In de watten

Gisteren was Bart nog thuis komen koken voor hem en mij, vandaag stond hij al om kwart over acht patatten te schillen en worst te bakken: hij kon er niet zijn over de middag, maar wilde wel dat wij eten hadden. Ik zei nog dat we gerust pizza konden bestellen, dat de kinderen daar zelfs vragende partij voor waren, maar nee, hij wilde perse zelf koken tussen zijn razend drukke agenda door. Ik vermoed dat hij zich een beetje schuldig voelt omdat hij vannacht in Brussel blijft slapen, maar da’s nergens voor nodig. Samen met de kinderen red ik me best: er is al brood voor vanavond, en de kinderen zijn nu ook niet meer klein he.

Alleen Kobes muziekles is niet gelukt: ik kan niet met de auto rijden, en hij heeft dus geen vervoer. Het is op zich misschien niet ver naar Evergem, maar er zit een razend druk, levensgevaarlijk kruispunt tussen met de R4, en dus kan ik hem niet met de fiets laten gaan. En de tram? Dat zou op zich wel kunnen, maar dat heeft hij nog nooit gedaan, en dus is hij vreselijk onzeker. Ach, van één keertje zijn les te missen gaat hij niet dood. En volgende week hoop ik van zelf te kunnen rijden.

Ik ben trouwens van de pijn al drie kilo kwijt, en het is niet dat ik niet eet: Bart legt me in de watten, er is voortdurend chocolade, en Gwen en Erik hadden zondag ook nog keischattige Halloweenchocolade mee. Al moet ik toegeven dat die voor het grootste deel in twee jongensmonden is verdwenen. Nog een chance dat Merel geen chocolade lust :-p

IMG_0493

En verder? Mja, het gaat met kleine, kleine stapjes vooruit. Stappen lukt zeer behoorlijk, ik gebruik mijn stok minder en minder, en liggen en slapen is pijnvrij, maar zitten is nog echt moeilijk. Ik eet op tien minuten, en ga dan prompt weer liggen. Daarstraks ben ik, mét stok, naar de apotheker gewandeld. Enfin, geschuifeld, de volle 130 meter (volgens Google). IK heb ginder even gerust, en ben dan teruggeschuifeld. Ik was stikkapot, ben daarna minstens een uur blijven liggen, maar eigenlijk was ik best trots op mezelf.

Ik heb me daarna ook buiten geïnstalleerd, lekker in het nog steeds warme weer.

IMG_0502

Zucht.

Een goeie rug, ’t is een gerief, geloof me.

 

Krak

Dat was het geluid van mijn rug ergens deze voormiddag. Zucht.

Ik had al ontbeten, maar liep nog in mijn slaapkleren rond, want op maandag moet ik niet lesgeven. Kobe en Merel waren ook thuis, want die hadden een pedagogische studiedag. We gingen er een rustige voormiddag van maken, en dan in de namiddag zwemmen in de Rozenbroeken. We zagen het al helemaal zitten!

Niet dus.

Want toen ik een foto wilde maken van de zeer enthousiaste pompoenplant buiten, zei mijn rug krak. Ik heb me laten vallen, en ben eventjes, versuft van de pijn, blijven liggen. Aan Merel heb ik gevraagd de verandadeur weer dicht te doen, ja. Uiteindelijk ben ik rechtgekrabbeld met behulp van mijn stok, en heb me in de zetel gelegd.

Na een dik uur rusten dacht ik: ik moet op zijn minst kunnen douchen en kleren aan doen. Ja toch? Wel, ik stond nog niet goed en wel onder het water, of het schoot er terug in. Maar in zo’n kleine douchecabine heb je de plaats niet om je te laten vallen, dus schoof ik de deur open en liet me dan maar vallen. Ha ja, de enige manier om die pijn ietwat draaglijk te maken, is de druk van mijn rug wegnemen, en dus te gaan liggen. Toen lag ik dus half in en half uit mijn douche, kletsnat, terwijl het water stroomde en ik geen kant uitkon. Enfin, na tien minuten was de pijn voldoende weggeëbd om opnieuw een poging te ondernemen. Ik ben in sneltempo gedoucht geraakt, heb me leggen opdrogen op een handdoek op Wolfs bed, en zag vooral dat het niet oké was. Echt niet.

Ik weet niet wat het is, maar deze pijn is precies niet hetzelfde als de vorige keren. Toen zat het hoger, nu is het precies alsof mijn heupen blokkeren of zo.

Ik heb dan maar de kinesiste gebeld, en ik mocht gaan om half twee, oef. Het deed deugd, maar echt helpen deed het precies niet. Zucht. Ik heb zelfs al de school verwittigd dat lesgeven morgen niet gaat lukken, want ik heb er geen goed oog in.

En gisteren had ik tickets gekocht om vandaag met Bart naar Blade Runner 2049 te gaan kijken. Niet dus. Ik heb nog getwijfeld, hoor, maar de autorit alleen al zou er te veel aan geweest zijn, laat staan dat ik ginder kon zitten.

Ugh. Niet leuk. Echt, echt niet leuk. Hopelijk snel beter.

Hoe is het nu nog met Wolf?

Die vraag krijg ik regelmatig, en dus geef ik er hier nog maar eens een antwoord op.

Wel, wisselend, maar niet meer zo slecht als in het begin van september. Als in: hij heeft het matrasje dat op school ligt, intussen twee keer gebruikt, niet vaker.

Vervelend is dat hij afhankelijk is van mij of Bart om naar en van ’t school te geraken: fietsen lukt niet. Hij heeft het geprobeerd, maar vooral het terugkeren was er te zwaar aan, na een ganse dag les. En dus brengt Bart hem ’s morgens of rijdt hij met mij mee, en haal ik hem om half vier af. Alleen… Op dinsdag heb ik les tot kwart over vier, en dus moet hij nog een extra lesuur wachten. Idem voor de woensdagmiddag: ik heb les tot vijf voor één.
En ja, ik geef het toe: op maandag- en donderdagnamiddag heb ik geen les, en als ik dan iets doe, moet ik er rekening mee houden dat ik al om half vier aan school moet staan. Lastig.

We gaan kijken of hij niet eventueel met Barts elektrische fiets kan gaan, en ik denk er sterk over om zelf ook een elektrische fiets te kopen. In Kopenhagen heb ik me daar ongelofelijk mee geamuseerd, en ook in het terugkeren van Ode Gand. Ik ben er zeker van dat ik dan ook vaker met de fiets naar school zal gaan: nu zie ik me erop omdat ik dan helemaal zweterig toekom wegens de brug op het einde. Maar vooral: dan kan Wolf voorlopig met mijn fiets gaan, is hij opnieuw zelfstandig, en kan hij ook napraten met zijn vrienden na school. Dat mist hij erg, merk ik.

Zondag is hij wel naar de startdag van de scouts gegaan, en dat was niet de meest goeie zet voor zijn rug, maar hij heeft er immens van genoten. Hij heeft het dan wel maandag en dinsdag enorm moeten bekopen: de pijn was dubbel. Maar hij had het ervoor over, zei hij: kunnen doen als een gewone dertienjarige en onnozel doen met zijn vrienden… Ik gunde het hem, maar de volgende scoutsvergaderingen zal hij kalmer aan moeten doen, want het mag niet zo’n intense weerslag hebben op al de rest.

Een echte verbetering is er voorlopig dus niet, maar het is lang niet meer zo erg als in het begin van september.

Geduld, zei de specialiste, geduld.

Meh.

Vervolg van Wolfs rugsaga

Bon, na anderhalve maand wachten mochten we vandaag om 8.00 u eindelijk naar de scanner. Wolfs rug werd grondig gescand, de resultaten zijn voor later. Daarna kreeg hij een echografie van de nieren, omdat de dokter daar toch ook niet helemaal gerust op was. Maar bon, aan zijn nieren was totaal niks te zien, die zagen er volledig uit zoals gezonde nieren eruit horen te zien, blijkbaar.

Allez, ’t is toch dat.

Nu nog drie weken wachten voor we weer bij de fysicotherapeut mogen. Ik snap dat dus niet, he. Een kind van 13 heeft voortdurend pijn, kan daardoor niet goed slapen, zich niet concentreren, niet sporten, niet wandelen… En dat is blijkbaar allemaal normaal en absoluut niet dringend. Het sleept nu al aan sinds eind januari. Serieus.

Fijne welvaartstaat, bij momenten.

Plets.

Nee, de rug, dat is het nog eventjes niet.

Deze morgen vertrok ik naar school, parkeerde me aan de zijkant, kroop voorzichtig uit de auto, hing mijn boekentas over een schouder, en begon voorzichtig te stappen, zwaar leunend op mijn wandelstok. Het ging eigenlijk behoorlijk vlot vooruit, en toen, plots… een gigantische pijnscheut doorheen mijn rug.

Mijn rug kon me gewoon niet meer dragen, en ik ging tegen de grond, pal op mijn knieën. En voor een keer had ik natuurlijk geen jeans aan, maar een kleedje met nylons. Schoon, daar niet van, maar ik heb de rest van de voormiddag steentjes uit mijn knie gepeuterd.

Er kwam gelukkig net een collega aan die iets uit haar auto kwam halen. Zij nam mijn boekentas over, en ik trok mezelf overeind met behulp van mijn stok. Achteraf zei ze me dat ze nog nooit iemand op zo’n rare manier had zien vallen: het was alsof er een rekker sprong, en alle rek plots uit mijn lijf was.

Zo voelt het wel aan, ja.

Bon. We zijn er nog niet, heb ik de indruk. Afspraak met de kinesist, me dunkt. ’t Is dat ne mens anders zo niks te doen heeft…

Zucht…

Gisterenavond leek het allemaal prima te gaan: ik liep recht, redelijk pijnvrij, en zonder stok. Ik kon zelfs probleemloos in mijn bed kruipen, en me draaien.

En jawel, deze morgen werd dat bevestigd: ik kon ook weer normaal uit mijn bed, en het ergste leek geleden. Leek, jawel, want ik stapte argeloos de douche in, draaide het water open, zeepte me vrolijk in, en bukte me toen, volautomatisch, om mijn voeten te wassen.

Krak.

Ugh.

Ik heb mijn voeten enkel afgespoeld, dat geef ik toe. En ik ben uit de douche gestrompeld en op een handdoek gaan liggen, krom van de pijn.

Alweer.

Hoe een kalf kunt ge zijn, zeg!

Ik dacht: ik wandel het er wel af! Want meestal verbetert mijn rug als ik een tijdje rondloop of in beweging ben. Ik zette Wolf dus af aan de Poel, parkeerde me in de parkeergarage van Ramen, en wandelde met mijn stok naar de Korenmarkt, naar de Hema. Alleen… per honderd meter werd ik 5 jaar ouder. Ik denk dat ik begonnen ben aan 60, maar tegen dat ik aan de Hema was, was ik er minstens 80, helemaal krom, schuifelend, nog net niet kreunend. En toen moest ik nog teruggeraken ook, zeker nadat ik een twintig minuten met een oudleerling had staan kletsen. Op zich was ik daar helemaal opgefleurd van, tot ik weer een paar stappen zette.

Yup, 100, zo voelde ik me tegen dat ik neerzeeg op een stoel in de Labath. De koffie smaakte intens, de rug voelde intens, en ik verlangde naar de zetel, jawel.

En dat is dus wat ik de rest van de dag gedaan heb: in de zetel gelegen. Gelezen. Met veel moeite een was opgehangen.

Ik vond mezelf een beetje zielig, eigenlijk feitelijk. Hoe stom kunt ge zijn zeg… Amai mijn voeten.

Krak

Jawel, vanmorgen in de badkamer, toen ik mijn jeans wilde aantrekken, zei het krak. Letterlijk. En nee, niet de jeans, wel mijn rug.

Ik ben meteen op de grond gaan liggen voor mijn stretchoefeningen, maar helaas… Ik heb lesgegeven, maar van harte ging het toch niet. Maar het is wel nog in die mate dat ik mijn stok nog niet hoef te gebruiken, al staat hij wel klaar.

Maar ik heb er geen goed oog in, nee.

Geen gips, of toch wel, of nee, toch niet…

Vandaag kwam Wolf na twee uur les tot bij mij aan het lokaal, en reden we samen richting Jan Palfijnziekenhuis, voor eindelijk een afspraak bij de übersympathieke fysicotherapeut. Die keek eerst naar de foto’s van de rug, en verklaarde dat hij niks zag op de gewone foto’s. Geen botproblemen dus, maar bon, hij stond ook niks verder, dus een MRI-scan, en een echo van de nieren. Ik heb niet verder gevraagd, hij ging toch niks zeggen. MRI: 26 mei, alweer een maand verder. En dan nog twee weken voor we opnieuw bij de dokter kunnen, en dan zitten we dus dik anderhalve maand weer verder. En intussen vergaat Wolf van de rugpijn, en wordt daar precies niks aan gedaan.

En toen keek hij naar de foto’s van Wolfs pols, en verklaarde dat die gebroken was. En dat hij dus zes weken gips ging moeten hebben. En dat we ons mochten aanmelden in de gang aan de overkant, bij orthopedie om te gipsen. Euh…

Juist ja.

Wij naar orthopedie, maar onze vaste dokter was er niet. Bon ja, een andere is even goed, zeker? Wolf naar een gipskamer, ik naar de balie voor een consultatie bij dr. Harth. Die kwam een half uurtje later – tot zover mijn idee van op anderhalf uur toch zeker terug te zijn op school -, luisterde met frisse tegenzin naar het verhaal, bekeek de foto’s die ondertussen toch ook twee weken oud waren, en verklaarde: “Gebeurd op 15 maart? Dat is zes weken geleden? Op deze foto’s is al te zien dat het aan het dichtgroeien is, intussen is die breuk helemaal genezen, een gips heeft geen enkele zin meer. Uw huisarts had foto’s moeten laten nemen, en toen had uw pols in de gips gemoeten, niet nu.” De pijn vond hij logisch: alle spiertjes en pezen zijn ook geraakt, en dat kan nog wel even pijn doen, ja. Wolf mag gerust die brace aanhouden als dat helpt bij de pijn, maar op zich heeft het geen genezend nut, alleen symptomatisch. Maar het doet ook geen kwaad, het gaat het genezingsproces ook niet vertragen.

Mocht het tegen begin juli nog steeds pijn doen, dan moeten we inderdaad wel terug, maar op zich hoeven we ons geen zorgen te maken, verklaarde hij, het ging helemaal genezen.

Hmm. Tot zover Wolfs sportieve seizoen.

Maar ik ben al blij dat het geen gips is geworden, da’s alweer een hoop gepruts en gedoe bespaard.