Lectuur: “A dying light in Corduba” (Marcus Didius Falco #8) van Lindsey Davis

Rome barst van de kleine verenigingen die geen belastingen hoeven te betalen omdat ze een vereniging zijn. The Society of Olive Oil Producers of Baetica is er zo eentje, waar eigenlijk nauwelijks Spanjaarden in vertegenwoordigd zijn (nvdr: Baetica is een provincie in het zuiden van Spanje). Marcus Didius Falco woont op uitnodiging een diner bij van de Society met het idee een fijne avond te hebben. Alleen… worden er twee aanwezigen aangevallen, waarbij eentje wordt gedood en de andere, de Keizerlijke Spion en een rivaal van Falco, het net overleeft maar voorlopig in coma blijft. Falco kan uiteraard niet bij de pakken blijven zitten en gaat op onderzoek, iets wat hem naar Baetica voert, samen met zijn zwangere vriendin. De tijdsdruk is hoog: hij wil dat zij bevalt in Rome, en hij moet dus op tijd het onderzoek zien af te ronden. Dat wordt er niet makkelijker op wanneer er nog doden vallen en het een kluwen van politieke en economische intriges blijkt te zijn.

Opnieuw een degelijk geschreven, behoorlijk sarcastische historische detective. Ik durf mijn hand niet in het vuur steken voor de historische correctheid, maar Davis doet aan grondig bronnenonderzoek, dus ik vermoed dat het wel oké zal zijn. En anders heb je toch maar mooi een fijne detective gelezen.

Lectuur: “Time to depart” (Marcus Didius Falco #7) van Lindsey Davis

Blijkbaar kreeg een terdoodveroordeelde in keizerlijk Rome nog net de tijd om zelf in ballingschap te gaan: time to depart. Wanneer de beste vriend van Falco een van de grootste criminelen kan oppakken, neemt die deze gelegenheid te baat. Maar in het machtsvacuüm dat op die manier ontstaat, gebeuren wel echt veel diefstallen en moorden, en dat kan natuurlijk niet zo blijven, zeker wanneer stilaan duidelijk wordt dat voornoemde crimineel zijn ballingschap met een korreltje zout neemt…

Voeg daar nog een in de steek gelaten baby aan toe, een geadopteerde hond, de nodige corrupte politie en een compleet van de pot gerukte huwelijksceremonie, en je krijgt een bijzonder vlot leesbare detective, alweer, zoals het hoort.

Grootse lectuur zal het nooit worden, maar die ambitie is er gelukkig niet. Maar als je uit bent op vlot leesbare, historische detectiveverhalen met een stevige dosis sarcasme, dan voldoet dit alweer helemaal.

Lectuur: “Last Act in Palmyra” (Marcus Didius Falco #6) van Lindsey Davis

Mja, deze aflevering van Marcus Didius Falco vond ik wat meer bij het haar getrokken. Ja, het is nog steeds lectuurfastfood, en nog steeds amusant om te lezen, zeer zeker.

Maar deze keer moet Falco undercover richting de Decapolis, een regio van tien geromaniseerde steden in het toenmalige Syrië, nu zowel Syrië, Jordanië als Israël. Hij vindt een smoes om in die richting te trekken en sluit zich zowaar aan bij een toneelgezelschap, iets wat voor Romeinen echt zowat de laagste status was die iemand kon bereiken.

Je trekt ook niet zomaar eventjes op een dergelijke reis, zeker niet wanneer je vriendin van senatoriale afkomst ook mee gaat. Maar bon, als je dat even terzijde laat, is dit alweer een knap in elkaar gestoken stukje detectivewerk. Er valt menig dode en er valt, zeker in het begin, geen touw aan vast te knopen. Maar Davis weet beetje bij beetje haar tips te lossen, al is het sarcasme er soms wat over, vind ik dan. Het hoofdpersonage is nogal vol van zichzelf en die arrogantie durft na een tijdje wel op de zenuwen te werken.

Ik ga nog verder lezen in deze reeks, maar ik denk dat ik daarna toch even een pauze ga inlassen en iets anders lezen. En dan wel weer eens terugkomen naar Falco, want ja, het blijft aangename tussendoorlectuur.

Lectuur: “Poseidon’s Gold” (Marcus Didius Falco #5) van Lindsey Davis

In het vijfde deel van Falco komt hijzelf deze keer zwaar in de problemen wanneer er een oud-legionair die met zijn intussen overleden broer diende, zijn geld van een investering komt opeisen. Alleen heeft Falco geen idee waarover het gaat, kan hij het uiteraard niet aan zijn broer vragen, heeft hij het geld niet, en wordt tot overmaat van ramp die legionair ook nog eens vermoord teruggevonden. En wie is er de hoofdverdachte? Juist ja.

Falco moet noodgedwongen opnieuw contact zoeken met zijn vader die er twintig jaar eerder vandoor is gegaan met een andere vrouw en dus zijn gezin in de steek heeft gelaten. En uiteraard is hij nu nog minder dan voorheen een geschikte echtgenoot voor zijn senatoriale geliefde…

Soit, meer van hetzelfde dus: een vlot geschreven detective in het Rome van Vespasianus, een Rome met veel geweld, diefstal, moord, vuil, lawaai en nog meer van dat soort realistische dingen.

Yup, nog steeds fun.

Lectuur: “The Iron Hand of Mars” (Marcus Didius Falco #4) van Lindsey Davis

Als ne mens dan toch bezig is met een reeksje en dat bevalt hem, dan kan hij even goed verder gaan, toch?

Deel vier van Marcus Didius Falco werd dus een feit: Falco moet op undercover missie in Germanië, officieel om een trofee te gaan overhandigen, onofficieel om gesprekken te gaan voeren met een priesteres. Onder andere.

Uiteraard loopt het allemaal niet meteen van een leien dakje, wordt Falco meermaals in elkaar geslagen, loopt zijn leven gevaar, is ook zijn liefdesleven er bij momenten aan voor de moeite en krijgt hij uiteindelijk niet de beloningen die hem verzekerd waren.

Maar opnieuw is dit best aangename lectuur: Davis kent haar materiaal, heeft duidelijk zowel Caesar als Tacitus gelezen en kent geen gebrek aan sarcasme.

Zoals al eerder gezegd: geen toplectuur, maar het leest fijn weg. Soms moet dat niet meer zijn.

Lectuur: “Venus in Copper” (Marcus Didius Falco #3) van Lindsey Davis

Die Romeinse detectiefjes lezen vlot en momenteel kan mijn brein iets als Alkibiades even niet aan, dus lezen we daarin vrolijk verder.

In deze aflevering blijft Falco grotendeels in Rome zelf en probeert hij een gold digger te ontmaskeren: ze heeft al twee dode rijke echtgenoten achtergelaten en is nu verloofd met een hele rijke self made man. Alleen wordt die dood teruggevonden vooraleer ze getrouwd zijn en zij daar dus niks mee te winnen heeft. En wat heeft die papegaai daarmee te maken? En die taartenverkoper?

Soit, opnieuw een goed in elkaar gestoken, simpel detectiveverhaal in het oude Rome van Vespasianus. Nee, het is geen Agatha Christie, maar zo was er effectief maar eentje, dus dat is moeilijk te evenaren. Maar het blijft vlot geschreven, al werkt de interactie tussen Falco en zijn senatoriale vriendin af en toe wel stevig op de zenuwen. Serieus, gast, grow a pair!

Maar verder? Aangename lichte lectuur.

Lectuur: “Shadows in Bronze” (Marcus Didius Falco #2) van Lindsey Davis

Zo van die leuke detectivetjes, niet te moeilijk, vlot leesbaar, goed geschreven met een ironische ondertoon, dat lees ik al eens graag tussendoor. En als het zich dan nog afspeelt in het oude Rome, is dat helemaal een plus.

Na deel één van Marcus Didius Falco las ik dus ook deel twee, waarbij Falco ‘vakantie’ neemt in de buurt van Pompeji om daar in opdracht van keizer Vespasianus een aantal samenzweerders op te sporen – met de nodige moeite en doodsverachting, uiteraard.

Maar eigenlijk draait het al evenzeer om de romantische plot: Helena Justina, de senatorsdochter die voor hem als plebejer compleet onbereikbaar is, duikt weer op op een voor hem onverwachte plek, en daar moet hij dan ook mee zien om te gaan.

Is dit topliteratuur? Verre van. Maar is het onderhoudend, doet het waarvoor het bedoeld is? Zeer zeker. Ik las het met plezier en ga de rest ook verder lezen, uiteraard.

Lectuur: “The Silver Pigs” (Marcus Didius Falco #1) van Lindsey Davis

Ik was deze titel ergens tegenkomen, en dacht toen: een detectiveverhaal dat zich afspeelt in het oude Rome, beetje de stijl van een Gordianus: waarom niet? Dat is van die snelle, simpele lectuur tussendoor.

Het is zelfs meer dan dat: het speelt zich voor een keer niet af in de roemruchte eerste eeuw VGT (voor de gangbare jaartelling) maar wel in de eerste eeuw GT, dus de tijd van de Flaviërs, in casu Vespasianus en zonen. Het is overigens meer in de stijl geschreven van The Iron Druid of Alex Verus, dus in de ik-persoon met bijzonder veel zelfspot en sarcasme.

De hoofdpersoon, Marcus Didius Falco, is een Romeins burger van de laagste klasse die in zijn levensonderhoud probeert te voorzien als informer, zeg maar privé-detective die echtscheidingen onderzoekt, gestolen voorwerpen terugvindt, dat soort dingen. En blijkbaar ook af en toe een klusje dat het daglicht niet mag zien opknapt voor keizer Vespasianus. Hij woont in een krot op de zesde verdieping in een armoedige buurt, heeft een uitgebreide reeks zussen die hij min of meer probeert te steunen, een vader met wie hij in ruzie ligt, en een voorliefde voor goedkope wijn.

In deze eerste aflevering – er zijn er intussen een stuk of 18 – krijgt hij een missie naar Brittannië, waar hij nog als soldaat heeft gediend met zijn beste vriend Petronius, om daar de senatorsdochter Helena Justina op te halen en intussen ook het raadsel van gestolen ongeraffineerd zilver op te lossen.

Davis schrijft vlot, soms iets te nadrukkelijk en te herhalend, maar wel zeer onderhoudend, en de plot zit ook goed in elkaar. Maar vooral: ze slaagt er wonderwel in om de sfeer van dat oude, vuile, drukke, onveilige Rome op te roepen zonder te vervallen in de verheerlijking van de Romeinse idealen.

Fijne lectuur voor als het niet te zwaar mag zijn.