Nieuw schooljaar, nieuw muziekjaar

De kogel is definitief door de kerk: Kobe stopt met muziekles. Ergens wel jammer, want nog één jaar fagot en hij heeft zijn einddiploma muziekschool. Hij kon zich echter totaal niet meer motiveren om te oefenen en schoot dus ook vrijwel geen meter op. Tsja. De bijkomende lessen waren er eigenlijk ook te veel aan: op zich vond hij het GEJO wel leuk, maar op vrijdag heeft hij vaak andere interesses. Jammer, maar helaas.

Bij Merel wegen de bijkomende lessen ook wel zwaar, maar de blokfluit op zich doet ze wel graag. Op donderdag heeft ze dus nog steeds blokfluitles, en op woensdag is er Muzieklab+, waar ze in een groepje zit met allemaal blaasinstrumenten. Probeer als blokfluitje maar eens boven een trombone uit te komen, maar bon.

Het probleem zat hem nu nog in samenspel. Vorig jaar had ze dat ook op woensdag, samen met twee violen en een piano, waarbij ze zichzelf ook nauwelijks hoorde spelen. Nu heeft de lesgeefster laten weten dat haar uurrooster veranderd is, waardoor het voor Merel niet meer mogelijk is om les te volgen bij haar. Maar een uur samenspel is verplicht, zodat we verder moesten zoeken.

Merel ging vandaag een uurtje langs bij de les Soundpainting, maar dat is duidelijk niet in de smaak gevallen: improviseren is niks voor haar, ze houdt liever vast aan partituren. Tomma heeft haar dan uiteindelijk maar ingedeeld in de tweewekelijkse consort: de uitgebreide samenspelgroep voor blokfluiten en oude muziek. Merel zal er tussen een reeks omaatjes zitten, zegt ze zelf, en haar niveau is nog wat laag, maar wellicht zal het haar een stuk beter bevallen. Volgende week proberen we dat dan even uit. Benieuwd.

Beugel voor Merel

Jawel, Merels beugel is een feit!

Eigenlijk ging dat bijzonder snel bij de orthodontist: de blokjes werden gelijmd en aangegeven door een assistente, hij plaatste ze, hing de draad erin, deed de lavendelkleurige – Swifties weten waarom – rekkertjes errond, en op minder dan een half uur stonden we weer buiten.

Op het moment zelf viel het nog mee, zei Merel, het spande wat, maar niet veel meer dan dat. Helaas, zoals voorspeld werd het inderdaad erger, en eten ’s avonds was geen sinecure: alles deed gewoon pijn. Het werden boterhammen zonder korst en yoghurt. Maar bon, over een dag of twee mag eten geen pijn meer doen, over een kleine week zou het eigenlijk al helemaal geen pijn meer mogen doen, alleen nog lastig omdat er eten tussen kruipt.

We kennen het al van Wolf een goeie drie jaar geleden, en Merel weet ook dat die nu een fantastisch mooie lach heeft en dat het dus echt de moeite waard is, maar daar is ze nu niet mee geholpen natuurlijk.

Ach, vanitas vanitatum, omnia vanitas zeker?

Van rekkers en bijna gemiste lunches

Merel moest vandaag bij de orthodontist zijn: ze kreeg rekkertjes rond haar kiezen, zodat er een mini beetje plaats ontstaat en ze donderdag minder last heeft bij het aanbrengen van haar beugel. Jawel, ze is er bijna aan voor de moeite.

Soit, dat duurde amper vijf minuten, tegen goed twaalf uur stonden weer buiten op een stralende zomerdag en gingen we nog even langs de school langs voor een praktische zaken.

Half één, terrasjesweer, geen jongens thuis, en geen zin om te koken: wat doe je dan? Ergens iets gaan eten, toch? Maar dat bleek gemakkelijker gezegd dan gedaan op een vakantiemaandag, zo bleek. ’t Kolleke? Met vakantie. Villa Ooievaar? Het menu stond Merel niet meteen aan. Mauro? Dicht op maandag. Maxine? Dicht op maandag. Koe-Vert? Definitief dicht. Brasserie Wondelgem? Goh, wellicht volzet wegens niet gereserveerd. Euh…

Ahaa! Batist! Juist! We zagen nog plek op het terras en gingen vol goeie moed binnen. Oi, sorry, volzet! Ja, er gingen nog mensen komen, maar ook: de keuken was onderbezet, zodat ze geen volle zaal konden aannemen, en de keuken had al laten weten dat het meer dan voldoende was.

Bedremmeld dropen we af… In de auto overlegden we nog even wat de mogelijkheden waren, maar het ging wellicht een boterhammetje worden en dan vanavond koken.

En toen kwam de gastvrouw van Baptist aankloppen aan het autovenster: ze had het nog even nagevraagd in de keuken en twee man kon er nog wel bij. En dus was ze ons nagelopen. Met een groot hart gingen we alsnog eten op het aangename terras van Baptist en we zagen vooral dat het goed was. Nog eens merci!

Een dagje onder nichtjes

Toen Sarah aan Merel, haar metekindje, had gevraagd wat ze wilde voor haar verjaardag, had die gezegd: “Iets samen doen. Een hoogteparcours of zo”. Zoiets moet je geen twee keer zeggen tegen Sarah, die organiseert dat gewoon. En dus bracht ik Merel naar de middag naar Waregem, naar de Geestige Put. Ha ja, zij wonen daar niet zo ver van, Marie-Julie was mee met haar mama naar Desselgem dat daar vlak naast ligt, en ik kon dan op mijn gemakje wat geocachen in de buurt, het ging grotendeels droog zijn vandaag.

Ik gooide Merel af, stond nog wat te kletsen, keek hoe ze de hoogte in gingen, en vertrouwde ze daarna toe aan Sarah.

Ik moet zeggen: het ziet er indrukwekkend uit. Bedankt voor de foto’s en zo, Sarah!

Ondertussen vertoefde ik in Desselgem en omstreken en zag dat het ook daar goed was, al dreigde het elk moment te beginnen druppelen.

Ondertussen waren de dames uitgeklommen, kregen ze een ijsje, en hesen zich daarna in wetsuits, kwestie van het niet te koud te krijgen in het water. Want ja, het aquapark was eigenlijk opnieuw een hindernissenparcours, maar dan met bijzonder glibberige opblaasdingen. Ik was intussen min of meer rond in de buurt en was van plan nog naar Waregem zelf te gaan, maar toen bleek ik letterlijk door de straat van De Geestige Put te moeten rijden, en besloot ik om toch maar gewoon te stoppen, een koffietje te drinken en Sarah de rit naar Gent te besparen. Ik zag vooral ook dat de meisjes zich bijzonder goed amuseerden maar wel stikkapot waren na een tijdje. Ge zoudt van minder…

Ze droogden zich af, dronken nog iets warms – hoewel ze het eigenlijk niet zo koud hadden – en het verwonderde me dat Merel niet gewoon in slaap viel op de terugweg in die warme, zachte auto.

Maar je had de gezichtjes van die drie moeten zien. Met andere woorden: wil je nog een fijne activiteit voor de kinderen die hen echt wel uitdaagt? Het is in Waregem dat je moet zijn, zo blijkt.

Twee daagjes Dordrecht

Ik had Dordrecht eigenlijk nog alleen maar gezien tijdens Big Rivers, en da’s hetzelfde als Gent leren kennen enkel tijdens de Gentse Feesten. Nu had ik vorig jaar al gezegd tegen Merel dat we eens een dag of twee naar Dordrecht zouden gaan en dan logeren bij Hanneke, of een B&B zoeken of zo.

Bon, de daad dus bij het woord gevoegd, al hebben we getwijfeld tot het laatste moment omwille van het weer. Maar het zag er toch niet naar uit dat het ging beter zijn volgend weekend, en daarna zitten we in Berlijn, en daarna is het alweer na 15 augustus en… Enfin, valiesjes gepakt, fietsen opgeladen en weg.

Tegen goed half twaalf stonden we bij Hanneke aan de voordeur, de fietsen werden uitgeladen, Hanneke voorzag ons van een fijne lunch, en hup, de fiets op. Het plan was om massa’s labcaches te doen – de variant van het geocachen waarbij je een vraag ter plaatse invult, in plaats van een fysiek doosje te zoeken – en dat is gelukt ook: we reden de vijf kilometer naar het centrum, bekeken daar vanalles van speciale huizen, voorwerpen, graffiti, aten poffertjes – Merel kreeg haar portie niet eens op – fietsten nog verder, en tegen vijf uur was ons pijp uit. Maar echt.

Gelukkig heeft het niet echt geregend, al hebben wel toch wel even onze regenjas aangetrokken. Maar al bij al viel het nog mee.

We ploften in de zetel, Hanneke maakte zeer fijne wraps, we kletsten nog wat, begonnen een film te kijken, maar gaven tegen half elf ons allemaal gewonnen: het was een stevig maar fijn dagje geworden. De zon hebben we bij momenten gelukkig wel gezien, dat was heerlijk.

Ontbijt – of noem het gerust brunch – in Cocotine

Merel en ik hebben afgesproken dat we elke vakantie gaan ontbijten. Ze vindt dat zalig om te doen, en het is ook wel een fijn momentje voor ons twee.

Ik vroeg even rond op Facebook voor fijne adresjes, kreeg tal van suggesties, en ging voor iets dat hier in de buurt lag – een vreemde locatie, maar bon – en dat er bijzonder rozig uitzag. Rozig uit te spreken op zijn Frans, welteverstaan.

En jawel, Cocotine stelde niet teleur: een heel licht en gezellig interieur, met veel blank hout – Ikea was duidelijk aanwezig – en oudroze, muntgroen en pastelblauw. Waar ik me wel blauw – en niet de pastelvorm – aan ergerde, was dat de menu enkel online te vinden was (wat me op zich niet zo erg stoorde) maar uitsluitend in het Engels. Merel kan nu wel goed Engels, maar wat moet een mens zich in hemelsnaam voorstellen bij een “beauty bowl”? Een schoonheidskommetje? Alsof overigens de meeste mensen het verschil kennen in het Engels tussen een strawberry, een raspberry, een blueberry of een elderberry. Ik hoorde dan ook een tante tegen haar nichtje vertalen en zeggen dat ze het ook niet wist. En dit voor een fijn plekje in de Gentse Meulestee, waar het uiteraard stikt van de Engelstalige mensen en de toeristen…

Maar bon, de ergernis was snel vergeten toen het ontbijt ook effectief op tafel verscheen. Ik was gegaan voor een ‘beauty bowl’, ’t is te zeggen een grote kom met yoghurt, granola en stapels vers fruit van alle mogelijke soorten. Bijzonder lekker, bijzonder instagramwaardig en daarom ook voorzien van een kartonnen kaartje voor ’the gram’. Merel had datzelfde genomen, maar ook nog pancakes besteld. Ik had daar toen al mijn twijfels bij, maar bon.

Oh, en de koffie? Voorzien van goudfoliesnippers op het melkschuim, en een bloemetje: zowaar de mooiste koffie die ik al ooit gehad heb.

En toen hadden we eigenlijk feitelijk allebei al meer dan genoeg, en kwamen de sojapancakes – een gewone versie is er blijkbaar niet – nog op tafel: twee grote exemplaren die we met moeite opkregen en die op zich al voldoende zijn als ontbijt.

Niet meteen de Amerikaanse fluffy pancakes maar iets brodiger en ook echt wel lekker. En eigenlijk dus ook veel te veel.

Ik heb ’s middags niet meer gegeten, Merel heeft de overschot van haar beauty bowl meegekregen in een potje en heeft dat opgegeten als middagmaal. Dat zegt genoeg over de porties.

Voor de goedkoop moet ge het niet doen, maar als ge er een middagmaal mee uitspaart, is het zeker zijn prijs waard. En ja, het is superverzorgd, in een heel mooi kader, met aandacht voor het visuele.

Nu nog een deftige Nederlandse vertaling van hun menu, en ik ben helemaal tevreden. En ja, we komen nog wel terug.