Hele diepe zucht.

Deze voormiddag zat ik op een bepaald moment met tranen in mijn ogen. Echt. Ik moest moeite doen om niet helemaal in huilen uit te barsten.

Ik had namelijk net een telefoontje van Stedenbouw gekregen dat mijn dossier voor de verkavelingswijziging helemaal niet in orde was. Er ontbraken nog een aantal handtekeningen. Ha ja, want als een kavel  in eigendom van meerdere personen is, dan moeten zij àllemaal tekenen.

Ik had dat nog expliciet gevraagd aan de verantwoordelijke voor mijn verkaveling bij Stedenbouw, en die had me gezegd dat het voldoende was als per perceel één van de eigenaars tekende, ervan uitgaande dat als zij geen bezwaren hadden, de mede-eigenaars dat ook niet gingen hebben. Niet dus.

Ik legde dat uit aan de – overigens zeer behulpzame – dame aan telefoon, en zij ging het voor de zekerheid nog eens checken bij de adviseur, en me terugbellen.

Helaas.

In de codex staat volgende vermeld:

Alvorens zijn aanvraag in te dienen, verstuurt de eigenaar per beveiligde zending een afschrift van de aanvraag aan alle eigenaars van een kavel die de aanvraag niet medeondertekend hebben. De bewijzen van deze beveiligde zendingen worden op straffe van onontvankelijkheid bij het aanvraagdossier gevoegd.

Gelukkig was ze zeer tegemoetkomend: zij had toch al alle adressen aangeduid die ontbraken, en ze ging me haar lijst inscannen en doormailen. En aangezien de ingediende dossiers toch al kopies bevatten, mag ik dus morgen de bewijsjes van aangetekende zending voor haar inscannen en doormailen,  zodat ze onverwijld verder kan gaan met het dossier. En ik later deze week of volgende week de gele affiche kan gaan afhalen. Ze had die toch al opgemaakt, vandaar.

Ze wist me ook te verzekeren dat ze zeker niet de maximumtermijn voor het dossier gingen nodig hebben (zijnde ergens in maart), maar verwachtte het dossier rond te hebben begin januari.

Enfin, toch nog één meevaller dus.

Die ‘paar ontbrekende handtekeningen’ telde zij overigens als een twintigtal, ik kom aan tweeëndertig. 180 euro. En dus zit ik nu brieven uit te printen en enveloppen te schrijven. Alweer.

Verkavelingswijzigingsaanvraag is binnen

Oef.

Daarnet heb ik bij Stedenbouw het verkavelingswijzingingsaanvraagdossier binnengebracht. Eindelijk.

De hele zomer heb ik handtekeningen verzameld, daarna heb ik van de architecte het ingevulde dossier gekregen, en vandaag kon ik er eindelijk werk van maken.

Gisteren heb ik alle brieven voor de huiseigenaars die ik niet kon bereiken, opgesteld, met telkens een aangepast plannetje met uitleg erbij. Vijftien stuks, jawel. Deze morgen ben ik dan eerst naar de logopedie gegaan, en daarna richting postkantoor om die vijftien brieven aangetekend te versturen. 84 euro. Dan kopies in zesvoud van de bewijsjes van aangetekende zending, de dossiers in elkaar gestoken, en dan richting Administratief Centrum Zuid, waar ze me wisten te vertellen dat ik eigenlijk in Mariakerke moest staan. Maar dat ze het dossier wel wilden aannemen en nakijken of er wel alles inzat, alsof het met de post zou verstuurd zijn. Het bleek in orde te zijn, oef.

En dus viel er een pak van mijn hart. Een steen van mijn maag. Want dit dossier, het had toch enige voeten in de aarde. Nu moet ik nog wachten op bevestiging per post van de volledigheid van het dossier. Dan moet Stedenbouw het nakijken, en dan moet het ter goedkeuring voorgelegd worden aan het Schepencollege. Het kan dus nog wel eventjes duren. Maar bon, we zijn alweer een stap dichter.

(En dan heb ik mezelf beloond met een prachtig diepblauw-naar-paars-neigend hoedje, hemdjes voor Merel, een wollen truitje voor Bart, en een hoop volkorenkoeken van bij de Hema. En een vegetarische lunch bij de Pacha Mama.

lunch)

Verkavelingsperikelen

Omdat onze architecte die het voorontwerp heeft getekend, intussen bevallen is en verzuipt in het slaaptekort en het werk, heeft ze ons doorverwezen naar iemand anders. Iemand in wie ze het volste vertrouwen heeft, die met dezelfde programma’s werkt, en die ook al geregeld samengewerkt heeft met de projectplanner met wie wij willen werken.

Renée kwam vandaag langs met de afgewerkte dossiers voor de verkavelingswijzigingaanvraag (’t is dat het niet op het Scrabblebord kan, of het zou de max van een woord zijn), in respectievelijk vier- en zesvoud. Ik moet er nog de bewijzen van aangetekende verzending naar de mensen die ik niet persoonlijk kon bereiken, bijsteken, en dan kan ik alles gaan indienen. Het zal voor volgende week donderdag zijn, dan heb ik daar tijd voor.

De architecte had alles al digitaal naar de mens van Stedenbouw doorgestuurd, en voor hem zag het er goed uit. Oef.

Op hoop van zege.

Handtekeningenjacht

Verschillende mensen op twitter en Facebook hebben me al gevraagd: “Maar wat is dat toch met die handtekeningen waar jij altijd mee bezig bent?”

Wel, het zijn die fameuze verkavelingsperikelen. Om te kunnen verbouwen, moeten we een verkavelingswijziging hebben. De uitleg rond de verbouwing zelf vind je hier, het verhaal rond de verkavelingsproblemen hier en hier.

Onze verkaveling is nog oud en dus zeer groot: 87 percelen. Ik moet nu van elk van de eigenaars van die percelen een handtekening hebben ter kennisname, dus dat ik hen uitgelegd heb wat wij van plan zijn, en dat zij dus het recht hebben daar bezwaar tegen aan te tekenen. Ik loop met andere woorden van deur tot deur, bel aan, en leg uit wat de bedoeling is.

De meeste mensen kijken me aan alsof ik compleet gestoord ben. De meest voorkomende reactie is dan ook: “Meent ge dat nu echt? Ocharme kind toch! Ja, ze kunnen ne mens nogal pesten met dat soort dingen! Kom hier, dat ik een handtekening zet.”

Gisteren belde ik naar een huiseigenares, wier nummer ik gekregen had van de huurster (ha ja, ge dacht toch niet dat ik zomaar iedereen kon vinden, er zijn nogal wat huurhuizen en appartementsblokken bij), en die dacht dat ik haar voor de zot aan het houden was. Ze dacht écht dat ik een grap met haar wilde uithalen voor een of ander radioprogramma of zo. “Gij zijt bloedserieus, of wa?” Helaas wel dus.

Sommige mensen reageren ook achterdochtig: “Ik teken niets, madam!” Pas als ik hen uitleg dat ik dan een aangetekend schrijven moet sturen, omdat ik écht een handtekening van doen heb, willen ze tekenen. Nadat ik het met handen en voeten en plan en al heb uitgelegd, uiteraard. Gelukkig zie ik er ‘als een vriendelijke, gewone madam’ uit, zodat ze me nog snel vertrouwen. Nog die chance.

De eigenaars die niet hier wonen, of ook niet dichtbij, moet ik dus een aangetekende brief sturen. Ook aan de eigenaars van de twee elektriciteitskoten die in de verkaveling vallen. Ha ja, want zie ne keer dat Imewo vanuit hun elektriekkot bezwaar aantekenen tegen mijn verbouwing, zeg! Maar het zijn percelen, dus moet ik wel. Kafka op zijn best dus.

verkaveling

Het gele huis zijn wij, en dat kleine hoekje is wat we willen bijzetten. De rode percelen hebben getekend, naar de groene moet ik een aangetekend schrijven sturen wegens te ver, of een investeringsmaatschappij of zoiets. De witte moet ik nog te pakken zien te krijgen.

Dus loop ik langs de straat, op handtekeningenjacht. Ik ga overal aanbellen, in de voormiddag, in de namiddag, of ’s avonds. Sommige mensen zijn met vakantie, een dame is opgenomen in een rusthuis, en anderen doen eigenlijk gewoon niet open. Gelukkig zijn de mensen intussen bijzonder behulpzaam: ze kennen me, zien me passeren, en gaan mee bij achterdochtige buren. Of, zoals in het geval van de dame in het rusthuis: de buur belt me zodra hij er leven ziet, want de zoon komt af en toe langs voor de post en zo.

De uren die ik daar al heb ingestoken, ge wilt het niet weten. Maar ik wil die open keuken, dat bureautje voor Bart, de kamer voor Kobe en de tweede badkamer, en dus zit er niks anders op dan langs de straat te lopen bedelen. Naar handtekeningen.

Verkavelingsperikelen

Dat er een paar kinken in de verbouwingskabel zijn gekomen, kon u hier en hier al lezen.

Intussen heb ik een lang telefoongesprek gehad met de betreffende ambtenaar, en is me een hoop duidelijk geworden.

Ik heb dus vandaag de koe bij de horens gevat, en ben beginnen rondgaan van deur tot deur. Een paar adressen had ik eerder al gedaan, zo tussendoor, maar nu ben ik een paar uur de hort op geweest. Overal moet ik het uitleggen, uiteraard, en vaak ook luisteren naar de verhalen van de mensen ook. Wat ze zelf hebben meegemaakt qua verbouwingen, maar even goed zijn er oude mensen bij, die gewoon blij zijn met wat aandacht. In elk geval duurt het uren. Zevenentachtig handtekeningen, het is niet niks.

Maar ik leer er tenminste wel mijn buren mee kennen…

Verkavelingsaanvraag

Deze avond is de architecte weer langsgeweest: er is een bijkomende moeilijkheid. Die zal wel opgelost geraken, maar vraagt gewoon veel extra werk. Alweer.

Het verkavelingsplan van onze wijk is al een zeer oud beestje, en ons huis is eigenlijk onlogisch. Op het plan staat nl. dat ons terras, waar we willen uitbreiden, eigenlijk niet bebouwbaar is, terwijl dat op alle andere hoeken van de wijk wél het geval is.

De betreffende ambtenaren zagen geen probleem en vonden de verbouwing wel een verbetering, maar er moet dus een officiële wijziging van de verkavelingsplannen aangevraagd worden, en daar heb je de handtekeningen van de eigenaars uit de ganse verkaveling voor nodig. Zo op het eerste zicht meer dan honderd. Zodra die aanvraag is ingediend, is er – net zoals bij een bouwaanvraag – 105 dagen wachttijd.

Ugh.

Ik zal al maar eens naar Stedebouw en Kadaster gaan zeker, op zoek naar welke huizen er allemaal in de verkaveling vallen, en de namen en adressen van de eigenaars?

Soms verdenk ik ervan dat er mensen zijn die mij bezigheidstherapie willen opsolferen. Ne mens blijft bezig…