Quid nunc, Brico?

Daarstraks wipte ik even binnen in de Brico om nog een zakje strooizout te halen.

Groot was mijn verbazing toen ik in de plantenafdeling een dame potten quasi uitgebloeide (en dus onverkoopbare) azalea’s zag weggooien, maar telkens ook een ‘klonk’ hoorde. Bleek dat ze de plantjes gewoon met mooie sierpot en al in de vuilbak gooide. Sorteren tussen groenafval en gewoon afval? Daar deden ze duidelijk niet aan mee. Maar dat ze ook die sierpotten weggooide, dat snapte ik gewoon niet, temeer omdat de Brico een afdeling sierpotten heeft, waar quasi dezelfde potten verkocht worden.

Toen ik de dame in kwestie erop aansprak, reageerde ze verveeld: “Goh madam, de mensen pakken dat gewoon niet mee, zelfs niet voor nen euro!” Toen ik zei dat ik eigenlijk twee van die rode potjes wilde, zei ze: “Nen euro ’t stuk, is da goe? Hierzie, een briefke voor derbij!”

Ze viste twee rode potten van tussen de azalea’s, en ging daarna vrolijk verder met het weggooien van de rest. En geef toe, zo klein of lelijk zijn ze echt niet (kopje ernaast gezet om de grootte te illustreren).

sierpotten

Trouwens, nog zo’n weetje over dit ’tuincentrum’: toen ik ooit eens een werknemer aansprak op het feit dat de aangeboden bonsai’s dringend water nodig hadden, kreeg ik de opmerking: “Maar madam, ge peist toch niet dat wij dat water geven, of wa? Daar hebben wij de tijd niet voor hoor, ze moeten maar op tijd verkocht worden, en de rest smijten we weg.”

Duurzaamheid is duidelijk niet belangrijk voor Brico. En dan hoeft het voor mij ook niet meer.

365 – 24 januari

365-024

Het was in de zomer, maar het is zeker nog voordat we getrouwd zijn, en ik denk zelfs dat we nog niet zo heel lang samen waren. Dus ongeveer twintig jaar geleden, vermoed ik. Het was met een koppel vrienden in Center Parcs, en de pull, het boek, het knuffeltje en de gitaar heb ik nog steeds. De vent ook, overigens. Illustratie bij deze post.

Kindle Paperwhite

Voor wie het niet zou kennen: de Kindle (uit te spreken zoals in het Nederlandse kind, btw) is een e-reader, een elektronisch boek. Het ding is zo klein als een paperback, weegt minder dan het doorsnee boek, en je kan er massa’s boeken tegelijk op zetten. Het grote voordeel is: je kan zowel bij klaarlichte dag, in de zon, als in het donker lezen door het ingebouwde licht. En het is ook veel zachter aan de ogen dan een iPad of zoiets, die je daar ook kan gebruiken om te lezen, maar zonder bovenvermelde voordelen.

Het nadeel is dan weer dat je de boeken niet fysiek hebt. Je moet ze kopen, maar kan ze daarna niet in de boekenkast zetten (wat overigens evengoed een voordeel kan zijn) of uitlenen. Voor de ‘goeikoop’ moet je het niet doen: je betaalt quasi evenveel voor een e-book als voor een gedrukt exemplaar.

Maar bon, ik wilde dus zo’n Kindle Paperwhite, eentje die ik in één hand kan houden, en ook met datzelfde hand kan bedienen. Heel makkelijk voor in bed, trouwens. De maker van de Kindles is Amazon, die ze dan ook op zijn sites verkoopt. Helaas, daar zit dus een addertje in het gras: de Duitse, Franse of Engelse versie van Amazon versturen wel boeken naar België, maar niet die Kindle. Daarvoor word je prompt weer doorgestuurd naar de Amerikaanse versie, het moederbedrijf. En als je dus zo’n Kindle laat opsturen uit de Verenigde Staten, kost je dat niet alleen behoorlijk wat transportkosten, maar ook invoertaksen.

Na wat rondgevraag op Twitter kwam ik te weten dat de Engelse boekhandel Waterstones in Brussel ze verkoopt. Voor een fikse meerprijs (169 euro ipv 129 op de site), dat wel, maar bon. Ik heb er eentje besteld, en Monica (nog eens dank u, Monica!) is hem gisteren voor me gaan halen en heeft hem vandaag bezorgd. Een ideaal excuus, overigens, voor een stevige koffie en een fijne babbel.

Gierig als ik ben, had ik geen zin om nog eens 35 euro te betalen voor een stevige leren hoes, en ik wilde trouwens iets dat ietsje origineler was. En dus heb ik uit similileer zelf een hoesje gemaakt, eentje dat perfect past, en waarop ik de tekening van mijn opzijgezette iPhone heb herhaald. Met zilverstift die ik nog had vanuit het middelbaar, nota bene.

Ik vind het best geslaagd, voor een half uurtje werk. En nu ben ik dus een bijzonder tevreden lezer.

Kindle1

Kindle2

Kindle3

Filosofie

In het zesde middelbaar geef ik na Pasen altijd Antieke Filosofie: Thales, Plato, Aristoteles, Epicurus, enzovoort.

Vaak krijg ik van leerlingen het jaar daarna dankbare opmerkingen: ze zien dit aan de universiteit, en zijn blij dat ze het al op voorhand snappen en al eens grondig gezien hebben.

Dit jaar kreeg ik van twee oudleerlingen (elk afzonderlijk) via Facebook een voorzichtige vraag: of ik hen soms een bepaald stuk nog eens wilde uitleggen. Vooral Plato met zijn allegorie van de grot en zijn kennisleer zorgde voor problemen. En Zeno, natuurlijk.

Zeno

Via chat is dat niet te doen, dus gaf ik hen mijn telefoonnummer. En legde ik zowel zondag als vandaag via de telefoon Plato nog eens uit.

Ze waren allebei verbaasd dat ik dat wilde doen, overigens. Ik was eigenlijk zelfs gevleid: ik was blij dat ze nog aan hun oude leerkracht dachten, en dat ze me benaderbaar genoeg vinden om het te vragen. En eigenlijk vooral dat ze mijn uitleg beter vinden dan om het even wat dat ze kunnen opzoeken op internet, of bij hun medeleerlingen. Meer nog, Anke bedankte me, en zei dat ze nu haar medestudenten ging opbellen om het hen op haar beurt uit te leggen.

Ik ben toch wel trots, ja.

Zonder pamper

Toen ik Merel daarstraks ging ophalen in de crèche, kwam ze vol trots op me toegelopen en tilde haar kleedje op. Mijn wenkbrauwen gingen uiteraard de hoogte in: dit is nu niet bepaald iets wat ik mijn dochter wil aanleren. Maar het kind had er een goede reden voor: ze wilde me haar onderbroek tonen. Jawel, onderbroek, en geen pamper meer.

Cindy van de Spruitjesdoos had geoordeeld dat Merel daar nu toch echt wel klaar voor was. Ze ging geregeld op het potje, maar zo’n pamper, da’s toch een gemak, en dus plaste ze nog steeds in de pamper ook. En dus moest die pamper uit. Cindy had nog wat onderbroekjes liggen, en dus gingen de kousenbroek en de pamper uit, en ging de onderbroek aan.

Uiteraard kreeg ik ook was mee naar huis: het was niet zonder slag of stoot verlopen, maar al bij al ging het toch bijzonder vlot. Gelukkig had ik nog voldoende witte was liggen, en kon alles weer gewassen worden tegen morgen. Maar ik denk dat ik me toch zal moeten reppen om een stapel ondergoed te halen, want om eerlijk te zijn, ik denk dat ik hoop en al twee onderbroekjes heb voor Merel. En ongelukjes, die zijn nog volop te verwachten.

Maar heimelijk hoop ik dat ze snel droog zal zijn. Want als er één ding is dat ik niet zal missen van mijn kleine kinderen, dan zijn het toch wel die voortdurende pampers. Ugh.

Nieuwjaren, deel drie (of zoiets)

En toen werd er hier nog maar eens genieuwjaard: mijn andere broer (peter van Wolf), van wiens dochtertje ik meter ben, en Dirk, die peter is van Kobe.

Kobe had daar trouwens de schattigste opmerking ooit over: “Zeg mama, komt Ilse ook mee?” “Euh natuurlijk, liefje!” “Ha, goed, want dan kan ik haar nog eens knuffelen!”

Er werden nog maar eens nieuwjaarsbrieven gelezen, er werd geaperitiefd, ongelofelijk lekkere aardperensoep gegeten (met dank aan i.), royale porties van Barts spaghetti binnengespeeld, en kaastaart gegeten.

20jan1

En uiteraard werd er gespeeld. En cadeautjes gegeven. Dirk had naast een donsovertrek van Skylanders (gegarandeerde hit, uiteraard) en een turnzak van diezelfde beestjes, en ook nog een fopbril en foptanden. Hilariteit alom, oordeel zelf. Verder werden er vooral de obligate envelopjes uitgewisseld, kreeg ik een prachtig set koffies en thees van het schoonzusje, kreeg Jeroen een mand met speciale bieren, en kreeg Dirk het oude fototoestel uit 1933 van mijn grootvader. Dirk is fotograaf, en heeft een eigen atelier. Ideale versiering, dus.

20jan2

20jan3

Enfin, good times were had by all. Of dat mag ik toch hopen.