Rococo

Een tijdje geleden werd ik op zaterdagavond, op het nogal onverwacht, gebeld door een vriendin of ik niet mee ging naar de film. Dat ging me te nipt worden, maar ze mocht me altijd bellen om daarna nog iets te drinken.

Rond half elf toog ik dus richting centrum. Na enige omzwervingen – zij wou nog iets eten, maar zelfs op zaterdag is dat blijkbaar moeilijk op dat uur – en een tussenstop bij de Amadeus voor onvolprezen ribbetjes, verzeilden we in het Patershol in de Rococo.

Ik was er lang geleden ooit al eens binnen geweest, maar veel herinnerde ik me er niet van, behalve dan dat ik het er echt wel gezellig had gevonden. En jawel, mijn gezelschap was meteen gecharmeerd. Eigenlijk is de hele Rococo niet meer dan een uit de kluiten gewassen huiskamer van een herenhuis. Om de hoek als je binnenkomt, is er een kleine toog. Overal staan ronde tafeltjes met stoelen of bankjes rond, er hangen spiegels en kerstboomlichtjes, kaarsen, veel ornamenten, en de haard brandt gezellig. Toen we binnenkwamen, was er geen muziek, maar iets later nam iemand plaats achter de buffetpiano, en begon evergreens te spelen.

Je gaat ook niet zomaar binnen en neemt plaats, nee, je wacht netjes aan de ingang tot de bardame je zegt of er wel plaats is. Ik heb het gevoel dat ze vrij kieskeurig en eigenzinnig is in het kiezen van haar clienteel, en dat het er een beetje van afhangt of er al dan niet plaats is. In elk geval is er het systeem zoals in de Mokabon: waar zitplaats is, kan je aanschuiven. Ik heb het gevoel dat wij op die manier het verliefde koppeltje dat al aan ons tafeltje zat, hebben weggejaagd. Mochten jullie dit lezen: sorry daarvoor!

Na eventjes wachten – de bardame was in druk geanimeerd gesprek gewikkeld met klanten die net weggingen – kwam ze de bestelling opnemen, en verklaarde ze ons “wijze mensen”. Daarom ging ze ons een extraatje van het huis geven, een klein glaasje zelfgemaakte Liqueur d’Amour. En jawel, iets later kwam ze af met de drankjes (waaronder zelfgemaakte ijsthee van rozenbottel met passievruchten bij, zéér te smaken) en met een klein dreupelglaasje voor elk. Het recept was geheim, verklaarde ze. Toen ik daarop, na een uitgebreide snuif- en proefsessie, een aantal dingen opsomde, lachte ze geheimzinnig, maar voegde eraan toe dat ik wel een zéér scherpe neus had!

In elk geval hebben we het er zeer naar onze zin gehad: gezellig, druk maar niet té, livemuziek maar zeker niet opdringerig, en een fijn mens achter den toog.

En de rekening? Wil je geloven dat ik er niet eens op gelet heb?

Stom ongelukje

Deze middag was Wolf gaan spelen bij een vriendje, een verjaardagsfeestje. Het is maar een paar straten ver, maar aangezien ik eigenlijk al wat te laat was en ook Kobe mee was, had ik de auto genomen. Ik moet voor zowat alles hier door ” ’t klein straatje”, een kort smal straatje zonder bewoning, dat de verbinding is tussen twee delen van de wijk en ervoor zorgt dat je een paar lichten en een hoop druk verkeer vermijdt, en het is gewoon ook korter. Iedereen hier rijdt dus steevast door het klein straatje, net zoals ik. Je kan net met twee auto’s passeren, maar het is nipt. Er staan dan ook voorrangsborden (je weet wel, rode en zwarte pijl).

Nu, ik ben dus haastig, en rijd het straatje in. Op datzelfde moment rijdt er aan de andere kant een kleine camionette in, die eigenlijk had moeten wachten, maar zich daar niks van aantrok. Kruisen ging heikel worden, dus ik houd in, maar de ander maakt geen aanstalten om te stoppen. Hmpf. Half nijdig stop ik dus, gooi de auto in achteruit, en denk: “Allez vooruit, dan zal ík maar achteruit rijden, he kalf!” Wat ik dus met een nijdige stamp op het gaspedaal doe. Bonk.

Er was intussen een dikke Volvo 4×4 achter mij komen staan, waar ik hoegenaamd niet op gelet had. Ik zat er dus bovenop. Juij. Zijn bumper beschadigd, bij mij de bumper en het kofferdeksel stevig gedeukt. Soit, wij dus papieren ingevuld, en Kobe intussen braaf zitten wachten in de auto. Gelukkig heb ik brave kinderen!

Intussen was ik stevig te laat om Wolf op te halen, maar dat vonden ze niet zo erg, gelukkig maar.

Nu nog eens kijken welke financiële implicaties dit weer zal hebben. Joepie. Not.

Integratie

Vandaag had ik het weer eens aan mijne rekker: integratie van de zesdestudiejaars. Dat houdt in dat de basisschool van onze school eens een kijkje komt nemen op onze school, dat ze een rondleiding krijgen, en dat ze ook 4 lesjes van elk een half uurtje krijgen in een vak dat ze nog niet kennen, en waar ze eventueel voor kunnen kiezen. Daar valt Wetenschappelijk Werk onder, Technologische Opvoeding, Engels, en uiteraard ook Latijn.

Ik heb daar kleine brochuurtjes voor gemaakt, met een algemene uitleg waarom ze Latijn moeten doen (ik leg dat in hun taal uit, de tekst is voor de ouders), maar uiteraard ook met meer dan dat, of het zou nogal saai zijn. Zo vertalen we dan samen een grafsteen voor een jongetje van anderhalf jaar, en zijn ze apetrots dat ze dat gedaan hebben. En daarna halen we tien anachronismen uit een tekening van een Romeins dorpstafereeltje, en dat vinden ze zalig natuurlijk.

Eigenlijk doe ik dat dus niet graag. Die gastjes gaan dat nooit merken, die zijn meestal laaiend enthousiast en dat is een goede recruteringsbodem (de reden waarom we het doen natuurlijk). Maar voor mij is dat alles behalve uitdagend, want er zitten er tussen die al op voorhand met gekruiste armen zitten en zeggen: “Latijn is stom, ik doe dat toch niet!” En ga daar dan maar eens tegenin.  En dat dan zes keer. Soit, ik heb het maar twee keer moeten doen, want eigenlijk is het tegenwoordig de taak van mijn collega die eerstejaars geeft.

Maar enfin, ik heb me weer van mijn taak gekweten, ze waren enthousiast, en meer moet dat niet zijn.

En toen was er weer school. Ik had er tegenop gezien, omdat ik echt niet wist hoe ik me ging voelen, en of dat te combineren was met lesgeven. Maar lo and behold, het viel beter mee dan verwacht. Eigenlijk weet ik dat al lang: als ik een slecht humeur heb, of ik voel me niet schitterend, en ik begin les te geven, dan betert het doorgaans vrij snel. Tenzij ik echt ziek ben natuurlijk, maar dan ben ik doorgaans al niet eens naar school vertrokken. Ik haal dus echt energie uit het lesgeven, uit de leerlingen, uit het proberen hen te enthousiasmeren en iets bij te leren. En, geloof het of niet, maar doorgaans zijn het ook engeltjes: als ik zeg dat ik me niet zo goed voel, dan zijn ze rustiger en braver dan anders, en heb ik er al helemaal geen werk meer mee.

Maar dat kan ook liggen aan het feit dat ik dan natuurlijk keihard toesla als ze zich niet koest houden. Hmm.

Oma

Eerder deze week heb ik mezelf op een middag samengeraapt, de kinderen deftig aangekleed, en ben ik naar mijn oma gereden. Die zit twee dorpen verder in een mooi rusthuis, waar ze naar eigen zeggen graag is. Ze is in elk geval al een pak verdikt sinds ze daar is, en ze is er altijd heel positief over: er wordt voor haar gezorgd, het eten is lekker, en ze laten haar met rust als ze zin heeft om te lezen of zo. Want daar vult ze het grootste deel van haar dagen mee, heb ik de indruk. Ik heb er wat met haar zitten praten in de veranda, en ook met mijn tante die daar was. De kinderen hebben het gebouw en vooral de grote tuin verkend, en hebben een drankje gekregen.

Ze zag er goed uit, voor haar 98 jaar. Ik kon het niet laten en heb een fotootje genomen van haar.

Oma

Weight Watchers 12

Ook dit was weer een slag in het water: ik voelde me nog steeds zo ellendig, dat ik gewoon thuis ben gebleven, helaas. Ik denk wel dat er opnieuw ongeveer een kilo af is: ik zag deze morgen toch op de weegschaal 91.x staan (ik weet het niet precies meer). Het is momenteel nochtans niet meer de bedoeling om te vermageren, enfin, ik let er eigenlijk niet op. Ik eet dus gewoon waar ik ‘zin’ in heb, of wat ik toevallig binnenkrijg.

En zijn dat frieten of chocolade, dan is dat maar zo. Meestal eet ik ’s avonds toch niet meer dan één boterham, dus het is wel normaal dat ik nog afval. Toch nog één voordeel bij al dat ziek zijn… Meh.

Flickr

Door het feit dat ik nu een Iphone heb, kan ik ook probleemloos een foto nemen en die onmiddellijk uploaden naar het net, maar bepaald naar Flickr. Dat is een fotosite waar ik mijn Iphonefoto’s laat verschijnen. Bart heeft dat al jaren, ik had tot hiertoe geen goeie internetverbinding.

De eerste foto’s die ik uitgeprobeerd heb, waren er van Wolf en Kobe toen die een lekstok aan het eten waren, en ongelofelijk trots waren op hun blauwe of paarse tong. De foto’s zijn vrij goed van kwaliteit (ik zeg niks over mijn capaciteiten als fotograaf), kijk zelf maar.

blauwtong

paarstong

Drie sloebers

Nog een fotootje van vorige week, toen Alexander kwam spelen. Die gezichtjes zijn toch geld waard? Ze zitten trouwens in hun ondergoed, omdat ze zodanig hard hadden zitten spelen dat ze zich steendood zweetten :-p

alex1

alex2

alex3

I-Pad

Nu we dan toch geeky bezig zijn, dan maar meteen een postje over de Ipad ook 🙂

Er is in de media, en vooral op het net, gigantisch veel rond te doen: het nieuwe toestel van Apple.

Bart kon het uiteraard niet laten, en had onmiddellijk eentje besteld voor zijn kantoor, en het via de US naar hier laten komen. Dat was evenwel een toestel voor op kantoor, helaas. Blijkbaar was het een van de allereersten, want ze kwamen zelfs filmen van Terzake. Een paar dagen later kwam er echter een tweede, wél voor thuisgebruik. Zelf heb ik er niet veel boodschap aan: ik computer het liefst van al aan mijn bureau, want anders protesteren mijn polsen teveel. Maar de kinderen vinden het zalig: ze kunnen erop spelen, zonder dat er toetsen nodig zijn. Het is gewoon één groot aanraakscherm, en daar zijn ze intuïtief mee weg, zelfs de kleinste. Als je toch toetsen nodig hebt, dan roep je die gewoon op.

Ik vind het ietsje te zwaar om praktisch te zijn, maar ik kan me voorstellen dat we er nog wel een hoop toepassingen voor vinden, want het is nog steeds een stuk lichter en praktischer dan een laptop.

ipad

I-Phone

Bart kwam gisteren thuis met een cadeautje, zomaar. Een vroege moederdag, noemde hij het. Omdat ik enerzijds zo blij was dat ik een smartphone heb, maar aan de andere kant voortdurend zit te kankeren op het conterintuïtieve van de HTC Touch Pro, en de dingen die hij voortdurend weigert.

En dus had hij een splinternieuwe Iphone mee. 3GS, 32Gb, jawel. Voor mij is dat een derde van een maandloon, maar de glimlach op zijn gezicht, toen hij mijn verbazing, en ook wel glinsterende oogjes zag, was genoeg.

En dus heb ik nu een Iphone. Waar ik nog aan moet wennen, maar die wel zalig in de hand ligt, en waar ik bijna zonder nadenken mee omga. Heerlijk 🙂

Dank u, lieverd!