Spoed!

Na een rustige voormiddag – Bart had boodschappen gedaan – trok ik met Wolf en zijn beste maatje Wout naar Berchem, voor de ledendag van Elanor: we gingen er in een zaaltje met beamer de twee extended versions van The Hobbit I en II bekijken. De jongens en ik hadden ons geïnstalleerd, in zachte zetels met dekentjes en zo, en we genoten.

Na deel I begonnen we aan het eten, en terwijl Hedwig de rijst afgoot, ging mijn telefoon: Bart. Of ik alsjeblief onmiddellijk naar huis wilde komen, want hij verging van de buikpijn. Hmm. Aan zijn stem hoorde ik dat het heel ernstig was, ik ken hem zo onderhand een beetje. Terwijl ik haastig onze spullen bijeengrabbelde, belde ik de ouders van Wout op: van hen wist ik zeker dat ze thuis waren, dat ze op een paar minuten rijden van ons woonden, en dat Wouts zusje Febe kon babysitten, want dat had ze al eerder gedaan. En gelukkig hoorden Cindy en Jo ook aan mijn stem dat het menens was: vijf minuten later waren ze bij Bart, nog vijf minuten later waren ze op weg naar de Spoed van Sint-Lucas.

Intussen had ik vanuit de auto mijn ma opgetrommeld, en ook zij liet ongeveer alles ter plekke vallen, en reed naar Wondelgem. Ik kwam ongeveer tegelijk met haar aan, liet de kinderen onder haar hoede achter, en reed met wat inderhaast bijeengegraaide spullen voor Bart naar de spoed. Cindy had me tijdens de autorit al verteld dat hij morfine had gekregen tegen de zware pijn, dat ze testen aan het doen waren, en dat het dus ook echt wel ernstig was. Om zeven uur stond ik in Sint-Lucas, en kon ik Cindy aflossen. Bart lag intussen te kronkelen van de pijn, ondanks de pijnstilling, op een onderzoekskamertje, en kreeg gelukkig nog wat extra verdoving, zodat hij in slaap viel. Het eerste vermoeden waren nierstenen, maar de scan was vrij duidelijk: een serieuze galsteen! Maar omdat ze vocht zagen rond de galblaas, wat wijst op een ontsteking, wilden ze vannacht nog niet opereren, ook al liep de chirurg van wacht er wel degelijk rond. Er werd antibiotica opgestart, en morgenvroeg gaan ze eerst opnieuw bloedtests doen en een echo nemen, om te weten hoe ver die ontsteking staat, en of ze onder controle is.

Tegen tien uur hebben de verpleegsters en ik hem geïnstalleerd in een kamer, en met nog wat extra pijnstilling sliep hij, tegen dat ik de papieren in orde had gemaakt en alles geregeld was.

Morgen een operatie dus. Blijkbaar is het een standaardoperatie, een laparoscopie, en met wat geluk is hij maandagavond al thuis.

Poeh. Ik ben er nog niet gerust in, maar we weten tenminste wel wat het is, en de paniek is weg. En ik ben mijn vrienden ongelofelijk dankbaar. Echt, echt waar.

Oef.

Het is vakantie. Enfin, morgen nog naar de muziekles rijden, maar daarna is het vakantie. En ik ga vooral slapen, denk ik, want ik ben moe. Door en door, intens moe. Zelfs mijn benen doen pijn, dus ook fysiek moe.

Vandaag was er kerstontbijt – lees: donuts en chocomelk, want de keuken was compleet onderbemand – uitdelen van rapporten en leerlingencontactdag, waarbij ze hun examen kunnen komen inkijken. En omdat het eigenlijk meestal allemaal wat te lang duurt, komen er ook altijd wel een aantal rondhangen. Dat vind ik helemaal niet erg: dan heb ik ook wat aanspraak ^^

Ik had mijn fototoestel op mijn bureau liggen, en blijkbaar heeft een van hen dat genomen. Ik heb het zelfs niet gemerkt.

IMG_2809

IMG_2803

IMG_2802

IMG_2804

Enfin, dit was dus wat erop stond, en dit ben ik blijkbaar als ik aan het uitleggen ben. Het valt me vooral op hoe hard ik op mijn moeder lijk. Maar da’s een wijs mens, dus zo erg is dat nu ook weer niet.

IMG_2811

Daarna was er nog receptie met sandwichkes en zo, en tegen half drie was ik thuis. Doodop, uitgewrongen.

Maar om half vier waren er de kinderen, en tegen vijf uur bracht ik Wolf naar de muziekschool, en tegen zes uur waren we daar met het hele gezin. Wolf speelde zijn twee stukjes van het kerstconcert

gitaar

en we muisden er vanonder: de jongens trokken snel hun scoutshemd en hun scoutsschoenen aan, ik stampte er een boterham in, en tegen half zeven stonden ze aan het scoutsterrein. Gelukkig bracht Delphine hen mee naar huis, want ik heb Merel in bed gestoken, en ben in de zetel geploft. En dat was dat.

Chaotisch

Zo kan je mijn dag eigenlijk wel noemen, ja. In principe vind ik elke dag die afwijkt van de normale weekroutine, vrij chaotisch. Die routine doet me deugd: ik heb zelf een zeer chaotische geest, maar met kinderen heb je structuur meer dan nodig.

Vandaag was die ver te zoeken.

Het begon al deze morgen: ik wilde Bart laten slapen, want die was gisterenmiddag plots onverwacht thuisgekomen: zo misselijk als wat, onmiddellijk overgegeven, en zijn bed in. Gisterenavond voelde hij zich wat beter, maar toch. Uitslapen zal hem deugd doen.

Bon, kinderen naar school, ik even later ook naar school voor de klassenraden. Zolang het niet aan jouw klassen is, loop je daar dus doelloos rond: je mag niet echt aan iets beginnen, want het kan elk moment aan jou zijn. Verbeterwerk is er niet meer, en voor veel andere dingen heb ik meer focus nodig. Niet dus.

Enfin, ik heb dan maar voor 26 man afhaalchinees besteld, want veel kans om warm te eten gingen we anders niet meer hebben. Onze keuken is gesloten op dagen als deze, en vanavond is er oudercontact tussen zes en negen. Gelukkig gaf de Chinees geen krimp, en werden er netjes 26 porties babi pangang met rijst voorzien.

Tegen vijf uur kon ik de kinderen ophalen – Wolf was al thuis, en die meldde dat papa ook al de hele dag in zijn bed lag – om kwart over vijf waren we zelf ook thuis, en om kwart voor zes trok ik alweer richting school.

Het was goed half tien vooraleer ik weer thuis was en een boterham kon eten, en vooral kon crashen in de zetel. Bart was tegen dan wakker, en had eerder al de kinderen in bed gestoken. Ik had wel aan Wolf gevraagd dat te doen, maar bon, liever papa uiteraard.

Zo van die chaotische dagen, ne mens wordt daar eigenlijk vooral moe van.

Qu’est-ce qu’on a fait au Bon Dieu!

Wie zin heeft in een complexloze, maar toch niet geheel inhoudsloze typisch Franse komedie, die moet echt naar deze film gaan kijken. Serieus.

Deze morgen waren de collega’s en ik namelijk van toezichtsdienst bij de leerlingen van de derde graad in de Sphinx. De film was gekozen door de leerlingenraad, maar wij dachten er het onze van: “Het zal wel weer wat zijn…”

Wel, ik heb gegniffeld, gegrinnikt, gegierd en tranen gelachen. Echt waar. De film is heerlijk Frans, ongelofelijk herkenbaar, en ongemeen amusant. De hele zaal leerlingen was dan ook stil, we hebben geen enkele opmerking moeten maken (het kan ook zijn dat de ‘zware gevallen’ lagen te slapen natuurlijk, maar bon).

Ik geef u even de korte inhoud mee, geplukt van Cinenews.be:

Claude en Marie Verneuil zijn afkomstig van katholieke ouders uit de grote provinciale bourgeoisie en nogal conservatief. Maar ze zijn altijd ruimdenkend geweest. Het was echter even slikken toen hun eerste dochter trouwde met een moslim, hun tweede met een Jood en de derde met een Chinees. Hun hoop dat hun laatste dochter toch voor de kerk trouwt wordt aangewakkerd wanneer ze vernemen dat ze een brave katholieke jongen heeft ontmoet.

Of zoals mijn collega het formuleerde: “Dit is de ideale film als je even een winterdipje hebt, wanneer je behoefte hebt aan een gulle lach, en een oppepper nodig hebt.”

Ik geef haar volledig gelijk.

Hindernissenparcours

Ik had eigenlijk klaar willen zijn met verbeteren voor het weekend, maar dat was dus niet gelukt. Ach ja, gisteren was er de stakingsdag en moest ik op school zijn van 8.30u tot 15.30u, ik ging dat dan wel afwerken. Juist. Het ging niet bepaald vooruit, ik deed er vanalles tussen, en dus had ik deze morgen nog dertien stuks te gaan. Da’s zo’n kleine zes uur werk, ingetikt en alles. Moest perfect kunnen, deadline is middernacht. Alleen kwam er nogal wat tussen. Aan de andere kant vond ik dat ook niet zo erg, want ik heb intussen de concentratie van een vleugellamme fruitvlieg op wiet.

Bon, deze morgen kinderen naar school gebracht, en blijven kletsen. Eén exaampje verbeterd, en alweer naar Eeklo vertrokken voor mijn halfjaarlijkse oogcontrole, en aansluitend nog een paar kerstinkopen.  Aangezien ik nu toch in Eeklo zat, ben ik meteen doorgereden naar Adegem, naar een jarige collega met een pracht van een derde dochter, die me nog papieren moest geven. Uiteraard ben ik niet onmiddellijk weggelopen, verre van, ik heb koffie gedronken en de baby uitgebreid bewonderd.

Omdat de route naar huis langs de deur van mijn ouders loopt, vond ik het nogal idioot om niet even binnen te springen, en ik heb dan maar meteen ook de overschot van het middageten opgegeten, kwestie van dat thuis dan niet meer te moeten doen. Enfin, tegen half drie was ik thuis. Twaalf examens.

En toen kwamen de kinderen thuis, luisterde ik naar de verhalen, en voorzag ik vieruurtjes. Tien examens.

Om kwart voor vijf bracht ik Kobe naar de logopedie, deed intussen boodschappen voor onder andere morgen, en haalde hem weer op, met afscheid van de logopediste. Acht stuks.

Er werd vroeg gegeten, ik bracht Wolf naar de gitaarrepetitie voor het kerstconcert, stak Merel in bed, keek even naar Kobes huiswerk, ging Wolf weer ophalen, en toen was het acht uur. Zes te gaan.

Mijn mond viel tussen door even open van verbazing over iemand die 143/145 haalde, en dan nog gewoon twee keer te weinig opschreef. Ik nam nog maar eens een nieuw rood inktbuisje, stak twee jongens in bed, en ploeterde verder.

Om twintig over tien was ik klaar. Moest ik enkel nog de commentaren intikken en doorsturen, oef.

*crash*