Geocaching Adventure Labs

Vandaag ben ik tussen de buien door – het is echt niet koud – toch even in Wondelgem gaan rondrijden om de info voor een labcache te verzamelen.

Ik legde al eerder uit wat dat is, maar ik herhaal even:  dat is een aparte app, ook van geocaching organisatie Groundspeak, en ze tellen mee met je gewone caches, maar ongelofelijk leuk! Je krijgt een beginpunt en pas als je daar effectief op tien meter afstand bent, opent de app een uitleg en moet je een vraag beantwoorden. Heel vaak gaan labcaches dus om historische uitleg en dergelijke. Als je vraag 1 hebt beantwoord, krijg je toegang tot de tweede locatie, maar ook daar moet je effectief naartoe als je de vraag wil krijgen. Per opgeloste vraag krijg je trouwens een extra op je teller van gevonden caches. Zo gaat het snel, natuurlijk. En blijkbaar hebben de meeste labcaches ook een bonus, een effectief verstopt potje waarvan je de coördinaten maar krijgt als je de volledige labcacheronde hebt opgelost.

Ik deed er eentje met Wolf in Ronse, twee met Merel in Gent en een (en een stukje) in Eeklo met ons pa. Ferm amusant, en coronaveilig want je zoekt niks fysieks. Ik heb al stukjes van leuningen geteld, stenen rond een beeld, geboortedata ingegeven en dergelijke, dat wel.

En dus dacht ik: er is helemaal niks van die orde in Wondelgem, ik zoek dus zelf vijf van de ’toeristische hotspots’ hier in ons dorpje. Ik heb al eens stevig moeten nadenken, maar bon :-p

Enfin: coördinaten verzameld, vragen opgesteld, antwoorden gezocht: ik was klaar om de labcache in te dienen. Euh… Hoe? Waar? Dat zit blijkbaar niet in de gewone website? Hmmm?

En toen vond ik na wat gezoek dat je blijkbaar niet zomaar labcaches kan opstellen, maar dat je je kandidaat moet stellen. Hmpf.

Ik contacteerde een medecacher die er wel al twee heeft opgesteld, maar die wist me te vertellen dat hij zelf door Groundspeak was gecontacteerd omdat hij vroeger al een paar labcaches had gedaan. Nog meer hmpf.

Enfin, ’t ligt allemaal klaar en ik heb fijn rondgehost vandaag. Nu maar hopen dat ze me contacteren, dan kan ik ook Wondelgem op de labcachekaart zetten.

 

Nieuw geocachevriendje?

Telkens wanneer een van je eigen caches gelogd wordt – gevonden of niet gevonden – krijg je als eigenaar een mailtje. Ik lees die meestal cursorisch, maar de “niet gevonden” logjes bekijk ik wel grondiger, al was het maar om er zeker van te zijn dat die al dan niet weg zou zijn.
Nu kreeg ik vandaag dus een bericht van een mij onbekende cacher dat ze de multi aan de kerk van Wondelgem – een oude cache die ik niet gelegd heb, maar wel overgenomen heb van de originele legger die inmiddels verhuisd is – niet had gevonden. Ze had de juiste coördinaten berekend, maar op ground zero had ze niks gevonden. Ik stuurde een berichtje terug met de vraag of ze er nog was, want dat is minder dan een kilometer van mijn deur, en anders kwam ik rap eens kijken.
Ze antwoordde dat ze vlakbij woonde, dat ze nu aan het koken was, maar dat ze sebiet wel even tot aan den Dries wilde komen. Enfin, een dik kwartier later stonden we beiden aan de cachelocatie om vast te stellen dat hij effectief pootjes had gekregen. Ik had een nieuw potje mee, liet haar tekenen en stopte het weg.
En toen fietste ik nog met haar mee tot aan haar deur en bleven we, welja, twee uur staan kletsen.
Ik denk dat ik iemand gevonden heb om in de buurt mee te gaan cachen, zo af en toe. Wijs mens. Een pak jonger dan ik, dat wel, maar een hele vlotte.
Yupyup.

Villa Ooievaar, de laatste keer voorlopig?

Vrijdag, en dus tijd voor mezelf om rustig op mijn eentje te gaan eten op een van mijn favoriete plekjes, zijnde het sociale restaurant Villa Ooievaar temidden in een park. Er zijn slechtere plekken om te zitten.

Ook het eten heeft verschil: het is altijd lekker, maar soms is het gewoon macaroni met hesp of varkenslapje met boontjes of zo. Vandaag was het een zeetongetje met Hollandaisesaus en gebakken patatjes. Echt, het was machtig lekker! En dat voor tien euro…

Alleen was de portie voor één keer naar de kleine kant – anders heb ik altijd over en vraag ik regelmatig een Restorestje. Maar ik had tijd, ik zat ongelofelijk op mijn gemak, en dus bestelde ik nog een koffie en een stuk heerlijke perentaart die ik had zien passeren. Toen was ik wel een beetje winnie, maar mijn weekend was heerlijk ingezet, geloof me. Ik geniet volop van dat kleine mij-momentje.

Maar ik vrees dat het voorlopig de laatste keer zal zijn: de restaurants gaan niet langer open mogen blijven, vrees ik. Ik snap dat wel, maar ik ga het missen, dat momentje. Ach ja, het komt wel terug.

Me-time

Kijk, ik zie mijn kinderen doodgraag, maar pas nu begin ik te beseffen hoe hard ik snakte naar een beetje me-time, een beetje alleen zijn.

Sinds half maart ben ik namelijk zo goed als geen enkel moment zonder kinderen geweest, zonder volk in huis. Ik ben een loner, een eenzaat van nature. Ja, ik heb een bijzonder vlotte babbel en ik tetter graag mensen de oren van het hoofd, maar ik ben vooral ook heel graag alleen.

Nu, ik had tijdens de lockdown geen klagen: we hebben een groot, geriefelijk huis met een eigen kamer voor elk van de kinderen én een game room, en een apart bureau voor Bart. Het kon dus best dat we alle vijf thuis waren en ik de woonkamer voor mezelf had, maar dat is toch niet hetzelfde. Je houdt sowieso voortdurend rekening met de andere personen in huis.

Vijf dagen hebben we gehad zonder kinderen, en daarvan hebben Bart en ik dankbaar gebruik gemaakt om naar Bordeaux te gaan. En ja, ik ben natuurlijk ook wel naar Frankrijk geweest, maar dat is nog anders.

Maar nu, vandaag, heb ik mijn vrijdagse gewoonte weer opgepikt: gaan lunchen in de Villa Ooievaar. Ik heb geluk dat ik op vrijdag klaar ben om één uur: nog net op tijd om naar de villa te gaan. Ik heb er buiten op het terras zitten lezen, genoten van kip in pepersaus, en gewoon… tsja, genoten van het alleen zijn.

Ik heb zelfs mezelf nog getrakteerd op een koffie en een stuk kaastaart, gewoon omdat het kon. Niemand om aan te denken of rekening mee te houden: Bart op het werk, de kinderen op school, en mijn eigen werk kon nog wel even wachten.

En pas nu heb ik beseft hoeveel rust dat in mijn hoofd heeft gebracht, en hoe hard ik dit gemist had. Me-time. Noem het gerust egoïstisch, het maakt van mij een blijere vrouw, echtgenote, mama, en op die manier heeft de rest van mijn gezin er ook baat bij.

Villa Ooievaar: een momentje zen

Eind november schreef ik er al over: dat ik in Villa Ooievaar elke vrijdagmiddag een klein zenmomentje had ingepland. Even recapituleren: Villa Ooievaar is een sociaal restaurant op de grens tussen Mariakerke en Wondelgem waar je in een oud landhuis zit, op je wenken bediend wordt door mensen met een lichte mentale stoornis, je de keuze hebt tussen drie schotels – een gewone, ene met pasta of iets dergelijks en een vegetarische optie – fantastisch lekker eet, altijd te veel eet en amper tien euro betaalt per dagschotel.

Ik kom er graag en ben er intussen ook een “vaste gast” op vrijdag. Als in: de bediening kent me, het hoofd kent me, en zelfs bepaalde andere vaste gasten beginnen steevast een klapke te doen. Dik in orde!

En ik, ik kom er telkens weer buiten met een compleet ontspannen, goed gevoel. Zalig, toch?

Ik geef u trouwens nog de foto’s mee van de laatste paar keren. Kwestie van ook u warm te maken.

Oh, en bezint eer ge begint aan het dessert: de chocomousse is echt bijzonder goed, maar ook wel, zoals op de laatste foto te zien is, bijzonder ruim. Ik was nochtans gewaarschuwd ^^