Mijn tweede rol was die van Drusilla, een Orestiaanse handelaar die vooral dan met Koens personage speelde. Dik in orde, want ik beschouw Koen echt wel als een van mijn vrienden, en hij had met zijn groep ook een fantastische tent: een hele grote ronde yurt met in het midden een vuurschaal en een rookgat. Ik heb er quasi de hele tijd gezeten, alle gesprekken gehoord en op die manier ook alles doorgegeven aan de vijand. Ha ja, ik was de grote sponsor van de troepen van de Ram, maar niemand heeft de moeite gedaan om ook maar een paar woorden met me te wisselen. Ik heb links en rechts hele duidelijke hints gestrooid, maar bon. De gezichten op het eindgevecht waren dan ook mooi toen ik gewoon van de spelerskant naar de overkant wandelde, de officier van dienst een zoen gaf en toen een knuffel aan koning Fintan IV. Tsja…
Wolf speelde intussen ofwel een spook, een schildknaap die op zoek was naar het zwaard van zijn meester, ofwel een jonge edelman die zijn zus probeerde te redden. Veel is er van die laatste plot niet in huis gekomen – ook hier beten de spelers niet – en heeft hij vooral diverse vechtrolletjes gespeeld. Ik hoop dat hij zich toch een beetje geamuseerd heeft…