Moe. Doodmoe.

Wat mijn gynaecoloog voorspeld had, komt toch ten dele uit: ik ben dood-, maar doodop. Niet zo erg als net na Frankrijk, toen ik me langs de straatstenen zou te slapen gelegd hebben, maar toch. Doodop. Gelukkig heb ik niet echt voorbereidingen meer (er is altijd wel wat te doen uiteraard), en zijn de verbeteringen nog niet aan de orde. Ik kan me dus in de zetel leggen, zodra ik thuiskom. Maar met twee actieve jongens in huis is dat natuurlijk niet hetzelfde als slapen.

Werken lukt voorlopig wel: ik kan zitten in mijn klas, en aan tucht heb ik geen gebrek, dus ik kan ook rustig blijven zitten als ik dat wil. En het lesgeven zelf, en de interactie met mijn  leerlingen, geeft me energie. Maar zodra ik mijn klasdeur achter me toe trek, valt de vermoeidheid weer op me. Zelfs boodschappen doen is me soms te veel.

Ach ja. Ik zie wel hoelang ik het uithoud. Mijn interimaris staat alvast standby, en ook dat is een hele geruststelling.

Aoûtats

Augustusbeestjes, kende u die al? Wel, ik ook niet, maar nu intussen wel! En hoe! Microscopisch kleine rotbeesten zijn het, die je bijten en zich volzuigen met bloed. Ze komen voornamelijk in bepaalde streken in Frankrijk voor, en doorgaans enkel in de maand augustus. De Franse Wikipedia kan ze mooi beschrijven, compleet met foto’s. Ik zal het geweten hebben! Sommige mensen zijn er heel gevoelig voor, andere gelukzakken weer niet. En laat ik natuurlijk nu één van die gevoeligaards zijn…

Na een paar dagen al stond ik vol rode bulten die afgrijselijk jeukten: denk aan een muggenbeet, maar dan tien keer erger en vasthoudender. Vooral in de plooien van mijn knieën stonden ze, maar ook gewoon op mijn kuiten, mijn rug, onder de band van mijn beha, in mijn lies, op mijn buik… Overal! En je krabt er bijna automatisch aan, waardoor het felpaarse grote bollen worden, die nog veel erger jeuken, helaas.

We zijn nu een halve week thuis, en die beten zijn nog geen barst gebeterd, ze jeuken nog evenveel, en ik vrees dat ik er hier en daar een littekentje aan zal overhouden, zoals op mijn borsten. Ervoor naar de dokter stappen doe ik niet, want ik mag toch geen antihistamine of corticoïde zalf, nu ik zwanger ben.

Ik hoop maar dat het snel overgaat. Ik word er stapelgek van.

Gynaecoloog en andere dokters

Deze namiddag had ik een afspraak bij de gynaecoloog. Gelukkig maar, gezien alle problemen van de laatste dagen.

Hij luisterde minzaam naar mijn relaas, keurde de ijzerpillen en de diuretica van de huisdokter goed, maar vond dat er nu wel drastischer middelen nodig waren. Voor de constipatie gingen alleen nog de grote middelen werken, verklaarde hij: ik moet naar de materniteit van het ziekenhuis gaan, en daar een lavement vragen. Hij had even gevoeld, en verklaarde dat de hele darm vol zat met kleine kasseisteentjes. Allez gij.

Met de baby was alles gelukkig prima in orde: perfect op schema, goed beweeglijk, en dat soort dingen.

Het ijzertekort en de bijhorende vermoeidheid was een groter probleem, zei hij. De pillen zorgen duidelijk voor de constipatie, en moet ik dus stopzetten. In de plaats daarvan raadde hij me vloeibaar ijzer aan, en toen ik sprak van inspuitingen, knikte hij. Want hij schudde in eerste instantie nogal zijn hoofd toen hij hoorde dat ik op 1 september wilde beginnen werken. “Maar madammeke, vergeet dat maar, dat gaat niet lukken.” Juist ja. Tot hij mijn vastberadenheid zag. De spuiten gaan in elk geval een steviger effect hebben, en hopelijk lukt het tegen dan wel.

Ik ben dus nog deze namiddag langsgeweest bij de huisarts, en dat is echt een bijoux van een mens! Enfin, de hele groepspraktijk eigenlijk, het maakt niet uit bij wie van de drie je verzeilt. Ik belde naar Tim, en die zei me onmiddellijk een voorschrift te komen halen, dan naar de apotheker te gaan (mijn vaste apotheker is met vakantie, of ik had het zo wel meegekregen en achteraf het voorschrift gebracht)  en dan terug te komen voor de spuit. Ik had dus niet eens geld bij toen ik bij hem kwam, en hem te binnen viel dat hij nog ampullen in stock had. Ik heb meteen de spuit gekregen, en zijn rekeningnummer om het geld over te schrijven. Op twintig minuten stond ik weer thuis.

Nu maar hopen dat het effect van dat ijzer snel inkickt, en dan woensdag gaan sterven op een toilet in het ziekenhuis. Liever daar dan hier, want daar is er nog omkadering voor moest het verkeerd gaan :-p

Frankrijk, dag 5

Vannacht was een moeilijke nacht, omdat ik me niet kon omdraaien zonder wakker te worden van de pijn. Toch had ik de indruk dat het al een pak beter ging: ik kon min of meer pijnloos ‘lopen’, al zij het nog compleet scheef. Ik heb me de hele morgen nog bijzonder koest gehouden, boek nummer twee (Der Erwählte van Thomas Mann) uitgelezen, terwijl de kinderen speelden en tekenden, Wolf een gigantische dominomuur maakte, en Bart om boodschappen reed en spaghetti maakte.

Na de middag zijn we richting Bribacte gereden: de grootste Gallische stad in de eerste eeuw voor Christus, hoofdstad van de Haedui (welbekend onder mijn leerlingen, lang leve Caesar). Nu is er een museum, en zijn er voortdurend opgravingen te zien. Het ligt op de hoogste heuvel van de Morvan (817 m) en je hebt er prachtige vergezichten. Veel is er daarnaast helaas niet te zien, maar het was mooi weer (25 graden en af en toe dikke wolken) en we hebben rondgelopen. Gelukkig was er een busjesdienst van beneden naar boven en terug, want dat zou ik niet gehaald hebben. Ik was dan ook kapot na de wandeling, en ben, zodra we thuiskwamen, opnieuw gaan platliggen.

Ik denk dat de rugpijn ook voor een deel veroorzaakt wordt door serieuze constipatie: het is al een week geleden dat ik nog eens deftig mijn ding heb kunnen doen. Ik eet dan ook nog nauwelijks, en ben alweer vermagerd. Bart is deze morgen langs de plaatselijke apotheker gereden, en ik heb een jello-achtige substantie meegekregen, zijnde pure paraffine. Veel meer mag en kan ik niet nemen zonder doktersadvies, zwanger zijnde. Maar dit is ook niet houdbaar.

Pff. En toch doet de vakantie wel deugd.

Frankrijk, dag 4

Hmpf. Heel erg hmpf zelfs.

Vandaag was het plan om een rustige voormiddag door te brengen, vroeg te eten, en dan te vertrekken naar Bribacte, een grote Gallische site hier niet zo ver van. Deel één van het plan ging prima: de hele voormiddag is er rustig gespeeld, geknuffeld en gekletst. Bart begon rond half twaalf aan het eten, terwijl ik de kinderen douchte. Nog steeds volgens plan, dus. En toen, bij het aankleden, wilde ik iets in de vuilbak gooien, en schoot het in mijn rug. Ik jammerde het uit, en viel. Bart is komen aanspurten, heeft me geholpen plat op mijn rug te gaan liggen, en dat was dat. Helaas.

Met moeite heb ik iets van kleren aangekregen, ben ik tot aan de tafel gestrompeld om te eten, en ben ik daarna gewoon plat in mijn bed gaan liggen. Zucht. Tot zover de plannen voor vandaag, maar bon, het is toch alweer grauw buiten, met motregen…

Ik heb de hele middag platgelegen, heb meteen mijn boek uitgelezen (‘Henry & June’ van Anaïs Nin) en vooral niet te veel bewogen. Bart heeft de kinderen beziggehouden, en is uiteindelijk met hen naar Autun naar de supermarkt gereden, want we hadden pampers nodig en die hebben ze niet hier in het dorp.

Nu ben ik met veel moeite van het huisje naar het hoofdterras gestrompeld, en als ik zit, valt de pijn wel mee. Maar ik ben wel serieus bezorgd voor de rest van de vakantie. Morgen zou het – deze keer effectief – goed weer worden, en ik kan met moeite gaan. Ik ga vanavond die rug goed warm houden, en vooral me koest houden. En hopen en bidden dat het tegen morgen over is…

Meh.

Het gaat niet zo goed met mij momenteel. Fysiek dan. Vorige zaterdag werd ik wakker met heel dikke vingers, en kon ik niet eens het rolluik van de kinderkamer optrekken omdat ik de riem niet kon vastnemen. Gelukkig ging het vrij snel over, maar mijn ringen pasten toch nog niet echt. ’s Avonds gingen we eten met mijn broer en schoonzusje, en bleek ik nauwelijks in mijn gesloten schoenen te kunnen. Huh? Blijkbaar dus ook gezwollen voeten. Zondagmorgen was het nog erger: mijn handen stonden compleet dik, maar alle gewrichten deden ook gewoon pijn! Niet normaal dus, en daarom ging ik maandagmorgen naar de dokter. Conclusie: serieus oedeem, wellicht zwangerschapsgerelateerd, en lichte pillen daarvoor. Ze heeft meteen ook mijn bloed getrokken, op mijn aanvraag, omdat ik zo vreselijk moe loop, en bij de vorige zwangerschappen mijn bloedwaarden ook sterk moesten gemonitord worden (waar mijn interimgynaecoloog blijkbaar geen oren naar heeft). Dinsdagmiddag mocht ik bellen, en Shari klonk vrij ongerust aan telefoon: mijn ijzerwaarden waren véél te laag (voor de ingewijden: 6, waar het tussen 13 en 130 moet zijn) en daarom had ik ook al een te laag gehalte aan rode bloedcellen. Anemie, dus. Er waren nog wel wat dingen te laag, en mijn witte bloedcellen waren dan weer te hoog. Allez bon. Ik moest dringend ijzerpillen nemen, en als dat niet hielp, desnoods inspuitingen, want dat moet echt verholpen worden. Bij Wolf was dat trouwens ook zo, ik heb een bloedtransfusie gekregen twee dagen na de geboorte om de rode bloedcellen en het ijzer weer op weg te helpen toen.
In ieder geval verklaart het wel waarom ik zo dodelijk moe ben de hele tijd. Ik sta ’s morgens even moe op als ik gaan slapen ben, ik heb totaal, maar dan ook totaal geen energie, en alles is me te veel. Ik slaap ’s nachts tien uur, maar val dan overdag ook nog een paar keer in slaap. Ik HAAT het!  Als dat maar goed komt in Frankrijk…

Stom!

Deze morgen ben ik rustig heks gaan spelen voor de Ideekids kampen, zoals wel eerder. Het eten was dan ook vrij eenvoudig en snel klaar: macaroni met hesp en kaas, kwestie van toch niet al té laat aan tafel te zitten met de kinderen.

Was het nu daardoor dat ik moe was, of nog afgeleid? Ik weet het niet… Ik had net rond half drie Kobe in zijn bedje gestoken, en ging naar beneden met de grote volle wasmand.

En toen miste ik een van de treden, en lag ik met een grote bons op het plateautje halverwege, en lag de wasmand beneden. Wolf, die tv zat te kijken, kwam meteen aangelopen. Ik had me echt pijn gedaan: mijn arm, mijn pols, mijn knie, en vooral mijn rechterenkel. Ik vreesde, om eerlijk te zijn, dat hij verstuikt was. Wolf kwam meteen bij me zitten, en begon me te knuffelen en te troosten. Later vertelde hij me dat hij me nog nooit eerder had zien huilen. Gelukkig was ik totaal niet op mijn buik gevallen, de baby was dus veilig.

Na een goeie vijf minuten krabbelde ik recht en strompelde richting zetel. Ik was intussen ongemakkelijk van de pijn en de slag, en heb toch wel een kwartiertje platgelegen. Daarna leek het beter te gaan, en ben ik toch maar rond beginnen lopen.

De enkel lijkt mee te vallen: hij is niet echt gezwollen, en ziet ook niet blauw. Verder ga ik wel vol blauwe plekken staan, denk ik. Mijn knie zal ook wel deftig gekneusd zijn, heb ik de indruk. Hopelijk zit er niks ergs tussen, en ben ik morgen ook niet te stijf: we vertrekken natuurlijk net op weekend naar Nederland met de schoonfamilie…

Murphy, één dezer dagen wring ik je persoonlijk de nek om!

Update:

Het is inderdaad allemaal best meegevallen: ik heb dezelfde avond nog kwistig zalf gesmeerd, en me koest gehouden. De enkel was uiteindelijk niks, de pols ook niet. Mijn arm zag serieus blauw, maar zolang je er niet aankwam, deed het geen pijn. (Foto getrokken na vijf dagen)

arm

De knie, tsja, dat was nog het meest vervelende: hij deed geen pijn bij het stappen, maar is ongelofelijk gevoelig, nu na tien dagen nog steeds, en ziet nog steeds serieus blauw. Probeer dan maar eens kinderschoentjes aan te trekken, of op je knieën aan het bad de kinderen te wassen.

Orthopedist

Toen Wolf op 2.5 naar school ging, merkte zowel zijn gewone juf als de turnjuf op dat hij een wankel evenwicht had, en dat zijn voetjes wat scheef naar binnen stonden. De huisarts stuurde me door naar een podoloog, die hem voorzag van prima harde steunzooltjes. Ondanks de raad van de podoloog om ze geleidelijk aan in te lopen, wilde hij ze al na de eerste dag niet meer uitdoen: hij liep veel steviger en viel minder.

Sindsdien draagt Wolf dus steunzolen, die al een paar keer vernieuwd zijn. Nu waren ze echter alweer veel te klein – Wolf zit in een groeispurt – maar aangezien ik de indruk had dat het minder erg was dan vroeger, ben ik deze keer naar mijn vaste orthopedist geweest met hem. Conclusie: juveniele platvoet, en nog steeds steunzolen. De podoloog heeft het prima gedaan tot hiertoe, maar bij een orthopedist zijn de steunzolen terugbetaald, bij een podoloog helaas niet.

Hij heeft meteen ook eens gekeken naar mijn linker elleboog die behoorlijk lastig doet. Tenniselleboog, dat wist ik al want rechts had ik dat ook al eens serieus gehad. Helaas kan hij door mijn zwangerschap daar niet veel aan verhelpen. Symptomatisch, dat wel: ijsfrictie, zalf, en stretchoefeningen.

Moest ik nu nog weten wat de oorzaak was, het zou ook al veel helpen. Maar met mijn linkerarm doe ik echt geen chronische repetitieve bewegingen, ik heb er dus geen flauw idee van. Tsja.

Punctieresultaat

Daarnet telefoon gekregen van de dienst genetica van het UZ.

De eerste resultaten van de punctie zijn in orde: geen syndroom van Down, of andere levensbedreigende chromosoomfouten. Oef!

De rest van de uitslag komt over drie weken, en dan gaan we meteen ook het geslacht weten.

Pak van mijn hart!

Punctie, episode drie

Allez hup. Na de twee vorige mislukte pogingen was er vandaag poging drie tot punctie. Tegen half negen waren Bart en ik in het UZ, waar tot mijn grote verbazing amper een tiental wachtenden voor ons aan de kassa stonden. Ik heb het al anders geweten, meer dan 100 en zo. Soit, we gingen richting P3, kregen een gesprek met en een vragenlijstje van de afdeling Genetica, en mochten alletwee een buisje bloed afstaan. Kwestie van de erfelijke belasting voor het kind te bepalen, zoals kans op muco en zo.

Ik had een afspraak om 9.10u, en ik wist al op voorhand dat Bart niet ging kunnen blijven wegens een belangrijke afspraak die voormiddag. Tsja, het leven van een businessman zeker? Niet dat ik dat erg vond hoor, ik ging anders toch maar inzitten met mijn held die niet tegen naalden en bloed en zo kan.

Dokters en hun stiptheid een beetje kennende, had ik mijn boek meegenomen. Maar best ook, want het is uiteindelijk 10.40u geworden voor het aan mij was. Ik kreeg een uitgebreide echo, en meteen werd duidelijk dat het kleintje deze keer wél op de goeie plaats zat, en blijkbaar daar ook ging blijven. Niet dat een punctie door de placenta ook maar iets uitmaakt, volgens de gynaecoloog. Prof. Defoort is blijkbaar echt wel de autoriteit in het Gentse, die mens doet niets anders, en is er ook zeer bedreven in: snel, vakkundig en pijnloos. Hij mummelt voortdurend instructies tegen zijn assistente, maar als je hem iets vraagt, krijg je een duidelijk en onomwonden antwoord, precies zoals ik het graag heb. Na de prik met drie mooie buisjes helder vruchtwater, kreeg ik opnieuw de baby te zien, gewoon om even te tonen dat alles nog steeds ok was.

echo2

Soit, tegen elf uur stond ik buiten, en ben ik nog eventjes langs school gegaan om te horen of er vragen waren bij mijn examen. Niet dus.

Thuis was mijn ma te hulp geschoten: zij was de kinderen gaan halen, en bleef hier om me te helpen aangezien ik me koest moest houden en zeker geen gewicht (zoals peuters) mocht heffen. Het is een gezellige namiddag geworden, met spaghetti, en daarna rustig geklets buiten in de zon.

En alles is voorlopig prima dus.