Pompaf
Yup, pompaf, maar de rug heeft het wonderwel nog redelijk gedaan.
Sam, Lucie en ik maar ook stagiaire Eva hebben ettelijke keren uitgelegd wat het verschil is tussen twee uur en vier uur Latijn, wat de zin en onzin van het studeren van een dode taal is, waarom je dus nog Latijn zou studeren… Sam heeft met de leerlingen stapels Romeinse balletjes gebakken en dipsausjes gemaakt, ik heb mede geschonken in alcoholische en niet-alcoholische versie, en we hebben het vooral allemaal zeer druk gehad.
Maar ik heb er een goed gevoel bij: het was een goeie drukte, het was een positieve sfeer en hopelijk kunnen we daar volgend jaar dan ook de vruchten van plukken.
Maar als u me nu even wil excuseren: ik ga plat.
BTW, verslag met foto’s is hier te vinden.
365 – 18 maart 2023 – OpenSchoolDag
Stilte voor de storm
Ik dacht: ik jaag me nog even niet op, ik ga rustig eten in Villa Ooievaar.
Morgen is er namelijk OpenSchoolDag en dat vraagt voor ons enorm veel voorbereiding. Latijn is nog het enige keuzevak, en als er mensen twijfelen en we het mogen uitleggen, dan hebben we ze. Voor ons vak en de doorstroming naar de hogere jaren is onze basis dus bijzonder belangrijk. We zetten dan ook alles op alles, steken heel veel tijd in voorbereiding en aankleding en lokken op het moment zelf mensen. We zijn ook zowat het enige lokaal waar het continu druk is.
Sam en Lucie hadden allebei de vrijdagnamiddag vrij en konden dus al om twee uur beginnen met opruimen en aankleding, dankzij de lieve collega die van lokaal wilde wisselen. Zelf had ik nog les tot half vier, maar dan heb ik alsnog meegeholpen tot kwart voor zes. Het zag er in elk geval prima uit, zowel de basistafels met materiaal, als de kookhoek en de medebar.
Morgen ga ik pas echt tegen tien uur komen, want de dag is lang en ik moet het zien uit te houden tot vier uur in de namiddag. Opruimen gaat gelukkig veel sneller.
Lectuur: “De Aeneis” van Vergilius in de vertaling van Robert Fagles
Ik heb een hele tijd geleden eigenlijk gewoon de Ilias herlezen omdat ik ook dringend de Aeneis moest herlezen: ik zou op den duur mijn leerlingen ook hier wat wijsmaken. Maar deze had ik duidelijk vaker gelezen destijds, toen ik er mijn thesis over maakte.
Ligt het nu daaraan? Ligt het aan het feit dat de brontaal, het Latijn, me nu eenmaal meer ligt dan het Oud-Grieks? Aan de vertaling op zich kan het niet liggen, het was dezelfde vertaler. Maar feit is dat dit een pak vlotter las dan de Ilias destijds. Sommige stukken zaten inderdaad zeer ver, zoals bijvoorbeeld het feit dat hij zijn vrouw Creüsa wel degelijk bij zich had maar haar kwijt geraakte in het gewoel en niet, zoals het in mijn hoofd zat, dat zij bij haar zus was gaan slapen na de overwinning. Tsja.
Da’s dus de reden dat ik deze nog eens herlezen heb. Dat, en omdat het eigenlijk nog altijd gewoon een echt goed verhaal is, dat van de Latijnse held Aeneas. Ik geef die lessen in het vijfde dan ook nog steeds doodgraag.
Bon, en dan nu me nog ook eens door de Odyssea worstelen, want daar weet ik echt niks meer van.
Uit de kast
De eerste twee uur op vrijdag heb ik les met een klas eerstes die de twee uur Latijn volgen. Ik moet het toegeven: het is een heerlijk groepje. Net mondig genoeg om het amusant te maken maar nooit stout, vlot meewerkend – zelfs diegenen die al tijden zeggen dat ze zullen stoppen met Latijn – en vooral met veel humor. Het soort klasje dat ik graag heb, quoi.
Ze hebben een blok van twee lesuren en ik geef altijd eventjes pauze tussen de twee lesuren door. Nu was ik mijn fles water vergeten en ging ik snel naar de leraarskamer om een glas water.
Bij het terugkeren voelde ik een spanning in de lucht hangen. Verdoken glimlachjes, steelse blikken, nog net geen gegiechel. Prompt gingen ze allemaal naar hun plaats en gingen zitten, zoals het hoort. Ik ging naar de lessenaar en merkte dat er eentje ontbrak, een van mijn zaligste sloebers. En ja, ik zag blikken richting de kast en hoorde geluiden.
Mijn beste lerarenstem kwam boven: “Ja lieverds, we gaan herbeginnen, ik zou het graag stil hebben. Neem pagina 68, en wat in de kast zit, BLIJFT in de kast!”
Algemeen gegiechel natuurlijk. En toen plots, als een duveltje uit een doosje, kwam er eentje uit de kast gesprongen, grabbelde als een valdeurspin zijn map van zijn tafeltje en dook weer de kast in. Stomverbaasd vroeg ik hem wat hij aan het doen was.
“Ha ja, mevrouw, als ik dan toch in de kast moet blijven, kan ik tenminste de les volgen!”
Ik ben gigantisch in de lach geschoten en heb hem toch gewoon aan zijn lessenaar de les laten volgen.
Soms he…
OpenSchoolDag
Jawel, wat ik gisteren al voorspeld had, werd bewaarheid: het was een beetje te zwaar voor mijn rug vandaag.
Maar bon, voor ons is dit een extreem belangrijke dag: alleen dan kunnen we leerlingen – en hun ouders – ervan overtuigen Latijn te doen. Uiteraard is er een aantal leerlingen dat al besloten heeft, maar de twijfelaars kunnen we dan over de streep trekken.
Lucie had alles netjes ingericht, Ellen stond klaar om met leerlingen Romeinse balletjes te maken en dipsausjes, Lucie is degene die vooral de uitleg doet, en ik, ik verkocht mede en gaf mee uitleg.
Het was bij momenten zeer druk, er kwam ook een aantal oud-leerlingen langs, en ik had er wel een goed gevoel bij, ja. Maar de rug, die had dat gevoel niet zo meteen. Gelukkig heb ik zalige, maar echt zalige leerlingen en kinderen en echtgenoot die zich om vier uur aanboden om alles te helpen opruimen, zodat we om kwart na vier konden zeggen dat het lokaal weer perfect bruikbaar was als lokaal, met alles netjes opgeruimd, weggeborgen, teruggebracht naar het oorspronkelijke lokaal en meegenomen. Het zag er properder uit dan voordien.
Een “officieel verslag” met stapels extra foto’s kan u hier op de schoolwebsite bekijken, ik voeg hier gewoon nog even de recepten van de hapjes toe zodat we ze zeker niet kwijtraken.
Thuisgekomen ben ik gaan liggen en heb ik – alweer – geen vin meer verroerd. Het gaat een bijzonder rustig weekend worden, me dunkt.
365 – 19 maart 2022 – OpenSchoolDag
Syllogismen 2021
Ook in dit tweede vreemde jaar op rij blijven er constanten, en een daarvan is het feit dat ik een syllogisme vraag op het examen van het zesde jaar. Ze weten dat ook, ik haal er elk jaar mijn blog even bij als voorbeelden.
De antwoorden zijn altijd interessant, gewoon om er de denkfouten uit te halen, en dus als remediëring. En eigenlijk zijn ze vaak ook gewoon grappig :-p
Ik geef u even het origineel van Aristoteles mee, om te vergelijken:
Alle mensen zijn sterfelijk.
Socrates is een mens.
Socrates is sterfelijk.
1. Alle snoepen zijn lekker
Zure matten zijn snoepen
Zure matten zijn lekker
(maar uw tong kan er zo zeer van doen)
2. Profvoetballers verdienen geld door het voetbal
De Bruyne is een profvoetballer
De Bruyne verdient geld door het voetbal
(en nog geen klein beetje ook)
3. Mensen eten wanneer ze honger hebben
Ik ben een mens
Ik eet wanneer ik honger heb
(het was nochtans nog ochtend bij dit stuk examen)
4. Alle vissen leven in het water
Een zalm is een vis
Een zalm leeft in het water
(zoet of zout water?)
5. Alle bloemen zijn planten
De roos is een bloem
dus de roos is een plant
6. Dieren zijn schattig
Honden zijn dieren
Honden zijn schattig
(nog nooit oog in oog gestaan met een razende pittbull, denk ik dan)
7. Alle groenten zijn gezond
Een wortel is een groente
Een wortel is gezond
(Maar ge kunt er wel over wurtelen)
8. Gert is een vis
Alle vissen leven in het water
Gert leeft in het water
(Niet helemaal correct: maior en minor omgedraaid)
9. Elke vis zwemt
Nemo is een vis
Nemo zwemt
(wat is dat met die vissen zeg?)
10. Alle planeten bevinden zich in het heelal
Mars is een planeet
Mars bevindt zich in het heelal
(Bij Mars denk ik eerst aan de god, in de les Latijn)
11. Alle vissen kunnen zwemmen
De zalm is een vis
De zalm kan zwemmen
(maar enfin! En heet die zalm dan Nemo?)