuter, niet de stoel.

Soit, een stevig sopje en een stevige schrobbeurt later staan de tuinmeubelen klaar voor gebruik. Het gras is afgereden, de klimplanten hangen weer op, en de plantenbakken staan leeg te wachten op wat nog moet komen.

Het mag lente worden. Voor echt en al.

Daguitstap… of toch niet.

De bedoeling was om er vandaag een vakantiedagje met het ganse gezin van te maken. Op die manier neemt Bart misschien ook ooit nog eens meer dan een week vakantie per jaar. De dag was dus uitgeblokt in de agenda’s, maar helaas, er was in de namiddag toch alweer een vergadering verschenen.

Soit.

Het originele plan was om te gaan zwemmen in Puyenbroeck, daar dan ergens in de buurt iets te eten, en dan nog op de speeltuinen te zitten. En Bart naar zijn vergadering te laten gaan.

Maar, met een half zieke mama, een Kobe die nog antibiotica slikte voor zijn oor, en papa die zich niet al te best voelde en tónnen werk had, was dat misschien niet zo het allerbeste plan. We hebben dus Bart netjes naar kantoor laten vertrekken rond zeven uur, hebben er een rustige voormiddag van gemaakt, en zijn dan tegen twaalf uur papa gaan ophalen op kantoor. Om dan simpelweg naar de McDonalds te gaan eten en de kinderen daar te laten spelen. Die vonden dat een feest: frietjes (wat wij thuis zelden eten), een speelgoedje, en een speeltuin! En papa die mee was! Tegen kwart voor twee hebben we die terug op kantoor afgezet, en zijn nog even op een buitenspeeltuin gaan spelen niet ver van zijn kantoor, tot Merel lastig werd.

Het was meer dan genoeg. Kobe heb ik tegen half vier toch nog in zijn bed gepleurd wegens onhandelbaar, huilerig en lastig, en hij heeft toch tot zes uur geslapen. En zelf was ik ook behoorlijk moe, en heb ik een tukje gedaan.

Maar best dat het geen daguitstap is geworden. Het zou mooi geweest zijn.

Lastig

Merel was extreem lastig vandaag, en ik kan al niet veel hebben door zelf nog half ziek te zijn natuurlijk. Ze huilde, wilde eten maar had genoeg na drie slokken, wilde slapen maar was na tien minuten weer wakker, enzovoort. Wellicht had het te maken met reflux en/of constipatie, maar het resultaat bleef gelijk.

Doe daar dan nog een lastige Kobe bij, bezoek in de namiddag (dat op zich wel zeer fijn was, maar toch vermoeiend), en mijn dag was weer goed.

Toen ik dan ook iets in die trant postte op Twitter, ging rond zes uur de bel: Ilona! Die had mijn ‘noodkreet’ gelezen, en kwam even de baby kalmeren en uit mijn handen pakken. Het deed deugd.

Thx, Ilona!

Ilona2

4 maanden

Jawel, het gaat zo ongelofelijk snel.

powerdress

Hier gaat ze trouwens Dynasty en Dallas achterna: powerdress FTW!

Leep

Zoals nog regelmatig voorkomt, stak ik Kobe maandagmiddag in bed. Na nog een liedje gezongen te hebben, dekte ik hem in, en gaf hij me een megaknuffel. Waarop ik, doodgeknuffeld, doodviel, zo met mijn ogen dicht en mijn tong half uit mijn mond. DE remedie daartegen is een kusje, maar uiteraard probeert hij eerst alle andere mogelijkheden uit. Me kriebelen. Mijn neus dichtknijpen. Zijn vinger in mijn mond stoppen.

En toen had hij het gevonden: “Merel huilt!” Wat helemaal geen waar was, maar wat mij doorgaans wel doet reageren. Het kleine lepe monstertje! Ik ben gewoon in de lach geschoten, ik kon er niks aan doen.

En triomfantelijk dat hij was!

Ziek

Deze keer niet alleen ik, maar ook nog Kobe.

Vannacht was die niet te genieten: huilen, klagen over een zere kaak en een zeer oor, nog meer huilen, opstaan dat hij niet kan slapen… Hij heeft Nurofensiroop gekregen van Bart, en heeft de halve nacht bij ons in bed geslapen. Enfin, gewoeld. Hij had ook wel koorts, was serieus aan het gloeien.

Deze morgen voelde hij zich iets beter, maar had 38,7° en een vuurrood rechteroor. Ik heb dan maar rond acht uur een huisbezoek aangevraagd bij de dokter, dan kon die meteen ook even naar mijn hoest kijken. De griepsymptomen zijn weg, maar die hoest is bijzonder hardnekkig, en ik voel me nog steeds flauwtjes.

Ik had tegen twaalf uur bij mijn ouders willen zijn – we gingen daar eten, en dan bleven de jongens een nachtje slapen –  maar de dokter bleef maar weg. Alles stond klaar, het meeste zat al in de auto, en de kinderen hadden zelfs hun schoenen al aan. Rond kwart over twaalf heb ik nog eens gebeld naar de dokter, en die belde zijn collega dat hij ons dan eerst moest nemen. Soit, tegen tien voor één was hij bij ons. Voor Kobe bleek het een algemene infectie te zijn: rode keel, verstopte neus, en een oor waar een prop in zat waardoor hij niet goed kon zien hoe erg het was. In elk geval antibiotica, zodat hij zich snel weer beter ging voelen. Voor mij idem: oren waren ok, maar keel zag behoorlijk rood, en mijn longen deden niet wat ze moesten doen. Ook antibiotica, want het sleepte al te lang aan.

Enfin, we waren om half twee bij mijn ma, die daar eigenlijk niet om kon lachen aangezien zij zelf al gegeten hadden, en zij dus mocht herbeginnen met koken (opwarmen) voor ons.

En ik, ik voelde me slecht, en dat was volgens de dokter niet meer dan normaal. Hopelijk kunnen Bart en ik vannacht wat slapen.

Batterij.

Hmpf!

Ga anders eens, volledig ingepakt met uw drie kinderen, in de auto zitten om boodschappen te doen. En merk dan dat de autobatterij leeg is. Hmpf!

Ik garandeer het u, het heeft behoorlijk wat voeten in de aarde voordat ge een zevenjarige en een driejarige  zo ver hebt gekregen dat ze kousen en schoenen aan hebben, een gilet die dicht is, een jas, en dat ze in de auto zitten. Intussen moet ge ook nog een baby aankleden, eerst voorzien van verse luier, in de maxicosi pleuren, de auto in, zorgen dat ge zelf ook iets deftigs aan hebt, boodschappengerief mee hebt enzovoorts.

En dan. Start. De. Auto. Niet.

Godver!

Gelukkig had ik nog één en ander in de diepvries zitten, zodat ik middageten kon maken. En heb ik, als goede huisvrouw, een lader in huis. Motorkap open, en klemmen op de batterij.

Euhm. Juist.

Waar zit die batterij? Waar zit die focking batterij? Ik voelde me met de seconde blonder worden. Allez, dat kon nu toch niet? Ik zag enkel twee polen, maar geen batterij. Dan maar de handleiding erbij genomen. Oef, toch niet zo blond als gedacht. De batterij bevindt zich onder de bestuurdersstoel, maar kan opgeladen worden via voornoemde polen.

Een drietal uur later aan de snellader was de batterij weer ok. Gelukkig maar. Het kon eigenlijk ook niet anders: ik gebruik de auto tegenwoordig enkel om de kinderen van school te halen en boodschappen te doen. Veel batterijverbruik, en geen mogelijkheid om ze weer op te laden.

Ik denk dat ik zo af en toe mijn auto een keertje aan de lader ga leggen. Lijkt me wel zo handig, en noodzakelijk. En dan voel ik me ook iets minder blond.

Schrikken!

Vrijdagavond zat ik, rond een uur of acht ’s avonds, rustig aan mijn computer. De jongens lagen in bed, Merel sliep, en ik kan dan enorm genieten van de stilte. Ik was aan het lezen, en ging blijkbaar nogal op in mijn lectuur.

Toen plots, achter mij, een fluisterstemmetje: “Mama?”

Ik verschoot me steendood. Ik had Wolf dus helemaal niet horen komen, hij was muisstil geweest met de glazen deur, en dus stond hij achter me zonder dat ik het doorhad. En ik geef het u op een briefje: in een stil, donker huis klinkt zo’n fluisterstemmetje behoorlijk spookachtig.

Ik geef het toe: ik heb gegild. Van het danig verschieten. En Wolf dus ook, van het danig verschieten van mijn verschieten.

En toen kregen we allebei de slappe lach.

Brand (of nog net niet)

Gisteren heb ik hier bijna brand gehad. Gene zever.

Ik voelde me al wat beter, maar zeker nog niet tiptop. Ook de jongens waren thuis omdat er een pedagogische studiedag was. Om toch maar niet te veel uit mijn kot te moeten (koude lucht triggert de hoestbuien) ging ik zelf brood bakken. Ik heb al jaren een broodbakmachine, en ik gebruik die geregeld, als ik eraan denk, en vooral als Bart ’s avonds niet thuis is, want zo één broodje is nipt niet genoeg als de jongens honger hebben.

Nu goed, ik heb dus netjes alles in de machine gedaan, zoals altijd. Het was wel een ander soort meel, precies wat vloeiender, zodat het geheel te slap was nadat ik er melk en water had bijgedaan. Soit, gewoon wat extra bloem, en opgelost. Dacht ik.

In de namiddag zitten de jongens netjes te spelen aan de salontafel, en ik zit aan mijn bureau. Komt Kobe bij me om iets te vragen, en hij merkt op: “Zeg mama, dat ruikt hier precies naar sigaretten!” Unk? Mijn eerste gedachte is: bij de buren of zo staat iemand te roken en die geur komt binnen. Maar dat kon niet, want alle ramen en deuren waren gesloten. Maar ik snuffelde grondig, en moest hem gelijk geven. Ik sta dus recht, al snuffelend, en loop richting keuken.

Oy vey! De hele keuken stond onder een dikke rook, wat wij dus hadden geroken. Ik heb onmiddellijk de deur toegedaan, het venster open, en de dampkap vollen bak. En het broodmachien, want dat was de schuldige, buitengezet. De rook sloeg er aan alle kanten uit. Wat was er gebeurd? Mijn deeg was inderdaad nog te slap, was serieus beginnen rijzen en was over de rand gerezen. Dat gebeurt soms nog, maar nu was het deeg zo slap dat het over de rand was gevallen, op de warmte-elementen. En toen het bakproces was begonnen, waren die stukjes deeg beginnen verbranden en verkolen. Het machien werkt in principe nog, denk ik. En gelukkig hangt er geen zwarte aanslag in mijn keuken, het was geen roet of zo.

Maar die geur, die is precies nog niet direct weg. Hmm.

Gezelschap

Door al dat ziek zijn heb ik al één en ander moeten afzeggen.

Gwen ging dinsdag komen, en die heb ik dus afgebeld. Vandaag had ze opengehouden als mogelijkheid, maar dat zag ik nog steeds niet zitten.
De salsales dinsdagavond heb ik dus ook moeten missen. Ik kon amper op mijn benen staan, was al blij dat ik Merel niet liet vallen, laat staan dat ik zou gaan dansen. Ik had trouwens zelfs geen babysit, had ik me goed gevoeld.
En donderdagavond, gisteren dus, ging normaal gezien de roleplaysessie bij mij doorgaan. Ik heb de Cthulhu dus ook afgebeld, ik was al lang blij dat ik de dag was doorgekomen. Een collega die Merel eens ging komen bekijken in de namiddag, heb ik ook naar een ander tijdstip doorverwezen. Wel ben ik zelf de kinderen gaan halen, ook al mocht ik eigenlijk niet buiten van de dokter. Maar er waren niet veel alternatieven, en ik had al weken op voorhand beloofd aan Delphine dat ik Marthe en Victor ging meebrengen, dus wat kon ik anders? Ik heb me gehaast, en mijn longen uit mijn lijf gehoest. En daarna weer netjes binnen gebleven en een huilende Merel getroost.

Tot zover mijn geplande sociale leven dus.

Aan de andere kant is mijn ma dinsdag komen helpen (al was het min of meer al afgesproken dat ze ging binnenwaaien). Is woensdag Greet een anderhalf uur op de jongens komen passen. Is gisterenvoormiddag Vallery binnengewaaid. Dat vond ik niet erg, integendeel. We hebben gezellig zitten kletsen bij een stevige koffie, en ik kon ongegeneerd ziek zijn bij haar. Tsja, dat zijn de mensen waarvoor de term ‘goeie vriendin’ wel geldt zeker? En vandaag waren de kinderen een ganse dag thuis, pedagogische studiedag. En heb ik nog een degelijke maaltijd kunnen samenstellen met gerief uit berging en diepvries, zonder buiten te moeten komen.

En de jongens waren apetrots vandaag: ik heb hen samen naar de apotheker gestuurd. Dat is amper een paar honderd meter, het einde van de straat en dan het hoekje om, zonder dat ze een straat moeten oversteken, maar toch. Helemaal gerust was ik er toch niet op, en verdomde blij dat ze terug waren. Maar trots, ja, je had ze moeten zien glimmen. En dan kregen ze nog een ijsje als beloning, om lekker samen buiten op te eten. Ze genoten van het goeie weer,  en bliezen samen bellen. Kobe heeft zelfs zo hard gelachen dat hij in zijn broek heeft geplast.

Ik denk  niet dat zij er zoveel last van hebben dat mama ziek is. Gelukkig maar.