Pa is tachtig!

Eigenlijk werd hij op 4 september al tachtig, maar toen was ik op weekend en was hij zelf eigenlijk op weekend naar Duitsland met Jeroen en Roeland, een weekendje tanks en oorlogsmusea en vooral ook duikboten. Hij genoot zichtbaar, op de foto’s die doorgestuurd werden.

De daarop volgende weekends gingen ook niet, maar gisteren kon het eindelijk voor iedereen. Nu ja, Kobe en Merel hadden hem heel liefjes gevraagd of ze eigenlijk niet naar de startdag van het nieuwe scoutsjaar mochten want dat vonden ze zo wijs en ze zagen hem toch elke zondag? Opa had daar geen bezwaar tegen, Jeroen legde een restaurant vast, en dus zaten we gisteren in de Baronie in Lovendegem.

Awel, het was in orde. Geen topkeuken, maar echt wel van de betere soort. En het smaakte. Leuk was ook dat er buiten een terras was, en dat we tussen  hoofdgerecht en dessert buiten gaan zitten zijn. En eigenlijk daarna ook nog, voor de koffie. Arwen was ook mee, zo leerde ze meteen ook die kant van de familie kennen. Ons pa kent ze al lang, natuurlijk.

Ons pa heeft verklaard dat hij nu geen tien jaar meer gaat wachten om nog eens samen te gaan eten, en we geven hem geen ongelijk. Laat maar komen!

Met een visje op een terrasje

Het is de eerste keer dit schooljaar, en ik heb er geen idee van of het in mijn volgende lesrooster, vanaf oktober, nog zal lukken, maar vandaag zat ik alvast weer op het terras van mijn geliefde Villa Ooievaar, het sociale restaurant in Mariakerke.

Het was er behoorlijk druk, als in: het terras zat eigenlijk vol en binnen was het ook meer dan goed gevuld. Maar ik ben er zo een beetje een vaste klant, ze kennen me, en toen er een plaatsje vrijkwam buiten, kwamen ze me meteen zeggen dat ik mocht verhuizen, als ik dat wou. Zalig, toch?

En dus at ik buiten, in de stralende nazomerzon, een heerlijk stukje zalm met een kruidenkorst, gebakken patatjes en gestoomde groenten.

En toen kon er ook nog wel een koffietje bij want ik was voor een keertje niet haastig, alleen nog kine om drie uur.

Alweer een fantastisch begin van het weekend.

Commotie

Geen idee meer waar we de suggestie precies haalden, maar we hadden ergens gezien dat Gent een nieuw restaurant telde met een hoog niveau en een fijn kader. Bart zag meteen het potentieel voor onze maandelijkse culinaire uitstap en boekte.

Ter plaatse, op de Victor Braeckmanlaan in Sint-Amandsberg, twijfelden we even of we wel juist waren: een villa achter een gesloten poort? Maar we waren niet de enigen die er toe kwamen, en jawel, de poort opende zich stipt om half acht en we wandelden naar binnen. Na een lange donkere gang ontvouwde zich het restaurant als een bloem van licht, gezelligheid en donker hout.

De keuken is helemaal open, en we nestelden ons dan ook meteen aan de toog, zodat we een zicht hadden op wat er gebeurde. Het viel ons meteen op dat er op het moment zelf eigenlijk nog vrij weinig echt gekookt moest worden: een uitgebreide mise-en-place is goud waard natuurlijk. Wel was het knap om zien hoe er nog dingen geroosterd, gerookt of gekookt werden op de houtgrill.

We bestelden een aperitief en die werd vergezeld van een reeks fijne hapjes. De formule is verder vrij simpel: je neemt sowieso het maandmenu van vijf gangen voor 62 euro, maar je kan ervoor kiezen om er een signatuurgerecht bij te nemen. Voor aangepaste wijnen betaal je 36 euro extra, tenzij je liever kleine glaasjes of proevertjes hebt als bob, dan kost het je 22 euro.

Het signatuurgerecht deze maand, ratte-aardappel met Imperial Heritage Caviar,  hoefde niet meteen voor ons, we namen de gewone menu.

En toen begon het pas goed: gerecht na gerecht zagen we in elkaar gedraaid worden op bijzonder efficiënte manier. Chef Thomas Gellynck kwam het ook zelf presenteren met een woordje uitleg, en vaak zelfs, op simpele vraag, met extra uitleg over de gebruikte kruiden en waar hij die dan vond, onder andere in de Blaarmeersen.

Het dessert ben ik zelfs compleet vergeten fotograferen, het was gewoon té lekker. En ja, de smaken zijn schitterend, op elkaar afgestemd, fris, vaak ook verrassend.

Tussendoor ben ik ook even in de tuin gaan wandelen, waar een groot houtvuur aangestoken was, en dat krijgt meteen van mij goeie punten.

Bart en ik waren eigenlijk zeer enthousiast: de wabi-sabi inrichting, de sfeer, de bediening, het zicht op de keuken, de zeer aangename chef, en uiteraard in de eerste plaats het eten.

Bij het afrekenen vroeg ik terloops of ze toevallig de chutney die bij de kaas geserveerd was – met appels en Tierenteynmosterd – niet verkochten, en de sommelier schoot in de lach: blijkbaar kregen ze die vraag wel vaker, en nee, ze verkochten die niet.

Maar toen we na het afrekenen naar de uitgang liepen, merkte ze op dat ze nog een verrassing hadden, en jawel, chef Thomas kwam af met een klein potje van de chutney, “voor de fans”.

Heerlijk, toch? We hebben het hen dan ook meteen verzekerd: hier komen we nog terug. Zeker weten. (En dat de chef lijkt op een jonge Matthew Mcconaughey is meteen mooi meegenomen)

+32 477 62 61 10
Victor Braeckmanlaan 367
9040 Gent
info@commotiegent.be

Openingsuren
Dins t.e.m. Zat    19.30–22.30
Vrij    12.00–14.30
Zon & Ma    gesloten

Nonam

Barts nieuwe managing director bleef dit weekend met haar man in Gent – ze is van boven Antwerpen – en ze hadden ons uitgenodigd om samen te gaan eten. Ik had haar nog niet ontmoet, en Bart kende ook haar man nog niet.

Waar ik bij Gentse restaurants vooral van geniet, is het feit dat Bart en ik er – als het weer het toelaat – met de fiets naartoe kunnen. Het limiteert wel de keuze qua kledij voor mij, maar niks is zo zalig als de nachtwind door je haren voelen met je lief aan je zij.

Iets over zeven zwaaiden Bart en ik met enige flair de Sluizekenskaai op, alwaar we verwacht werden aan de Nonam. Ik had van dit Gentse restaurant aan de rand van het Patershol nog niet gehoord, en dat kon best, want het was amper een week voor de eerste lockdown geopend en was dus meer dicht dan open geweest. Ik pijnigde even mijn hersenen over de naam – negende? En waarom dan in een accusatief? – maar het bleek de naam van het dochtertje van de eigenaar achterstevoren gespeld te zijn. De chef was blijkbaar een oudgediende van het Hof van Cleve, wat wel enige verwachtingen schepte.

We kregen een fijne tafel op de binnenkoer en werden op onze wenken bediend door een toch wel vrij eigenzinnig duo. Ik vond hen wel charmant, voor Bart hoefde het allemaal zo niet. En een menu? Nope, je kiest enkel voor het aantal gangen, verder blijkt het vooral een verrassing te zijn. Blijkbaar zou het op de website te raadplegen zijn, maar ik vind wat wij hebben gegeten, alvast niet terug.

Bij het aperitief kwamen alvast enkele fijne hapjes.

Ook de rest was een ware streling voor zowel het oog als de smaakpapillen. Yup, we waren zeer aangenaam verrast.

Bij de koffie kwam er dan nog een resem extra hapjes: zelfgemaakte marshmallows, boules de berlin en iets met een granité.

Dit menu, zonder drank, hadden we voor 65 euro per persoon, wat eigenlijk geen geld is voor wat je krijgt. Neem daar het bijzonder aangename kader bij – het is er heerlijk zitten – en dit is zeker voor herhaling vatbaar.

Rond elf uur sprongen we beiden opnieuw op de fiets en genoten van nachtelijk Gent en Wondelgem.

Gent is weer een fijn restaurant rijker, jawel.

Nonam
Sluizekenkaai 1

https://nonamrestaurant.be/

Vijfentwintig jaar

Vijfentwintig jaar, mijn lief. Vijfentwintig jaar geleden waren we allebei doodnerveus, naaide ik nog snel een behabandje van Kim, zat Erik achter de veren van mijn pa die nog maar eens veel te laat was, reden we met een koets de 100 meter naar de kerk, en gaven we elkaar ons jawoord.

En gaven we daarna een knaller van een trouwfeest.

Vijfentwintig jaar, mijn lief, horen we bij elkaar door dik en dun. Helaas de laatste tijd vooral door dik, maar dat terzijde.

Het ontbijt was standaard zondags ontbijt. Ja, vijfentwintig jaar, het doet wat met ne mens. Vaste kosten en zo.

(Voor u zich zorgen maakt: maagmedicatie, allergiemedicatie, foliumzuur en vitamine D)

Verder werd het een heerlijk gezapige dag, waarbij ik om half vijf Merel mocht gaan ophalen. Yes! Opa en Kobe waren mee, gewoon omdat we zo blij waren haar terug te zien.

En ’s avonds, ’s avonds gingen we samen de fiets op naar Gastof Rooftop Bar, om daar gewoon eenvoudig gezellig samen iets te eten. Een zesgangenmenu in een sterrenrestaurant hoefde niet meteen, na de culinaire escapades van vorige week.

Maar we zaten samen in onze eigen stad, op fietsafstand, in het zalige weer, op een fijne locatie, met een gewoon steengoeie vol-au-vent. Soms moet dat echt, maar echt niet meer zijn.

En een extra? De bediening was daar zo professioneel en vlot, dat we om zeven uur zijn toegekomen, een aperitief hebben genomen, hoofdgerecht en dessert, en dat we nog net op tijd terug thuis waren voor de voetbalfinale.

Happy Bart ^^

Frankfurt: dag vier

Voor vandaag was er eigenlijk vooral regen voorspeld, maar in de praktijk bleek dat eigenlijk nog zeer goed mee te vallen.

We wilden ervan profiteren nu het niet regende en gingen nog eens de fiets op, nu via een ganse tocht doorheen residentiële wijken richting het plein aan de oude opera, dat er eigenlijk bijzonder aangenaam en zonnig bij lag, en dus een terrasje met koffie verdiende.

We reden opnieuw via een omweg naar de overkant van de Main om er nog een cache op te pikken die ik gemist had, en keerden terug via de lokale “pont d’amour”, een slotjesbrug. Er hing een cache tussen die ik wel vond maar niet openkreeg. Tsja.

Verder dan opnieuw de stad in om er aan de Pauluskerk iets te eten en cadeautjes voor de kinderen te zoeken.

Aansluitend wilden we nog de tentoonstelling van Gilbert and George bekijken. Subtiliteit is hen vreemd, maar man, af en toe komt de boodschap toch ook keihard binnen.

Aangezien het weliswaar bewolkt was, maar nog steeds warm bleef en niet regende, wilde we er nog een extra fietstochtje aan breien. Helaas, toen begaf Barts fiets het. Allez ja, toch zijn elektrische aandrijving, terwijl de batterij aangaf nog niet leeg te zijn. Hmpf.

Bart heeft dan de kortste weg naar het hotel genomen, terwijl ik nog wat labcaches her en der wilde beantwoorden. En toen begon het eerst zachtjes te regenen. Goh ja. En toen, terwijl ik aan de andere kant van de stad zat, begon het te gieten, zoals verwacht. Mijn jas zat natuurlijk in Barts fietstas, maar ik had gelukkig mijn hoedje nog, en het was ook nog steeds niet koud. Ik heb dan maar verder gecached, maar bij sommige caches echt een fotolog moeten nemen omdat het echt veel te hard regende om papiertjes tevoorschijn te halen. En ik heb zowaar een eigen standbeeld in deze stad!

Enfin, tegen half zes was ik terug op de kamer, al een klein beetje opgedroogd aan de buitenkant – de zon was weer beginnen schijnen – maar wel letterlijk nat tot op mijn ondergoed. Niks dat een heerlijk warm badje en verse kleren niet verhelpen, gelukkig maar.

Kwart voor zeven was het gelukkig alweer droog, zodat we, netjes opgekleed, alweer richtig een sterrenrestaurant wandelden. Alleen hadden we deze keer geen idee wat we moesten verwachten: hun website was bijzonder mysterieus en heel erg weinig zeggend. Wat we wel wisten, was dat het om een veganistisch restaurant ging met één ster, gelegen in het smalste huisje van Frankfurt. Menu noch prijs was ergens te zien.

Tsja. We gingen binnen in een bar met reggaemuziek waar je eerder een bende alterno’s zou verwachten, via een zeer smal gangetje naar de kleinste lift waarin ik al gestaan heb. Met twee kon je er net in, als je je adem inhield tenminste.

We kwamen aan in een schoendoos van een kamer met wel volledige ramen naar buiten. Alleen zat daar al een ander gezelschap, zodat wij gewoon in het midden van de kamer zaten. Het rook er muf en was er warm, maar al snel ging de airco aan en moesten we vrijwel allemaal een vestje aantrekken.

Ik vermoed dat je al door heb waar ik naartoe wil: het kader was het niet, nee. De tafels waren net iets te laag om comfortabel te zijn en de stoelen waren ronduit slecht. Ik ben verschillende keren gewoon een tijdje gaan rechtstaan om mijn rug toch wat te kunnen strekken. De muren waren gigantische spiegelende glazen waarachter een grote tekening met ledlichten zat. Die gingen afwisselend af en aan met verschillende kleuren, wat echt wel een wijs effect gaf en ervoor zorgde dat de kamer groter leek dan ze was. Alleen was dat, naast een kaarsje op onze tafel, het enige licht dat voorzien was. Tijdens het predessert – ja, da’s blijkbaar een ding – heb ik, toen ze het kwamen opdienen en presenteren, gewoon het lichtje van mijn telefoon aangezet om mijn bord te kunnen zien. En tegen dat ik dat doe, ik met mijn kattenogen, is het al ver gekomen. Alleen werd de hint volkomen genegeerd.

Ook de bediening was niet meteen onze stijl. Dat Mario getatoeëerd was, met een rode bandana rond zijn kletskop, was totaal geen probleem. Maar hij kwam maar heel af en toe binnen om op- of af te dienen, wat ervoor zorgde dat hij uiteraard totaal niet aanvoelde dat noch wij, noch het andere gezelschap comfortabel waren. Het duurde ook immens lang: we waren er om kwart over zeven, hadden blijkbaar zes gangen en waren net voor middernacht weer buiten. Op oncomfortabele stoelen is dat niet alles, nee.

En het eten dan? Ja, dat was wel degelijk uitmuntend. Niet alle gangen waren even goed, maar er zaten een paar schitterende dingen tussen, zoals de tomaten (die helaas meteen onder een espuma verdwenen, zodat het oogstrelende effect weg was) of het ronduit prachtige erwtentaartje.

Al hun ingrediënten kweken ze ofwel zelf, ofwel komt het uit een kring van 20 kilometer rond Frankfurt, heel erg bewust. Het zorgt er ook voor dat ze eigenlijk geen koffie schenken :-p

Klein detail: bij het afrekenen kregen we een minibloempotje met daarin een zelfgekweekt raapje, nog geen cm hoog. Volgens de ober heet hij Günther :-p Benieuwd of we hem heelhuids naar Gent krijgen. Ik vond het snoezig.

Met een aperitief voor Bart en twee glazen biologische wijn, twee glazen sprankelend druivensap voor mij en water à volonté betaalden we 311 euro, wat ik niet weinig vind. Maar zet dit restaurant in het correcte kader met comfortabele meubels en een goed tempo, en je hebt al helemaal iets anders.

Jammer, eigenlijk.

Frankfurt: dag drie

Was het gisteren overdag nog rotweer, vandaag stonden we – vrij laat – op in stralende zon. Ik had dat op voorhand al bekeken en een fijne fietstocht gepland. Alleen wilde ik eerst langs de fietsenverhuurdienst, want de fietsen die we gekregen hadden, waren van die half sportieve dingen waarop je standaard voorover gebogen zit. Complete zelfmoord voor mijn rug, dus. Gelukkig hadden ze een tiental verschillende modellen, kon ik aan de telefoon al uitleggen wat ik nodig had, en stond er tegen elf uur een perfecte elektrische damesfiets te blinken voor mij.

Aansluitend wandelden we door Alt Sachsenhausen daar vlakbij: denk het Patershol meets studentenbuurt: oude huisjes met de ene feestlocatie naast de andere pub. Meh. Ik zocht er wat labcaches en had gisteren al gelezen dat er heel veel bronnen waren op die locatie, waaronder eentje waarbij een standbeeld van een oude vrouw op onregelmatige tijdstippen water spuwde. Alleen was ik dat alweer compleet vergeten, waardoor ik plots een heuse straal bronwater in nek en oren kreeg. Ugh!

Opdrogen deden we dan maar op een terras met een foccacia, in de schaduw zelfs.

En toen vertrokken we voor een fietstocht langs de Main: daar ligt een pracht van een fietspad langs de oever en een stuk door natuurgebied. In Offenbach stopten we even voor een verfrissing – en een ijsje – aan het mooie kleine haventje.

Ondertussen pikten we links en rechts een cache op – niet te veel, want Bart houdt niet van cachen en van dat voortdurende stoppen. Maar terug aan het haventje in Offenbach ging hij even een paar flesjes water halen, checkte ik de caches in de buurt en merkte dat er eentje lag die ik eerder die dag niet zien liggen had. Net uitgekomen, dus! We repten ons richting de cache 200 meter verder en haalden een first to find ^^

Rond vier uur waren we terug in de binnenstad, maar Bart was moe en wilde nog een paar mails beantwoorden. Ik had nog zin in wat extra caches en dus deed ik dat, zodat ik een 28 kilometer later moe maar zeer tevreden op de kamer terugkwam.

Een goeie douche later en met onze chique kleren aan gingen we per fiets naar Gustav, een tweesterrenrestaurant. We passeerden langs de Alte Operplatz waar het licht op dat moment prachtig was.

De locatie van Gustav was… ietwat vreemd, vonden wij. Een gewoon huis naast een pittazaak in een drukke straat. De voordeur bleef open staan en dus was er continu geraas van auto’s. De drie tafeltjes buiten op het terras waren jammer genoeg bezet, zodat we binnen zaten, maar wel in hele comfortabele stoelen en eigenlijk prachtige tafels. Ik geloof dat ik verliefd ben op een tafel.

En het eten? Ronduit fantastisch. Dit restaurant heeft door zijn eigenzinnige inrichting en de wellicht niet héél erg strakke hand van de gastvrouwe geen drie sterren, vermoeden we, want het eten verdient dat wel. Dit kon zonder problemen naast Hertog Jan staan qua smaken. Echt.

Vooral het gerecht met de spitskool en cantharellen was… wow. Dat was ook mijn eerste opmerking: ik nam een hap en zei spontaan wow. Bart, die nog moest beginnen, keek me vragend aan. “Proef gewoon”, zei ik. En jawel, ook zijn ogen gingen meteen een beetje verder open. Echt, een explosie van smaak zoals ik nog nooit eerder gegeten had.

Vlak voor het hoofdgerecht heeft de gastvrouwe ons trouwens verzet: ze zag ons vanuit onze hoek kijken naar de open dresseerbar en bood aan om ons aan een tafeltje met perfect uitzicht op de keuken te zetten, wat we dankbaar aannamen.

Echt, ongelofelijk goed. En voor die prijs eet je bij ons nog niet eens in een éénsterrenrestaurant, om eerlijk te zijn. Het tempo zat perfect, de bediening was top.

Als we ooit terug in de buurt van Frankrijk komen, weet ik waar we nog eens gaan eten. Echt.

Om kwart voor elf fietsen we gezapig terug naar ons hotel en genoten van de rit. Alweer.

Een fantàstische dag!

Frankfurt: dag twee

Nope, het was het niet helemaal toen we deze morgen opstonden: het was namelijk aan het gieten. En dan bedoel ik gieten: er was onweer- en wateroverlastwaarschuwing voor Frankfurt. Hmpf…

We zijn dan maar rustig op ons kamer gebleven: mijn rug, mijn blog en mijn echtgenoot vonden dat niet erg. Maar tegen half twaalf – het was nog steeds zacht aan het regenen – besloten we om misschien toch maar in actie te komen. Regenjassen en goede schoenen aan, museum gereserveerd, en wij weg. De fietsen lieten we thuis, in dit weer. We liepen over de voetgangersbrug hier vlakbij, zochten een paar caches en vonden een pastahuisje voor een lunch. En toen zagen we een enkele zonnestraal en was het inderdaad gestopt met regenen.

Een vruchteloze cachezoektocht later stonden we aan het Stadelmuseum, en dat was eigenlijk wel de moeite, ja. Een paar prachtige Renoirs, Chagalls, Picasso’s, een enkele Bacon of Delacroix… En een knappe hedendaagse verzameling ook.

Toen was het half vier en trokken we weer de andere oever op, richting een paar caches en het Euroteken, waar ik deze keer de cache wél vond. Uiteraard was er ook een koffie op het inmiddels wel droge terras.

A propos, het is in de meest linkse toren op de foto hierboven dat we gingen eten ’s avonds.

Tegen vijf uur waren we moe en nat op ons kamer terug, ideaal voor een tukje, wat lezen, wat bloggen en een douche.

Tegen half acht wandelden we dan richting Main Tower om er op de 53ste verdieping te eten en te genieten van het uitzicht. Koud was het niet, maar wel nog bewolkt. Maar wat een uitzicht zeg, ook vanuit het restaurant zelf!

En het restaurant, wel, we wisten niet goed wat we moesten verwachten, maar het overtrof alle verwachtingen! Héél lekker eten, goeie bediening en vooral dat uitzicht…

Eén groot minpunt: we waren om kwart voor acht in het restaurant en in het begin ging het vlot, maar toen viel het ergens stil. Ons hoofdgerecht hadden we stipt om elf uur, het dessert daarna om kwart voor twaalf. Serieus zeg!

Maar qua eten was het top, ze gaan morgen hun best mogen doen om dit te verbeteren.

Een wandelingetje van een kwartier later stonden we weer op ons kamer met een zeer fijne ervaring rijker.