Op Nands verjaardag, drie weken geleden, heb ik met mijn vader, broer, en Sarahs vader een wandelingetje gemaakt naar het plaatselijke soldatenkerkhof. Ik wist dus van geen kanten dat er in Machelen-aan-de-Leie zo’n kerkhof was, laat staan dat er meer dan 750 Fransen begraven liggen.
Het was er stil in de lentezon, en daarom ook des te indrukwekkender. Het ergste vond ik eigenlijk de data: bijna alle gesneuvelden waren uit de laatste maanden van de oorlog, in 1918 dus, en verschillende zelfs van na de wapenstilstand.
Wat me raakte, en ik meteen ook prachtig vond, was het feit dat de geloven er zonder meer door elkaar liggen. Christenen naast moslims naast neutrale graven, zonder onderscheid. Zoals het hoort, eigenlijk. Allemaal om dezelfde reden gestorven, helaas.
Eén graf was versierd, en was ook net iets groter dan de anderen: dat van een Engelse luchtmachtofficier.
We werden er stil van.
Zolang we het maar nooit vergeten. Nooit.
They went with songs to the battle, they were young.
Straight of limb, true of eyes, steady and aglow.
They were staunch to the end against odds uncounted,
They fell with their faces to the foe.They shall grow not old, as we that are left grow old:
Age shall not weary them, nor the years condemn.
At the going down of the sun and in the morning,
We will remember them.They mingle not with their laughing comrades again;
They sit no more at familiar tables of home;
They have no lot in our labour of the day-time;
They sleep beyond England’s foam
Dat soort kerkhoven wekken vaak sterke emoties op, ligt volgens mij oa aan het krachtige eenvoud.