Ludo dus

Ik ben ongelofelijk dankbaar dat Ludo er is: ik ging die extra uren echt niet langer volhouden. Het heeft me uiteindelijk 800 euro extra opgeleverd, maar ik had gewoon geen leven meer, en ik ben ook nu nog puin aan het ruimen van dingen die blijven liggen zijn.

Ludo blijkt een zeer energiek, enthousiast maar ook eigenzinnig heerschap te zijn. Kobe is in elk geval enthousiast, dat zegt genoeg. Alleen is het een feit dat hij niet meer van de jongste is en dat het allemaal nogal veel is. Hij krijgt van mij alle cursussen en alle materiaal, zelfs hier en daar toetsen die ik zelf nog staan had, en alle mogelijke uitleg. Ik heb – aangezien hij de leerlingen nog maar een week had en ze in totaal ook maar vier weken zal hebben – de rapportcommentaren geschreven en doe ook alle klassenraden. Ik heb zijn Smartschoolfilters ingezet, zijn agenda helpen invullen – het is inderdaad ook allemaal verre van evident – en hij is er volledig mee weg. Ik hoor zo goed als geen feedback van de leerlingen, en dat wil zeggen, bij een puberbrein, dat het best wel oké is. Anders had ik al lang klachten en gezaag gekregen, ze hebben me per slot van rekening ook allemaal een maand als leerkracht gehad.

Ja, ik heb dus nog meer werk dan normaal. Maar de druk is weg, ik heb mijn verbeteringen kunnen inhalen, ik kan met een iets geruster hart aan mijn syllabi werken en het voelt als een opluchting.

Lang leve Ludo. Re vera.

Het is even te veel voor Corneel…

[Waarschuwing; rant]

[TL:DR: ook voor leerkrachten is het niet evident]

Het zijn stresserende tijden voor iedereen, deze vreemde coronatijden.

Wij als leerkrachten kregen plots een weekje extra vakantie, en eigenlijk waren we daar niet onverdeeld gelukkig mee, al vond de publieke opinie ons een bende leeggangers die zijn bek moest houden.

Ja, het deed deugd om even langer op adem te kunnen komen, om even niet continu dat masker op te moeten hebben en de stem te kunnen laten rusten, want lesgeven door zo’n ding, dat vraagt wel wat extra inspanning. En dan heb ik het nog niet eens over het gebrek aan interactie. Af en toe trek ik mijn masker heel even omlaag om mijn grijns te laten zien, zodat de leerlingen weten dat ik sarcastisch bezig ben. Mijn zesdes weten dat, mijn eerstes en tweedes wat minder. Maar ik zie hun uitdrukkingen ook niet: lachen ze, zijn ze verveeld, geamuseerd of gewoon aandachtig? Ja, je kan een en ander afleiden uit hun ogen ook, maar niet op acht meter afstand, toch?
Nog vervelender is het als een eersteke zonder zijn hand op te steken antwoordt: vanwaar kwam dat antwoord? Ik ken hun stemmen niet of toch niet voldoende en je ziet niet wie er aan het spreken is. En voor de verlegen leerlingen is het al helemaal een nachtmerrie: je verstaat hen aan geen kanten en ze moeten luider spreken.

En toen kwam het bericht dat tweede en derde graad halftijds les kreeg in de klas, halftijds thuis. Netjes in halve groepen. Euhm… Bon, voor vijf en zes was dat snel geregeld: ik zette mijn eigen laptop – want die van de school zijn allemaal in gebruik – vooraan in de klas, sloot hem aan op het vaste netwerk – want de wifi kan het momenteel niet trekken – en gaf gewoon live les voor de leerlingen thuis. Ze kunnen antwoorden, vragen stellen en dergelijke via de chatfunctie. Gelukkig doen ze dat ook wel. Op die manier kan ik de verloren lestijden iet of wat beperken.

In de eerste graad hebben ze wel gewoon les, tenminste in hun klasbubbels. Aangezien de school een aantal jaar geleden besloten heeft om Latijn voor het eerste in het modulesysteem onder te brengen en geen aparte Latijnse klassen te maken, zitten mijn leerlingen verspreid over de zeven klassen. Resultaat: geen les in de modules, maar taken. Dat wij als enige module een leerplan te volgen hebben, tsja… Da’s pech, zeker? En dat ik grammatica aan die eerstes niet in taken kan steken en dat ze nog niet voldoende kunnen om extra teksten te vertalen, tsja…

Maar waar ik echt wel mee inzat, waren mijn tweedes. Mijn collega en ik zijn nog puin aan het ruimen van de vorige lockdown: we zijn wel begonnen met de thema’s en teksten van het tweede jaar, maar de grammatica, die moeten we quasi van nul herbekijken. Ik heb intussen de spraakkunst die we vorig jaar hebben gezien en hadden moeten zien, wel ingehaald, maar ben dus nog niet aan iets nieuws begonnen. En toen kwam er bericht van de directie dat ook de basisopties in het tweede, onder andere de Klassieke Talen dus, geen les mochten geven wegens bubbelbreuk. Ze komen wel niet uit zeven verschillende klassen, maar toch uit meer dan één klas.

Ik slaakte een diepe, diepe zucht. Eerst hadden ze al, zonder ons te consulteren, het examen Latijn in het tweede jaar geschrapt, en nu dit. Dat examen, dat had ik gewoon zien passeren in een dienstnota, en ik had gezucht, maar dat was dat. Ik ben moegestreden, ik zag het niet zitten om ervoor te gaan vechten, wetende dat we het uiteindelijk toch gingen verliezen.

Maar 4.5 weken les verliezen in totaal? 18 lesuren? Ha ja, een week doordat ik in quarantaine zat, een week door die extra week vakantie. Daar kan niemand iets aan doen. Maar nu nog tweeëneenhalve week kwijtspelen, goed voor 10 lesuren, omdat ze in bubbels zitten? Ik zuchtte zeer, zeer diep. Gelukkig zei de pedagogisch begeleider, aka. Gwen: “A la guerre comme à la guerre, daar is niks aan te doen. Doe wat je kan…”

Maar blijkbaar hadden ook andere collega’s bezwaar aangetekend, en toen kwam plots een berichtje van directie: “Dat het misschien niet helemaal duidelijk was geweest, maar dat de opties in het tweede wél les mochten geven”. En pas toen, toén realiseerde ik me hoe hard ik daarover had gestrest, want er leek een pak van mijn schouders te vallen. Gewoon les in mijn tweedes, een ongelofelijk fijne groep, en daardoor ook nog een kans om op schema te blijven, allez ja, coronaschema, maar toch. En ze vooral ook nog enthousiast te kunnen houden.

Stom he. Extra vakantie krijgen, en daar niet eens blij om zijn. Voortdurend onder stress staan: heb ik wel mijn masker goed opgehouden, heb ik alles wel ontsmet, hebben de leerlingen gedaan wat ze moesten, zijn die handen ontsmet bij het binnenkomen? Wie gaat er in quarantaine, wie zit er thuis, wie moet er taken krijgen, wie is er ziek, wie moet ik live de les laten volgen van thuis? Wie heeft wie besmet, welk risico loop ik als leerkracht tussen zo’n honderdtal leerlingen per dag? Wat gaat de planning voor volgende week zijn, en welk extra werk gaat dat met zich meebrengen? Dat gezeul met die computer van klas naar klas, kan dat eindelijk eens ophouden? Want als er iets met die computer gebeurt, dan is dat pech want persoonlijk materiaal, ook al gebruik je het voor school. En zal ik wel rond geraken met de leerstof? Zijn ze wel allemaal mee? Heb ik ze goed ingeschat met hun masker op? Zijn ze zelf niet te gestrest, wat kan ik doen om het hen makkelijker te maken? En hoe gaan die examens verlopen?

Onbewust is er dus continu stress, een gegeven waarvan ik me helemaal niet bewust was.
Dat het maar rap weer code geel of groen is. Dit hangt mijn voeten uit.

 

Mening

Ik ga hier even een tekst van een lieve oud-collega posten. Meestal doe ik dat niet, maar dit was zó de nagel op de kop, dat ik dat toch even wou doen.

Leentje Van Hoorde schreef het volgende:

Is er al eens onderzocht wat het effect is op de PISA-score van onze leerlingen van het constant verguizen van hun leerkrachten? Beseft Jan met de pet/piano dat het onderuithalen van deze beroepsgroep vooral zijn kinderen treft? Leerlingen die thuis steeds horen dat leerkrachten lui zijn, zullen zich ongetwijfeld minder hard inzetten voor school. En wat doet al die negativiteit met het maatschappelijke aanzien van ons beroep, wat vast rechtstreeks afstraalt op de kwantiteit/kwaliteit van ‘de instroom’?
Dit is dus een warme oproep om eventuele frustraties over uw eigen job en schooltijd opzij te zetten en de mensen die uw kinderen opleiden niet consequent als lui of dom af te schilderen. Ik schrijf dit met veel medeleven voor zelfstandigen die hun inkomen op dit moment kwijt zijn. Maar trap niet naar onderen om uw benarde situatie aan te klagen.
Mogen we gewoon in alle luwte ons werk verder zetten zonder alweer door de mangel gehaald te worden? En wie zich laat verblinden door de vele vakantie: leerkracht is stilaan een knelpuntberoep, dus doe wat u predikt en kom mee lesgeven. Ik voorspel dat u het met die motivatie geen schooljaar uithoudt.