Ziekjes

Dat het eigenlijk niet zo goed gaat, momenteel.

Ik ben moe, het zijn de laatste drukke lessen voor de decemberexamens waarin ik nog een laatste hoeveelheid leerstof wil zien, er is de verbouwstress, de punten van dagelijks werk moeten binnen, en ik slaap slecht.
En dus heb ik nu een serieuze kopvalling, met sinusitis, keelpijn, oorpijn, en een stem die bijna weg is. En ik kan me écht niet permitteren om een dag thuis te blijven en in mijn bed te kruipen, daarvoor zijn die laatste lessen te essentieel.

Dat wordt nog interessant straks, dat lesgeven zonder stem. Lang leve Euphon dan maar, zeker?

Plakwerk

Gewoon al 5 dagen zonder verbouwingupdate, komt dat tegen! Maar bon, u krijgt dus nu uw portie meekijkplezier als u dat wil.

Want sinds de installatie van de deur zijn ze gelukkig alweer in gang geschoten. Dinsdag stond hier namelijk een zeer sympathieke Togolees (ik vermoed eigenlijk wel Belg intussen, want zijn Nederlands is zeer goed) enthousiast en met vooral zeer veel kunde de muren te plakken, in die mate zelfs dat hij compleet wit zag. Bizar zicht, geloof me, zo’n omgekeerde zwarte piet. Maar het resultaat mag er zijn. Dinsdagavond zag het er al zo uit:

IMG_7249

IMG_7248

En vandaag is het al dit:

IMG_7278

 

IMG_7280

 

Intussen is ook de schrijnwerker met twee zeer sympathieke Polen – hij vindt geen Belgen, en zou intussen ook niet meer willen – een wand komen zetten in de woonkamer, zodat ze daarachter probleemloos het raam kunnen wegbreken, de vloer en plafond laten aansluiten, en nog wel een paar van dat soort dingen. Een werfuitbreiding dus, waardoor wij geen stof of kou hebben. Want die wand is tot in de puntjes afgesloten en geïsoleerd. De boekenkast is trouwens ook compleet afgeschermd.

IMG_7258

IMG_7260

IMG_7279

IMG_7266

Boven is intussen ook alles geplakt, en ziet Kobes kamer er zo uit:

IMG_7276

IMG_7275

IMG_7277

Ik ben intussen ook even op de ladder geklommen richting kleine badkamer, en die is dit geworden:

IMG_7282

IMG_7281

Het gaat dus wel vooruit. Oef.

 

 

Zalige zachte zondag

Zo heb ik mijn zondagen het liefst: zacht, stil, kabbelend, zonder stress, en voor mezelf.

Bart is om twee uur naar kantoor vertrokken om wat werk in te halen, en heeft meteen Kobe afgezet aan de scouts. Merel heb ik in bed gestoken, en in één moeite door ook Wolf. Want die ben ik rond de middag gaan halen op scoutsweekend, en die heeft daar blijkbaar zeer weinig geslapen. Ik moest eigenlijk niet echt aandringen om hem in bed te krijgen: hij weet ook wel dat hij daar gewoon beter slaapt, en dat zo’n bedje toch bijzonder lekker is als je moe bent…

En dus zit ik nu in alle rust te genieten achter mijn scherm. Buiten is het koud en guur, hier binnen is het heerlijk warm. Ik verbeter toetsen, terwijl Klara’s top 100 me af en toe doet wegdromen, en ik kleine slokjes neem van een kop hete thee.

Ik denk dat ik straks zelfs aan de examens ga beginnen, zò een ontspannen staat heb ik bereikt. Want examens, dat stel je niet zomaar even tussendoor vlugvlug op.

Hopelijk slapen ze nog even…

Verjaardagsfeestje Merel, mét taarten

Bij een verjaardag hoort een feestje, uiteraard. Omdat drie jaar nog wat te klein is voor een kinderfeestje, kreeg Merel enkel het familiefeestje, maar dat vond ze blijkbaar niet erg. Er was namelijk taart, en in de ogen van mijn dochter is taart erg belangrijk.

Ik heb het dan ook op mij genomen, voor het eerst in lang, om de taart zelf te maken: het weekend was een extra dagje, en ik zag het wel zitten. Gisterenavond ben ik dan ook aan de misérable begonnen, omdat die eigenlijk het lekkerst is als ze al een dagje staat. De calorieën van dat ding wil je écht niet weten – denk instant aderdichtgeslib-  maar ze is ongelofelijk lekker! Recept van Goe Gebakken van Sofie Dumont, overigens.

IMG_7192

Deze morgen ben ik dan eerst de basis van de chocoladetaart beginnen maken, want die moet een uur of twee in de koelkast, en dan aan de beertjestaart begonnen.

Die chocoladetaart, naar recept van alweer Sofie Dumont, is eigenlijk simpel: een chocoladebiscuit, waar een dikke laag chocomousse tussen gaat, en dan wordt het geheel overgoten met een ganache. Alleen was mijn vorm iets kleiner dan bedoeld, en dus mijn chocomousselaag iets dikker, en daardoor steef die minder op. Toen ik de taart dan ook wilde ontvormen, viel ze quasi uiteen. Ik heb snelsnel de vorm er terug opgezet, en de taart in de diepvries gekegeld. Ze werd daardoor wel heel mooi om te versieren, maar hopeloos onpraktisch: het biscuit was ook lichtjes bevroren, en dus moest je hard duwen om de taart te snijden, en duwde je de mousse er weer van tussen. Maar ze was tenminste mooi!

IMG_7196

De ganache is trouwens ideaal als zelfgemaakte choco: fantastisch lekker op de boterham.

De beertjestaart is in feite een biscuit van drie lagen met telkens een laag crème tussen van slagroom, plattekaas, suiker, gelatine en fruit uit blik. Rondomrond is ze ook afgewerkt met diezelfde crème (zonder het fruit) en dan berenkoekjes er tegengeplakt, en dan een vormpje met cacaopoeder. Merel vond ze fantastisch!

IMG_7194

IMG_7195

Als laatste taart, ook weer recept van Goe Gebakken, heb ik zelf een brésilienne gemaakt: een knapperig koekjesdeeg, met daarop vanilleflan, en slagroom en gekaramelliseerde amandelschilfers.

IMG_7191

Het resultaat van een ganse avond + voormiddag werk mocht er dus wel zijn:

IMG_7198

Merel kreeg een hoop cadeautjes: een reuzenpuzzel, een kleedje voor Grote Pop, een caravan (in Duplo-achtige stenen) van Hello Kitty, een Lalaloopsie, en vier pluchen dierenmaskers. Vooral die laatste waren een gigantisch succes:

IMG_7187

IMG_7189

IMG_7190

Maar ook de Lalaloopsie liet ze niet meer los, en de Hello Kitty caravan moest meteen gebouwd worden.

Er werden natuurlijk ook kaarsjes uitgeblazen:

IMG_7201

en er werd vooral veel gespeeld. Ik denk wel dat ze het leuk vond, mijn kleine meisje. Op naar de vier jaar, liefje!

Studiedag Klassieke Talen

Ik ben niet vaak laaiend enthousiast, maar vandaag wel. Met recht en reden.

De afdeling Klassieke Talen in Gent heeft een nieuw elan gevonden, en richtte vandaag een uitgebreide studiedag in. Het ding was in geen tijd volgeboekt, meer dan 155 leraars stonden te springen.

We kregen om 11.00u een plenumvoordracht, daarna broodjes, en dan in de namiddag twee workshops, te kiezen uit een zestal onderwerpen. Over die workshops kan ik kort zijn: tijdverlies. De ene, nl. Syntaxis en valentie, had voor het G.O. (gemeenschapsonderwijs, waartoe ik behoor) geen enkele, maar dan ook geen enkele relevantie. De spreker maakte eigenlijk reclame voor zijn eigen handboeken, was verwonderd dat we (GO, met een ander leerplan) die niet kenden, en kon geen antwoord geven op mijn vraag naar de didactische relevantie van zijn onderwerp. Voeg daarbij nog eens de passie van een sanseveria, en dan weet je het wel.

De tweede workshop, over ‘Participia bij Tacitus’, was veel te vrijblijvend. Ik geloof best dat de spreekster behoorlijk bevlogen is, maar ik had gehoopt op een antwoord op de problemen die de gigantische hoeveelheid participia stellen. Helaas. Het kwam hierop neer: “Participia vormen inderdaad een probleem. Spreek er maar onderling over.” Geen meerwaarde, dus.

Waarom ben ik dan lyrisch? Omwille van de onvolprezen professor Wim Verbaal (What’s in a name, voor een professor Latijnse Letterkunde?) en zijn theorie. Ik ken Wim nog van toen we studeerden, hij zat in tweede licentie toen ik net begon. Intussen is hij dus professor, en een van de beste sprekers die ik ooit gezien heb. Welbespraakt, humoristisch, bevlogen, erudiet, en met een ongelofelijke passie en aanstekelijk enthousiasme. Zalige mens. (Mijn passie voor het onderwerp zal ook wel helpen, maar toch.)

Hij begon zijn betoog met te zeggen dat wij leraars het eigenlijk allemaal verkeerd doen, al al die jaren.

Ooit al eens 155 man sceptisch achterover zien leunen? Ik dus wel.

Maar een dik uur later zaten we zowat allemaal met open mond te knikken. Hij had gelijk, en hoe!  Ik zal proberen het uit te leggen.

We werken eigenlijk allemaal min of meer lineair bij de lectuur van een Latijnse tekst, of proberen dat toch. Je begint dus aan het begin van de zin, en werkt zo verder. Van zodra je vast loopt, pluk je echter van achteraan het werkwoord of zo, en zo bouw je langzaam je vertaling op. Eigenlijk mismeesteren we dus het Latijn, omdat we de volgorde die de auteur – en laten we wel wezen, we lezen eigenlijk alleen de absolute meesters, de topauteurs van het Latijn, we maken het onszelf niet makkelijk – vooropgesteld had. Romeinen hoorden trouwens de meeste teksten, ze lazen ze niet zelf, en het kan toch niet dat zij pas hun teksten begrepen bij het laatste woord? En dan nog zelf de rest van de zin in elkaar moesten puzzelen?
Romeinen horen in blokken, met een verwachtingspatroon. Eerst komt een kader, of een kleur, dan volgt de kern (onderwerp), en daarop volgt een nadere bepaling, nuancering of precisering. De exacte plaatsing van de woorden is zeer belangrijk. Je kan er zelfs naamvallen en soorten bepalingen aan verbinden. Een Romein kan bij een goed opgebouwde zin voorspellen welk werkwoord er volgt, of net in grote verbazing vallen, als het niét aan de verwachting voldoet. Elk woord hangt echt logisch vast aan het voorgaande, en dan heb je dat werkwoord achteraan echt niet op voorhand nodig, integendeel: de tekstwaarde en inhoud verhoogde meteen een heel pak.

Wim demonstreerde het even met een simpel stukje Caesar, en meteen werd alles veel logischer. Daarna volgde een stevig, ingewikkeld stuk Tacitus, maar ook daar werd alles plots veel logischer, en daarom ook eenvoudiger. En daarop doorliep hij een stukje Iuvenalis. Romeinen vonden die bijzonder grappig, wij vinden hem doorgaans een ‘ouwe zeur’. Maar waarom? Omdat we dat werkwoord van achteraan gaan vissen en voorop gaan zetten, en dus op die manier de humor vermoorden. Want geef toe, waar zit de clou van een mop? Achteraan toch? Meteen werd Iuvenalis, tot onze grote verbazing, hilarisch.

En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Waarom, oh waarom heeft niemand dat ooit eerder gezien? We kunnen meteen op een andere manier gaan lesgeven, de teksten worden er een stuk interessanter door, en de waarde van het Latijn stijgt een pak. Want we moeten leren omgaan met teksten zoals een Romein dat deed.

Ik kan Verbaal wel zoenen. En ik zou het ook doen, moest ik niet weten dat ik hem daarmee wellicht dodelijk in verlegenheid breng. Maar hij is wel mijn held.

Pedagogische studiedag + klassenraden

Soms zijn er zo van die lange dagen, waarvan je het niet zo heel erg vindt dat ze lang zijn.

Vandaag was daar één van.

Ik heb doorheen de jaren al een massa pedagogische studiedagen meegemaakt, met wisselend succes. Sommige waren schitterend, andere puur tijdverlies.

Naar aanleiding van de doorlichting was het onderwerp ‘Leerplangericht evalueren’. De sprekers waren mensen van de pedagogische begeleidingsdienst, die duidelijk zelf lang les hadden gegeven, en heel goed wisten waarover ze praatten. Voor veel dingen werd er vooral duidelijkheid geschept: dit is de wet. Je hoeft het niet leuk te vinden, je hoeft het er niet mee eens te zijn, maar je moet het wel toepassen. Simpel, en duidelijk. En vooral verhelderend en soms ook confronterend, in de zin van: “Ik dacht dat ik het al al die jaren correct deed, en nu blijkt dat ik het eigenlijk al al die jaren fout doe. En dat wat ik doe, eigenlijk niet mag, en dat er bij een rechtszaak – zoals we die wel vaker hebben, de laatste jaren – puur brandhout van gemaakt wordt.”

Didactisch gezien was het niet altijd even sterk: een theoretische uiteenzetting van een kleine twee uur, zonder onderbreking, is nogal lang om gefocust te blijven. En een oefening opgeven waar je eigenlijk veel te weinig tijd voor hebt, is ook niet ideaal. Aan de andere kant: die mensen moesten roeien met de riemen die ze hebben, en dus een heel beperkt tijdsbestek. Tsja.

Aansluitend volgde een korte vergadering over inhaaltoetsen, en daarna kwamen de klassenraden van vijf en zes.

Oorspronkelijk gingen het enkel de vijfdes zijn, en dan op woensdagnamiddag de zesdes. Omdat dat laatste nogal moeilijk ligt – velen van ons hebben kleine kinderen, waar je dan alweer opvang moet voor zoeken, en die ook wel richting muzieklessen en zo moeten – hadden we ervoor gekozen om ze toch allebei vanavond te  doen. We zullen het geweten hebben: ik was klaar om vijf voor negen, en het duurde nog tot kwart na negen, blijkbaar. Niemand van ons klaagde, al werd er wel eens gezucht dat het zo lang duurde. Maar het was dit, of woensdagnamiddag terugkomen. Dan weet je het wel ^^

Wat een week, wat een week…

Dat het me dus het weekje wel was.

Maandagmorgen is Bart gewoon naar zijn kantoor vertrokken voor een resem afspraken, ’s avonds nam hij het vliegtuig naar Barcelona. Woensdagavond heb ik hem rond half elf opgepikt aan het station, en donderdagmorgen was hij in alle vroegte naar Tour & Taxis voor een beurs waar hij ook een lezing moest geven. Aansluitend is hij doorgereden naar Zaventem, om een vlucht naar Dublin te nemen. Gisterenavond kwam hij weer thuis, doodop. Niet verwonderlijk, zou ik zo zeggen.

Ik had dus de kinderen de hele week voor mij alleen, maar tussendoor ook nog het afsluiten van een rapport, klassenraad, en Zuiddag. Bezigheid genoeg.

Deze morgen moest ik Wolf al om half negen aan het clubhuis van de rugby afzetten omdat hij toernooi had in Oudenaarde. Tegen kwart over negen ben ik dan met Kobe opnieuw naar datzelfde clubhuis gereden, omdat hij hier aan de Blaarmeersen toernooi had. Yup, dit jaar valt het tegen: Wolf en Kobe zitten elk in een andere poule, en dus moet ik me opsplitsen. Ik ben gebleven, en Bart moest dus ook vroeg op om voor de wakkere Merel te zorgen. Tsja…

Tegen dat het toernooi goed en wel begonnen was, doken oma en opa op om voor hun kleinzoon te supporteren.

IMG_6685

IMG_6687

IMG_6693

En iets later kwamen ook nonkel Roeland met Nand en Marne Kobe aanmoedigen.

IMG_6725

IMG_6723

IMG_6720

IMG_6715

IMG_6714

IMG_6707

IMG_6705

Die genoot van alle aandacht, speelde prima, en scoorde zowaar zelfs een try! Zijn eerste, als ik me niet bedrieg. Intussen was ook Bart gearriveerd met Merel, die het zalig vond dat oma, opa en Marne er waren. Het weer was trouwens toch ook zalig, nee?

IMG_6728

IMG_6730

Bart ging al eerder terug en maakte het middageten (de ratatouille had ik gisterenavond al gemaakt en was maar op te warmen), ik wachtte nog even tot ook Wolf terug was, en reed toen met twee vermoeide jongens naar huis.

En toen moest F.A.C.T.S. nog komen. Ik heb er een fotoverslag van gemaakt voor Gentblogt, en daar kan u ook lezen wat het precies inhoudt. Ik stond, zoals altijd, bij de stand van Elanor, de Tolkienvereniging. Andere jaren moest ik vooral namen in het Elfs schrijven, en hadden we op een gans weekend misschien vijf kandidaten om haar in te vlechten, nu was het een stormloop op dat vlechten. We hebben zelfs met serieuze wachtlijsten moeten werken, en op bepaalde momenten stonden we met vijf tegelijk te vlechten! Zot gewoon!

IMG_6739

IMG_6761

IMG_6835

IMG_6872

IMG_6874

IMG_6887

Enfin, het was leuk om alle Elanorianen nog eens te zien, maar ik was steendood tegen ’s avonds. Verwondert dat iemand?