Getekende zeeslangen, editie 2024

Om het voor mezelf wat plezanter te maken, maar ook omdat ze op die manier tonen of ze hun tekst begrepen hebben, geef ik mijn vijfdes om de zoveel jaar op hun examen een tekenopdracht. Ja ik weet het, ik heb een slecht karakter. Let wel, het gaat hier absoluut niet over hun tekenkunsten, wel over het kunnen uitbeelden wat er in de tekst staat.

Het gaat over het paard van Troje, en hoe de priester Laocoön, als hij durft twijfelen aan de goede bedoelingen van de Grieken met dat paard, verscheurd wordt door twee enorme zeeslangen. De tekst van Vergilius gaat als volgt:

Ecce autem gemini a Tenedo tranquilla per alta
(horresco referens) immensis orbibus angues
incumbunt pelago pariterque ad litora tendunt;
pectora quorum inter fluctus arrecta iubaeque
sanguineae superant undas; pars cetera pontum
pone legit, sinuatque immensa volumine terga.
Fit sonitus spumante salo; iamque arva tenebant,
ardentesque oculos suffecti sanguine et igni,
sibila lambebant linguis vibrantibus ora.

Mijn eigen vertaling: “En kijk, daar kwamen echter uit de richting van Tenedos over de kalme zee (ik krijg nog koude rillingen bij de gedachte alleen al) twee slangen in enorme kronkels. Ze stortten zich in de zee, en trokken zij aan zij naar de kust. Hun tussen de golven opgerichte borst en hun bloedrode kammen staken boven het zeeoppervlak uit; de rest van hun lijf streek achteraan over de zee, en deed hun enorme ruggen kronkelen in een bocht; je kon het geluid horen in het schuimen van de zee. En reeds bereikten ze de kust, en hun brandende ogen waren doorlopen met bloed en vuur. Ze likten met hun trillende tongen hun sissende muilen.”

Opdracht: teken minstens één beest. Ik wilde dus zien: een kam, een uit het water opgerichte borst, rode vlammende ogen, een tong, en een lijf dat achteraan kronkelde over het wateroppervlak.

Juist ja. Ik heb me een breuk gelachen met sommige van de bizarre creaturen die ik gekregen heb, maar dat maakte niet uit voor hun punten: het is per slot van rekening Latijn, en geen tekenles. Ik heb dat trouwens in 2012 ook al eens gedaan, en toen kreeg ik dit; in 2018 werd het dit, en in 2021 dit. Vorig jaar heb ik het ook gedaan, dus volgend jaar moet ik echt eens een ander fragment zien te vinden dat ze ook kunnen tekenen, want dit is veel te plezant. Geef toe, er zitten wel een paar knappe ook.

En toen was er die ene leerling die net dat stapje verder ging. Ik weet dat ze goed kan tekenen en dat ze dat hier niet speciaal heeft gedaan, maar dat ze zich precies wel amuseerde bij het examen. Ik lag plat.

Dit is hoe ik ze doorgaans aan bord zet. Een beetje afgelikt, misschien, maar bon.

Chat GPT op het examen

Ja, zelfs op een volledig analoog schriftelijk examen kan je perfecte Chat GPT vragen stellen aan de leerlingen.

In mijn zesdes hebben we een gans stuk van de Pro Milone van Cicero gelezen, een speech waarin hij Milo verdedigt voor de moord op Publius Clodius Pulcher. We hebben de personages uiteraard uitgebreid behandeld en ze moesten ook het boek van Steven Saylor “Murder on the Appian Way” lezen.

Als perfecte synthesevraag kregen ze dus: “Als je Chat GPT een afbeelding van Publius Clodius Pulcher zou willen laten maken, welke prompts zou je dan ingeven? Dat mag gerust zeer uitgebreid zijn: ik zal ze ook echt ingeven en je achteraf het resultaat laten zien. Wees vooral grondig.”

Ik heb momenteel bedroevend weinig leerlingen in het zesde – een gevolg van corona en een annus horribilis – maar ik kreeg wel fijne dingen. En zoals gezegd, gaf ik de prompts ook echt in, met wisselend resultaat (en punten dus). Maar misschien geef ik best eerst even een beschrijving van Clodius, zoals we die zijn tegengekomen. Ik vraag het ook even aan Chat GPT: “Publius Clodius Pulcher (93 v.Chr. – 52 v.Chr.) was een controversiële en charismatische Romeinse politicus en populist die bekend stond om zijn uitdagende karakter, uitgesproken politieke agenda en onconventionele methoden. Zijn leven was doordrenkt van politieke intriges, persoonlijke schandalen en een vastberaden strijd om de steun van het Romeinse volk te winnen.Hij brak met zijn adellijke achtergrond door zichzelf te laten adopteren in een plebeïsche familie, zodat hij als volkstribuun hervormingen kon doorvoeren. Als populist streed hij voor de lagere klassen, onder meer door gratis graan uit te delen, maar gebruikte gewelddadige bendes om zijn macht te versterken. Clodius stond bekend om zijn provocaties en schandalen, zoals het Bona Dea-incident, en zijn rivaliteit met Cicero en Milo. Zijn dood in 52 v.Chr. door Milo’s hand leidde tot grote onrust in Rome. Clodius blijft een complex figuur: gevierd als hervormer, maar gevreesd als bron van chaos.”

1. genereer een afbeelding van een Romeins hoogstaande man, volwassen leeftijd in tunica, licht gepantserd op steigerend paard, in gevecht met een gelijkaardige Romein, op een brede weg op het land.

Goeie prompt maar niet bijzonder goed geslaagd: net iets te symmetrisch, en hoe hebben die hun zwaard vast, zeg?

2. Geef me een afbeelding van Publius Clodius, een erg knappe en mooie man. Hij is rijk en arrogant. Hij is zo knap dat hij alles kan doen wat hij wil en ermee weg komt. Hij is Romeins en sluw.

De ogen zijn wat te groen, maar hij heeft wel charisma en duidelijk de Romeinse achtergrond. Wat voor type zuilen dat moeten zijn, is me wel een raadsel.

3. Genereer een afbeelding van een man rond de 30-35 met zwart haar. Zijn gezicht heeft een beetje een ovale vorm en hij ziet er zelfvoldaan uit, je ziet aan zijn gezicht dat hij zich beter vindt dan de anderen aan zijn uitstraling. Hij heeft groene ogen en ondanks zijn zelfvoldane uitstraling toch een beetje een serieuze blik.

Klein probleempje: ze was vergeten vermelden dat hij Romeins moest zijn, wat natuurlijk een compleet ander beeld oplevert. En die ogen, nope, dat is het nog steeds niet.

4. Genereer een afbeelding van een knappe Romeinse veertiger. In zijn grijsblauwe ogen ligt een arrogante blik en achter hem staat een bende Clodianen die met geweld en wapens het senaatsgebouw in brand steken. Clodius kijkt in de camera en staat op de voorgrond. Hij draagt een toga en zwart-grijze krullen maar je ziet nog steeds dat hij ooit erg knap was.

Deze vind ik eigenlijk nog het beste gelukt, de prompt was dan ook echt wel grondig. Ze geeft er meteen ook de achtergrond bij, en dat is mooi. Dat de dood van Clodius de reden was om het senaatsgebouw in brand te steken, is bijzaak: ze geeft hem echt wel goed weer. De soldaten staan er, het gewone volk met wapens en in massa is er ook.

Deze laatste zou ik misschien wel durven gebruiken in mijn cursus als voorbeeld.

We staan voor rare tijden, voorwaar, ik zeg het u.

Even terug aan het werk

Yup, daarmee bedoel ik ook echt naar school. Ik heb nu wel twaalf dagen thuis gezeten om de rug te laten rusten, maar ik heb wel nog 13 uur per week online les gegeven, vergaderingen en klassenraden bijgewoond – ook online – en examens opgesteld. Gelukkig was dat wel grotendeels plat in de zetel, maar toch… Ik heb gemerkt dat de rugproblemen ook sterk gerelateerd zijn aan stress en dat dat voor mij wel een probleem is, want ik kan me opjagen in de domste dingen.

Het gedoe met ons pa doet er ook geen goed aan: ik heb soms zin om gewoon te beginnen gillen of te beginnen huilen, zomaar. Omdat het me eventjes te veel wordt. Maar bon, we doen voort.

Vandaag dus voor het eerst weer fysiek lesgeven dus, en dat deed deugd: twee uur mijn derdes hun examenstress proberen in te perken, vragen beantwoorden, nog wat laatste tips geven en dingetjes afwerken… Ze zijn bijzonder zenuwachtig want het is hun eerste examen Latijn, en hoewel de leerstof naar mijn aanvoelen toch wel behoorlijk beperkt is – inleiding rond historiografie, biografie van Caesar, vier Latijnse teksten, twee in vertaling, de cultuur rond de Galliërs en de druïden, en dan de indicatief van de werkwoorden en de infinitiefzin – zijn ze precies half in paniek. Maar bon, mijn fysieke aanwezigheid had blijkbaar toch een rustgevend effect.

Ik had ook geen toezicht in het springuur en kon dus even gaan liggen, want eigenlijk is het nog geen goed idee voor de rug dat ik hier terug sta. Maar ik wilde echt mijn drie klassen die examen hebben, ook nog eventjes in het echt zien. Dat zijn dus drie dagen lesgeven, en dan maandag examen, dinsdag examen en les, en dan weer eventjes niks. Dat moet lukken, toch?

Getekende zeeslangen

Om het voor mezelf wat plezanter te maken, maar ook omdat ze op die manier tonen of ze hun tekst begrepen hebben, geef ik mijn vijfdes om de zoveel jaar op hun examen een tekenopdracht. Ja ik weet het, ik heb een slecht karakter. Let wel, het gaat hier absoluut niet over hun tekenkunsten, wel over het kunnen uitbeelden wat er in de tekst staat.

Het gaat over het paard van Troje, en hoe de priester Laocoön, als hij durft twijfelen aan de goede bedoelingen van de Grieken met dat paard, verscheurd wordt door twee enorme zeeslangen. De tekst van Vergilius gaat als volgt:

Ecce autem gemini a Tenedo tranquilla per alta
(horresco referens) immensis orbibus angues
incumbunt pelago pariterque ad litora tendunt;
pectora quorum inter fluctus arrecta iubaeque
sanguineae superant undas; pars cetera pontum
pone legit, sinuatque immensa volumine terga.
Fit sonitus spumante salo; iamque arva tenebant,
ardentesque oculos suffecti sanguine et igni,
sibila lambebant linguis vibrantibus ora.

Mijn eigen vertaling: “En kijk, daar kwamen echter uit de richting van Tenedos over de kalme zee (ik krijg nog koude rillingen bij de gedachte alleen al) twee slangen in enorme kronkels. Ze stortten zich in de zee, en trokken zij aan zij naar de kust. Hun tussen de golven opgerichte borst en hun bloedrode kammen staken boven het zeeoppervlak uit; de rest van hun lijf streek achteraan over de zee, en deed hun enorme ruggen kronkelen in een bocht; je kon het geluid horen in het schuimen van de zee. En reeds bereikten ze de kust, en hun brandende ogen waren doorlopen met bloed en vuur. Ze likten met hun trillende tongen hun sissende muilen.”

Opdracht: teken minstens één beest. Ik wilde dus zien: een kam, een uit het water opgerichte borst, rode vlammende ogen, een tong, en een lijf dat achteraan kronkelde over het wateroppervlak.

Juist ja. Ik heb me een breuk gelachen met sommige van de bizarre creaturen die ik gekregen heb, maar dat maakte niet uit voor hun punten: het is per slot van rekening Latijn, en geen tekenles. Ik heb dat trouwens in 2012 ook al eens gedaan, en toen kreeg ik dit; in 2018 werd het dit, en in 2021 dit.

Dit is hoe ik ze doorgaans aan bord zet. Een beetje afgelikt, misschien, maar bon.

Getekende zeeslangen

Om het voor mezelf wat plezanter te maken, maar ook omdat ze op die manier tonen of ze hun tekst begrepen hebben, heb ik mijn vijfdes op hun examen een stukje doen tekenen. Ja ik weet het, ik heb een slecht karakter. Let wel, het gaat hier absoluut niet over hun tekenkunsten, wel over het kunnen uitbeelden wat er in de tekst staat.

Het gaat over het paard van Troje, en hoe de priester Laocoön, als hij durft twijfelen aan de goede bedoelingen van de Grieken met dat paard, verscheurd wordt door twee enorme zeeslangen. De tekst van Vergilius gaat als volgt:

Ecce autem gemini a Tenedo tranquilla per alta
(horresco referens) immensis orbibus angues
incumbunt pelago pariterque ad litora tendunt;
pectora quorum inter fluctus arrecta iubaeque
sanguineae superant undas; pars cetera pontum
pone legit, sinuatque immensa volumine terga.
Fit sonitus spumante salo; iamque arva tenebant,
ardentesque oculos suffecti sanguine et igni,
sibila lambebant linguis vibrantibus ora.

Mijn eigen vertaling: “En kijk, daar kwamen echter uit de richting van Tenedos over de kalme zee (ik krijg nog koude rillingen bij de gedachte alleen al) twee slangen in enorme kronkels. Ze stortten zich in de zee, en trokken zij aan zij naar de kust. Hun tussen de golven opgerichte borst en hun bloedrode kammen staken boven het zeeoppervlak uit; de rest van hun lijf streek achteraan over de zee, en deed hun enorme ruggen kronkelen in een bocht; je kon het geluid horen in het schuimen van de zee. En reeds bereikten ze de kust, en hun brandende ogen waren doorlopen met bloed en vuur. Ze likten met hun trillende tongen hun sissende muilen.”

Opdracht: teken minstens één beest. Ik wilde dus zien: een kam, een uit het water opgerichte borst, rode vlammende ogen, een tong, en een lijf dat achteraan kronkelde over het wateroppervlak.

Juist ja. Ik heb me een breuk gelachen met sommige van de amechtige meelwormen die ik gekregen heb, maar dat maakte niet uit voor hun punten: het is per slot van rekening Latijn, en geen tekenles. Ik heb dat trouwens in 2012 ook al eens gedaan, en toen kreeg ik dit, en in 2018 werd het dit.

Maar je moet echt eens kijken: er is er eentje bij die meer op een krokodil lijkt, eentje heeft een Fabiolakapsel en er zijn er zelfs bij met lachende smileys. Juist ja.

Dit is hoe ik ze doorgaans aan bord zet. Een beetje afgelikt, misschien, maar bon.

Syllogismen 2021

Ook in dit tweede vreemde jaar op rij blijven er constanten, en een daarvan is het feit dat ik een syllogisme vraag op het examen van het zesde jaar. Ze weten dat ook, ik haal er elk jaar mijn blog even bij als voorbeelden.

De antwoorden zijn altijd interessant, gewoon om er de denkfouten uit te halen, en dus als remediëring. En eigenlijk zijn ze vaak ook gewoon grappig :-p

Ik geef u even het origineel van Aristoteles mee, om te vergelijken:
Alle mensen zijn sterfelijk.
Socrates is een mens.
Socrates is sterfelijk.

1. Alle snoepen zijn lekker
Zure matten zijn snoepen
Zure matten zijn lekker
(maar uw tong kan er zo zeer van doen)

2. Profvoetballers verdienen geld door het voetbal
De Bruyne is een profvoetballer
De Bruyne verdient geld door het voetbal
(en nog geen klein beetje ook)

3. Mensen eten wanneer ze honger hebben
Ik ben een mens
Ik eet wanneer ik honger heb
(het was nochtans nog ochtend bij dit stuk examen)

4. Alle vissen leven in het water
Een zalm is een vis
Een zalm leeft in het water
(zoet of zout water?)

5. Alle bloemen zijn planten
De roos is een bloem
dus de roos is een plant

6. Dieren zijn schattig
Honden zijn dieren
Honden zijn schattig
(nog nooit oog in oog gestaan met een razende pittbull, denk ik dan)

7. Alle groenten zijn gezond
Een wortel is een groente
Een wortel is gezond
(Maar ge kunt er wel over wurtelen)

8. Gert is een vis
Alle vissen leven in het water
Gert leeft in het water
(Niet helemaal correct: maior en minor omgedraaid)

9. Elke vis zwemt
Nemo is een vis
Nemo zwemt
(wat is dat met die vissen zeg?)

10. Alle planeten bevinden zich in het heelal
Mars is een planeet
Mars bevindt zich in het heelal
(Bij Mars denk ik eerst aan de god, in de les Latijn)

11. Alle vissen kunnen zwemmen
De zalm is een vis
De zalm kan zwemmen
(maar enfin! En heet die zalm dan Nemo?)

Examenuitspraken

Soms schrijven leerlingen (on)bewust hoogst vermakelijke dingen op hun examen. Ik geef er u een paar mee…

  •  “Het schip werd opgegeten door een draaikolk”. Om nom nom.
    ;
  • (Over een man in diezelfde draaikolk) “Hij werd nog een paar keer ter plaatse in het rond gezwierd, een beetje zoals sla in een slazwierder.”
    ;
  • “Dan gaat het natuurlijk mis, en zit de kar op de wagen.”
    ;
  • Ik vraag waarom de godin Eris onvermijdbaar is op het huwelijk van Peleus en Thetis. Mijn antwoord: zij is de godin van de twist, en of ze haar nu uitnodigen of niet, ze zal toch wel de boel komen verstoren. Dat doet ze dan ook met de twistappel die leidt tot het Parisoordeel en de Trojaanse oorlog.
    Antwoord van een leerling: “Ze is de godin van de twist en sinds het onmogelijk is om geen ruzie te maken als twee personen getrouwd zijn, zal zij sowieso toch wel ergens verschijnen.” Hij heeft zijn punten gekregen.
    ;
  • “Ik vind dat het boek een goed niveau van dramatischeid (sic) heeft.”
    ;
  • En dan het beste antwoord ooit op de vraag “Wat is een philippica?” (Voor wie het niet mocht weten: een philippica is een persoonlijke redevoering op de man, niet op de bal, waarbij de tegenstander met de grond gelijk gemaakt wordt. Zo genoemd naar de redevoeringen van Demosthenes tegen koning Philippos II van Macedonië).
    Antwoord: “Cicero maakte brandhout van Marcus Antonius in de 12 Orationes Philippicae. Het is dus een soort van diss-track maar in voordrachtvorm (dus geen liedje 🙂 )”
     

Syllogismen 2019

Net zoals vorige jaren heb ik ook in de afgelopen examenperiode in mijn zesdes de vraag gesteld naar een geldig syllogisme. De antwoorden zijn altijd interessant, gewoon om er de denkfouten uit te halen, en dus als remediëring. En eigenlijk zijn ze vaak ook gewoon grappig :-p

Ik geef u even het origineel van Aristoteles mee, om te vergelijken:
Alle mensen zijn sterfelijk.
Socrates is een mens.
Socrates is sterfelijk.

  1. Alle kinderen zijn bang van Pennywise.
    Georgie is een kind.
    Georgie is bang van Pennywise.
    Ze zaten nochtans niet in mijn lokaal, waar om een of andere duistere reden een afbeelding van Pennywise hangt.
  2. Alle mensen drinken water
    Saurelle is een mens
    Saurelle drinkt water
  3. Alle katachtigen hebben enge ogen
    Mijn kat is een katachtige (duh)
    Ze heeft dus enge ogen (NB en al zeker in het donker)
    Grappig dat ze er zelf al commentaar bij geeft
  4. Alle planten hebben water nodig
    Aloë Vera is een plant
    Aloë Vera heeft water nodig
    Euh, niet meteen de plant waar ik zelf spontaan op zou komen.
  5. Alle vogels zijn dieren
    Een duif is een vogel
    Een duif is een dier
    Roekoe
  6. Alle honden drinken water
    Boris is een hond
    Boris drinkt water
    Tiens, dieren en water. Nochtans niet in de les gezegd.
  7. Alle farao’s zijn dood
    Ramses II was een farao
    Ramses II is dood
    Oddly specific.
  8. Alle honden kunnen blaffen
    Jack is een hond
    Jack kan blaffen
    Woef.
  9. Alle stylo’s bevatten inkt
    Mijn bic is een stylo
    Mijn bic bevat inkt
    Een kwestie van kijken tijdens het examen wat er voorhand is, zeker?
  10. Alle ezels zijn dom
    Tom is een ezel
    Tom is dom.
    Blij dat er geen Tom in de klas zit, eigenlijk. Of zou die zelf een ezel hebben die Tom heet?
  11. Alle mensen hebben een brein
    Mevrouw Rombaut is een mens
    Mevrouw Rombaut heeft dus een brein
    LOL ik lag strijk met die ‘dus’. Moet ik dit nu als compliment opvatten, of net niet?