Van verloren rijden, lunchen, boeken, en tandartsen.

Ik moest nog snel wat stof halen in de Sleepstraat, deze voormiddag, en had me geparkeerd in een zijstraatje, het Godshuishammeke. Ik sta wel vaker daar, en dan doe ik gewoon een blokje rond, tot ik weer de Sleepstraat kan uitrijden. Vandaag moest ik naar de Sint-Pietersnieuwstraat, en reed ik gewoon de straat verder. Ha, dacht ik, ik kom uit in Nieuwland blijkbaar, dat komt dan uit op de kleine ring, ideaal. Alleen bleek mijn richtingsgevoel me daar in de steek te laten, want eigenlijk had ik gewoon verder moeten rijden.  Tot mijn grote verbazing kwam ik dus plots uit op de Achterleie (ja, ik heb de straatnamen opgezocht, ik geef dat toe), aan de overkant van de brug aan het MIAT. Verloren gereden in mijn eigen stad, komt dat tegen!
Ik bleef even staan, en sloeg dan maar de Blekersdijk in, alweer een straat die ik wel kende, maar waar ik nog nooit doorgereden had. Vanaf de Ham wist ik uiteraard wel weer mijn weg, maar serieus zeg, centrum Gent, en dan nog verloren rijden!

Een tweede verbazing overviel me toen ik me parkeerde in de Plateaustraat Rozier (dank u Veerle, ik wist dat er iets niet klopte, ik heb die twee altijd al door elkaar gehaald): die is niet alleen in twee geknipt met paaltjes, er staan ook zinnen op de grond geschreven. Ik heb geprobeerd ze te vatten, maar dat lukte niet echt met mijn gsm.

IMG_0917

Bon, ik spoedde me naar het Salon, waar ik afgesproken had met een vriendin. Ik had nog altijd haar nieuwste boek niet, ook al is dat al een tijdje uit, en dat had ze voor me meegebracht, gesigneerd en al. “Parket Magistraal”, ik weet u nog te zeggen wat ik er van vind.

1507-1

Enfin, we hielden een heerlijke babbel bij een fijne lunch. Een aanrader trouwens: quiche met spinazie en brie. Een gewone basis quichevulling met spinazie, daarop een klein laagje tomaat, en dan volledig afdekken met repen brie. Lekker, jong!

IMG_0918

Tegen drie uur zat ik dan bij de tandarts: vrijdag is er een stukje tand afgebroken van een al geabimeerde kies, en dat moest uiteraard bijgewerkt worden. Mijn tandarts is er eentje van de goeie soort: snel, efficiënt, pijnloos en zonder blabla. Ik ben er zelfs niet meer zenuwachtig of gespannen, stelde ik bij mezelf vast, zelfs niet wanneer ze aan het boren is. Twintig minuten later stond ik buiten, netjes op tijd om de kinderen op te vangen.

Fijne dag, voorwaar. Nu nog tijd vinden om de stof te verwerken en het boek te lezen. Dat zal nog wat anders zijn…

Rustig dagje met een hectisch einde

Het begon allemaal zeer rustig: donderdag is mijn vrije dag, en ik deed vooral administratie, voorbereidingen en dat soort dingen. Tussendoor hielp ik Chantal met opruimen, deed ik boodschappen, en tegen half een begon ik te koken. Ik ben er zelfs in geslaagd om, voor ik de kinderen moest halen, een kwartiertje met een koffietje te zitten lezen in de zetel, terwijl het buiten aan het gieten was.

En toen ging het mis.

Want omdat het nog zo aan het regenen was, ging ik de kinderen ophalen met de auto, en dan meteen in het terugkeren nog een brief posten en de boeken binnensteken in de bibliotheek. Alleen hebben de kinderen en ik blijkbaar andere definities van “hard regenen”: ik kwam hen namelijk tegen in ’t klein straatje, nat maar vrolijk. “Bon”, riep ik, “ga maar naar huis, ik ga snel die boeken binnendragen, en ik ben daar”. En dus reed ik fluks naar de bibliotheek. En toen ik daar aankwam, stelde ik tot mijn verbazing vast dat de schoenmaker, die ik al een paar weken kwijt was wegens winkel plots verdwenen, nu in een pand naast de bib zat. Ik was zodanig aan het gapen naar ’s mans etalage, dat ik eigenlijk zonder meer tegen de bordure reed met mijn rechtervoorband. Oi! Ik dacht zelf nog dat het gelijk een beetje hard was, en bij het uitstappen ging ik naar de betreffende band kijken. Al was dat laatste niet echt nodig: een omineus gesis waaide me tegemoet. Jawel, een ganse scheur in mijn vijf maanden oude band. Blah! En binnen de kortste keren sjiekeplat natuurlijk, dus geen enkele mogelijkheid om nog te rijden. Hoe stom kunt ge zijn, zeg!

Ik belde dan maar naar de VAB – dat abonnement heeft zijn geld al opgebracht – en sprak met hen af dat ik naar huis ging wandelen, dat de pechdienst mij dan thuis ging oppikken, naar mijn auto brengen, en die slepen. Afhankelijk van het uur ging ik dan ook een reservewagen krijgen. Maar ze waren daar veel sneller dan geanticipeerd, eigenlijk, en tegen kwart na vijf stond ik met auto en al in de bandencentrale op de Wiedauwkaai, waar ze meteen de band gingen vervangen. Enfin, ja, meteen… Het probleem was intussen dat Wolf, in die tien minuten dat ik thuis was, me wist te melden dat zijn schoenen van nog geen twee maand oud (10 november, nagekeken) finaal naar de knoppen waren: ze waren gewoon losgescheurd van de zool! Allez jong! Maar morgen moet hij wel naar school, en zijn scoutsschoenen zijn echt smerig. Hmmm. Ik heb, toen ik vertrok uit de garage, naar hem gebeld dat hij klaar moest staan, en ben nog met hem om tien voor zes naar de Brantano geraced. Ze waren gelukkig open tot half zeven, en dus heeft hij een nieuw paar schoenen. Maar ik heb wel van mijn oren gemaakt aan de kassa over zijn “oude” schoenen, en ze gaan ze laten lijmen. Ik ben benieuwd.

Enfin, ik ben dus nogal dolgedraaid thuisgekomen, met een nieuw paar schoenen, een nieuwe band, en zonder bibliotheekboeken.

Missie geslaagd. Oyoo.

Picknick

Ik denk dat ze ervan geniet, mijn Merel, van die winterpicknicks. Of wat denkt u zelf, bij het zien van deze – slechte – iPhonefoto’s?

IMG_0865

IMG_0864

IMG_0866

Winterpicknick

Ook in de winter in het donker moet picknicken kunnen, vind ik. Enfin, vindt eigenlijk vooral Merel.

Ik vermoed dat ze intens geniet van de mama-dochtermomenten, waarbij ze me helemaal voor zich alleen heeft. Het alternatief is het clubhuis, en daar begin ik dan weer met andere ouders te interageren, dus gaat dat moment verloren.
Zodoende zaten Merel en ik ook vandaag aan een picknicktafel in de Blaarmeersen, stevig ingepakt. Ze is zot van het kleine speeltuintje aan de ingang van de camping, dus wandelen we telkens daarnaartoe, eten daar, en wandelen dan het hele eind langs het strandje naar het clubhuis.

365-337

Vandaag was het koud, toch wel. Een sandwich aan de picknicktafel, nog eentje op de pier in het water, en tegen dan vond ook zij het welletjes. Maar stiekem genieten we daar allebei intens van.

Honderdendrie. 103, jawel.

Mijn oma wordt 103 vandaag. Nog volledig bij de pinken, zo doof als een kwartel, en nog steeds zonder bril.

We waren er onlangs nog langsgegaan, en hadden toen prachtige oorlogsverhalen gekregen. Niet van de tweede wereldoorlog, wel die van honderd jaar geleden. Sommige details herinnert ze zich nog haarscherp, zegt ze.

Er was uitgebreid feest in het rusthuis, met taart voor iedereen, en haar honderdjarige zus en alle kinderen waren gevraagd. Niet de dertien kleinkinderen of de achterkleinkinderen waarvan ik intussen zelf de tel ben kwijtgeraakt. Maar ik moest de jongens afhalen van de muziekschool in Evergem, en da’s op drie kilometer van het rusthuis, dus da’s te stom om dan niet even langs te gaan en proficiat te zeggen. Ik had dat ook zo gezegd tegen de kinderen: we gaan niet blijven, we gaan geen taart eten, we gaan gewoon even gelukkige verjaardag wensen, en terug weg. Ook al omdat ik nog een serieuze stapel werk had, met deadline vanavond om middernacht. Maar toen waren we er, en was er nog veel taart over, en wilden de kinderen zo graag even blijven. Ik heb toen maar beslist dat we de rugby gingen overslaan – het is toch rotweer – en dan een stukje taart eten. Op die manier win ik wat tijd, en zal het wel lukken. Merel kreeg zowaar een roze marsepeinen varkentje :-p

IMG_0836

Oma was in elk geval bijzonder blij de kinderen te zien, en vooral dan Merel: daar is ze compleet zot van. Maar ook haar zus, Tante Angèle die deze zomer 100 is geworden, vond vooral Merel een schatje. Die tante, da’s ook een geval apart. Ze heeft geen kinderen – ik geloof dat ze tien miskramen heeft gehad – en is ook al jaren weduwe. Ze woont nog steeds alleen in een knappe villa in Knokke, kookt nog alle dagen zelf, en heeft zelfs nog een moestuin. Zelf met de auto rijden doet ze niet meer, daar heeft ze een gezelschapsdame voor. Maar je moet het maar doen, op je honderdste. Chapeau!

IMG_0837

En toen ik oma vroeg of ze verwacht had dat ze ooit zo oud ging worden, antwoordde ze parmantig: “Goh, ja hoor. Ik voel mij nog prima, dus waarom niet? Er kunnen gerust nog wat jaren bij, als het zo verder gaat.” Juist ja.

Intussen postte mijn kozijn een foto van 101 jaar geleden, van diezelfde oma met haar broer en de hond. Over die hond vertelde ze dat het beest geëlektrocuteerd was geraakt in “den dodendraad” tijdens de oorlog, en dat ze zelf dan amper een jaar of twee-drie moet geweest zijn. Toch ongelofelijk?

1604753_10152819895230516_5858717893774424879_n

Proficiat, oma. Mogen we nog lang kunnen genieten van je verhalen.

Maandag taartdag

Vorig jaar waren mijn toenmalige vijfdes stikjaloers op de “vrijdag taartdag” van mijn zesdes, en in het begin van het jaar zijn ze daar dan ook dolenthousiast mee begonnen. Tot bleek dat ze die taarten wel degelijk zelf moesten bakken en daar dus moeite moesten insteken, ha ja. Het ligt ook niet meer op vrijdag maar op maandag, en dat valt precies ook niet zo mee. Soit, er is al een paar keer taart geweest:

taart4

taart1

Nu ja, het hoeft ook niet echt taart te zijn hoor: één keertje was er panna cotta met versgemaakte frambozencoulis met frambozen uit zijn tuin. I kid you not.

 

taart2

Of gewoon marsepeinen bolletjes, in cacao of speculooskruimels.

taart3

Zaterdag was dus mijn verjaardag, en ik had hen beloofd dat ik dus vandaag taart ging meebrengen. Deze morgen – ik moet pas om tien uur richting school – heb ik dus nog een kokostaart gebakken, zodat die kon afkoelen, en ik die tussen één en drie – ik heb een dubbel springuur, zeer vervelend – kon versieren. De glazuur werkte niet goed mee, maar bon.  Al bij al was ze best geslaagd, ze werd in elk geval enthousiast ontvangen.

IMG_0835

Ik hoop alleen dat er weer wat animo komt rond de taart na nieuwjaar, want stiekem vind ik dat ook wel wijs, en vooral lekker 🙂

 

Dooie auto. Of toch een beetje kapot.

Toen we daarstraks vrolijk tegen zessen naar de rugby reden, sloeg plots mijn hele dashboard in het rood: temperatuur van het koelwater was boven de 120°. Unk? Ik schakelde meteen over op een veel lager tempo en vooral een veel lager toerental, en het zakte net onder de 100°, en uit het felrood. Maar toen ik een paar bochten moest nemen en dus gas moest geven, sloeg alles meteen weer rood uit. Heel voorzichtig reed ik nog tot op de parking van de Blaarmeersen, liep met Merel naar het clubhuis, en belde de VAB. Daar hebben we gelukkig, sinds vorig jaar, een abonnement, en dat heeft zijn geld al opgebracht.

Ik belde dus, en kreeg een ongelofelijk vriendelijke dispatcher aan de lijn. Hij moest me helaas melden dat het een drukke avond was, en dat de wachttijd tegen de twee uur aanliep, maar hij ging zien wat hij kon doen, aangezien ik Merel bij me had. Ik mocht rustig in het warme clubhuis blijven: zodra de wegenwachter naar mij ging vertrekken, ging die een smsje sturen, en voor de zekerheid gaf hij ook nog mijn GSM-nummer door, zodat die mens mij kon bellen om de exacte locatie van de auto op de parking te weten.

Ik had amper dichtgelegd (of hoe moet je dat zeggen, tegenwoordig, met een smartphone?) of ik kreeg al een smsje binnen dat de VAB over 15 minuten bij mij ging zijn. Chic! Ik was nog toezicht voor Merel aan het regelen – gelukkig zit het hele clubhuis vol met ouders – toen mijn telefoon een paar minuten later al ging: dat hij net de Blaarmeersen ging oprijden, en waar hij precies moest zijn. Ik schoot mijn jas aan, en liep op een drafje naar de parking. En jawel, de auto van VAB stond al vrolijk te pinkelen naast mijn auto.

Na veel vijven en zessen – de details zal ik u besparen – bleek er een lek te zijn in de radiator of de waterpomp, iets wat hij niet ter plekke kon repareren. Bart kwam de kinderen ophalen, en 59-jarige Danny uit Knesselare – ne mens hoort wel wat als ge bijna een uur samen in een auto zit – takelde mijn wagen naar Ledeberg, en bracht mij naar de vervangwagen aan het Vanbeverenplein. Het moet gezegd: bijzonder vriendelijke mens, excellente service. Onder de omstandigheden – dooie auto, per slot van rekening – had het niet beter kunnen zijn, eigenlijk. Danny kreeg van mij op het latere smsje van VAB over de service dan ook zonder meer een tien. Echt, moest iedereen op zo’n manier zijn job doen, wel, de wereld was een pak amusanter.

Nu maar hopen dat ook de CIAC een gelijkaardige service geeft, want we willen vrijdag met deze auto naar de Ardennen. Zucht.

UPDATE: jawel, ook de CIAC kwam uit zijn pijp, gaf ons prioriteit, en vrijdagmorgen om tien uur was de kapotte waterslang al vervangen. Chapeau!

Nat, maar da’s helemaal niet erg

Sinds begin dit jaar komen de kinderen vrijwel elke dag te voet naar huis. Dat is nu eenmaal makkelijker, en voor mij een pak minder stressvol. Ze doen dat netjes met de schoolrij: die brengt hen tot het einde van de straat, en daar steken ze onder begeleiding over. Voor de rest moeten ze door de woonwijk, en steken ze enkel nog twee keer over via het zebrapad. Oh, en nog een keertje hier aan de deur.

Enkel op maandag blijven Merel en Kobe in de opvang: ik heb les tot kwart over vier, en daarna pik ik hen op. Wolf mag sinds dit schooljaar op maandag zelf naar huis komen, hij heeft een sleutel. Hij zegt dat hij er van geniet, van dat uurtje alleen thuis in alle stilte, en ik begrijp hem volledig.

Op woensdag scheelt het vooral een pak: ik geef zelf les tot vijf over twaalf, en dan komen we ongeveer gelijktijdig thuis. Dat betekent dat ik snel kan beginnen koken, en dat we nog rustig kunnen eten voor de jongens naar de muziekles moeten om half twee.

Eigenlijk was de afspraak dat ze alleen naar huis zouden komen als het weer het toeliet, en dat ik hen wel ging ophalen als het regende. Maar toen bleek dat onze definities van regenen niet altijd gelijk lopen, en dat ik daar dus al eens op school stond terwijl zij intussen al thuis waren. Intussen komen ze zonder meer naar huis, regen of niet. Tenzij het stortregent natuurlijk, maar bon.

Dat geeft dus het volgende beeld, en daaraan merk je duidelijk dat ze het niet erg vinden:

IMG_2569

IMG_2570