Zeg, hoe zit dat nu met uw verbouwingen?

Die vraag krijg ik dus geregeld.

Tsja, goed en niet goed.

In de keuken/woonkamer is alles in orde, intussen. Ook kleine dingetjes zijn opgelost geraakt, zoals een van de crepines (afsluitingdingen in uw pompsteen) die niet goed werkte, en een plank die beschimmeld van onder de OSB kwam. Alleen de mannen van de corian moeten nog langs komen om de boel op te schuren, en de hoekjes in orde te zetten. Maar dat is eerstdaags gepland.

Barts bureau is af, en in de inkomhal is de gebarsten egaline – er liep een verwarmingsbuis van de vloerverwarming onder, en dus was alles te snel gedroogd en gebarsten – verwijderd en opnieuw gegoten, nu de verwarming af ligt. Dat moet nu even drogen, en dan komen ook daar de metaalplaten. Dan moet enkel de bel nog in orde gezet worden. Die werkt wel op onze iPhones, maar moet nog signaal geven naar een ding-dong in de woonkamer.

Boven is ook alles zo goed als klaar. De elektricien moet nog een lamp in Kobes kamer in gang krijgen, en dat is het.

Intussen is wel de schuifdeur in de nieuwe badkamer beginnen slepen, en daar moet de schrijnwerker dus even naar komen kijken, maar veel zal dat wellicht niet zijn.

En dat is dat, eigenlijk.

Ik ben zo langzaam bezig overal opnieuw kaders op te hangen, extra spullen te installeren, en vooral op te ruimen. Maar eerst zijn er nu examens en verbeteringen, en die krijgen uiteraard absoluut voorrang. Maar ik weet vooral wat gedaan in de vakantie: opruimen opruimen opruimen.

Zucht.

 

Feest in het kasteel

De kinderen waren lastig, ik had even genoeg van het verbeteren, en Bart had het druk.

Ik zocht dus iets om te doen met hen, maar voor de Midzomervertellingen waren we net te laat. Maar toen zag ik op Twitter een berichtje passeren van een vriend, dat hij blijkbaar in het Gravensteen zat, en dat daar vanalles te doen was.

Een kwartier later zat ik met de drie kinderen in de auto, en nog een kwartiertje later waren we geparkeerd in de Burgstraat en aan het stappen richting de fameuze burcht, waar effectief Feest in het Kasteel aan de gang was.

Merel was door het dolle heen: een. Echt. Kasteel! Met. Echte. Prinsessen! Ze keek haar ogen uit naar de vechtende ridders, de kostuums, de poppenkast, de kantelen, de vlaggen en wimpels, enfin, alles.

Een verslagje van die dag kan u lezen op Gentblogt, uiteraard, en wel hier.

Maar de meer persoonlijke foto’s komen daar natuurlijk niet terecht, daarvoor dient dit blog.

Op schoot bij een echte prinses. Een échte, hoor mama!

IMG_9406

Bij Anthony die blijkbaar van kostuums deed.

IMG_9415

IMG_9411

IMG_9413

IMG_9417

Met grote ogen kijken naar de poppenkast, op schoot van broer.

IMG_9436

Even poseren.

IMG_9479

IMG_9483

IMG_9482

43

Van sommige tradities mag je gewoon niet afwijken. Neem nu de verjaardag van mijn beste vriendin: al sinds onze achttiende verjaardag probeer ik haar op of rond haar verjaardag toch even te zien, en geef ik haar meteen ook een boeket rozen. Dat boeket begint overigens steeds groter te worden: 39, 40, 41, 42

Gisteren zijn we dus samen gaan lunchen in Fou ‘d O, gezellig op het terras. De rozen had ik helaas niet mee, mijn mondelinge examens waren wat uitgelopen, zodat er geen tijd meer voor was. Maar die rozen krijgt ze dan wel maandag van me, op haar eigenlijke verjaardag.

Ik moet zeggen: we zien elkaar niet vaak meer, maar da’s logisch, met respectievelijk vier en drie kinderen, en allebei een drukke echtgenoot en een job. Maar telkens wanneer we elkaar zien, doet het zo vertrouwd en bekend aan. Dat is natuurlijk niet moeilijk, als je elkaar je ganse leven hebt meegemaakt, al sinds je student was. Je hebt de ander zien groeien, een lief weten krijgen en aansluitend een gebroken hart, het definitieve lief aan de haak weten slaan, trouwen, kinderen, een nieuw huis, verhuizen, feesten. Je kent elkaars achtergrond, ouderlijk huis, grootouders, broers, zussen en zelfs hun kinderen…

Al meer dan vijfentwintig jaar, intussen.

En ja, dat verdient een momentje voor onszelf, zo tussen het verbeteren en de kinderen door. Gewoon, met zijn twee, bijpraten op een zonnig terras.

Op je drieënveertigste, Gwen!

Zwemmen

Als je me had gezegd dat ik vandaag ging zwemmen in de Blaarmeersen, ik had je zot verklaard. Edoch…

Woensdag waren Wolf en Merel er al fluks ingesprongen en hadden duidelijk genoten, vandaag had ik me voorzien en echt zwembroeken en handdoeken meegenomen, voor na de strandtraining. Oh, en een dekentje, een ligmat, de picknick, drinken, een zwemband… Voor het zekerste had ik dus ook mijn eigen zwemgerief mee, en jawel: de jongens waren aan het trainen, en Merel wilde zo graag zwemmen, maar durfde niet alleen.

Ik heb dan maar temidden van de andere rugby-ouders mijn zwemspullen aangetrokken, en lo and behold, het was niet eens koud! Echt serieus! Ik denk dat Merel en ik toch ongeveer een uur in dat water hebben gezeten, voor ze te veel honger kreeg. Intussen waren ook de jongens en de andere spelertjes het water ingeplonst, en dat vond ze een pak minder, al dat gespat.

In elk geval heb ik er van genoten, van dat juniwater. Een aanrader, echt!

IMG_9370

IMG_9380

IMG_9392

 

Stadsgids

In januari heb ik eens een voormiddag samen gezeten met de mensen van uitgeverij Luster en een handvol echte stadse Gentenaars, om samen van gedachten te wisselen over wat nu eigenlijk alle beste plekjes van Gent waren: parkjes, Italiaanse restaurants, monumenten, hipste kledingwinkels, beste pralinewinkels, zowat alles passeerde de revue, en er werd hartelijk en druk over gediscussieerd.

Ze gingen namelijk met ingeweken Belg Derek Blyth een boekje uitgeven, The 500 Hidden Secrets of Ghent, in navolging van zijn gidsjes over Brussel en Antwerpen.

IMG_9507

Deze avond, toen Bart thuiskwam, had hij het mee voor mij, dat bewuste boekje. Ik moet toegeven: ik ben het niet altijd eens met wat erin staat, maar ik ben er best wel trots op. Want Gent, dat is toch wel dé stad voor mij, ondanks al zijn kleine kantjes.

IMG_9510

Ge moogt het altijd eens lenen als ge het braaf vraagt, of beter nog: ge kunt het gaan kopen. Ik krijg er geen cent voor, maar had een fijne ochtend met andere Gentenaars, een heerlijk ontbijt en lunch in het Paard van Troje, en dus de eer van dat boekje. Meer moet dat niet zijn.