Namiddagje pa

Deze voormiddag moest ik werken, maar om kwart over twee stond ik bij ons pa, die al netjes klaarstond aan de voordeur, zoals afgesproken. Om half drie werd namelijk nog een verdacht vlekje onder zijn ribben weggesneden. Op zich zeker niks onrustbarends, gewoon om zeker te zijn omdat hij precies wel aanleg heeft tot ambetante vlekjes. Enfin, een twintig minuten later stonden we weer buiten en kon ik nog eens gezellig koffie drinken met Martine, ons pa zijn weergaloze huishoudster. Het deed deugd om haar nog eens te zien, ze zorgt dan ook schitterend voor ons pa. Nog eens een dikke merci, Tine!

Om vijf uur moesten we in Eeklo staan om ons pa zijn hoorapparaten nog eens te laten kalibreren, maar iets voor vier uur zijn we al vertrokken: ons pa had nog niet gewandeld vandaag, en een nieuwe omgeving met gezelschap kan toch alleen maar beter zijn? Jawel, hij was zelf vragende partij.

We parkeerden ons aan de kop van de Albertstraat en zagen dat het kruispunt met de Boelare afgezet was: een zwaar ongeluk. Ugh. Maar wij gingen op geocachetocht, of wat had u gedacht? Er liggen in Eeklo twee labcaches rond beeldende kunst, en daar wilden we eentje van doen. We wandelden naar de Paterstraat, op het einde links, en dan naar de Stationstraat en zo via het Krugerpark netjes op tijd terug naar Amplifon. Ik zag vooral een paar speciale huizen: een heel erg smalletje – een deur breed – eentje in volledig effen grijs, en eentje waarvan enkel de corniche ervoor zorgde dat het geen dom rijtjeshuis werd.

De hoorapparaten werden opnieuw eigenlijk zeer grondig gewijzigd, tot ons pa’s grote tevredenheid, want ze stonden echt niet goed ingesteld, ook al had hij dat zelf zo gevraagd de vorige keer.

Daarna reden we nog eventjes rond om de vijfde stop van de labcache te bekijken en liepen we zelfs nog Marijke, ons pa’s zusje, tegen het lijf.

Enfin, ’t was na zessen tegen dat we terug in Zomergem waren, maar het was al bij al een zeer aangename namiddag, en dat vond ons pa er ook van.

Stomatoloog voor ons pa, deel twee

Vorige week schreef ik dat ons pa die afgebroken tand moest laten uithalen door een stomatoloog en dat we langs geweest waren.

Vandaag was ons pa er toch niet gerust in, maar bon. Op zich ging het allemaal bijzonder vlot: alleen de inspuiting voor de verdoving deed pijn, zei hij, de rest heeft hij niet gevoeld. De tand, allez ja, wortel is er zeer vlot uitgegaan, ze hebben het bijzonder grondig dichtgenaaid, en dat was dat: twintig minuten later stonden we alweer buiten.

Hij kreeg geen warm eten en ook geen koffie, en zat toch wel een beetje ongelukkig te kijken naar het slaatje met Russisch ei dat we hem voorschotelden, maar bon, daarin was de dokter categoriek geweest: geen warm eten of drinken tot morgen.

Ik ben benieuwd. Nu eerst rustig alles laten genezen, en dan zijn gebit in orde laten zetten zodat ook dat weer perfect past en hij normaal kan eten.

We zijn nog eventjes bezig.

Stomatoloog voor ons pa

Ons pa heeft al heel lang maar één tand meer, een van zijn snijtanden onderaan. Daar hangt dan ook zijn onderste gebit min of meer aan vast.

Alleen… Die tand is al een hele tijd gewoon afgebroken, een zwart stompje dus, en wellicht gewoon een tikkende tijdbom voor een stevige ontsteking. Ik had hem richting tandarts gestuurd, maar die zei, zoals verwacht, dat zij zich dat niet  ging riskeren, dat ze daar geen grip op ging hebben, en dat dat werk voor een stomatoloog was.

Vandaag trok ik dus met ons pa richting Jan Palfijn voor die stomatoloog, die, zoals verwacht, keek en zei dat hij die afgebroken tand er wel ging uithalen. En dat ons pa niet moest stoppen met zijn Clopidogrel, zijn bloedverdunners, want dat ze daar dan een speciaal bloedstelpend watje gingen insteken en dichtnaaien, dat dat op zich geen probleem zou vormen.

Al bij al zijn we maar tien minuten binnen geweest, en ons pa had precies verwacht dat ze die tand hier ter plekke gingen trekken, maar daar was ik zeker van dat dat niet zo ging zijn: dit zijn gewone consultaties, de heelkundige ingrepen zijn in een soort operatiezaal waar men, indien nodig, veel grondiger kan ingrijpen.

Deel twee is dus voor volgende week, en ons pa is er precies niet helemaal gerust in.

Neuroloog

De laatste tijd hebben ons pa en ik een abonnement op het ziekenhuis, maar dan wel gewoon omdat al zijn dokters daar zitten.

In januari was ik met hem naar de neuroloog gegaan en die wou toen een MRI scan van de hersenen om na te gaan of er iets veranderd was, aangezien zijn middellange geheugen precies dat niet meer is en de parkinson lichtjes verergerd is.

Vorige week zaten we samen in het ziekenhuis voor de scan, vandaag mochten we langsgaan om het verdict van die scan te aanhoren.

Awel, eigenlijk valt er niks te melden, en dat feit op zich vond de neurologe vreemd. De vorige scan was twee jaar oud en eigenlijk, zo verklaarde de radioloog, was er in zijn hersens niks veranderd. Eigenlijk zou er dus in zijn gedrag dus ook niks mogen veranderd zijn.

Er is – uiteraard – nog steeds letsel van zijn tromboses en de ventrikels zijn nog steeds verwijd, maar niet erger geworden. De doorbloeding is dezelfde gebleven. Ze had dus geen verklaring voor de veranderde symptomen en wilde dan ook zijn medicatie niet aanpassen, zolang het doenbaar is voor ons pa.

En zijn kortetermijngeheugen is nog steeds prima als hij zich focust: geen sprake van alzheimer dus, gewoon parkinson en tromboseletsel.

Allez hup. ’t Is toch weer een geruststelling.

Eindelijk de Sluizen afgewerkt!

Koud of niet koud, het was eindelijk nog eens niet aan het regenen en dus wilde ik per se nog eens naar buiten.
Het was nodig ook: ik moest mijn bonuscache van de Sluizenreeks nog gaan versteken, die lag al een tijdje te wachten.

Half november was ik twee locaties gaan spotten: eentje voor sluis nummer 8 aan het Rabot en eentje voor de bonus. Alleen is een stad geen evidente locatie voor nieuwe caches: altijd ligt er wel ergens eentje in de buurt die je al dan niet al gevonden hebt.

Midden november was ik die van het Rabot gaan wegsteken: afgekeurd wegens een andere te dicht. Wellicht eentje van een vaarcache, die heb ik namelijk niet gedaan wegens met mijn rug niet kunnen kayakken, maar bon. Eind november deed ik een nieuwe poging met drie verschillende locaties, maar alle drie afgekeurd. Hmpf. Blijkbaar ligt er een fysieke cache echt aan het Rabot zelf dus. Bon, ik heb er dan een multi van gemaakt: je moet eerst aan het Rabot een plakkaat gaan lezen en daar dan nieuwe coördinaten mee berekenen. De cache lag dan een 200 meter verderop. Té dicht bij een andere cache, waar ik begot niet op gelet had. Grr. Dan maar een nieuwe eindlocatie in de andere richting gezocht, en toen kreeg ik de commentaar dat het te dicht bij de tramsporen lag. Ik zat op mijn paard, maar toen ik ging kijken, had de reviewer eigenlijk wel een punt: anderhalve meter van tramsporen is misschien wel oké, maar niet voor kinderen. Bon, ik heb hem dan vorige week nog een eindje verder in een verkeersbord gestoken. Zevende keer, goeie keer: goedgekeurd!

Intussen had ik ook een coördinatencheck aangevraagd voor het Rabot, en ook daar bleek er eentje te dicht bij te liggen. Ik vroeg rond bij de cache-eigenaars en yup, ik kreeg prompt de coördinaten van Google Street View, een mysteriecache. Oef. De locatie die ik in gedachten had, aan het Sluizeken – waar anders? – was maar een paar meter te dicht en ik had de mogelijkheid om hem verder te steken.

Vandaag sommeerde ik dus ons pa om zijn sjaal en pet aan te doen en we trokken op pad. Hij was wel aan het grommelen: het was hem veel te koud, vond hij. Maar ik had geen medelijden: mee moest hij! Enfin, we hebben de bonuscache verstoken, hebben er een klein ommetje bij gemaakt, en zijn toen nog een andere cache hier in een Wondelgems park gaan controleren. Die was als onvindbaar opgegeven, maar zat nog netjes op zijn plaatsje. Oef.

Enfin, we zijn een uurtje weggeweest en de koffie en de taart smaakten. Maar het mag van mij echt snel lente beginnen worden, want dit weer hangt gigantisch mijn voeten uit!

Nog eens het ziekenhuis

Geen nood, het was opnieuw niet voor mezelf en het was ook niet erg: ons pa moest een scan hebben. Toen ze voor die huidkanker een echo namen, zag de radioloog dat hij een cyste had in de buurt van zijn nieren. Zijn commentaar was eigenlijk nogal vreemd: niks aan de hand, niks erg, maar toch een scan graag.

Hmm?

Enfin, toch maar het zekere voor het onzekere genomen en met ons pa richting ziekenhuis getuft. Allez ja, hij tuft eerst tot hier en dan rijden we samen naar het ziekenhuis. Op zich heeft hij mij niet echt nodig, maar ik ben wel zijn extern geheugen én extern gehoorapparaat ^^ En op die manier zijn we er allebei zeker van dat het verloopt zoals het hoort.

We hebben wel een behoorlijk tijdje moeten wachten – er kwamen twee spoedgevallen tussen, blijkbaar – en ons pa moest zo maar eventjes anderhalve liter water met contrastvloeistof drinken. De instructie was: “Zo veel mogelijk, maar als het niet lukt, is dat niet erg hoor!” Dat moet ge niet tegen ons koppige pa zeggen: op een dik kwartier had hij de hele fles soldaat gemaakt. En nog een kwartier later was hij al twee keer naar ’t toilet gelopen :-p

Enfin, scan, dan hier eten  en dan nam hij gewoon nog even de kousenmand voor zijn rekening. Een kwestie van gezellig nog een beetje blijven hangen, zei hij. Van mij niet gelaten.

Nu eens benieuwd wat de uitslag van die scan zal zeggen.

Het eerste cachetochtje van het jaar

Vandaag scheen de zon toch wel enthousiast, en ik vond dat ons pa dus geen poot had om op te staan om niet mee te gaan cachen. Hij is al weken niet gaan wandelen en dat is niet gezond voor hem en zijn evenwicht.

Dus, zonder pardon, voorzien van een petje en een sjaal uit de kast alhier, sommeerde ik hem de auto in en reden we naar Ertvelde, want daar lagen nog een paar onontdekte cachekes. Aan de eerste hebben we staan kijken als nen uil op ne kluit, want ook al wisten we wat we zochten, we vonden het maar niet. Ik heb dan een berichtje gestuurd naar de cache-eigenaar en kreeg prompt een antwoord met de precieze locatie, en een halve minuut later had ik een valse graspol in handen. Echt, vrijwel niet te bespeuren in dat gras.

We zijn dan verder gereden, hebben nog een paar andere gezocht en eentje gevonden met een wel zeer originele logrol, en dan een mini zoektochtje rond een replica van een oude molen. Origineel, dat zeker!

Al bij al waren we op een kleine twee uur terug, maar hadden we een frisse neus gehaald en meteen ook vijf nieuwe caches.

Goe gereden!

Dagje dokters met ons pa, deel 2

Ook vandaag was het bij momenten pittig. Na school, om half vier dus, reed ik naar Zomergem om ons pa op te pikken en te zorgen dat we om half vijf netjes in het Jan Palfijn stonden: tijd voor ons pa zijn halfjaarlijkse afspraak bij de neuroloog en de neuropsychiater. Alleen… het was deze keer meer dan een jaar geleden: in april, in volle coronatijd, was ons pa half in paniek geslagen bij het idee van een ziekenhuisbezoek alleen al, en omdat hij eigenlijk bijzonder goed is, hadden we het dan maar overgeslagen.

Deze keer vond ik het wel noodzakelijk en dat zei hij zelf ook. Bij de psychiater kwamen we tot de vaststelling dat hij zelf vond dat hij behoorlijk depressief is – Roeland en ik vonden eigenlijk van niet, maar we zien hem natuurlijk niet op een doodgewone ochtend alleen in zijn grote huis – maar dat hij zijn stabilisatiemedicatie niet stipt genoeg neemt. Ha ja, ’t kan niet missen dan!

Afspraak is dat hij ze nu veertien dagen echt wel twee per dag neemt, het uur is niet zo belangrijk, en dat er dan een bloedstaal wordt afgenomen zodat we zien of het niveau van dat medicijn voldoende hoog staat in zijn bloed. Als dat niet het geval is, wordt de medicatie bijgestuurd, maar hij zou zich in elk geval beter moeten voelen.

Een behoorlijk tijdje later mocht hij dan zijn uitleg doen bij de neuroloog, en die stelde vast dat zijn beven toch wel erger was geworden, dat zijn ogen achteruit zijn op een manier die niks te maken heeft met ouderdom en dat dat korte-termijngeheugen iets sneller achteruit gaat dan dat op zijn leeftijd normaal is. Alzheimer is het niet, dat uit zich op andere manieren.

Bon, MRIscan van zijn hersenen om te kijken of er effectief meer hersenschade is – dan valt daar niks aan te doen – of dat de oorzaak ergens anders ligt, wat misschien wel met medicatie bij te sturen is. En dan daarna opnieuw een afspraak, ergens in maart.

Zo blijft ne mens bezig, maar het is met liefde gedaan. En veel geduld, dat ook.