Koppig

Ik ben niet koppig hoor. Maar als ik VANDAAG wil dat die houtstapel verhuisd is, en dat die loodzware houten kist (die ik zo’n beetje vergeten was) dus ook weg moet zijn, dan ZAL dat zo zijn. Ik bedenk nog wel een manier. Hefbomen en dergelijke, weetuwel.

Vandaag MOET en ZAL mijn motor in dat voormalige houtkot staan. Zodat ik de garage kan reorganiseren en er een nieuw rek voor kan maken.

Maar koppig ben ik niet hoor.

Vaststelling van de dag

Je weet dat je een goede, nauwsluitende beha aanhebt wanneer…

de kots van je zieke zoontje, die precies je décolleté heeft kunnen passen, er in plasjes blijft instaan.

Reispas

imgaspx.jpg

Zo’n reispas halen heeft voeten in de aarde. En vooral véél tijd nodig. Oh, en nog een handige tip: op voorhand op de website lezen wat je precies nodig hebt :-p

Deze morgen gingen Bart en ik de deur uit, richting dienstencentrum Wondelgem. Ik was gewapend met mijn oude reispas, mijn identiteitskaart en pasfoto’s, Bart had enkel zichzelf en zijn oude kartonnen identiteitskaart bij.
Het feit dat Bart Kobe nog moest afzetten bij de opvang (een baby pak je op en je bent weg) en ik Wolf naar school moest zien te krijgen (“Maar mama, ik wil nog een boterham, de zesde al.” “Er zit iets in mijn schoen!” “Ik krijg die vest niet over mijn gilet!” “Maar mamaaaaaaa!”) resulteerde in het feit dat Bart al buitenkwam op het moment dat ik binnen wilde gaan in het dienstencentrum.
Hij moest:
– aangifte doen van verlies van zijn oude reispas (Huh? Had hij die dan? We wisten beiden van niks meer.)
– foto’s laten nemen (duh)
– zijn vervallen identiteitskaart vernieuwen
– pas dan zijn reispas aanvragen.

Ik ging binnen rond kwart voor negen. Anderhalf uur later stond ik weer buiten, met de belofte van een digitale reispas op 26 juni. Alleen…

– had ik intussen drie kwartier zitten wachten
– had ik de krant van gisteren gelezen (die van vandaag was te nat)
– was ik binnengegaan, en kreeg ik toen te horen dat ik 86 euro kwijt ging zijn, wat ik niet bijhad natuurlijk
– bleek er geen bancontact te zijn in ons dienstencentrum
– ben ik naar de Delhaize gereden om geld af te halen en intussen boodschappen te doen (De speculaaspasta is weer binnen, yay!)
– heb ik opnieuw tien minuten zitten wachten (er zat 1 persoon voor mij, toen ik een kwartier later buitenkwam stonden er 11 te wachten. Ik heb twee minuten chance gehad!)
– ben ik 86 euro lichter
– is er een hoek van mijn oude reispas
– zijn de pasfotootjes van vorig jaar goed bevonden
– heeft een dame aan het loket me met stralende glimlach te woord gestaan

en kan ik dus binnen een tweetal weken mijn reispas afhalen. Yay 🙂

Nu ga ik ontbijten: een stevige kop koffie, en twee koffiekoeken die ik als beloning heb gekocht in de Delhaize. Hey, ge weet zeker niet hoeveel calorieën dat verbruikt, zo zitten wachten zeker?

Bizar

2003-suzuki-savage.jpgHet is zeer bizar om te moeten vaststellen, na een deugddoend motorritje, wanneer je afstapt, dat je beha is losgeschoten. Het was wellicht te wijten aan het rugzakje dat op mijn rug hing, hoewel, met die dikke motorvest lijkt het me onwaarschijnlijk.

Gelukkig bevond ik me op dat moment in mijn eigen garage en kon ik ongegeneerd het ding weer vasthaken. Ik zie me al toekomen op de speelplaats van school…

Enfin, goed om weten dat mijn motor slaagt in datgene wat veel mannen vervloeken.

Ezel, steen, en twee keer en zo. Oh, en stoten.

Ik ben dus duidelijk geen ezel. En een krak in het zien van analogieën ben ik blijkbaar ook al niet.

Anders zou ne mens, na het tegenkomen van dit, het volgende niet zijn tegengekomen.

Ik heb namelijk een bodempje room op het vuur gezet, en ben dan naar de diepvries gelopen om de spinazie. En toen heb ik vastgesteld dat de kuisvrouw het diepvriesgerief, na het ontdooien van het ding, niet op zijn gewoonlijke plaats heeft teruggezet. Neuroot als ik ben, kon ik dan ook niet anders dan het gerief herschikken. Dadelijk. Onmiddellijk.

Wel, licht aangebrande room bubbelt zeer raar, en ruikt nog niet eens zo slecht. Alleen is het een merde om van uw panbodem te krijgen.

Dat weten we dan ook alweer. Van die ezel en zo.

Timing

Normaal brengt Bart Wolf naar school, en neem ik Kobe mee naar de opvang.

Vandaag had ik Wolf beloofd dat ik hem met de fiets naar school zou brengen, en heeft Bart dus Kobe afgezet.

Allemaal goed en wel, maar op het moment dat wij klaar staan (giletjes aan, boekentassen in de hand) om op de fiets te springen, begint het hier nu toch wel te gieten zeker? Wolf en ik hebben beiden een tijdje bedremmeld in het deurgat staan kijken, en toen was het te laat om nog met de fiets te gaan, zodat we toch maar weer de auto hebben genomen. Jammer.

Ik denk dat het wel een zicht was, wij twee daar in dat deurgat…

Water

Note to self: het is géén goed idee om de kraan van het afwaswater open te draaien, en terwijl het water loopt nog snel iets in de PDMzak te gaan gooien. Want voor je het weet, heb je vastgesteld dat die zak eigenlijk meer dan uitpuilt, en ben je bezig het boeltje op te ruimen, de zak dicht te maken, een nieuwe zak op te hangen in de zakhouder, en de volle zak buiten te zetten.
En dan kom je terug in de keuken, waar het water nog steeds rijkelijk aan het stromen is. Gelukkig zit er een overloopsysteem in de pompbak (dat weten we trouwens dan ook alweer), en is het water niet op de grond gelopen, alleen de gigantische kluit schuim.

Indeed, note to self. Argh.

Droom

Goh, plots herinner ik het me weer. Ik heb vannacht gedroomd van Huug, en Michel kwam er ook efkes in voor. Bizar bizar. Zeker als je weet dat ik beide heren nog nooit in levenden lijve gezien heb (bijkans omver rijden telt niet mee).

Bart en ik zaten in een soort cinemazaal, maar de voorstelling was nog niet begonnen. Plots stoot Bart me aan: “Kijk ne keer achter u? Daar zijn ze bezig met Bill, de androgyne zanger van TH (kwestie van hier geen slapende honden wakker te maken). Hij had genoeg van dat imago en van de beschuldiging dat hij in feite tóch een vrouw is, en ze zijn hem aan het bijwerken”. Er was een legertje mensen met hem bezig, en uiteindelijk zag hij eruit als een student die van een cantus komt, veels te weinig slaapt en veel te veel drinkt: kort zwart haar, een papperig bleek gezicht, pukkels, een brilletje, en nogal nerdy kledij. Hij trok eigenlijk aan geen kanten nog op het origineel. Hij was allesbehalve sexy, en dat vond Bart ook.

“Moh”, riep ik uit terwijl ik recht sprong, “Ik vraag me af of hij nu (nog) in de smaak zou vallen bij homo’s. Eens gaan vragen aan Huug”. Die lag blijkbaar op een groot geel bed naast de middengang achteraan in de zaal languissant te wezen, maar bleek bij nader inzien bijzonder vrolijk. Naast hem zat – in een gewone cinemazetel – Michel, maar die stond op om iets te halen toen ik aan kwam lopen, en zei nog in ’t voorbijgaan tegen mij: “Pas op voor die groene hé!” (Geen idee trouwens waar dat op sloeg.)

Ik stelde Huug de vraag wat hij vond van de vernieuwde Bill, maar het antwoord daarop weet ik niet meer, want toen nam mijn droom een totaal andere wending.

Hmm. Iemand een droomverklaring? Dit zou ik wel eens willen weten…

Auw.

Ik heb net, bij het inpakken van een kerstcadeautje, met een plakkertje een stuk uit mijn lip getrokken. Straffe plakdinges, die lakskes. En nee, vraag me niet wat dat lakske aan mijn mond zat te doen, ik vraag het me eigenlijk ook nog af.

Stom zijn doet geen zeer, zeggen ze, awel, deze keer wel.