Het gaat niet zo goed met mij momenteel. Fysiek dan. Vorige zaterdag werd ik wakker met heel dikke vingers, en kon ik niet eens het rolluik van de kinderkamer optrekken omdat ik de riem niet kon vastnemen. Gelukkig ging het vrij snel over, maar mijn ringen pasten toch nog niet echt. ’s Avonds gingen we eten met mijn broer en schoonzusje, en bleek ik nauwelijks in mijn gesloten schoenen te kunnen. Huh? Blijkbaar dus ook gezwollen voeten. Zondagmorgen was het nog erger: mijn handen stonden compleet dik, maar alle gewrichten deden ook gewoon pijn! Niet normaal dus, en daarom ging ik maandagmorgen naar de dokter. Conclusie: serieus oedeem, wellicht zwangerschapsgerelateerd, en lichte pillen daarvoor. Ze heeft meteen ook mijn bloed getrokken, op mijn aanvraag, omdat ik zo vreselijk moe loop, en bij de vorige zwangerschappen mijn bloedwaarden ook sterk moesten gemonitord worden (waar mijn interimgynaecoloog blijkbaar geen oren naar heeft). Dinsdagmiddag mocht ik bellen, en Shari klonk vrij ongerust aan telefoon: mijn ijzerwaarden waren véél te laag (voor de ingewijden: 6, waar het tussen 13 en 130 moet zijn) en daarom had ik ook al een te laag gehalte aan rode bloedcellen. Anemie, dus. Er waren nog wel wat dingen te laag, en mijn witte bloedcellen waren dan weer te hoog. Allez bon. Ik moest dringend ijzerpillen nemen, en als dat niet hielp, desnoods inspuitingen, want dat moet echt verholpen worden. Bij Wolf was dat trouwens ook zo, ik heb een bloedtransfusie gekregen twee dagen na de geboorte om de rode bloedcellen en het ijzer weer op weg te helpen toen.
In ieder geval verklaart het wel waarom ik zo dodelijk moe ben de hele tijd. Ik sta ’s morgens even moe op als ik gaan slapen ben, ik heb totaal, maar dan ook totaal geen energie, en alles is me te veel. Ik slaap ’s nachts tien uur, maar val dan overdag ook nog een paar keer in slaap. Ik HAAT het! Als dat maar goed komt in Frankrijk…
Faim Fatale
Afgelopen zaterdag ging ik met mijn wederhelft, mijn broer en diens vriendin eten in de Faim Fatale. Ik had er al gemengde berichten over gehoord, maar vond dat ik het toch zelf maar eens een kans moest geven. Toen ik de dag zelf nog belde om te reserveren voor vier, bleek dat geen probleem te zijn.
Het restaurant zat inderdaad goed vol, tot en met een aantal tafeltjes in de aangename binnentuin, maar was niet compleet bezet. Nog een geluk, zo bleek achteraf.
Toen we arriveerden, zat mijn broer er al, en schoven we gewoon aan. Een vriendelijke dame kwam ons vragen wat we wilden drinken. “Euhm, wat heeft u zoal?” “Tsja, waar heeft u zin in?” Een beetje een bizar begin van de avond, als u het ons vraagt. Zeker toen later bleek dat er wel degelijk een kaart was met aperitieven en dergelijke. Iets later kwamen twee gin-tonics, een strawberry daiquiri en een fles water op tafel, vergezeld door een schaaltje met gekruide zwarte olijven, en een schaaltje met wulken.
We kregen de kaart (7 voorgerechten, 6 hoofdgerechten) en maakten onze keuze. Toen een jongeman in verschoten jeans en Tshirt de bestelling kwam opnemen, kregen we te horen dat het wel wat trager ging gaan vandaag, want dat de chef er alleen voorstond wegens een sterfgeval. Tsja, dat moest dan maar zeker? Toen we echter onze keuzes begonnen op te geven, zuchtte de ober van dienst diep: vier verschillende voorgerechten, twee verschillende hoofdgerechten. Bij de vierde verzuchtte hij: “Allez hup, nóg iets anders! Tsja, het zal lang duren, maar het is uw eigen schuld!” en weg was hij. Wij keken stomverbaasd naar elkaar: als hij wilde dat we iet of wat hetzelfde namen, dan had hij dat moeten zeggen bij het uitdelen van de kaarten, en niet bij het opnemen van de bestelling. Die hij trouwens alras vergeten was, en dus opnieuw moest komen vragen wat het precies weer geweest was. Ik geef toe, enige scepsis was gezaaid…
Toch kwamen na een twintigtal minuten de voorgerechten al: respectievelijk tartaar van Hollandse maatjes met groene appel, verse amandelen en basilicum voor de een, gemarineerde hiramasa (limoenvis) met limoen en olijfolie extra vierge, salade van groene kruiden voor het schoonzusje, dunne sneetjes Belgisch rund voor mijn man, en king krab en tonijn, zalf van avocado, vinaigrette met soja en curry voor mezelf. Alle vier zaten we genoeglijk te knikken: het eten was voortreffelijk, de presentatie mocht er wezen, en de smaken misschien niet evident, maar wel op elkaar afgestemd. Een mandje met stukken bruin brood en echte boter was ons al eerder gebracht.
Er werd afgeruimd, en terwijl we nog gezellig zaten te praten, kwam het hoofdgerecht, op een heel normaal tempo: de wachttijd was echt niet overdreven! Opnieuw waren de borden heel knap gedresseerd, maar was het vooral de smaak die ons kon bekoren. Ierse ribeye met mosterd, kappers en groene kruiden, witloof met notenkorst: het is een gerecht dat ik graag thuis zou kunnen maken, maar waar ik nooit hetzelfde resultaat zal krijgen.
Intussen stond er ook nog een voortreffelijke fles Margaux op tafel, waar je uiteraard wel de prijs voor betaalt.
Een dessert hoefde niet, maar er kwamen wel nog twee koffie’s en een muntthee (letterlijk te nemen: een grote kop kokend water met een stevige bussel verse munt, zoals het hoort) op tafel, en die werden vergezeld van een schoteltje diverse Italiaanse koekjes en cake.
Alles samen klokten we af (de wijn niet inbegrepen, de aperitieven, water en koffie wel) op 200 euro voor ons vier. Een hele faire prijs, vind ik, voor wat we voorgeschoteld kregen. De onorthodoxe bediening in het begin zullen we maar op de stress van het moment steken, zeker?
Restaurant Faim Fatale
Zuidstationstraat 14, 9000 Gent
09/269.04.48
www.faimfatale.be
Gesloten zondag en maandag
(eerder verschenen op Gentblogt)
Kast
Vandaag was het weer eens van dat. Ik heb een paar weken geleden een grote nieuwe kleerkast gekocht, in twee delen, bij Ikea. Ik heb meteen ook betaald voor levering en plaatsing, kwestie dat ik het momenteel echt niet meer zelf kan, ook al heb ik de kinderkamers wel nog zelf in elkaar gezet. Vooral ook het transport naar de tweede verdieping zag ik niet zitten.
Vrijdag had een firma me laten weten dat ze vandaag gingen komen tussen acht en elf, en of ik dan maar 15 meter parkeerplaats wilde vrijhouden. 15 meter??? A la bonheur dan maar, de twee opritten en de rest van de parkeerplaatsen ervoor, met wat moeite. Om acht uur ging ik de kinderen snel naar kamp brengen, Bart ging dan nog thuisblijven tot half negen voor het geval ze dan kwamen. Om kwart over acht ging mijn telefoon, net toen ik parkeerde. Bart, met de boodschap dat die mannen er al waren, dat ze Frans spraken, en vooral, dat ze bij hoog en bij laag beweerden dat de hoogste van de twee kasten (2,36m) niet langs de trap gingen kunnen. Hij ging ze overtuigen om te wachten tot ik er was, maar of ik me misschien een beetje wilde haasten? Ik vloekte binnensmonds, slikte nog een rennie, gooide de kinderen af, en haastte me terug. En jawel, er stond een klein camionette voor de opritten, met twee iets oudere Walen. “Ah, madame, ca va pas aller, hein! Pas du tout! Le premier escalier, d’accord, mais le deuxieme? Ah non!” Ik zuchtte diep. Ik ken mijn huis, ik ken mijn trap, ik heb er al vanalles naar boven gesleurd (of laten sleuren) en dat kon wel. Punt.
Dat heb ik hen ook proberen duidelijk maken, in het Frans uiteraard. Ze keken naar elkaar: “Ja maar madam, wij kennen onze job he, wij doen dit hele dagen.” “Akkoord meneer, maar ik ken mijn trap, en ik zeg u dat het wel kan.” Enfin, ze gingen beginnen met de kast van 2,01 meter, en ik moest dan maar horen bij Ikea of ik die grotere kon omwisselen. Hmmm. Dat gingen we nog wel zien. Ik heb geen ruzie gemaakt, ik heb mijn stem niet verheft, maar ik denk dat ik een nogal besliste uitdrukking op mijn gezicht had. Soit, de eerste lange planken van 2.01m gingen probleemloos naar boven. Commentaar: “Ah oui, mais c’est bien le maximum, tu vois?” IK zag justekes niks, ik zag alleen dat ze dik overdreven. Waarop ik hen uitlegde dat ze bovenaan de treden niet hoefden te volgen, maar alles over de balustrade konden steken. Waarop die ene: “Maar madam, ge weet gij niet hoeveel dat weegt zeker?” Ik heb op mijn tong gebeten om toch maar niet te antwoorden dat dat net de reden was waarom ik hen ervoor betaalde. Mijn gezicht sprak evenwel boekdelen, vermoed ik. In elk geval ging de ene plots met het grootste pak naar binnen, en besteeg de trap. Ik keek toe, en zag dat ook dat grote pak van 2.36m eigenlijk probleemloos boven ging, nog zonder balustrades of zo. Ze keken naar elkaar, keken naar mij, en ik zweeg. Eigenlijk vooral omdat ik begot niet zou weten hoe je in het Frans: “Ik heb het u gezegd he!” moet zeggen op een triomfantelijk toontje :-p Maar voor mijn grijnsje sta ik niet in. Ik ben naar beneden gegaan, heb ze elk een stevige kop koffie gegeven, en heb ze verder laten doen.
Later heb ik op het werkorder gezien dat er vier uren waren uitgetrokken om die kasten in elkaar te zetten, maar ze hebben er net ietsje harder op gevloekt, en er zeven uur over gedaan. Het gegrommel en gevloek was niet van de lucht. En ik? Ik heb twee heel mooie kasten staan, precies waar ik ze hebben wil.
Die kast ging niet langs de trap gaan… Zeveraars!
Autoperikelen
Vorige week vrijdag heb ik me boos gemaakt. Niet dat ik staan roepen heb of zo, verre van, maar ik denk dat het vrij goed te merken was. De avond voordien waren Bart en ik samen naar de cinema geweest, met zijn auto. Omdat ik ongelofelijk snel wagenziek word, nog steeds, ben ik altijd en overal de chauffeur. Toen ik remde, hoorde ik een geluid als of je net onder het viaduct van een passerende trein rijdt. Niet goed dus. De volgende morgen heb ik naar Barts Audigarage gebeld, maar die was gesloten, en verwees me door naar de zustervestiging van Volkswagen. Daar was er geen enkel probleem, ik mocht meteen komen, ze gingen nakijken wat de oorzaak van het geluid was, al hadden we allebei wel een vermoeden.
Ik had me voorbereid op minstens een half uur wachttijd – de kinderen zaten bij oma, ik had me mijn ‘vrije’ voormiddag wel anders voorgesteld, maar kom – en had dus de laptop mee. In de garage werd ik bijzonder vriendelijk onthaald, gingen ze meteen nakijken, en kreeg ik een wifipaswoord. Na een kwartiertje kwam één van de monteurs terug: “Mevrouw, uw achterremmen zijn compleet versleten, ijzer op ijzer, mogen we die vervangen?” Euhm, uiteraard? Het ging dan wel anderhalf uur duren. Ach ja, ik zat comfortabel en had internet, niet zo erg dus. Nog een kwartier later stond hij daar terug: “Mevrouw, uw voorremmen zijn ook aan vervanging toe, u houdt het nog maximaal 1000 km uit. Wat denkt u?” Tsja, vervangen uiteraard. Dat extra half uur ging het nu ook niet maken.
Intussen had ik de mensen aan de balie al verwonderde en bezorgde blikken naar elkaar zien werpen, en vooral dan richting de ene van de Audigarage die de Audiklanten voor zijn rekening nam. Nog een kleine tien minuten later stond de monteur terug aan de balie, en hoorde ik hem zacht praten met de mensen daar. Ze riepen me. Of er eigenlijk ooit al een onderhoud was geweest voor de auto? Excuseer?? Het ding heeft 68.000 km, uiteraard is hij al binnengeweest voor onderhoud! Helaas vond de monteur daar geen enkel spoor van terug, zei hij. De Audibalieman begon zenuwachtig op zijn computer te tokkelen, en wist me te zeggen dat de auto inderdaad al een aantal keer binnen was geweest, maar enkel om olie bij te vullen of te verversen. En hier en daar een filtertje. Hallo?
Euhm, waarom heb ik de vorige keer ginder dan anderhalf uur gewacht? Na een ‘onderhoud’? Blijkbaar was er effectief nooit een onderhoud uitgevoerd, maar ook niet gefactureerd. Maar die facturen komen automatisch toe bij Netlash, en worden geklasseerd, ik kijk die echt niet na.
Ik was behoorlijk pissed, en dat leken de heren ook wel te merken. Ik kreeg prompt een vervangwagen, zonder kosten, en ze gingen de auto nog dezelfde dag zijn volledig nazicht geven, of de planning dat nu toeliet of niet. Ik kreeg ook een min of meer gestameld excuus, dat ze echt niet wisten hoe het kwam dat er geen onderhoud was uitgevoerd, en dat dat echt niet kon normaal gezien. Ik heb geen antwoord gegeven, ik heb alleen de mannen van Volkswagen, bij het afhalen, bedankt voor de geweldige service. Die van Audi boog het hoofd en zei, groentjes lachend: “Ik zal maar zwijgen zeker?”
Ik heb de kinderen geroepen en ben naar buiten gewandeld. Bij Audi gaan ze nog wel van me horen.
Robby
Today is the birthday of a good friend of mine. We actually ever met once (for four days) in real life, when Bart and I went to New York. She lives in Washington, that’s why, but we’ve known each other for quite some time now, thanks to the internet.
As it’s her birthday, the boys recorded a little song for her.
Here’s to you, Roberta Lamb! May you always stay the wonderful woman you already are!
Domino Day
Woensdag was Wolf met houten blokjes beginnen spelen, en had er een domino van gemaakt. Alleen had hij niet echt veel blokjes, en waren ze eigenlijk ook niet zo geschikt. Ik vertelde hem dat oma een doos echte dominostenen staan had, en dat hij ze maar moest vragen.
Toen hij donderdag bij oma toekwam, was dat dan ook effectief zijn eerste vraag. Zijn opa en hij hebben de hele dag, en ook vrijdag, nog zitten spelen met de steentjes, en ganse parcours gebouwd.
Vandaag heeft Wolf ze al vroeg weer uitgehaald, en hij heeft zijn papa, en zelfs mij kunnen overtuigen om mee te doen.
Het resultaat (enfin, een paar van de vele):
(ter mijner verdediging: ik was aan het telefoneren met mijn ma, en wist niet dat ze filmden)
Niet mijn dagje
Dat het woensdag mijn dagje niet was, had ik niet eens echt door, tot er iemand dat twitterde. Maar yup, als je alles samenzet, was het toch precies niet mijn dagje.
Ik had nochtans mogen uitslapen van de kinderen, tot Wolf me om half negen kwam halen: Kobe had op zijn potje gedaan, en ik moest zijn billen komen afvegen. Mja, er zijn leuker redenen om op te staan, maar kom, dat zijn kleine kinderen. Ik ben al lang blij dat ze zelf opstaan en mij niet wakker maken.
De rest van de voormiddag werd lekker rustig doorgebracht: uitgebreid ontbijt, beetje computer spelen, dat soort onzin. Tot we alledrie netjes aangekleed klaar stonden om boodschappen te doen, en ik mijn sleutels niet vond. Hmmm. Een stevige zoektocht later riep Wolf dat ze nog in de auto in het contact zaten. Ugh, ja, ik was gisteren thuisgekomen en was onmiddellijk de tuin ingespurt om de was binnen te halen, aangezien het net was beginnen gieten. Later op de avond had ik Bart gevraagd om de fiets uit de koffer te halen, waarna hij netjes met zijn eigen sleutels mijn auto op slot had gedaan. Hah. Geen auto dus, want een telefoontje leerde me dat Bart in Brussel zat, en dus niet even snel de sleutels kon brengen.
Geen nood, dan maar met de fiets: zoveel boodschappen hadden we nu ook weer niet nodig, alleen eten voor vanmiddag, brood, en wat knabbels en drank voor de roleplay vanavond. Tot ik me realiseerde dat er geen fietsslot aan Wolfs fiets zat, en het grote fietsslot… jawel, in de koffer van de auto lag. Die afgesloten was, weet u nog?
Hmm. Dan maar te voet zeker? We konden naar de Lidl gaan in plaats van de Delhaize, die was dichter, en de zon scheen toch stralend. Een mooie wandeling, welzeker. Alleen wilden mijn ingewanden niet mee, want midden in de winkel kreeg ik plots zware buikkrampen, dacht ik dat ik flauw ging vallen, en heb ik het personeelstoilet gekaapt. Oef. En toen kwamen we buiten uit de winkel, en was het aan het regenen. En hadden wij geen regenjasjes of zo mee. Thuis hebben we de kleren uitgestroopt en ons stevig afgedroogd, waarna de kinderen onder een dekentje in de zetel zijn gekropen, en ik eten heb gemaakt. Laat, jawel, want de wandeling op zich was toch een dik half uur, in plaats van de vijf minuten per auto.
Na het eten werd er wat gerust, gespeeld, en in de zetel gehangen. Rond vijf uur vond ik dat we nochtans wel nog iets van onze dag mochten maken, en wilde ik de verf in de gang retoucheren. De kinderen gingen dat ook leuk vinden, zo met een borsteltje de plekken wegschilderen. Tot we in de garage kwamen, en de pot verf opgedroogd bleek. En nieuwe verf halen was geen optie, want geen auto, weet u nog?
Goh ja. Dan maar het huis opruimen zeker, en een beetje stofzuigen en zo? Want de kuisvrouw, die op woensdag ging komen, kwam pas morgen, en vanavond had ik de roleplayers over de vloer. Samen met de kinderen hebben we al het speelgoed grondig opgeruimd – wat trouwens ook echt wel eens nodig was – en begon ik al alles van de tafel af te ruimen. Tot een smsje binnenkwam: geen roleplay vanavond, er hadden teveel mensen afgezegd. Ah bon. Was ik daarvoor door de regen boodschappen gaan doen? Meh.
Tsja, het huis was tenminste opgeruimd, kon de kuisvrouw morgen deftig schoonmaken. Ik stak na het eten de kinderen in bed, en nu was er nog tijd over om rustig de krant te lezen en de post door te nemen. Tot ik aan de brievenbus een brief van de politie in handen kreeg, en ik geflitst bleek te zijn. 50 euro, allez hop.
Maar wil je geloven dat ik het nog niet echt een slechte dag vond, tot ik het volgende las op Twitter?
polletjen Aug 04, 7:50 pm via Nambu
@gudrun heeft blijkbaar serieus last van een off-day. Tomorrow will be better, can’t get worse
Positief ingesteld zijn, zeker? Ik kon polletjen alvast geen ongelijk geven, als ik zo terugdacht…
Rustig dagje
De voorbije dagen zijn eigenlijk bijzonder rustig geweest. Na het hectische (voor de kinderen dan toch) weekend waren ze wel aan een beetje rust toe. Zo is Kobe maandagnamiddag zelf komen vragen om in zijn bedje te gaan, en heeft hij bijna vier uur geslapen. Ook Wolf heeft zich bijzonder rustig gehouden: beetje spelen, beetje tv kijken, maar niks wilds.
Vanmiddag hadden de jongens me al flink geholpen bij het eten maken: ik heb hen een grote kom gehakt voorgezet, en een dik kwartier later had ik een bord vol bolletjes 🙂 Gemakkelijk, zeg! Moest ik alleen nog de saus maken en de bolletjes en de spaghetti koken. En zij vonden het zalig dat ze konden helpen.
Voor mezelf was het ook rustig: de was en de plas doen, beetje WoW spelen, boodschappen doen, de fiets ophalen en die van Bart binnenbrengen, dat soort dingen.
Wellicht was het daardoor dat Kobe, toen ik vanmiddag de kinderen ging afzetten bij mijn ma, compleet door het dolle heen was. Hij had zijn speelcomputertje mee, zette een liedje op, en begon te ‘breakdancen’, enfin, toch de interpretatie door een driejarige daarvan. Mijn ma wist niet wat ze zag, maar ik moest toch ook lachen. Verder had hij energie voor tien.
In ieder geval was het een heel fijn idee van mijn ma om hen een nachtje te laten logeren: zij hadden alweer een dag iets te doen (niet dat ze zich al echt verveeld hebben, maar toch) en Bart en ik konden naar de film: Inception.
Er is al veel gezegd rond die film, en ik ga daar niks aan toevoegen, maar wel dat ik het echt wel een goeie film vond. Een avond welbesteed dus.
iPhone
Ik heb voor mijn moederkesdag een iPhone gekregen van Bart. The full version, zijnde 3G en alles. Hij vond dat ik niet mocht onderdoen voor hem, vandaar. Ik was al lang blij geweest met de eenvoudige versie, maar ik zei uiteraard niet nee.
Eigenlijk nog een geluk bij een een ongeluk dat ik er zo eentje had, want ergens in juni is de zijne plots doodgevallen, gebrickt als het ware. Ik heb dan maar mijn oud telefoontje (pas op, ook een fijn ding hoor) van uit een schuif opgediept, en hij heeft de mijne gebruikt. En ik kan je verzekeren, als je eenmaal een smartphone gewoon bent, en de intuïtieve interface van een iPhone, dan mis je dat.
Toen ik dan ook in juli de zijne terug mocht ophalen in de winkel, heb ik meteen een beschermcase voor de mijne gekocht, hard plastiek afgewerkt met elegant leder. Niet het goedkoopste uit het assortiment, maar als je de telefoon zelf al hebt gekregen, mocht dat wel eens. Ik vind het nog steeds erg mooi.
Nog meer bloemen
Ja ik weet het, ik post hier nogal vaak bloemen, maar ik zie dat dan ook bijzonder graag.
Zo had ik vorige week voor 2,19 euro een bosje kortstelige gele rozen gekocht in de Aldi, en die dan in een hele mooie… euhm, hoe noem je zo’n ding? Gemaakt uit ijzerdraad en dunne wilgentenen, lijkt het wel. Ik heb het ooit gekregen in een prachtig boeket van mijn schoonzusje, en daarna gehouden. En geef toe, dat ziet er toch veel mooier uit dan gewoon de rozen op zich?
En dan kreeg ik op Kobes verjaardag nog een boeket prachtige lange rozerode gladiolen. Gelukkig had ik een lange lange vaas staan 🙂