Lectuur: “Elantris” van Brandon Sanderson

Dit is alweer een stevig boek van bijna 700 bladzijden, eentje waarvan ik het doodjammer vind dat er maar één van is, maar waarvan ik de subtitel “Elantris 1” zeer hoopgevend vind.

Ja, Brandon Sanderson is een van mijn favoriete fantasy auteurs, je moet zijn naam hier maar even in de zoekbalk ingeven. Ook met Elantris is hij erin geslaagd een volledig nieuwe wereld te scheppen met eigen accenten, een eigen magie, een eigen geschiedenis. Blijkbaar was de stad Elantris ooit een prachtige, onvergelijkbare stad, draaiend op magie en met een speciaal soort magiërs: gewone mensen werden plots wakker met extra krachten en konden dan in Elantris gaan wonen. Tot het plots fout ging en de hele stad verwerd tot een soort zombieland, met de Elantrianen die niet konden sterven maar elk pijntje – stoot maar eens je teen – bleven voelen tot ze uiteindelijk gek werden van pijn en angst.

En dan krijg je binnen dat kader natuurlijk opnieuw een knap verhaal, een goeie plot, politieke intriges, een sterke vrouwenfiguur, de nefaste invloed van religie… Het zijn intussen wel vertrouwde ingrediënten, dat wel, maar telkens weer op een nieuwe manier gebracht. Ik ben eigenlijk vooral pokkejaloers op die mens zijn fantasie en zijn vertelkracht, en ik kijk reikhalzend uit naar deel twee.

Lectuur: “Circe” van Madeline Miller

Omdat “The Song of Achilles” me zo gigantisch goed bevallen was, wilde ik ook deze ‘Circe’ lezen. En ja, die was ook meer dan oké, maar niet het niveau van Achilles, maar dat kan gerust ook aan mij liggen.

De tovenares Circe is een van de personages uit Homeros’ Odyssea: Odysseus komt op haar eiland aan, blijft er een behoorlijk lange tijd, en is de vader van haar kind Telegonus.

Miller neemt ons mee naar de kinderjaren van Circe: ze is de dochter van de zonnegod Helios en een nimf, maar heeft noch het uiterlijk, noch de stem van de goden. Daardoor wordt ze uitgelachen en niet aanvaard, zodat ze haar heil eerder zoekt bij de stervelingen. Ze komt er ook achter dat ze beschikt over toverkracht, iets wat bij de goden niet toegelaten is. Wanneer ze een liefdesrivale betovert, wordt ze verbannen naar het eiland Aiaia waar ze de enige bewoonster is. Ze temt er de dieren, de natuur en ook de occasionele voorbijganger. Daedalus passeert er, Hermes komt regelmatig op bezoek, en dan is er ook Odysseus… Ze perfectioneert met eindeloos geduld – het helpt wel als je onsterfelijk bent – haar toverdranken en spreuken, voedt met veel moeite haar kind op en laat hem met nog veel meer moeite ook los…

Miller maakt er een prachtig verhaal van, maar op een of andere manier werd ik er minder emotioneel in betrokken als bij Patroclus. Maar heb ik het graag gelezen? Welzeker, alleen staat het niet bovenaan mijn lijst.

Lectuur: “Amongst our weapons” (Rivers of London #9) van Ben Aaronovitch

In 2020 draaide ik er de volledige reeks “Rivers of London” met veel plezier door, intussen was er dus ook aflevering 9.

De hoofdpersoon is uiteraard nog steeds Peter Grant, politieagent in Londen en beginnend magiër, al is hij nu niet echt meer een beginneling. Daarom heeft hij ondertussen ook een leerling, Sarah Guleed, zowel politieagente als magiër in opleiding.

En ja, hij is nog steeds samen met Beverly, de godin van de river Brook, die op het punt staat te bevallen van een tweeling, met alle bijhorende poespas.

Maar vooral krijgen we hier opnieuw een case: een bizarre moord in een van Londens meest beveiligde plaatsen, de Silver Vaults.

Enfin, alle ingrediënten dus voor een licht, luchtig boek met een magische inslag maar vooral een fijne blik op Londen. Geen hoogstaande literatuur, wel een fijn tussendoortje, zoals altijd.

Lectuur: “Rhythm of War” (The Stormlight Archive #4) van Brandon Sanderson

Deel 3 was al geleden van in januari, en ondertussen heb ik tal van andere boeken gelezen, waaronder nog een reeksje fantasy van Joe Abercrombie.

Maar deze bleven wel degelijk in mijn hoofd spoken en dus ging ik nog eens voor een klepper van meer dan 1200 bladzijden. Nee, zelfs ik begin niet lichtzinnig aan een dergelijk boek.

Was het het waard? Oh ja. Net zoals de vorige drie delen krijgt ook deze vlotjes 5 sterren van mij, en ook al is het zo’n klepper, dan nog is het telkens weer jammer wanneer hij uit is, en smaakt het naar meer.

We zitten opnieuw bij dezelfde hoofdpersonages, maar er komt een aantal nieuwe personages bij, enfin, toch als hoofdpersonages met een eigen point of view. De hele oorlog wordt daardoor opnieuw een pak genuanceerder, er is geen wit of zwart en elke partij is overtuigd van zijn eigen gelijk.

Wat ik vooral ook mooi vind, is dat een van de hoofdpersonages, een van de meest overtuigde strijders, Kaladin Stormblessed, stevig gebukt gaat onder PTSD, ofte een trauma dat hem verhindert zijn heldenrol op te nemen. Hij moet een andere manier zien te vinden om mee te draaien, een vredelievende rol op zich nemen, en hij mag alle twijfels laten zien, hij mag blokkeren.

Ja, ook in dit boek toont Sanderson zich een meester. Qua plot zitten er eigenlijk nergens dei ex machina tussen, het lijkt allemaal plausibel en zit ongelofelijk mooi in elkaar. En toch blijft het bij momenten gigantisch spannend…

Ik blijf enorme fan, jawel.

Lectuur: ” The Secret Garden” van Frances Hodgson Burnett

Ik dacht, ik neem na dat hele lichte van Bridget Jones nog eens iets van de klassiekerslijst, kwestie van daar ook nog eens aan voort te doen. Mijn keuze viel op deze The Secret Garden uit 1910. Het is eigenlijk een kinderboek, maar dan wel eentje vol clichés. Ofwel zijn alle kinderverhalen daarna op dit verhaal gebaseerd, dat kan ook, het is per slot van rekening meer dan 100 jaar oud.

Het verhaal op zich – let op, spoiler, maar niet echt want je ziet het van mijlenver aankomen – is over een nors, stuurs weesmeisje, Mary, dat bij haar excentrieke nonkel moet komen wonen in een kast van een landhuis met meer dan 100 kamers. Nonkel is nooit thuis en ze wordt min of meer aan haar lot overgelaten. Alleen hoort ze ’s nachts regelmatig gehuil.

Bon, Mary gaat op onderzoek uit en vindt in de enorme landerijen een geheime tuin waarvan ze – wonder boven wonder – ook de sleutel vindt. Binnenin is alles overwoekerd maar wel prachtig. En dan blijkt dat het gehuil van een oververwend jongetje komt, de zoon des huizes waarvan men al jaren verwacht dat die elk moment kan doodvallen, die nooit buitenkomt, die zelfs niet kan stappen, en dat de reden is waarom de vader ook nooit thuis is.

Uiteraard zullen Mary en Colin vriendschap sluiten, zal zij hem mee naar buiten nemen, zullen ze samen de geheime tuin onder handen nemen, wordt ook Colin weer helemaal gezond en worden ze beiden flinke, gezonde kinderen.

Joepie.

Zoals gezegd, heel voorspelbaar, en net daarom kon het me niet echt bekoren. Ook de kinderen zijn bijzonder cliché, net zoals de andere personages. En ook al hou ik wel van Engels uit die periode, het werd net iets te vaak herhaald hoe stuurs en hoe lelijk en hoe nors Mary eigenlijk wel was. En hoe zagerig en klagerig Colin wel was.

Nope, geen fan.

Lectuur: “Bridget Jones: the edge of reason” van Helen Fielding

Aangezien ik ‘Bridget Jones’s Diary’ had gelezen, heb ik er meteen maar deel twee aangeplakt. Het is zodanig meer van hetzelfde dat ik uiteindelijk deel 3 maar gelaten heb voor wat het is.

De boeken zijn duidelijk niet bedoeld om na elkaar te lezen, want je wordt op den duur alleen maar zenuwachtig van Bridgets neurotische gedrag. Pas op, het blijft amusant en vederlicht, maar goh… Misschien te licht? Misschien te neurotisch? Misschien te klungelig? Te naïef, zoals de episode in Thailand?

Veel kan ik er eigenlijk niet eens over schrijven, om eerlijk te zijn. Leuk voor tussendoor, maar niet meer dan dat.

Leesclub, eindelijk

Het heeft opnieuw wat voeten in de aarde gehad, maar er was vandaag ein-de-lijk weer een sessie van de leesclub van de school.

In schooljaar 2019-2020 kreeg ik de leesclub precies niet van de grond: er was weinig tot geen interesse, de collega’s hadden echt geen zin en/of geen tijd, en dan als enige leerkracht, met zelden nog geïnteresseerde leerlingen? Nee, bedankt.

En toen was er uiteraard corona en mochten we ook niet samenkomen. Online dan? Nah, ook dat geeft niet het gewenste effect.

Maar na de krokusvakantie zag het er allemaal goed uit en dus plande ik nog een boek na de paasvakantie, dat met enig uitstel begin mei werd. Ik koos, achteloos, voor het meest recente boek dat ik bijzonder graag had gelezen: “The Song of Achilles” van Madeline Miller.

Vorige week was er dus de leesclub met nog één collega en vijf leerlingen. Allemaal meisjes, zo bleek. En – iets waar ik niet bij stilgestaan had – eigenlijk ook zo goed als allemaal LGBTQ+. Huh?

Blijkbaar ben ik zo naïef als de pest: ik had het boek gelezen als een prachtig, romantisch verhaal over de liefde tussen twee jongens, een aanvulling op de Ilias. Ik had er dus eigenlijk, serieus waar, echt niet bij stilgestaan dat dat homo-erotisch was. In mijn hoofd zijn homoseksuele relaties doodnormaal en zag ik geen verschil met een andere relatie. Werd ik daar even met mijn neus op de feiten gedrukt! Want het boek geldt als een must-read binnen de LGBTQ+ jongerengemeenschap, omdat het vrijwel nooit voorkomt dat je een dergelijk genormaliseerd verhaal krijgt. Oké, de Oud-Griekse samenleving maakte nu ook totaal geen punt van een homoseksuele relatie, zolang je maar nakomelingen had die jouw bloedlijn verderzetten. En zowel Achilles als Patroclus hebben ook op een bepaald moment heteroseksuele seks, maar dat wordt gezien als een inbreuk op hun relatie, niet als ‘normaal’.

Ik zat echt op een bepaald moment met open mond te luisteren naar de dames die het hadden over vooroordelen, over acceptatie, over LGBTQ+ literatuur, over het gebrek aan voorbeelden en normalisatie, en ik viel gewoon uit de lucht. Ik had trouwens ook helemaal niet door gehad bij drie van de vier dames dat die eventueel onder die noemer zouden vallen. Irrelevant, toch?

Bon, het is me dus toch maar weer eens duidelijk geworden in wat voor een gepriviligieerde bubbel ik eigenlijk zit, eentje waarin racisme en homohaat gewoon niet aanwezig zijn. En dat een vriendenkring met een ruime keur aan – al dan niet getrouwde – homo’s, lesbiennes, genderfluïden en transgenders in beide richtingen blijkbaar niet standaard is.

Tsja.

Er is nog werk aan de winkel in onze samenleving, me dunkt.

Lectuur: “Bridget Jones’s Diary” van Helen Fielding

Het hoeft niet altijd zware lectuur te zijn, en deze stond nota bene op de lijst van de BBC, dus dacht ik: na die zware kleppers ga ik even voor iets lichts. Ik kende de films, ik kende dus ook de reputatie van deze boeken. Wel, ik moet zeggen: de films leunen echt dicht bij de boeken aan, ik zag dan ook continu Rene Zellweger voor me, en Colin Firth en Hugh Grant. Er is erger om naar te kijken, denk ik dan.

Het is goed geschreven, het is vlot, het is grappig, maar wat ik vooral geniaal vond, was dat in het boek – en dat is begrijpelijkerwijs uit de films gelaten – Bridget echt een crush heeft op Colin Firth de acteur en dat ze ook een interview mag doen met hem en zo. Om dan Colin Firth te strikken als acteur om haar love interest te spelen: heerlijk toch? En ook Hugh Grant, die dan later ook een belangrijke rol speelt in de film, wordt stevig door de mangel gehaald in het boek. Ik vermoed dat Fielding nooit had durven dromen dat het boek zo’n succes ging worden dat beide heren gewoonweg wilden meespelen in de film.

Ik had het op een paar dagen uit en het is niet alsof een boek als dit blijft hangen, maar als je chick lit wil die zeer aangenaam is om te lezen? Doen, zou ik zeggen.

Lectuur: “Sharp Ends” van Joe Abercrombie

Nu ik toch weer volledig in de wereld van Abercrombie zat, vond ik het wel fijn daar nog even te blijven met een bundel kortverhalen.

Abercrombie gebruikt dezelfde personages, dezelfde wereld, maar vaak op een ander moment in hun leven. Je krijgt er soms een andere kijk door, of gewoonweg meer uitleg over wie ze zijn, hoe ze zo geworden zijn, bepaalde dingen uit hun verleden… Of gewoon een fijn verhaal over diezelfde personen.

Abercrombie blijft een meesterverteller en van sommige van zijn verhalen vond ik het gewoonweg jammer dat ze zo kort waren. Of dat ik gewoon niet nog meer kon krijgen.

Geen idee, eigenlijk, hoe productief die man is, maar ik hoop dat het net iets meer is dan George Martin. Ik ben onvoorwaardelijk fan.

Lectuur: “The Wisdom of Crowds (The Age of Madness #3)” van Joe Abercrombie

Na deel een en deel twee volgde uiteraard ook fluks deel drie. Het is eigenlijk best moeilijk om iets te schrijven over een boek, wanneer je echt niks wil vrijgeven over de plot dat de pret kan bederven. Zeker in een derde deel zeg je bijna automatisch dingen die spoilers kunnen zijn voor deel 1 en 2.

Ik ga toch een poging doen, want ook dit boek van Abercrombie is ongelofelijk goed. Waar deel één vrolijk optimistisch begon en in deel twee zowat alles gewoon fout liep wat ook maar fout kon lopen, komt een aantal dingen in deel drie toch wel weer goed. Maar Abercrombie zou Abercrombie niet zijn, mocht hij ook hier niet een aantal favoriete personages de dood injagen.

Het blijft mooi om zien hoe hij zijn personages laat evolueren, hoe ze altijd allemaal een positieve kant hebben, ook al zijn ze eigenlijk de slechteriken, en hoe ook de good guys een behoorlijk duister kantje hebben. Er zijn trauma’s, evoluties, misdaden en berouw… En intussen loopt ook de plot vaak een totaal onverwachte kant op.

Een happy end? Goh… ’t Is te zien hoe je dat bekijkt, veronderstel ik. In zekere zin wel, als in: het kan allemaal nog goed komen. Maar het realisme – ook al zitten we in een fantasiewereld – van Abercrombie laat niet toe dat het de Jane Austen toer opgaat. Ja, het probleem is in die zin opgelost dat er weer mogelijkheid is tot optimisme. En dus ja, een happy end.