Zuiddag

Elk jaar doen onze laatstejaars een dagje mee aan Zuiddag: ze gaan voor minimum 40 euro een dag werken, en het geld wordt meteen gestort op een rekening voor een goed doel. Het project wordt steeds populairder: elk jaar doen meer en meer scholen mee.

Het nadeel daaraan is dat er soms een tekort aan jobs ontstaat: het project is blijkbaar niet zo gekend bij bedrijven en particulieren. Zelf vond ik het een uitgelezen kans om een paar klusjes te laten opknappen in nCube, Barts kantoorruimte waar zijn bedrijf Wijs is gevestigd. Bart zag dat onmiddellijk zitten, ook zijn kantoorverantwoordelijke was meteen enthousiast, en dus gingen twee jongens uit mijn 6 Grieks-Latijn aan de slag: opruimen van de buitenruimte (en vooral het rapen van peuken, zo blijkt), uitmesten en herinventariseren van de opslagruimte, ijskast, koffiemachine en fruitkast eens aanpakken, dat soort dingen. Zij hebben zich blijkbaar geamuseerd, en Liesbeth was laaiend enthousiast: eindelijk een hoop klussen gedaan die al lang eens moesten gebeuren, maar waar maar geen tijd voor was. Ze wilde al meteen nieuwe leerlingen boeken voor volgend jaar!

Ook Ilse (HR manager) had eens rond gevraagd, en blijkbaar zag Kamel, de boekhouder van Wijs, een dagje extra hulp ook volledig zitten, en dus ging een andere leerlinge bij hem aan het werk.

Ik denk er serieus over om volgend jaar eens te kijken hoe ik ook hier in huis iemand aan het werk kan zetten: schilderen, tuinwerk (al kan je het weer niet kiezen natuurlijk), kleine klusjes…

Want zeg nu zelf: er zitten toch alleen maar positieve kanten aan het verhaal? Jij bent geholpen voor veertig euro, een zesdejaars heeft een job, en het geld gaat naar een goed doel. Win-win, dacht ik zo.

Enfin, een iets ernstiger en minder persoonlijk verslag, maar mét foto’s, vind je op Gentblogt. Uiteraard.

Barcelooooooona!

Bart is gisterenavond vertrokken voor drie daagjes Barcelona. Voor het werk, wel te verstaan, het is niet alsof hij veel zal kunnen zien en doen. Het is een stad waar we zelf eigenlijk nog nooit geraakt zijn, en die ik nog steeds eens wil zien. Plannen, plannen…

Maar hij liet me weten dat het daar, tegen middernacht, nog 23° graden was. Terwijl ik hier net van plan was om in mijn bed te kruipen met een kersenpitje. Zo’n koud bed, dat is niet zo aan mij besteed. En Wolf slaapt nu wel op Barts plekje, maar dat is toch zo niet echt helemaal hetzelfde ^^

Woensdagnacht is hij terug. Ik moet hem afhalen rond half elf in het station, normaal gezien. Dan slaapt hij thuis, en vertrekt in alle vroegte naar een beurs in Brussel, in Tour & Taxis,, om daar een lezing te geven. En dan meteen weer door naar de luchthaven, om naar Dublin te vliegen. Als alles goed gaat, zie ik hem vrijdagavond terug.

En zaterdagmorgen ben ik dan weer weg: eerst de rugby met de kinderen – Wolf zit in Oudenaarde, Kobe speelt hier in Gent – en dan daarna naar F.A.C.T.S., de fantasybeurs in Flanders Expo waar ook Elanor staat, de Tolkienvereniging waar ik al jaren lid van ben. Ook de hele zondag ga ik daar zijn.

Ik denk dat we allebei blij gaan zijn als de nieuwe week er is. Dat we elkaar weer eens wat zien, en zo.

En ja, ik weet het, we doen het onszelf aan, niemand verplicht me om naar F.A.C.T.S. te gaan. Maar er moeten ook leuke dingen in het leven zijn, nee?

Hoodies zijn niet voor 40+, zo blijkt.

Het ging in de klas daarstraks over kledij en hoe de kledij van iemand de status kan uitdrukken. Dat een respectabele Romeinse vrouw altijd een jurk droeg tot aan de enkels. Blote armen en een duizelingwekkend décolleté waren niet echt een bezwaar, maar die benen, die hield je min of meer bedekt, als je als fatsoenlijk wilde beschouwd worden. Slavinnen, dat was wat anders. Die droegen meestal een kortere tunica, gewoon omdat dat praktischer was om in te werken. En als je als dominus je slavinnen graag in nauwelijks verhullende niemendalletjes zag rondlopen – denk maar aan de Spartacus-reeks – dan was dat maar zo.

Van het een kwam het ander: wat je op school ook best wel of niet droeg, of hoe je je ook moet kleden naar je leeftijd.

Een van de jongens opperde dat leggings eigenlijk voor niemand een correct kledingstuk zijn, toch niet als je ze als broek gebruikt. Daar kwam protest op: sommige meisjes vonden dat het moest kunnen, als je daar een beetje het figuur voor hebt. Ha ja, en uiteraard ook de juiste leeftijd, namelijk onder de twintig. Want sommige mensen, die kleden zich toch echt wel te jong! Zo van die oudere vrouwen met leggings, of van die korte rokjes, of van die naveltshirts en zo. Allez zeg! Of, zo zei er eentje, van die ouwe mensen met een hoodie aan! Mijn pa, he, die draagt dat dus nog! Komaan zeg, snapt die dan niet dat hij daar al te oud voor is? Hij is al drieënveertig, en dan zo’n hoodie, da ga wa nie ze!

Waarop ik voorzichtig poneerde dat ik toch ook soms naar school kwam in een vestje met een kap, dus eigenlijk ook een hoodie. En dat ik ook al tot die “ouwe mensen” behoorde.

Tsja.

Haar kleur was navenant, het gegrinnik in de klas ook. Maar blijkbaar vonden ze dat het bij mij dus allemaal zo erg niet was. Al een chance :-p

Ridders, ananas en lama’s

Zaterdag mag Wolf weer een dagje larpen, en omdat het opnieuw in het verre Limburg is, ga ik maar mee figureren. Het zou een beetje gek zijn om twee uur te rijden, twee uur terug te keren, en hem dan ’s avonds opnieuw te moeten ophalen. En daarbij, zo’n kinderlarp, da’s altijd toch iets magisch.

Hij speelt er een ridder, maar heeft in feite geen kostuum. En dus had ik hem beloofd om nog een surcoat te maken, zo’n flap voor over zijn kleren. Hij wilde er eentje in het hemelsblauw, met daar dan een zilveren wolf op. Tsja.

Dus ben ik deze morgen de moto opgesprongen, heb eerst Barts rijbewijs geregeld (schitterende service van de dame van ons dienstencentrum, overigens: er was een fout gemaakt, en waar de anderen dat gewoon afwimpelden, heeft zij ervoor gezorgd dat Bart nu wél weer met de moto kan rijden, en dat ik het kon gaan omwisselen, gratis en voor niets) en ben dan richting de Sleepstraat gereden. Ik heb daar zo mijn vaste stoffenadres, Ugur, en vond er prachtig hemelsblauw linnen voor vijf euro per meter. Dat ik er blijkbaar 1,20 meter kreeg, was nog fijner. Ik heb er grijs biaislint bij gekocht, en meteen tien meter: zo was ik zeker dat ik genoeg ging hebben, en dat loopt niet weg, zo’n bieslint. Voor tien euro had ik dus wat ik wilde, en had ik nog tijd over. De Turkse kruidenier ernaast verkocht me vervolgens voor ook tien euro een grote zak gedroogde ananas, een zak papaya, Turkse deegwaren, bulghur, twee khakivruchten, en nog wel iets. En toen zag ik via Foursquare dat ik eigenlijk vlak bij de nieuwe Talking Heads kantoren was, en leek het me het ideale moment om snel een knuffel van de CEO te gaan stelen. Ha ja, want ik had die kantoren nog niet bekeken, en het was lang geleden dat ik Lamazone had gezien, dus twee vliegen in één klap.

Enfin, een compleet geslaagde voormiddag dus, netjes afgewerkt door drie kinderen die met smaak mijn gebakken kabeljauwhaasjes met verse tomatensaus en tarwe binnenspeelden.

Ik zou zo zeggen: score!

Havendag: toch maar niet

Ik was vast van plan om vandaag naar de Havendag te gaan, en anders eens tot in ’t stad te fietsen, want zo’n autoloze zondag, dat is nu ook weer niet zó frequent.

Maar toen bleek Merel zich bij het opstaan niet zo lekker te voelen. Niet zo lekker als in: zich de ziel en de net gedronken melk uit het vege lijfje te kotsen, zo’n tien minuten later. Bon, de lege maag deed wonderen, want in de douche was ze zelfs aan het zingen. Tot ze een half uurtje later in de zetel weer compleet weg trok, en een tweede keer haar maagje leegde, gelukkig in een emmertje deze keer.

En toen bleek ook Wolf serieus last te hebben van zijn verkoudheid: snotteren, hoesten, duizelig, enfin, algemene malaise.

En toen bleek ons ma eigenlijk ook moe te lopen, en geen zin te hebben om mee te gaan.

En toen bleek ook nog eens de zon niet te schijnen, maar het gewoon een grijs grauw weer te zijn. Warm, dat wel, maar grauw.

En dus bleef ik thuis. Want toen had ik ook al geen goesting meer. Neh.

(Ik heb dan maar de garage opnieuw opgeruimd, zodat de auto eindelijk weer binnen kon, en heb ik ook nog in de tuin zitten prutsen. Zo had ik tenminste nog een goed gevoel aan mijn dag. Oef.)

Drup.

Gisteren was het vrij laat tegen dat we thuis waren, zo rond half zes. Ik installeerde me even in de zetel met de kinderen, en hoorde toen een druppend geluid. Dat het buiten aan het gieten was, hoef ik u wellicht niet te vertellen. Speurend ging ik op onderzoek uit, en jawel, in de hoek van de woonkamer drupte het nogal stevig door de rolluikbak heen, op een kartonnen doos die er stond, en dan op het parket. Ons niet zo erg waterbestendig parket. Enfin, wel waterbestendig, maar niet plasbestendig. Nog een chance dat die kartonnen doos er stond, of ik had het wellicht niet gehoord.

Ik was even in de weer met dweils, teiltjes en dergelijke, en belde toen de projectplanner op. Want dat het binnendruppelde, kon niet echt de bedoeling zijn. Het balkonnetje erboven was weliswaar waterdicht geweest, maar gisteren hadden ze de muur ervan afgebroken, en dus was er een blote spouw. Helaas, antwoordapparaat. Ik wachtte nog een half uurtje, en probeerde nog eens. Toen was er eerst de avondspits met het afhalen van Wolf, tafel zetten en eten, en kinderen in bed en zo. Maar nog steeds geen reactie van de projectplanner, en een mooi gestaag gedrup. Ik begon al te vrezen voor ons plafond, om eerlijk te zijn.

Ik belde nog even naar het bureau van de aannemer, maar intussen was het bijna acht uur, en kreeg ik geen gehoor meer. En dus stuurde ik een mailtje. Naar projectplanner, aannemer en architecte. Prompt kreeg ik antwoord van de architecte dat ze naar de GSM van de aannemer had gebeld (ik heb dat nummer niet) en dat die afkwam. Effectief: om half negen stond Hasan hier, in zijn propere kleren. Hij klom prompt het nieuwe stuk op, doorheen de kamer van de slapende Kobe. Lang leve de slaap der onschuldigen: die is door een hoop lawaai, getelefoneer en licht heen geslapen. Soit, tien minuten later lag er netjes een bashe over muur en balkon, en was het waterleed geleden. En kregen zowel Hasan als ik telefoon van de planner, die blijkbaar zijn telefoon beneden had laten liggen en nu zijn mail zag.

De foto’s zijn van deze morgen, toen het weer licht was. Gelukkig was het toen eindelijk gestopt met regenen, en waren ze lustig verder aan het bouwen. De eerste verdieping krijgt zowaar vorm! Het is ook een bizar zicht, zo zonder verandaatje. Dat hebben ze dus ook gisteren afgebroken.

verbouwing23

verbouwing25

verbouwing24

Ik moet zeggen: chapeau voor EBM, onze aannemers. Ongelofelijke service, en zo te zien ook goed en snel werk. Een aanrader.

Peut.

De dinsdagavond, da’s zo’n dag om gewoon in mijn zetel te vallen als ik thuiskom, en niet veel poot meer te verzetten.

Ik heb in dit lesrooster namelijk een behoorlijk zware maandag: 7 uur les, als het tegenzit een uur studie, en een kwartier toezicht, zodat ik op de hele dag amper een 45 min. pauze heb, om te eten.

Dinsdag is nog zo’n dag: eerst om 8.00u werfvergadering, dan vijf uur les, met minstens één uur studie, en een half uur toezicht in de eetzaal. Om kwart over vier cross ik richting de school van de kinderen om hen op te pikken, en meteen door te rijden naar Evergem, naar Wolfs gitaarles. Dan kan ik even naar huis om de kleintjes af te zetten en zo, en om zes uur moet ik Wolf weer ophalen.

En ja, daarna kan u me samenvegen.

Voor ik u nu hoor mompelen: “Jaja, mens, zeven uur, da’s de gemiddelde werkdag hoor!”: geef eens een presentatie van een uur? Doe dat nu eens zeven uur lang? Want dat is uiteindelijk wel lesgeven, he, geen gewone bureaujob.

Vandaag was dan ook nog eens het dochtertje van een collega mee, omdat zij zelf klassenraden had. Extra werk, extra druk, en vooral extra getetter en lawaai. Poeh.

Nee, op dinsdagavond hoeft u me niet al te veel meer te vragen. De kans dat ik u verdwaasd aankijk met een zombieblik in mijn ogen, is vrij reëel.

Druk

Dat het toch altijd druk is, zo die eerste weken van het schooljaar. Wennen aan het nieuwe snellere ritme, nieuwe leerlingen of nieuwe juffen, en nieuwe uren voor alle nevenactiviteiten. Ik zal het geweten hebben.

Mijn uurrooster is niet het beste dat er is, maar ik kan er best wel mee om, en het is maar voor september. Op woensdag ben ik vrij: ik heb schatten van collega’s die weten dat dat belangrijk is voor mij, en ze houden daar zoveel mogelijk rekening mee. Want op die manier kan ik eten maken voor de kinderen, hen van school afhalen, en vooral ook Merel vrij snel in bed steken. Als ik zelf moet lesgeven tot 12.05u, ben ik pas om half een thuis met de kinderen, en moet ik dan nog beginnen koken en zo.

Ik heb dan in de voormiddag ook tijd om vanalles te doen. Zoals vandaag: Kobes rugbyschoenen zijn te klein, maar de grote baan in Lochristi, met al die winkels, is pokkedruk op woensdagnamiddag en zaterdag. Ik ken zijn schoenmaat, en dus ben ik deze voormiddag zelf om schoenen geweest voor hem. Koodza heeft dat niet, maar gelukkig had Brantano er wel: 45 euro. Met een bon van oude schoenen (ik heb er nog een stapeltje, als je er wil: vraag maar! 15 euro korting per schijf van 60, interessant om botten te kopen, en nog tot begin oktober) kreeg ik korting, en nam ik er nog een iPadhoesje voor de schoonmoeder bij. En voilà, ik weer blij se!

Het eten was klaar tegen dat ik de kinderen kon afhalen. Gelukkig maar, want Merel was compleet aan het crashen. ’s Morgens was ze al aan het dreinen geweest, maar wilde ze toch per se naar school. Ik had al medelijden met juf Femke… En ’s middags was het er inderdaad niet op gebeterd: ze bleef neuten en zachtjes pîepen, werkte een groot bord spaghetti naar binnen, en sliep van kwart voor een tot kwart voor vijf, jawel.

Intussen reed ik fluks met Wolf tegen half vier naar zijn eerste notenleerles in het tweede jaar. Hij zag het volledig zitten. Maar toen ik hem om vijf uur wilde gaan afhalen, ging mijn telefoon terwijl ik in de auto zat: “Mama? Je was een half uur mis van uur, het was van drie tot half vijf. Ik sta al een half uur te wachten”. Hij had effectief om half vijf gebeld, en ik was net te laat om mijn telefoon op te nemen. Ik heb onmiddellijk teruggebeld naar het mij onbekende nummer, maar daar nam niemand op. Ha ja, zei Wolf, ik heb het inderdaad heel lang horen bellen, maar die mens was aan het kletsen en negeerde zijn telefoon. Tsja, zo schiet het niet op natuurlijk.

Enfin, er werd gevieruurd, rugbykleren aangetrokken, en naar de training gereden, in de gietende regen. Ik haalde dus om half acht twee kletsnatte jonge honden op, die dat helemaal niet erg vonden en een goeie training hadden gehad, zeiden ze.

En zo vult een mens zijn dagen…