52

Tweeënvijftig.

Nope. Ik wil niet oud worden, daar ben ik intussen wel uit, ja. Ik zou in de fleur van mijn leven moeten zijn, maar mijn lijf wil niet mee. Ik geef het toe, ik draag er ook geen zorg voor zoals ik zou moeten: ik weeg 35 kilo te veel en ik heb de moed niet om daar iets aan te doen. Het zit tussen mijn oren, ik zie eten als troost, ook dat besef ik. Maar het besef alleen is niet voldoende natuurlijk.

Maar als ik om me heen kijk, zie ik ook veel oudere mensen met al hun problemen, en daar heb ik geen zin in, om eerlijk te zijn.

Gelukkig zijn we nog zo ver niet: 52 is misschien oud in de ogen van mijn leerlingen, maar ik voel me nog altijd – mentaal – zo oud niet. En ik heb een prachtig gezin dat ook nu voor een heerlijk ontbijtje had gezorgd en me volop van cadeautjes voorzag. Als in: Bart had meer dan zijn best gedaan. Sinds maandag stond er al een groot plat pak in een kartonnen doos, waarvan ik me vooral zorgen maakte waar we dat nu weer gingen zetten, wat het ook was. Ik had me geen zorgen hoeven maken: zijn plaatsje lag al vast, eigenlijk feitelijk.

Er was een schattige paarse drinkfles – die Merel al heeft ingepalmd wegens de ideale drinktuit – en vooral ook extra geocachegerief: tape, UV-lamp, UV-stift, dingen dus om een nachtcache te maken.

En toen was er dus dat grote pak. En toen ik het begon open te maken, begon het me te dagen wat het was. Jawel, een grote foto door Hannes Couvreur, van zijn Unwanted Flowers reeks. Ik was naar zijn tentoonstelling geweest en had toen gezegd dat ik dat prachtig vond, en dat dat ideaal zou zijn voor hier in de woonkamer boven de zetel. Hij had me toen gevraagd een foto door te sturen van de locatie, zodat hij zelf even kon meedenken, maar dat was er dus nooit van gekomen. En nu stond hier dus een heuse Couvreur, in de perfecte kleuren – uiteraard – om daar boven de zetel te hangen. Bart en Hannes hadden die samen uitgezocht.

Ik zal nog wel eens een fotootje posten als hij ook echt ophangt, maar ik ben ongelofelijk blij ermee.

Dankjewel, schattie, en dankjewel, Hannes.

Geocachen op Linkeroever

Ik moest, na de dienst voor Veek, even alleen zijn, mijn hoofd laten uitwaaien. Ik had gelukkig heel veel larpers gezien met wie ik van gedachten kon wisselen, met wie ik kon meevoelen, maar soms doet alleen zijn ook minstens evenveel deugd.

Ik zocht eerst een cache in de buurt en ging daarna naar de oevers van de Schelde. De zon scheen, het waaide, ik kon doorstappen en mijn gedachten alle kanten uit laten gaan. Het deed deugd.

Tegen half vijf was het welletjes: de rug deed pijn, ik werd moe en ik kreeg ook wel wat honger, ja. De rit naar huis was andermaal pensief, maar al iets minder donker.

Deuren

Na de keuken en het sanitair moesten we vandaag de deuren gaan kiezen. Dat ging ietsje vlotter dan het vorige: gewone witte kunststof deuren in de gangen, met zwarte klinken, en in de woonkamer twee van die vlakke, in de muur opgaande deuren, de ene met een magneet en een trekker, de andere effectief een pivoterende deur zoals we nu hebben naar onze gang, gewoon omdat dat ongelofelijk handig is, ook voor een rolstoelgebruiker.

We zaten bij een echt familiebedrijf in een uithoek van Ledeberg die ik absoluut nog niet kende: ergens gewrongen tussen de spoorlijn en de Hundelgemsesteenweg, maar wel met hele mooie hoekjes.

We hadden een afspraak om half negen, waren iets over negen terug buiten, en ik moest pas om tien over tien beginnen lesgeven. Niet de moeite om nog naar huis terug te keren, maar wat ging ik dat uur nog doen? Ik heb wat rondgelopen, heb nog een cacheke gezocht en ben dan naar school getrokken. De rug werkte hoegenaamd niet mee na die zware dag vandaag…

Ik heb lesgegeven, ben tegen half twaalf thuisgekomen – ook mijn eerstes hebben een projectweek – en ben pas om half drie weer wakker geworden.

Best dat het vakantie is: het is nodig.

Nog eens in Lochristi en Beervelde om te geocachen

Jawel, vorige week was een zalige zondag om te geocachen, en vandaag was dat ook. Ik wilde wel vrij vroeg weer terug zijn zodat we op tijd konden koffie drinken en avondeten, want om half zeven ten laatste wilde ik in de auto naar Zomergem zitten: we gaan er naar een concert vanavond.

Om half twee zaten we dus al in de auto richting Beervelde voor een plethora aan caches, en ons pa had er deugd van, en ik eigenlijk niet minder. Geocachen alleen is leuk, maar met zijn tweeën is het toch een pak leuker. En ik doe die mens wel wat aan: stappen langs oneffen wegels, half in struiken kruipen om een cache te pakken…

En toen was er dus taart en koffie in de tuin, in het fijne zonnetje…

Geef toe, ons pa ziet er goed uit. Ik ben best wel trots op hem.

Eindelijk weer geocachen!

Jawel, een stralende zondag, ik die me terug beter voelde, en ons pa die de kans niet kreeg om tegen te stribbelen – en dat precies ook niet echt wou.

We reden nog een keer naar de streek rond Lochristi want we zijn nog altijd niet rond met de caches van Francobello, en genoten allebei zeer hartsgrondig van het stralende weer, de fijne caches en de mooie streek. Zoals altijd, eigenlijk. En ons pa, die wat twijfelde of hij wel genoeg evenwicht had, zag dat dat eigenlijk niet zo het probleem was.

Het was tegen vijven toen we thuis waren en taart konden eten, maar dat deerde niet: we hadden er andermaal een prachtige dag op zitten.
Dikke merci, Francobello!

Nog een dagje cachen, in Landegem deze keer

Nog een laatste mooie dagje voordat het weer gaat omslaan, en ik had eigenlijk wel zin om nog eens flink uit te waaien.

De fiets op de drager, en richting Landegem dus: daar ligt nog een aantal caches van de Zonnestelsel-reeks, en dat is een mooi fietstochtje langs de vaart tot in Nevele. En daar ligt dan weer een klein rondje van de Gezinsbond: ideaal.

Langs het kanaal heb ik een paar keer stevig moeten zoeken, één keertje heb ik de cache ook aan mij voorbij laten gaan wegens de immense netelzee waar ik door had moeten waden, en in Nevele moest ik met de zware elektrische fiets op een Finse piste, en dat bleek ook geen cadeau. En ja, soms vindt ne mens al eens rare dingen langs zijn baan. Maar verder? Nog eens heerlijk uitgewaaid, doorgefietst en fysiek moe. En vooral helder in het koppetje.

Nog een dagje hondjescaches

Mooi weer, en vanaf donderdag of zo gaat het beginnen regenen: ik ben dus nog eens gaan cachen daar in Gavere, de reeks Scott & Whisky. Het is fijner als Veronique mee is, maar alleen doet het eigenlijk ook wel eens deugd: rust en stilte om me heen. En prachtige landschappen en prachtige caches, dat ook. Ik ben wel nogal laat vertrokken, het was na vier uur, maar bon, het was dan ook net iets minder warm op die manier.

Ik heb genoten, maar ik heb beloofd aan Véro te wachten voor het laatste stuk tot ook zij nog eens mee kan.

 

International Geocaching Day

Bij het geocachen kan je ook souvenirs verdienen, gewoon kleine beloningen voor speciale taken – zoals een bepaald aantal caches halen in een maand, of eentje wegsteken, of zo veel dagen op rij cachen… – en ook per land of streek waar je geweest bent. Een van die souvenirs is International Geocaching Day op 19 augustus – vandaag dus – en elk jaar houdt VCX1302 daarom een bijeenkomst van cachers in Melle: leuk om elkaar te zien én meteen een cache voor de dag.

Een andere reeks was ‘Wheel of Challenges’ waarbij je, voor de moeilijke souvenir, in de maand augustus acht verschillende cachetypes moest halen, waaronder dus een ‘event’. Ik had die nog nodig, en dus reed ik tegen zes uur naar ons pa voor een lange babbel over de jamboree en Berlijn en nog een hoop andere onderwerpen – ik was nog niet bij hem langsgeweest sinds we terug waren, schande – en reed daarna door richting Melle. Ik dacht: ik laat eventjes mijn gezicht zien, zeg hallo, babbel wat, en rijd tegen half acht naar Gentbrugge voor het laatste nodige type cache, een letterbox hybrid.

Wat graadt ge: het was kwart voor negen tegen dat ik daar weg was, na lange babbels met onder andere organisator VCX1302 en roemruchte cachers Styxcaver en Kejoti. Resultaat: het begon al te schemeren daar in Gentbrugge in het bos waar ik moest zijn. Gelukkig kon ik de majestueuze kastanje vrij snel lokaliseren, vond ik de bewerkte dode boom ernaast, kon ik de uitgesneden kevers en de totemnaam nog net zien, berekende ik de coördinaten en ging in de schemering zo’n 350 meter verder gaan zoeken bij het lichtje van mijn gsm. De stash lag gelukkig op knal het nulpunt op een logische plek, zodat ik hem onmiddellijk had.

Soit, het was tegen tien uur tegen dat ik thuis was, maar wel met een grote grijns op mijn gezicht. En dat souvenir? Dat is binnen, tiens!