Haven V

Gisteren in de gietende regen zijn we nog een tent gaan ophalen in Lovenjoel, en ik was wel blij dat we die mee hadden. We hebben die vandaag opgezet, er eigenlijk niet echt in gezeten, maar wel onze spullen in opgeslagen. De dames waren nog extra knabbels gaan halen, en na serieus wat geloop en gespeel – blijkbaar zitten we knal op een van de hoofdplots – zijn we in de vooravond aan ons kamp gaan zitten, met de vuurkorf en gemakkelijke stoeltjes en witte pensen op de barbecue.

Ik weet het, ge moest erbij zijn, maar wij hebben ons tranen gelachen, zeker twintig minuten aan een stuk, toen een van die worsten plots een lange, hoge fwieeeeeeeee liet horen, gevolgd door een droge ‘pop’. De hoeveelheid innuendo die daarop volgde, is onvoorstelbaar.

En toen werden we zonder meer weer het spel ingesleurd, dat na een stevig, zwaar gevecht helaas voor Mireille eindigde met een serieuze val (net niet spoed), en voor mij, iets minder helaas, met een hele fijne nek- en schoudermassage, twee maal zelfs, de eerste zelfs nog helemaal ingame, de tweede iets meer buiten spel. Helemaal roezig ben ik nota bene tot half vijf in de herberg blijven zitten.

’t Was een stevige, fijne dag, waarbij de rug zich veel beter hield dan verwacht. Lang leve mijn elektrisch deken, waardoor mijn spieren helemaal warm en ontspannen bleven ’s nachts. Maakt veel uit!

Thuis! (maar ikke niet)

Het werd een gewone lesdag vandaag, maar zo vlak voor een vakantie hebben de leerlingen er echt geen zin meer in. Ik sloot de dag af met een documentaire over Pompei, een zeer interessante die perfect aansluit bij de les, en dat was ideale timing.

Daarna spoedde ik me naar huis, begon nog extra gerief te verzamelen voor het weekend, liet om half vijf Jarne binnen, de jonge figurant die met mij meerijdt, en gooide Merel in heksenkleedje af bij Lieze. Ha ja: ik weg, Kobe naar de muziekles en Bart en Wolf nog niet thuis: ik kon dat kind toch moeilijk alleen laten? Gelukkig ging Els met haar drie dochters net een spokentocht doen in Tielt, en was er nog een plaatsje extra voor Merel.
Jarne laadde alle gerief in de auto – da’s de deal: hij moet als student geen nafte betalen, maar helpt me wel met in- en uitladen, iets wat ik als ouwe kapotte doos niet meer kan – we gooiden Kobe nog af op zijn muziekles, en reden door naar Gouvy of all places, net tegen de grens met Luxemburg.

Bart had om twee uur een vergadering in Brussel, en ging daarna Wolf ophalen met al zijn spullen in De Haan. Ik geloof dat het zes uur was tegen dat Bart daar was, maar daar was niks aan te doen. Ik had ervoor gezorgd dat Kobe terug naar huis kon met zijn lerares fagot, want het was bijzonder moeilijk in te schatten wanneer Bart en Wolf thuis gingen raken. En Merel ging afgezet worden na de spokentocht. Enfin, weer een regeling om u tegen te zeggen dus.

En intussen reden Jarne en ik in de gietende regen naar Leuven, stevig wat file trotserend. Het was vijf uur toen we hier vertrokken, het was tegen zevenen toen we in Lovenjoel een tent konden ophalen. Een korte stop in de plaatselijke Delhaize voor proviand later reden we verder, alweer in de gietende regen. Fijn hoor! Nog wat file later was het tegen negen uur voor we het terrein konden opdraaien. Vier uur in de auto, ingespannen rijden in de regen, ik was verdomd blij dat Jarne meegereden was. Want intussen waren we voluit aan het geeken geslagen: hij mag dan een ingenieur zijn, hij is blijkbaar al even zot van talen als ik. En samen hebben we de speciaal voor Haven ontworpen taal, het Eshki Ganu, zitten ontleden, vier uur aan een stuk. Ik heb een goed geheugen voor de woorden en morfemen, en hij kan de tekens lezen en omzetten naar woorden. Samen zijn we er dus niet slecht in, in dat taaltje.

Enfin, toch blij dat we er waren. Er werd geïnstalleerd bij de Akata, ik trok mijn winteroutfit aan, en tegen elf uur, toen de meeste mensen waren aangekomen, konden we eindelijk in game. Wat resulteerde in spel tot half vier, maar bon.

De stress viel subito presto van mij af. Zalig toch?

Roanoke

Dit weekend waren dus de jongens voor het eerst naar een weekendlarp, terwijl Bart in New York zat en ik me volledig wijdde aan Merel.

Ze vonden het zalig.

Samen met een paar – vooral oudere – gasten speelden ze de Vikings, en als ik het zo hoor hebben ze wel wat beestigheden uitgestoken. Kobe speelt een priester van Hymir en heeft dat, ondanks het feit dat hij de jongste is, blijkbaar prima gedaan. Ik heb intussen ook een paar fotootjes bemachtigd.

Ze worden zo groot, meneer…

Rondrijzondag

’t Was wel niet helemaal een meisjeszondag, maar toch… We zaten rond negen uur aan tafel, Merel, Vlerina en ik, toen ik Spotify wou opzetten, en plots zag dat ik Bart al om half tien aan zijn kantoor mocht ophalen, in plaats van de voorziene half twaalf. Die kwam van New York, weet u nog? Dik in orde, maar wel een beetje krap van tijd. Tsja.

We pikten hem op, lieten hem prompt in slaap vallen in de zetel, en gingen zelf aan het werk. Zo’n lasagne met extra veel groenten maakt zichzelf niet natuurlijk. En die appeltaart met de appeltjes van Omaly ook niet :-p Tegen twaalven kwam opa, en meteen stond de serveuse van het restaurant klaar om onze bestellingen op te nemen.

Na het eten en het ophangen van alweer een was sprong ik in de auto richting Geel: ik moest de jongens ophalen op Roanoke. Ze waren wel van de laatste toen ik daar tegen half drie aankwam, maar bon, ze kwamen tenminste comfortabel thuis. Roanoke zelf was de max geweest, wisten ze me te vertellen: geen vergelijk met Vortex wegens veel volwassener, beter uitgewerkt, enfin, ze hadden zich schitterend geamuseerd, zeiden ze. Wel een beetje moe, zou je kunnen stellen ^^

Tegen half vijf waren we thuis, was er koffie met taart, en om zeven uur stapte ik alweer in de auto om Wolf naar het Zeepreventorium te brengen. Nog drie weken…

Intussen heb ik de meeste caches in de buurt van De Haan wel al gedaan, dus reed ik gewoon de E40 af ter hoogte van Beernem om daar een zestal caches van Zaak De Zutter te gaan zoeken. Dat is eigenlijk een fietstocht georganiseerd door de gemeente Beernem zelf, en is wellicht overdag een prachtige rit. Geen idee, zo in het pikdonker, maar ’t was wel amusant.

Drukke dag met veel kilometers dus, maar best wel oké.

Vortex: een uitstekende editie

Yep, het was duidelijk een meerwaarde dat we deze keer al op vrijdagavond in het donker begonnen spelen: een klassieke larp (Omenstyle) met zombies vermengen, dat lukt het best in het donker. Ik heb dan ook een hele tijd gewoon dwars over het hoofdpad door het bos gelegen, kwestie van wegversperringszombie te spelen. Yup, that’s a thing. Helaas was er één bij het groepje die blijkbaar uitstekend zag in het donker, en me dus meteen had opgemerkt. Nog voor ik kon aanvallen, werd ik al in de fik gestoken met een brandpijl. Meh. Tot zover de zombie.

Maar de hele zaterdag was ik schildmaagd/heksenjager die poolshoogte kwam nemen voor de bizarre gebeurtenissen. Kilometers gestapt, redelijk wat gevochten, en me tranen gelachen – letterlijk, ik ben zelfs richting toilet moeten spurten – met drie zombies die ik per ongeluk controleerde door hun ziel in een flesje op zak te hebben. Laat eens drie zombies poort spelen? Slapstick gegarandeerd.

Ook de jongens hebben zich prima geamuseerd, gelukkig maar. Wolf kloeg tegen zaterdagavond trouwens absoluut niet over de rug, wel over de zere voeten en stijve kuiten. Zelf heb ik even een dutje gedaan in vol harnas in het bos ergens op zaterdagnamiddag: de rug kon wel even wat rust gebruiken. Een half uur goed geslapen: als ge moe genoeg zijt, slaapt ge zelfs in een harnas :-p

Enfin, we waren iets voor middernacht terug thuis, en Kobe lag al diep te slapen in de auto. Fijne, fijne dag.

Vortex VII

Vanavond vertrek ik met de jongens naar Vortex, de jongerenlarp van Oneiros. Voor het eerst spelen ze ook op vrijdagavond, en dus blijven we nu ook slapen. Anders kwamen we gewoon steevast toe op zaterdagmorgen en vertrokken we zaterdagavond opnieuw: dat scheelt een hoop gedoe en gesleur.

Ik hoop alleen dat het goed zal gaan: Wolf zag het volledig zitten, maar ik heb er geen idee van hoe hij het zal verteren. Idem voor mijn rug: ik speel weer eens een rol met harnas en zo. En Kobe, die zal de jongste van de hoop zijn, vermoed ik: de vorige keer was hij mee als figurant, deze keer speelt hij diezelfde rol als speler. Hij gaat zich zeker en vast staande houden tussen die grote lummels, daar ben ik zeker van: hij heeft genoeg haar op zijn tanden en ook meer dan genoeg fantasie om te spelen.

We blijven wel niet tot zondag: ik wil bij voorkeur in mijn eigen bed slapen, en we dachten dat de kinderen op zondag ook nog de hele dag scouts hadden. Ik had dus al doorgegeven dat we niet gingen blijven, en toen bleek de scoutsovergang maar volgende week te zijn, maar bon: toch maar naar huis zaterdagnacht, da’s beter voor alle kapotte ruggen.

Allez, op hoop van zegen.

EVA foam workshop

Het lag al maanden vast: vandaag zou Danny ons een heuse workshop rond het werken met EVA foam geven. Ons zijnde de Vossen, mijn groepje LARPdames met wie ik al jaren samenspeel. En EVA foam, dat is een soort van yogamattenmousse die je perfect kan bewerken en beschilderen tot het eruit ziet alsof je een pantser, botten, een dierenkop of wat je ook maar kan bedenken, aanhebt. Alleen moet je dus weten hoe je dat doet, en dat is wat Danny ons vandaag ging leren bij hem thuis in zijn garage in Antwerpen.

We hadden om elf uur afgesproken, en dus draaiden we ongeveer allemaal tegelijk om half twaalf Danny’s straat in. Wolf was ook mee: de dames hadden geen bezwaar, en dit is een activiteit die hij nog wel aankan, omdat het ook veel zitten en kijken is, en hij tussendoor kan gaan liggen.

Sabrina zou Sabrina niet zijn, als ze niet de perfecte gastvrouw speelde, zelfs op verplaatsing. Ze palmde meteen de keuken van Danny en Els – die helaas niet kon blijven wegens andere verplichtingen – in, en er was nog warme citroencrumble met uiteraard verse koffie, waarvoor we Danny’s senseo plunderden. Hij bekeek het met welgevallen en knikte instemmend.

Daarna trokken we met zijn allen richting de kelder, waar we besloten om allemaal als startobject een bracer te maken, een onderarmbeschermer. We werden ingewijd in de geheimen van het patroontekenen, snijden, verhitten, frezen, schuren, dremelen, plakken, versieren, plastidippen, verven… en zagen dat het goed was. Dat het stoffig was, veel werk, maar ook ongelofelijk leuk.

Tussendoor was er catering van Sabrina: een courgettesoep, en dan iets met heel veel groenten, zalm, maar ook Italiaanse ham, balsamicocrème, tomaat, mozzarella… Italiaans dus, en zeer lekker! En als dessert frisse watermeloen met munt en, jawel, balsamico.

Het ontlokte Danny de uitspraak: “Goh, da’s toch heel anders dan met de mannen: die komen hier toe met een bak bier en een zak chips…” Tsja, wij weten ook waarom de Vossen de beste zijn.

Tegen half zes ruimden we op, en Wolf en ik moesten ons nog opjagen: het was een uur rijden, we moesten nog douchen en eten, en tegen zeven uur moesten we alweer weg, naar De Haan.

En ja, er moet nu hier dringend een deftige dremel gekocht worden. Dat is vanzelfsprekend, toch?