Lectuur: “Le Royaume Immobile (Le Paris des Merveilles #3)” van Pierre Pevel

Na boek twee volgde, met enige tussenboeken, ook boek drie van deze reeks. In de eerste twee schetst de auteur vooral de wereld en zijn personages, waarbij die uiteraard wel een en ander meemaken.

Opnieuw duikt Pevel in de wereld van de magie, maar eigenlijk nog meer in die van de detective: Griffont moet proberen een goede vriend te vrijwaren van de beschuldiging van moord. Tegelijk moet de barones achterhalen waarom bepaalde anarchisten na zo veel jaar opnieuw op het oorlogspad zijn en ze terreuraanslagen plegen. Hangen beide zaken samen, of… En wie zit er eigenlijk achter de schermen aan de touwtjes te trekken?

Pevel brengt hier gewoon meer van het uitstekende zelfde: een detectiveverhaal met charmante hoofdpersonages in een magische steampunkwereld rond de jaren 1900. Spannend, meeslepend, vlot geschreven, licht.

Ik kijk uit naar een volgende deel!

Lectuur: “Legion (Legion, Skin Deep, Lies of the Beholder)” van Brandon Sanderson

Ik dacht, dit zijn drie korte boeken ofte novella’s, zoals Sanderson ze zelf beschrijft, die lees ik even tussendoor, hopelijk zijn ze op Sandersons goede oude niveau. En jawel, ik kreeg wat ik verwacht had: opnieuw een vreemde wereld, maar wel hedendaags, en een hele fijne premisse.

Hoofdpersonage is Stephen Leeds, een man die ergens tussen krankzinnig, compleet gek en geniaal zit. Zijn bijnaam is Legion omdat hij zichzelf omringt met hallucinaties die elk een meester zijn in een bepaald aspect, een deel van zijn persoonlijkheid, maar ook weer niet. Het is geen meervoudige-persoonlijkheidsstoornis, het zit veel dieper. Alleen wil Leeds vooral met rust gelaten worden, ook door psychiaters en onderzoekers. Wanneer hij een nieuwe skillset nodig heeft, zoals bv. een nieuwe taal, doorbladert hij een grammatica en een woordenboek, en dan dient zich een nieuwe persoonlijkheid aan die die taal spreekt en kan tolken. Juist ja. Alleen heeft elk van die persoonlijkheden een eigen willetje én een eigen kamer, zodat Leeds in een gigantisch huis woont.

En dan wordt er een bijzonder unieke maar ook gevaarlijke uitvinding gestolen en wordt er beroep gedaan op Leeds, die zich tijdens zijn onderzoek standaard laat vergezellen door een viertal van zijn hallucinaties.

In het tweede verhaal wordt er een lijk gestolen. Op zich niks bijzonders, ware het niet dat er een geheim zit opgeslagen in het DNA van dat lijk en dat dat dus tegen elke prijs moet teruggevonden worden. Alleen… Hoe kan een van Stephens hallucinaties zijn hand hebben overgenomen om een schot te lossen? En hoe veel meer hallucinaties kan zijn brein nog aan?

Deel drie borduurt daarop voort, wanneer Stephen een van zijn aspecten ‘verliest’ en zijn vroegere mentor in de problemen komt.

Al bij al een zeer fascinerend verhaal, waarbij Sanderson massa’s vragen oproept rond de kracht van het brein, AI, wetenschap in het algemeen, filosofie… Een fijn tussendoortje om te lezen.

Lectuur: “L’Élixir d’Oubli (Le Paris des Merveilles #2)” van Pierre Pevel

In het eerste boek van de reeks zette Pevel de krijtlijnen uit van dit verhaal en deze wereld, in dit tweede boek gaat hij op datzelfde elan verder, maar gaat hij tegelijk ook de back story verder aandikken.

Hij had al aangegeven dat magische wezens en magiërs vaak behoorlijk oud  kunnen worden, net door die magie. In dit verhaal krijgt Griffont te maken met een bijzonder gevaarlijke magiër, Giacomo Nero, die hij eigenlijk al veel eerder is tegengekomen. En dan krijg je eigenlijk de twee verhaallijnen die door elkaar lopen maar tegelijk elkaar perfect aanvullen: de problemen die Griffont nu – het is te zeggen, in 1900 – heeft, en de problemen die ontstaan zijn in 1800 met die specifieke magiër. Het is mooi hoe Pevel er in slaagt beide verhaallijnen spannend te houden en in elkaar te doen overlopen, terwijl daar dan ook nog een romantisch kantje aan toegevoegd wordt.

De humor blijft aanwezig, is soms tongue in cheek, en het blijft ook nog steeds een detectiveverhaal, zij het dan in een ongewone setting.

Ik ben fan, ja.

Lectuur: “Les Croniques des Crépusculaires” van Mathieu Gaborit

Onlangs hadden we het bij de Cthulhu over lectuur, en meer bepaald dan fantasy. Ik vroeg of de heren iets degelijks kenden in het Frans, zoals de reeks ‘La Passe-Miroir’ die ik zo graag gelezen had.

Meteen kwam Pascal met twee dingen af, waaronder Les Croniques des Crépusculaires.

Ik moet zeggen: ik heb hier gemengde gevoelens over. De wereld is zeer origineel, maar de personages worden absoluut niet uitgediept, verre van. Ik geef even de samenvatting van Goodreads mee: “Il existe un endroit occulte, source de nombreuses légendes, que l’on nomme Souffre-jour.
Niché sous l’ombre éternelle d’un arbre gigantesque, c’est un collège où les maîtres d’armes et de magie enseignent les arcanes d’un pouvoir étrange. Plongé dans cet univers mystérieux, Agone, fils du défunt baron de Rochronde, se retrouve confronté aux forces les plus obscures. Tantôt élève, tantôt conspirateur, il tente de survivre au centre d’un écheveau d’intrigues qui convergent vers un dessein caché : qui sont ces mages de l’Éclipse qui hantent les abords du collège ? Qui est l’énigmatique Diurne, dissimulé au tréfonds de l’Arbre noir ? Agone doit se battre s’il ne veut pas sacrifier son idéal.
Ses cauchemars le rattrapent… Trouvera-t-il son salut dans le pouvoir de l’Accord, la musique de l’esprit ? Un avenir du royaume est entre ses mains, une poigne fermement accrochée à une rapière dotée d’une âme. Ainsi commencent Les Chroniques des Crépusculaires, la genèse d’un monde flamboyant, peuplé de créatures étranges, tiraillé par les conflits des nobles et des mages avides de puissance, et enchanté par l’inoubliable magie des Danseurs.

Je blijft als lezer met ongelofelijk veel vragen zitten, en met een pak losse eindjes. De plot is op zich wel logisch, maar er wordt veel en veel te weinig uitgelegd. Waar komen bepaalde personages vandaan? Waarom doen ze wat ze doen? Wat hebben ze tegen andere personages? En hoe werkt hun magie?

Enfin, de wereld zit dus echt goed in elkaar, maar wordt langs geen kanten voldoende uitgelegd. Ik denk dat je hier makkelijk drie keer zo veel had kunnen schrijven zonder het verhaal vervelend te maken. Een beetje een gemiste kans, vond ik.

Lectuur: “The Party” van Elizabeth Day

De eerste leesclub van dit schooljaar was helaas niet meteen een groot succes te noemen: amper twee leerkrachten en één leerlinge daagden op voor het nochtans fijne boek, de cupcakes en de thee. De discussie was er niet minder pittig om.

“The Party” draait om de figuur Martin, die al als kind zichzelf vastklampte en spiegelde aan de rijke, succesvolle Ben. Ondanks zijn zeer bescheiden afkomst krijgt Martin een studiebeurs voor een prestigieuze middelbare school waar hij terechtkomt in de ‘hogere’ kringen van de Britse adel. Hij blijft zijn hele jeugd lang een schaduw van Ben en maakt zelfs behoorlijk traumatische ervaringen mee met diens gezin, waardoor hij een geheim met zich meedraagt dat hem en Ben aan elkaar bindt. Als volwassenen groeien ze wat uit elkaar, maar nog steeds blijft Ben Martins idool. En dan komt er een feest…

Mevrouw DeVreese vond het in essentie een grappig boek, omdat de soms bizarre gewoonten van de Britse adel en hogere kringen aan de kaak worden gesteld: de “ons kent ons”-cultuur, het feit dat ze met alles denken weg te komen zoals ook een Boris Johnson duidelijk te kennen gaf, de politieke kringen, de “fils-à-papa” carrières … Het is een feit dat Martin soms genadeloze kritiek kan leveren op die “hogere kringen” omdat hij er zelf ook niet in geaccepteerd wordt, al zou hij dat wel willen. Ook zijn vrouw  Lucy maakt hele rake observaties.

Nisa en ikzelf vonden het boek dan weer iets minder grappig maar eerder schrijnend, juist omdat die klassenmaatschappij in Engeland zo… quasi onoverbrugbaar is. De figuur Martin is bij momenten ronduit zielig: hij doet zo hard zijn best om erbij te horen, maar draagt de foute kleren, luistert niet naar de juiste muziek, gebruikt niet de juiste woorden of het juiste accent… Hier in België is dat minder uitgesproken maar ook nog steeds aanwezig, bijvoorbeeld in het verschil tussen een ASO-school en een BSO-school, of kinderen met en zonder migratie-achtergrond.

Al bij al werd het een stevige, zij het aangename discussie met respect voor elkaars standpunten, maar ook met een verhelderende blik op hoe je het boek ook anders kan bekijken.

Lectuur: “A suitable boy” van Vikram Seth

Ik geef het eerlijk toe: dit boek heeft me moeite gekost. Een steengoed boek, daar niet van, terecht een klassieker uit de BBC-lijst, maar wel een klepper van 1500 bladzijden.

We volgen een viertal Indiase families in 1950, kort na de Partition, de splitsing van India en Pakistan in een hindoestaat en een moslimstaat, met alle trauma’s en problemen van dien. Het verhaal begint met Lata, een meisje uit een degelijke Indiase familie dat wel studeert aan de universiteit maar dat toch dringend moet uitgehuwelijkt worden. Maar waar vind je een suitable boy? Via haar getrouwde broer komen we bij een andere familie, via haar getrouwde zus bij een derde familie, enzoverder.

Het is soms wel moeilijk om de talloze personages uit elkaar te houden, maar het is een prachtige kroniek van India in de periode na de Onafhankelijkheid, onder het bewind van Pandit Nehru en met alle problemen na de Partition. De pater familias van een van de families is minister en op die manier krijgen we ook soms echt een puur politiek hoofdstuk; via de pater familias van een van de andere, die rechter is, komt er dan weer inzicht in een bepaalde rechtszaak rond landverdelingen, enzovoort.

Ik heb er lang over gedaan, omdat ik het boek af en toe opzij heb gelegd en een ander boek tussendoor heb gelezen. Maar is het een goed boek? Zeker en vast! Je moet een beetje een doorzetter zijn, maar het is een inzicht in een cultuur die we echt niet kennen, met alle problemen op zowel nationaal niveau als op gezinsniveau: kleine probleempjes binnen een veel groter kader.

Terecht een klassieker.

Lectuur: “Arsène Lupin gentleman-cambrioleur” en “Les confidences d’Arsène Lupin” van Maurice Leblanc

Kobe kwam aanzetten met drie kortverhalen die hij moest lezen voor Frans: de in Frankrijk alom gekende Arsène Lupin, zowat de evenknie van de Scarlet Pimpernel of the Saint. Lupin, bij velen intussen gekend door de serie op Netflix, is dus een gentleman-dief voor wie niets ooit te moeilijk, te lastig of te veel is. De plot zit ingenieus in elkaar en Lupin is vooral een meester in het vermommen en het voor de gek houden.

Goh, dacht ik, als Kobe twee verhalen moet lezen, dan lees ik ze ook, maar dan meteen maar het hele boek kortverhalen. Ik begon eraan, en ik verschoot: de boeken zijn geschreven begin 20ste eeuw in een toch wel behoorlijk moeilijk en uitdagend Frans, met een quasi archaïsch taalgebruik. Lang leve de woordenboekfunctie op mijn Kindle, moet ik toegeven. Ik vond het een hele uitdaging voor Kobe, maar toen bleek dat hij ze in hertaalde en dus vereenvoudigde versie mocht lezen. Dat verklaarde veel!

Maar ik wilde me niet gewonnen geven, mijn Frans is al bij al niet slecht, en dus las ik vrolijk verder met uiteraard de passé simple maar vooral een zeer uitgebreid en kleurrijk vocabularium. En jawel, ik genoot er best wel van. Het is natuurlijk geen hoogdravende lectuur, maar dat moet ook niet. Elk verhaal toont hoe Lupin de politie toch weer net te vlug of vooral te slim af is, en elk verhaal zit echt wel goed in elkaar. Ik moest denken aan Sherlock Holmes, om eerlijk te zijn.

Aangezien de drie verhalen in twee verschillende boeken waren opgenomen, heb ik ze dan maar meteen alle twee gelezen. Noblesse oblige, n’est-ce pas?

Lectuur: “Een wereld zonder spiegels” van Nikki Peeters

Ik ben wellicht niet de meest ideale persoon om hier een bespreking van te schrijven: ik lees veel, héél veel, maar bijna altijd zware fantasy en Engelstalige klassiekers, bij voorkeur een eeuw of twee oud. Als ik al eens iets Nederlands lees, is het liefst met een barokke schrijfstijl zoals die van Hertmans.
Maar toen Nikki een boek uitbracht, kon ik toch niet anders dan dit kopen en lezen, toch? Het is altijd de max als een kennis van je een boek schrijft!

Haar stijl ligt me niet, vrees ik. Te korte zinnen met te weinig beschrijvingen: zoals ik al zei, ik hou van barok, en dat is Nikki zeker niet. Aan de andere kant zorgt het wel voor een snelle, meeslepende stijl in heldere bewoordingen.
En het verhaal? Goh… in het begin kon het me niet zo hard boeien, maar na een tijdje merkte ik dat ik echt wel verder wilde lezen, dus ja, je kan het zeker meeslepend noemen.

Nora is bruut verkracht tijdens een vakantie in Italië, maar staat nog maar aan het begin van haar traumaverwerking, waardoor ze zich de feiten zelf niet herinnert. Alleen tijdens dromen, die soms wel een heel actieve vorm kunnen aannemen, komt het gebeurde beetje bij beetje naar boven. Ze is ook stevig verminkt in het gezicht en sluit zich daardoor af van de wereld en vooral ook van zichzelf. Op een afgelegen landgoed wordt ze aangenomen als kamermeisje, waar ze noodgedwongen het gevecht aangaat met haar trauma’s en vooral met zichzelf. Gelukkig kan ze rekenen op de vrienden die haar omringen, want de feiten komen beetje bij beetje bovendrijven. En dan is er nog haar baas…

Het deed me bij momenten wat denken aan “Jane Eyre” maar dan met een iets modernere inslag.
Heb ik het graag gelezen? Eigenlijk wel, ondanks het feit dat er anders geen haar op mijn hoofd zou denken om dit soort boeken te lezen.

Maar is Nederlandstalige, vlotte, romantische lectuur jouw ding? Gewoon lezen dan. Je zal daar geen spijt van krijgen.

Lectuur: “The Rithmatist” van Brandon Sanderson

Waar Sanderson de inspiratie blijft halen om steeds weer nieuwe werelden, nieuwe vormen van magie te bedenken, het blijft me een raadsel.

Deze keer neemt hij ons mee in een redelijk hedendaagse, moderne setting waarin wel rithmatics bestaan: een soort magie waarbij de begiftigde – niet iedereen kan het, je moet de gave bezitten – krijttekeningen tot leven kan wekken: verdediging, aanval, alles wordt bepaald door geometrische figuren. Alleen blijkt er ergens een gebied te zijn waar wilde tekeningen leven die mensen aanvallen, maar die vakkundig bewaakt worden. Tot er wilde tekeningen opduiken op het internaat waar Joel zelf school loopt en de jongeren die een magische opleiding krijgen, gedood worden. Joel heeft de gave zelf niet, maar is erdoor geobsedeerd en weet er alles van…

Sanderson heeft andermaal een boeiend verhaal geschreven, maar dan wel echt gericht op jongeren, een young adult dus. Niet dat je er niet van kan genieten als volwassene, maar waar pakweg Skyward ook wel over jongeren gaat, is dit toch iets eenvoudiger geschreven, iets meer naar een jonger publiek. Nog steeds echt goed en meeslepend, maar toch. Het is een pak minder volwassen dan veel van zijn andere reeksen, en toch kijk ik uit naar een vervolg. Het hoeft ook niet altijd ingewikkeld te zijn, toch?

Lectuur: “Moby Dick” van Herman Melville

Euhm. Dit is een boek waar ik me eigenlijk wel behoorlijk aan mispakt had. Ik had een avonturenverhaal verwacht over de jacht op een witte walvis met slecht karakter.

Ik kreeg een boek over walvissen. Ik weet intussen alles over de verschillende habitats, de verschillende soorten walvissen, hun gedrag, hun evolutie, hun paringsrituelen, hun wetenschappelijke classificatie, noem maar op. Oh, en over verschillende types walvisvaarders, de boten, de manier van optuigen, hoe je een walvis vangt, hem volledig in stukken snijdt, de blubber opvangt, hem verder versnijdt, hoe alles bewaard wordt… Eigenlijk leert dit boek je quasi alles over de walvisvaart in die tijd. De verteller is dan ook niet Captain Ahab, zoals ik verwacht had, maar Ishmael, een walvisvaarder aan boord van de Pequod. Ik had het nochtans kunnen weten: de bekende openingszin is per slot van rekening “Call me Ishmael.”

Het boek is zeer barok geschreven, met heel veel overpeinzingen, filosofische bedenkingen, maar dus ook soms (pseudo-)wetenschappelijke kennis en opsommingen. Amper in de laatste paar bladzijden komt Moby Dick zelf ook op de proppen: het hele boek lang jaagt de bemanning op de meedogenloze schrik der zeeën, aan wie Captain Ahab in een eerdere confrontatie al een been is kwijt geraakt.

Een passage die ik aangeduid had, bijvoorbeeld: “There is no steady unretracing progress in this life; we do not advance through fixed gradations, and at the last one pause:– through infancy’s unconscious spell, boyhood’s thoughtless faith, adolescence’ doubt (the common doom), then scepticism, then disbelief, resting at last in manhood’s pondering repose of If. But once gone through, we trace the round again; and are infants, boys, and men, and Ifs eternally. Where lies the final harbor, whence we unmoor no more? In what rapt ether sails the world, of which the weariest will never weary? Where is the foundling’s father hidden? Our souls are like those orphans whose unwedded mothers die in bearing them: the secret of our paternity lies in their grave, and we must there to learn it.”

Met andere woorden: je leest dit boek niet zomaar even tussendoor, ook al omdat het 650 bladzijden telt. 650 over walvissen en de walvisvaart.

Vond ik het goed? Goh… niet speciaal, eigenlijk. Misschien ook wel omdat ik me aan een avonturenverhaal had verwacht, en niet dit. Maar het is wel met recht en reden een klassieker, denk ik dan.