Een rustige zondag met een hectisch begin!

Een zondags begin om niet snel te vergeten! Wolf moest om half acht gepakt en gezakt (letterlijk) aan het station staan, om te vertrekken op tiendaags tentenkamp. We waren op om half zeven, ruim op tijd om te douchen, de croissants te bakken en op te eten, en te vertrekken. Bijzonder gemoedelijk eigenlijk, want we waren geen van beide echt wakker. Toen ik om 7.32u de Albertlaan opreed om parkeerplaats te zoeken, ging mijn telefoon: de leiding. Ik vond dat wat voorbarig, zo amper 2 minuten te laat en al bellen. Maar toen bleken ze gisterenavond rond zes uur nog een sms gestuurd te hebben dat de trein vervroegd was, maar dat hadden we niet gezien. Ze hadden afgesproken om 7.15u, want de trein vertrok om 7.40u, en ze stonden intussen al op perron elf. Juist ja. Ik heb me de Kiss&Ride ingeschoten (op zijn Gents: de lek-en-vertrekzone), me daar geparkeerd, de rugzak op mijn schouders getild, en ben beginnen snelwandelen, met Wolf en Merel in mijn kielzog. En uiteraard kon het niet spoor twee zijn, maar moest het spoor elf zijn. Enfin, de trein stond er al, de scouts zaten er al op, maar Wolf kon er gelukkig nog bij, en ook Quinten, die net na ons aankwam en die ook de sms niet gezien had. De leiding stelde ons gerust, Wolf zwaaide nog even, en ik pufte uit. En dat was dat. Zo efkes een half spurtje trekken, op zondagmorgen om half acht, met dertien kilo op uw schouders, het is gelijk dat zo niet.

Soit, thuis was er rust en koffie, en een lange voormiddag ^^

We hadden ook Barts ma al verschillende keren uitgenodigd om op zondag hier te komen eten, maar ze zag zich op de rit van 45 minuten, zeker nu haar heup nog aan het herstellen is. Maar bon, vandaag verplichtte ze zichzelf, want anders zou ze al helemaal niet meer buiten komen. Met een uur of twaalf stuikten hier dus beide overblijvende grootouders toe, terwijl Bart in de keuken stond, en ik in vuile kleren de wildernis achteraan aan mijn bureau probeerde in te tomen.

Maar ik werd dus gesommeerd aan tafel te komen, en Bart zette ons, na een voorgerechtje van garnalen, een succulente rosbief voor. We zaten buiten onder de schaduw van de nieuwe parasol, en genoten.

Mijn pa reageerde ontgoocheld toen hij hoorde dat er geen vers ijs ging zijn, en aan de ronk van schoonma hoorde ik dat ook zij daar geen nee tegen zou zeggen. En dus, tsja, maakte ik toch maar weer ijs, want het was er wel het weer voor, ja. Voor de koffie met taart zijn we zelfs binnen gaan zitten, want het werd toch te warm…

Tegen vijven waren ze beiden weg, was het hier muisstil, en las ik nog een beetje. En kuiste een schuif uit, dat ook, ja.

En ’s avonds, ’s avonds ben ik met mijn echtgenoot een fietstochtje gaan maken, van de Dries naar het rusthuis, dan naar de Neptunus, en terug. Waar zo’n Pokémon Go al niet goed voor is, zeker? Ik klaag niet, en geniet. Zowel van het fietsen als van het spelletje :-p

Cliché zondag

Dat ik soms niet vaker de mist in ga, ik snap het zelf niet. Maar vandaag was het toch wel bijna van dat.

Ik was netjes om half negen opgestaan, had ontbeten met de kinderen, Kobes lunchpakket gesmeerd, en tegen half tien reden vrolijke scout Kobe en ik samen naar het scoutslokaal voor de groepstocht. Alleen… ik rook al onraad toen ik de straat inreed en geen extra verkeer zag, laat staan toestromende kinderen. Hmm. Toen ook het hek gewoon dicht bleek, reden we vliegensvlug terug naar huis, waar ik de betreffende mail opentrok, en bleek dat er om half tien aan het Dampoortstation diende gestaan te worden. Juist ja.
Racen is een groot woord, maar aan een fluks tempo spoedden we ons richting het station, terwijl ik probeerde de verantwoordelijke aan de lijn te krijgen. En jawel, de bus was pas om tien uur, meer dan tijd genoeg. In een heel wat rustiger tempo gooide ik Kobe af bij zijn vriendjes, en reed terug naar huis om een snelle koffie te drinken.

Half elf was namelijk weer catechesetijd, en Wolf werd er netjes met de rest van zijn vriendenbende afgezet door Wouts mama, bij wie hij dus was blijven slapen. Ik observeerde hem van een paar rijen verder, en stelde vast dat hij toch maar “piepoogjes” had. Er zal weer veel geslapen zijn, net zoals op de voorbije week in Center Parcs. Tot mijn grote verbazing wilde hij tóch naar de scouts, want “anders is Lucas daar alleen, hé mama!”. We reden naar huis, ik smeerde zijn lunchpakket, en vrolijke scout Wolf en ik reden samen naar Puyenbroeck. Een telefoontje later wist ik dat ze net op de speeltuin zaten, gooide ik Wolf daar af, en dat was dat.

Bart ging Merel eigenlijk ook nog meenemen naar Ronse zodat ik de middag in alle stilte helemaal voor mij alleen had, maar dat zag Merel dan weer niet zitten. Ze heeft wel prachtig alleen gespeeld, zonder me te storen, en ik heb zowaar een tukje in de hangmat gedaan, heerlijk in de zon.

En toen waren er nog toetsen, was er de razend spannende Parijs-Roubaix, waren er kinderen die van het station moesten gehaald worden, was er eten, en plots was de vakantie gedaan. Zomaar.

Tsja.

 

Het nuttige en het aangename

Omdat de kinderen bij mijn ma waren, konden wij hier heerlijk uitslapen. Enfin ja, langer dan tien uur lukt me toch niet, maar zo’n uitgebreide douche kunnen nemen, zonder dat er minstens ééntje komt zagen, dat doet ook deugd. Tegen half één gingen we ze ophalen, en had ik mijn ma kunnen overtuigen – nu ja, veel overtuigen was er niet aan, ze kwam zelf met het idee af, eigenlijk feitelijk – dat we daar nog gingen blijven eten. En man, ze kan nog altijd fantastisch lekker konijn klaarmaken! En die erwtensoep dan!

Ik was de beloofde taart vergeten en ging die dus nog vlug halen, en rond een uur of drie reden we dan nog even langs mijn grootmoeder van bijna 93, die ik al een tijdje niet meer gezien had.

Tegen half vijf waren we thuis in een rustig, proper huis, met nog een zalige zondagavond voor de boeg. Heerlijk gewoon. Eigenlijk gewoon stressvrij, en dat komt niet zoveel voor hier ten huize.

Luie zondag

Zo’n dagje, waarin je enkel kleren aandoet omdat klussen in een slaapkleed niet alles is. Waarop de jongens gewoon hun pyjama’s hebben aangehouden. Waarop Bart worst met erwtjes maakt. Waarop ’s avonds alle gordijnen worden dichtgetrokken, en we samen naar Harry Potter and the Philosopher’s Stone kijken.

Zo’n dagje dus.

Voor mij is dat ook een dagje van die kleine klusjes.

Zoals de piratenvlag, die Wolf op kamp gewonnen heeft, ophangen.

IMG_0010

En eindelijk zijn fosforiserend skelet opnieuw ophangen, maar dan op de blauwe muur, en met pritt. Want dat plakte dus voor geen kanten, was er de vorige keer al na een dag weer afgedonderd.

365-193

Nog voor we naar Londen gingen, had ik trouwens ook al eindelijk een rolhouder gevonden en opgehangen in de keuken:

IMG_9851

en ook de wijnrekken opnieuw in de berging geïnstalleerd. Er is daar een automatisch licht, dus lang kan het nooit blijven branden, en de temperatuur is er vrij constant. Al ga ik misschien toch nog een doek over de wijn hangen, er zitten daar flessen van 1976 tussen en zo.

IMG_9845

Zalige zachte zondag

Zo heb ik mijn zondagen het liefst: zacht, stil, kabbelend, zonder stress, en voor mezelf.

Bart is om twee uur naar kantoor vertrokken om wat werk in te halen, en heeft meteen Kobe afgezet aan de scouts. Merel heb ik in bed gestoken, en in één moeite door ook Wolf. Want die ben ik rond de middag gaan halen op scoutsweekend, en die heeft daar blijkbaar zeer weinig geslapen. Ik moest eigenlijk niet echt aandringen om hem in bed te krijgen: hij weet ook wel dat hij daar gewoon beter slaapt, en dat zo’n bedje toch bijzonder lekker is als je moe bent…

En dus zit ik nu in alle rust te genieten achter mijn scherm. Buiten is het koud en guur, hier binnen is het heerlijk warm. Ik verbeter toetsen, terwijl Klara’s top 100 me af en toe doet wegdromen, en ik kleine slokjes neem van een kop hete thee.

Ik denk dat ik straks zelfs aan de examens ga beginnen, zò een ontspannen staat heb ik bereikt. Want examens, dat stel je niet zomaar even tussendoor vlugvlug op.

Hopelijk slapen ze nog even…

Zondag

Merel ligt in bed, Bart is naar zijn werk, en de jongens zijn naar de scouts, gewapend met regenjas en caoutchouc botten.

Ik ben alleen, en het is stil. Ik zet een koffie, geniet van de heerlijke geur, hang even over de damp. Op kousenvoeten haal ik de strijkplank van boven, sleep de grote mand strijk in de woonkamer, en posteer me voor de tv.

Buiten regent het. Waait het. Stormt het, bijna. Ik heb eventjes medelijden met de jongens. Héél even maar, want ik weet hoe leuk een jeugdbeweging in de modder kan zijn. Straks zal ik hen opvangen in de garage, modderbroeken uitstropen en meteen in de machine gooien, laarzen uitgieten en zetten drogen, en twee grijnzende gezichtjes richting douche sturen.

Maar nu even niet.

Ik zoek op de digicorder naar een Engelse detective, draai het strijkijzer op twee bolletjes, vis een hemd uit de mand, en neem nog een slokje koffie.

Guur weer, koffie, strijk en een detective. Veel zondagser wordt het voorlopig eventjes niet meer, nee.