Toe

Vandaag is het hier toe. Want ik voel me echt niet goed: mottig, misselijk, ijskoud (ik zit met een wollen vest, een sjaal, dikke kousen, onder een dekentje, en het is hier 21,5 graden en ik heb het nog ijskoud) en wellicht ook met een borstontsteking, want ik kan me niet verroeren van de pijn.

En daarom ga ik nu weer liggen, nu Merel even slaapt. Ugh.

Kinesist

Ik ga nu al een paar weken naar de kinesist. Eigenlijk voor postnatale kine, oefenen van de bekkenbodemspieren en zo, kwestie van niet in mijn broek te plassen als ik nies of keihard moet lachen.

Maar het is nu al een paar keer een stevige massage van mijn rug en nek geworden. Dat gezeul met die kinderen, dat is dus niet te onderschatten he! En het laatste wat ik nu kan gebruiken, is dat ik door mijn rug ga en Merel al helemaal niet meer kan oppakken. En dus laat mijn nichtje de kinesiste de oefeningen voor wat ze zijn, en pakt ze keihard mijn rug aan. Die daar helemaal van ontspant, en de volgende dag blauw aanvoelt :-p

Maar het doet dus echt wel deugd he. En het houdt de rugproblemen blijkbaar nog een beetje op afstand.

Uroloog

Een heerlijke stralende dag, en wij zijn voor een stuk binnen gaan zitten, meer bepaald in de voormiddag bij de kinesist (de kinderen waren voorbeeldig), en in de namiddag bij de uroloog.

Wolf had namelijk een bedplasprobleem, maar dat is zichzelf aan het oplossen momenteel, van zodra ik eigenlijk de afspraak bij de specialist had gemaakt. Zijn afspraak heb ik dus maar geannuleerd, maar ik wilde een checkup voor Kobe. In maart 2009 is hij namelijk geopereerd voor kryptorchie: zijn testikels waren niet ingedaald. Nu was ik bang dat er toch nog steeds iets mis was, en wilde ik een controle. De dokter stelde me gerust: alles was in orde, en ik zal – hopelijk – probleemloos oma worden later 🙂 Ook hier hebben de jongens zich exemplarisch gedragen: ik kan dus echt overal komen met hen, en da’s bijzonder fijn.

Thuis hebben we dan maar als beloning met zijn allen een ijsje gegeten, en daarna ook het avondeten buiten gegeten. Man, ik hou van de zomer in april!

Bekkenbodemspieren

Daarvoor moet ne mens dus vijf maand in zwangerschaps/ouderschapsverlof zijn, om nu pas te beginnen met de postnatale kine. Maar ik heb het plechtig beloofd aan mijn dokteres, omdat ik anders wellicht binnen de kortste keren in mijn broek plas als ik moet niezen. Tsja, drie kinderen op de wereld zetten, het doet wat met een vrouwenlijf.

Dus nu mag mijn nicht met een grote grijns mij bevelen geven en mij bepotelen naar hartenlust, kwestie dat die bekkenbodemspieren terug een beetje op peil komen.

Ugh.

Ziek

Nee, voor een keer ben ik het niet die ziek is, maar Bart. Hij voelde zich al gans vorige week niet denderend, en is dit weekend helemaal platgevallen. Zodanig zelfs, dat ik vandaag de dokter heb doen komen. Die heeft een griepje vastgesteld, en gezegd dat hij thuis moest blijven en rusten. Minstens tot en met woensdag. Bart zette het al op een verontwaardigd gepuf dat hij morgen al ging gaan werken, en woensdag zeker, tot hij nog maar eens een oncontroleerbare hoestbui kreeg en deemoedig weer in zijn bed kroop.

Merel is ook nog steeds ziek, en bijgevolg lastig. Ik heb mijn handen dus vol, al moet ik toegeven dat Bart echt geen lastige zieke is. En hij is blijkbaar goed ziek, want hij komt nauwelijks aan zijn computer. Al zijn vergaderingen zijn afgezegd, en ik geloof dat Dirk de rest opvangt. En maar goed ook.

Bon, ik ga nog een theetje maken voor mijn liefste, en de kleinste een suppo geven. All in a day’s work :-p

Rug

Ik ging vandaag eens de tuin wat verder onder handen pakken (nog steeds niemand die een hek wil?), het hondenkot afbreken, en een hoop gerief naar het containterpark brengen.

Ik leeg dus mijn koffer uit, haal de buggy eruit en zet die in de garage. En die klapt natuurlijk open net als ik hem wil neerzetten. Ik moet nogal raar gegrabbeld hebben en een rare beweging gemaakt hebben, want het is in mijn rug geschoten. Alweer.

Ik hoop dat het snel betert, want ik loop compleet scheef, kan met moeite zitten, en kan al helemaal Merel niet oppakken of neerleggen. Vandaag en morgen is Bart nog thuis, maar als het niet betert, zit ik maandag met een probleem.

Nu dàt weer. Zucht.

Ziek

Deze keer niet alleen ik, maar ook nog Kobe.

Vannacht was die niet te genieten: huilen, klagen over een zere kaak en een zeer oor, nog meer huilen, opstaan dat hij niet kan slapen… Hij heeft Nurofensiroop gekregen van Bart, en heeft de halve nacht bij ons in bed geslapen. Enfin, gewoeld. Hij had ook wel koorts, was serieus aan het gloeien.

Deze morgen voelde hij zich iets beter, maar had 38,7° en een vuurrood rechteroor. Ik heb dan maar rond acht uur een huisbezoek aangevraagd bij de dokter, dan kon die meteen ook even naar mijn hoest kijken. De griepsymptomen zijn weg, maar die hoest is bijzonder hardnekkig, en ik voel me nog steeds flauwtjes.

Ik had tegen twaalf uur bij mijn ouders willen zijn – we gingen daar eten, en dan bleven de jongens een nachtje slapen –  maar de dokter bleef maar weg. Alles stond klaar, het meeste zat al in de auto, en de kinderen hadden zelfs hun schoenen al aan. Rond kwart over twaalf heb ik nog eens gebeld naar de dokter, en die belde zijn collega dat hij ons dan eerst moest nemen. Soit, tegen tien voor één was hij bij ons. Voor Kobe bleek het een algemene infectie te zijn: rode keel, verstopte neus, en een oor waar een prop in zat waardoor hij niet goed kon zien hoe erg het was. In elk geval antibiotica, zodat hij zich snel weer beter ging voelen. Voor mij idem: oren waren ok, maar keel zag behoorlijk rood, en mijn longen deden niet wat ze moesten doen. Ook antibiotica, want het sleepte al te lang aan.

Enfin, we waren om half twee bij mijn ma, die daar eigenlijk niet om kon lachen aangezien zij zelf al gegeten hadden, en zij dus mocht herbeginnen met koken (opwarmen) voor ons.

En ik, ik voelde me slecht, en dat was volgens de dokter niet meer dan normaal. Hopelijk kunnen Bart en ik vannacht wat slapen.

Gezelschap

Door al dat ziek zijn heb ik al één en ander moeten afzeggen.

Gwen ging dinsdag komen, en die heb ik dus afgebeld. Vandaag had ze opengehouden als mogelijkheid, maar dat zag ik nog steeds niet zitten.
De salsales dinsdagavond heb ik dus ook moeten missen. Ik kon amper op mijn benen staan, was al blij dat ik Merel niet liet vallen, laat staan dat ik zou gaan dansen. Ik had trouwens zelfs geen babysit, had ik me goed gevoeld.
En donderdagavond, gisteren dus, ging normaal gezien de roleplaysessie bij mij doorgaan. Ik heb de Cthulhu dus ook afgebeld, ik was al lang blij dat ik de dag was doorgekomen. Een collega die Merel eens ging komen bekijken in de namiddag, heb ik ook naar een ander tijdstip doorverwezen. Wel ben ik zelf de kinderen gaan halen, ook al mocht ik eigenlijk niet buiten van de dokter. Maar er waren niet veel alternatieven, en ik had al weken op voorhand beloofd aan Delphine dat ik Marthe en Victor ging meebrengen, dus wat kon ik anders? Ik heb me gehaast, en mijn longen uit mijn lijf gehoest. En daarna weer netjes binnen gebleven en een huilende Merel getroost.

Tot zover mijn geplande sociale leven dus.

Aan de andere kant is mijn ma dinsdag komen helpen (al was het min of meer al afgesproken dat ze ging binnenwaaien). Is woensdag Greet een anderhalf uur op de jongens komen passen. Is gisterenvoormiddag Vallery binnengewaaid. Dat vond ik niet erg, integendeel. We hebben gezellig zitten kletsen bij een stevige koffie, en ik kon ongegeneerd ziek zijn bij haar. Tsja, dat zijn de mensen waarvoor de term ‘goeie vriendin’ wel geldt zeker? En vandaag waren de kinderen een ganse dag thuis, pedagogische studiedag. En heb ik nog een degelijke maaltijd kunnen samenstellen met gerief uit berging en diepvries, zonder buiten te moeten komen.

En de jongens waren apetrots vandaag: ik heb hen samen naar de apotheker gestuurd. Dat is amper een paar honderd meter, het einde van de straat en dan het hoekje om, zonder dat ze een straat moeten oversteken, maar toch. Helemaal gerust was ik er toch niet op, en verdomde blij dat ze terug waren. Maar trots, ja, je had ze moeten zien glimmen. En dan kregen ze nog een ijsje als beloning, om lekker samen buiten op te eten. Ze genoten van het goeie weer,  en bliezen samen bellen. Kobe heeft zelfs zo hard gelachen dat hij in zijn broek heeft geplast.

Ik denk  niet dat zij er zoveel last van hebben dat mama ziek is. Gelukkig maar.

Meh.

Nog steeds ziek. Ik had gehoopt dat het al wat beter zou zijn vandaag, maar niet dus. Daarstraks nog 38,4°, de koorts is er dus wel, zij het niet echt hoog. De hoest wordt ook erger. En Merel is ook niet helemaal ok, ze heeft ons verschillende keren wakker gemaakt vannacht. En nu moet helaas ook Bart opstaan, want ik zie het niet zitten om zelf met haar rond te lopen om haar te sussen. En dan wordt ook Kobe nog wakker omdat hij een nachtmerrie heeft…

Ik ben zo moe, dat ik vanmiddag gewoon even op Facebook gevraagd heb of er soms iemand zin had om een paar uur te komen babysitten zodat ik kon slapen. Greet wilde dat wel komen doen, en ik ben dankbaar ingegaan op het aanbod. Ik lag zelfs te slapen in de zetel toen ze aanbelde. Wolf heeft haar binnengelaten, en toen ik een dik uur later wakker werd, zaten ze alledrie braafjes te spelen met de blokken en de domino’s, en was ook Merel wakker.

Het heeft me deugd gedaan. En dan ’s avonds was Bart gelukkig ook thuis, zodat ik ook dan ongestoord in slaap ben gevallen, wetende dat hij het fort wel ging bewaken.

Ziek zijn, het is niet alles. Zeker niet met drie kinderen en een drukbezette echtgenoot.